Plan van Aanpak MEDIACOMPETENTIES



Vergelijkbare documenten
yuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxc

SOCIALE INNOVATIE. in de creatieve industrie. Onderzoek bij 908 bedrijven in de creatieve industrie. Mei 2012

Project Mediacompetenties

Niets is moeilijk voor wie weet hoe het werkt.

MEDEWERKER ACTIES EN EVENEMENTEN

Crossover in de media

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van Aanpak Mediacompetenties. Resultaten fase 1, Onderzoek

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

Examenprofiel mbo Reclame, Presentatie en Communicatie

sociale innovatie in de creatieve industrie onderzoek Beeld: Netwerk6

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

The making of. in 11 activiteiten

Keuzedelen een plus op het mbo-diploma. Innovatie in de regio en kansen op de arbeidsmarkt

Monitoring. Uitwerking plan van aanpak monitoring project duurzame inzetbaarheid in de V&V. Oktober Uitvoerders: Disworks DISWORKS

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017

Toekomstplan. 12 februari Versie 1.1. Retail & Leisure Academy

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Plan van aanpak. Taskforce op zoek naar Evenwicht. Achtergrond bij Agendapunt 3 van de AV van NOC*NSF op 18 mei

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Actieplan Stichting Examenservice MEI. Inhoud: Vastgesteld door Bestuur in vergadering van

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Mobile meets Social: de volgende stap voor mobile marketing

HOE WERKT HET RAAMWERK MEDIACOMPETENTIES VOOR WERKNEMER NICK? Een casus ter illustratie.

Nieuwe ontwikkelingen in de LSP-keten

Informatienota. Onderwerp EU Partnerschap Urban Agenda Innovative and responsible public procurement

Beknopt plan van aanpak project centrale huisvesting

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4

HANDLEIDING MELDFORMULIER KEUZEDEEL

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

Kwaliteit van toetsing onder de loep. kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014

Stappenplan: uitgangspunten formuleren onderwijsberoepskolom

Naam: Draaiboek decentrale implementatie PAUW en Tridion

Een eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN?

PLAN VAN AANPAK MEDIACOMPETENTIES

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

Kijk op beroep en opleiding

MEDIACOMPETENTIES Bevindingen en aanbevelingen fase 2 Ontwikkeling

WAAROM? MAKEN EN ONDERWIJS EEN INITIATIEF OM HET MAAKONDERWIJS DE PLEK TE GEVEN DIE HET VERDIENT.

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Afspraken patiëntbetrokkenheid bij medisch specialistische richtlijnen

Proeve van bekwaamheid (leerbedrijf) Examenproject (gesimuleerde beroepsomgeving)

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

Beroepspraktijkvorming op de werkvloer

CIV SMART TECHNOLOGY

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Hoofdlijnen Meerjarenplan OFOM

Kijk op beroep en opleiding

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

COMPENDIUM VOOR KUST EN ZEE

Inhoudsopgave. Bladzijde 4/5 Bladzijde 4 Bladzijde 4 Bladzijde 5

Informatiemanager. Doel. Context

1. Omschrijving plan overbruggingsjaar

Verzilvering van ervaringscertificaten Een matrix met rollen, verantwoordelijkheden en hulpmiddelen. Kenniscentrum EVC, januari 2013

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Projectplan aanvullende seksualiteits hulpverlening 1 e lijn (ASH 1 e lijn)

Jaarplan 2015 Krijnie Schotel en Petra Tjalma

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

CKE koers van care naar share. Eindhoven, september 2011

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

NFI Academy. Sleutel tot de expertise van het Nederlands Forensisch Instituut

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

Macrodoelmatigheid Creatieve Opleidingen MBO Noord-Holland Jos Teunen GOC

Algemene informatie Bedrijfstakgroep Mobiliteit, Transport, Logistiek en Maritiem

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Activiteitenplan Branche Welzijn (inclusief onderwijsberoepen) 2012

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

GRIP OP VAKMANSCHAP EN TOEKOMST

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Implementatieplan interactief beleid

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Communicatieplan. Conform 3.C juni Voorbij Prefab. Voorbij Prefab Siciliëweg AX Amsterdam Nederland

SUCCESVOL INNOVEREN GAAT SNELLER MET DE JUISTE PARTNERS!

