HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de distributie. VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDELING Nr. H : Werkzaamheden aan de distributie. VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN."

Michiel Janssens
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN. 1. Tap de radiateur af, verwijder vervolgens de motorkap en laat het cilinderblok leeglopen via de aftapplug (1).

Verwijder de cilinderkop (zie handeling H78.112-1 2 tot 16). 3. Verwijder de stoterbussen (2) uit hun zitting. Gebruik indien nodig trekker MR-3670. INBOUWEN. 4.

1 1 VERVANGING VAN DE STOTERBUSSEN UITBOUWEN. 1. Tap de radiateur af, verwijder vervolgens de motorkap en laat het cilinderblok leeglopen via de aftapplug (1). Om het koelsysteem volledig af te tappen, moet tevens de verwarmingskraan worden geopend. (Vang het water op als het antivries bevat). 2. Verwijder de cilinderkop (zie handeling H tot 16). 3. Verwijder de stoterbussen (2) uit hun zitting. Gebruik indien nodig trekker MR INBOUWEN. 4. Plaats de vooraf geoliede stoterbussen (2). 5. Monteer de cilinderkop (zie handeling H en verder). 6. Vul de radiateur, de kachelkraan moet daarbij geopend zijn. 7. Controleer de afdichting van de pakkingen en de verbindingen.

2 VERVANGING VAN EEN DISTRIBUTIEKETTING OF DISTRIBUTIETANDWIEL UITBOUWEN. 8. Til de grille op en haak de kabel vast aan de rechter handgreep. 9. Laat de radiateur leeg lopen.

Controleer dit door middel van de rotor van de ontsteking, die zich tegenover één van de contacten (1) of (4) moet bevinden. 11.

2 2 VERVANGING VAN EEN DISTRIBUTIEKETTING OF DISTRIBUTIETANDWIEL UITBOUWEN. 8. Til de grille op en haak de kabel vast aan de rechter handgreep. 9. Laat de radiateur leeg lopen. Om het koelsysteem volledig af te tappen, moet de verwarmingskraan worden geopend. (vang het water op wanneer dit antivries bevat). 10. Plaats de zuigers (1) en (4) in het bovenste dode punt. Controleer dit door middel van de rotor van de ontsteking, die zich tegenover één van de contacten (1) of (4) moet bevinden. 11. Verwijder de radiateur: Maak de slangen los: - van de onderste aansluiting rechts. - van de bovenste aansluiting (1) links. Verwijder: - de bouten (2) van de bevestiging van de radiateur aan de steunen. - de bouten (3) van de bevestiging van de traverse aan het chassis. Verwijder de radiateur samen met de voorste traverse. 12. Verwijder de ventilatorriem: Maak moer (4) van de bevestiging van de spanarm aan de dynamo en bevestigingsbout (5) van de dynamo los.

3 NB: Om er voor te zorgen dat de uitsparing in de binnenflens van het voorste krukaslager om het pasnokje blijft zitten, is het nodig om het koppelingspedaal ingedrukt te houden, zodat aan de

Geef eventueel een klap op de sleutel om de moer los te maken. Verwijder de poelie en de borgplaat. NB: Vanaf 11/71 is de borgplaat vervallen. 14.

Verwijder de bout (4) en vervolgens de bouten waarmee de rechter bevestigingssteun van de knaldemper op het distributiedeksel is vastgezet. 17.

3 3 NB: Om er voor te zorgen dat de uitsparing in de binnenflens van het voorste krukaslager om het pasnokje blijft zitten, is het nodig om het koppelingspedaal ingedrukt te houden, zodat aan de distributiekant de binnenflens door de krukas tegen de lagerkap wordt gedrukt. 13. Tik de lip van de borgplaat terug. Schroef de poeliemoer los (sleutel 1667-T). Geef eventueel een klap op de sleutel om de moer los te maken. Verwijder de poelie en de borgplaat. NB: Vanaf 11/71 is de borgplaat vervallen. 14. Verwijder de bouten (3) van de bevestiging van de traverse/motorsteun. Verwijder de traverse. 15. Verwijder de bevestigingsbouten (2) van het voorste motorsteun rubber. 16. Verwijder de bout (4) en vervolgens de bouten waarmee de rechter bevestigingssteun van de knaldemper op het distributiedeksel is vastgezet. 17. Verwijder de bevestigingsbouten (1) van het distributiedeksel. Neem het deksel weg en verwijder de oliekeerring. 18. Verwijder de spie (7), de ring (8) om het uiteinde van de krukas en de oliespatring (6). 19. Verwijder de ketting samen met de tandwielen. Verwijder de borging van moer (5) van het nokkenastandwiel. Breng de merktekens (''a'' en ''b'') op de tandwielen met elkaar in lijn. Zet de wielen vast met behulp van gereedschap 1680-T. Verwijder: - de moer (5) (pijp of dop 38 mm, zes vlaks) - de borgplaat Verwijder de ketting samen met de tandwielen. NB: Vanaf 1/71 is de borgplaat vervallen.

a) Plaats de tandwielen en gereedschap 1680-T op een vlakke ondergrond.

4 4 INBOUWEN. 20. Controleer de staat van het pasvlak (1) van de distributie. Maak indien nodig het pasvlak schoon en vlak. 21. Zorg er voor dat het gaatje ''c'' van de smeerstift voor de ketting naar de krukas wijst. 22. Monteer de ketting samen met de tandwielen. a) Plaats de tandwielen en gereedschap 1680-T op een vlakke ondergrond. Breng de merktekens, ''a'' het merkteken op het nokkenastandwiel en ''b'' verfmarkeringen op 2 tanden van het krukastandwiel, in lijn met de merktekens op gereedschap 1680-T. b) Verwijder gereedschap 1680-T en breng de ketting op zijn plaats. c) Monteer de ketting met de tandwielen op de assen (nokkenas en krukas) en laat daarbij de sleuven voor de spieën samenvallen. (plaats de spieën). d) Plaats gereedschap 1680-T, de borgplaat en zet moer (2) vast met 15 mkg (147 Nm) (momentsleutel, verlengstuk en dop 38 mm). Sla de borgplaat om tegen een vlak van de moer. NB: Vanaf 1/71 is de borgplaat vervallen. e) Verwijder gereedschap 1680-T. f) Monteer de oliespatring (3), de bolle kant naar het krukastandwiel.

5 23. Monteer het distributiedeksel. Als de papieren pakking (1) van het deksel verwijderd is, plak die dan op het pasvlak van het cilinderblok.

ingesmeerd met vloeibare pakking. c) Breng alle bouten aan maar draai ze nog niet vast. - Centreer de distributiedeksel met behulp van ring 1679-T.

5 5 23. Monteer het distributiedeksel. Als de papieren pakking (1) van het deksel verwijderd is, plak die dan op het pasvlak van het cilinderblok. Smeer de kant van het distributiedeksel niet in. Plaats het distributiedeksel: a) Monteer de bevestigingssteun (5) van de knaldemper. Gebruik de langere bouten (6) = 60 mm. (platte ring dikte = 1,5 mm tussen de deksel en de steun - veerring onder de kop) b) Plaats onder de kop van de twee bouten (2) een platte ring dikte = 0,5 mm ingesmeerd met vloeibare pakking. c) Breng alle bouten aan maar draai ze nog niet vast. - Centreer de distributiedeksel met behulp van ring 1679-T. - Draai de bouten van het kleppendeksel vast met 1,5 mkg (15 Nm). Verwijder de ring 1679-T. 24. Smeer de binnenkant van de keerring van het deksel in met vet. Druk hem op zijn plaats met behulp van ring 1679-T en de krukasmoer. 25. Monteer de spie (3) en de ring (4) op het uiteinde van de krukas. Na montage van de ring, smeer de voorkant er van in met vloeibare pakking.

6 26. Monteer: - de poelie, - de borgplaat (2) met lip, - de poeliemoer. Zet de moer vast met 20 mkg (196 Nm). (sleutel 1667-T) Tik de lip van de borgplaat om.

Plaats een dubbele borgplaat onder de koppen van de bouten en sla hem om. 28. Monteer de voorste traverse/motorsteun (3). (veerring onder de moer of de kop). 29.

- de bevestigingsbout (5) van de dynamo. 30.

6 6 26. Monteer: - de poelie, - de borgplaat (2) met lip, - de poeliemoer. Zet de moer vast met 20 mkg (196 Nm). (sleutel 1667-T) Tik de lip van de borgplaat om. NB: Vanaf 11/71 is de borgplaat vervallen. 27. Monteer het voorste ophangrubber (1) van de motor op het distributiedeksel. Plaats een dubbele borgplaat onder de koppen van de bouten en sla hem om. 28. Monteer de voorste traverse/motorsteun (3). (veerring onder de moer of de kop). 29. Monteer de ventilatorriem en stel de spanning af. Druk op de dynamo met 17,5 tot 20 Kg. Draai vervolgens in deze volgorde aan: - de moer (4) van de spanarm van de dynamo. - de bevestigingsbout (5) van de dynamo. 30. Plaats de radiateur samen met de voorste traverse/radiateursteun en zet vast: - de bouten (8) - (veerring), - de bouten (7) - (platte ring en veerring). Monteer de slangen op de onderste aansluiting rechts en de bovenste aansluiting (6) links. 31. Vul de radiateur, met de verwarmingskraan open. 32. Controleer het ontstekingstijdstip en stel dit zo nodig af (zie handeling H ). Sluit de grille.

7 VERVANGING VAN EEN NOKKENAS. UITBOUWEN. 33. Tap de motorolie af. Verwijder de motorkap en de rechter voorstoel. 34. Tap de radiateur af en laat het cilinderblok leeglopen.

Verwijder het distributiedeksel en de distributieketting samen met de tandwielen (zie deze handeling 10 tot 19). 36. Verwijder de cilinderkop (zie handeling H78.112-1 2 tot 15). 37.

7 7 VERVANGING VAN EEN NOKKENAS. UITBOUWEN. 33. Tap de motorolie af. Verwijder de motorkap en de rechter voorstoel. 34. Tap de radiateur af en laat het cilinderblok leeglopen. Om het koelsysteem volledig af te tappen, moet tevens de verwarmingskraan worden geopend. (Vang het water op als het antivries bevat). 35. Verwijder het distributiedeksel en de distributieketting samen met de tandwielen (zie deze handeling 10 tot 19). 36. Verwijder de cilinderkop (zie handeling H tot 15). 37. Verwijder de koppakking (let op de centreerpennen (1 en 2)). Houdt de zuigerbussen op zijn plaats door middel van twee bouten (A) van 10 mm doorsnee, spoed 1,5 mm, 20 mm lang en twee ringen, buitendiameter 45 mm of twee bouten 3074-T. 38. Verwijder de stoterbussen (gebruik indien nodig trekker MR. 3670). 39. Verwijder de stroomverdeler (zie handeling H ). 40. Verwijder de benzinepomp (zie handeling H ). 41. Verwijder de knaldemper (zie handeling H ). 42. Verwijder het ondercarter (zie handeling H ). 43. Verwijder de oliepomp (zie handeling H ). 44. Verwijder de nokkenas. Verwijder de nokkenasflens (3) en neem de as er voorzichtig uit zodat de lagers en de nokken niet beschadigd worden.

8 INBOUWEN. 45. Reinig en olie de zittingen van de nokkenas. 46. Plaats de nokkenas: Breng de nokkenas voorzichtig in het cilinderblok om beschadiging van de zittingen te vermijden.

Plaats de distributieketting samen met de tandwielen en de distributiedeksel (zie deze handeling 20 tot 28). 48. Plaats de oliepomp (zie handeling H78.220-1 18 tot 19). 49.

8 8 INBOUWEN. 45. Reinig en olie de zittingen van de nokkenas. 46. Plaats de nokkenas: Breng de nokkenas voorzichtig in het cilinderblok om beschadiging van de zittingen te vermijden. Monteer de nokkenasflens (1). Zet de bouten (tandring onder de kop) vast met 1mKg (10 Nm). Sla de borgplaten om. 47. Plaats de distributieketting samen met de tandwielen en de distributiedeksel (zie deze handeling 20 tot 28). 48. Plaats de oliepomp (zie handeling H tot 19). 49. Monteer het ondercarter (zie handeling H ). 50. Plaats de stoterbekers. 51. Verwijder de twee bouten (A) en monteer de koppakking (let op de twee centreerpennen (2 en 3)). 52. Monteer de cilinderkop (zie handeling H tot 31). 53. Monteer de knaldemper (zie handeling H ). 54. Monteer de benzinepomp (zie handeling H ). 55. Monteer de stroomverdeler (zie handeling H ). 56. Monteer de radiateur samen met de voorste traverse. 57. Monteer het luchtfilter. 58. Vul de motor met olie. (4 liter olie TOTAL ALTIGRADE GT Spéciale Autoroute 20 W 40). 59. Vul de radiateur, (verwarmingskraan open). 60. Stel de kleppen met warme motor (zie handeling H ). 61. Monteer de rechter voorstoel en de motorkap.

Vergelijkbare documenten

VERVANGING VAN EEN CILINDERKOP

HANDELING Nr. H78.112-1: Vervanging van een cilinderkop. 1 VERVANGING VAN EEN CILINDERKOP UITBOUWEN. 1. Tap de radiateur af, verwijder vervolgens de motorkap en laat het cilinderblok leeglopen via de aftapplug.