Profielschets. Ondernemende school

Informatiebijeenkomst Plan van Aanpak n.a.v. Akkoord van Westerlee. Gemeente Stadskanaal 14 september 2015

Projectplan. Integraal HRM

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni

Analyses NIDAP bedrijfsopleidingen en trainingen onderzoek Overzicht

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Platformtaak volgens gemeente

Voorstel workshop ETV.nl

Criterium Deelaspecten Minimale vereisten Scoring (techniekarm) Dekkend en doelmatig technisch

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

Bijlage 14 voor de Europees openbare aanbesteding van. Datamigratie. Dienst Uitvoering Onderwijs. Beschrijving Transitieplan

WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP

Transcriptie:

Plan van Aanpak MEDIACOMPETENTIES Aan : CMC (Centrum voor Merk en Communicatie), de heer W.A.M. Slierings; KVGO (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen), de heer F. Bakkes; NUV (Nederlands Uitgevers Verbond), de heer J. Bommer. Van : Kenniscentrum GOC / TNO Samensteller : Hermien Mijnen Datum : 13 maart 2007 Betreft : Projectplan en begroting Betrokken partijen CMC (Centrum voor Merk en Communicatie) KVGO (Koninklijke Verbond van Grafische Ondernemingen) NUV (Nederlands Uitgeversverbond) Gedurende het project kan evt. sprake zijn van uitbreiding met andere relevante partners (denk aan de internetsector, audiovisuele of gamingbranche) Kenniscentrum GOC en TNO zijn uitvoerder van het project. Aanleiding Maatschappij, business en techniek veranderen sterk. Dat heeft impact op branche, bedrijven en medewerkers. De ontwikkelingen grijpen in op de traditionele waardeketen waarbinnen adverteerders, drukkers en uitgevers met elkaar omgaan. Verwacht wordt dat de huidige competenties van aankomend en zittend personeel in de media- en communicatiebranche volstrekt ontoereikend zijn gezien de versnelling in de productieketen en daaruit voortvloeiende wijzigingen van taken en rollen. Een goed voorbeeld is de wijziging in productie- en distributieketen van het nieuws. Een journalist zorgt steeds vaker ook voor beeld (backpack of camjo journalistiek) en verspreidt zijn teksten direct via website, log of satelliet. Het internet heeft tevens mogelijkheden geschapen om het publiek direct op van alles en nog wat te laten reageren. In online forums, op websites (waar de reacties soms meteen verschijnen onder het bericht waarop gereageerd wordt) en nu ook steeds meer in de oude media. De mogelijkheden van breaking news zijn groot en steeds vaker wordt daarbij gevraagd en ongevraagd gebruik gemaakt van bronnen ter plaatse (onderzoek digitalisering van de Journalistiek, NVJ). Het zal duidelijk zijn dat deze ontwikkelingen gevolgen hebben voor competenties zoals tekstschrijven, het hanteren van nieuwe technieken, visueel voorstellingsvermogen, snelle selectie, organisatie/improvisatievermogen. In het TNO Challenge rapport (december 2006) uitgevoerd in opdracht van KVGO wordt deze ontwikkeling visueel gemaakt:

De ontwikkelingen worden onder de noemer mediaconvergentie, digitalisering, crossmediale ontwikkelingen gesignaleerd in vele onderzoeken en verkenningen. We noemen o.a. Challenge (TNO, uitgevoerd in opdracht van het KVGO), de Entertainment&Media Outlook Towards 2010 (Pricewaterhouse, 2006), het rapport Concentratie en Pluriformiteit van de Nederlandse Media 2005 (Commissariaat voor de Media) en vele buitenlandse publicaties zoals We the Media (Dan Gillmor, 2004) en het uitgebreide onderzoek The future of Journalism and Media (The American Press Institute). CMC, KVGO en NUV willen gezamenlijk in kunnen spelen op de kansen en bedreigingen die dat met zich mee brengt en werken daarvoor samen als Communicatiehuispartners. Ze constateren dat een verschuiving in taken en rollen zich in de gehele media- en communicatiesector voordoet en zowel creatie, enabling en sales beïnvloedt. Gelet op de impact van de ontwikkeling gaat het om bijna het volledige aankomende en zittende personeel van de drie bedrijfstakken. Gevreesd wordt dat de huidige infrastructuur van particulier en bekostigde opleidingen niet berekend is op het leveren van adequate bij- en omscholing. Deze ontwikkelingen raken ook alle bedrijven in de bedrijfstak pers. Kenniscentrum GOC heeft daarom een beroep gedaan op het Bedrijfsfonds voor de Pers om bij te dragen in de kosten die nodig zijn voor adequaat onderzoek en ontwikkeling. Doelstelling Het zorgdragen voor adequate competentieontwikkeling bij professionals in de multimediale communicatie-industrie (zoals de grafimediabranche, de uitgeverijbranche, de reclamebranche). Resultaat Een branchebreed opleidingsprogramma dat leidt tot medewerkers die over de competenties beschikken om de nieuwste trends op het gebied van content en technologie te kunnen vertalen naar de markt. Dit programma dient aanvullend te zijn op het reguliere opleidingsaanbod op mbo en hbo niveau en het particuliere en branche-erkende opleidingsaanbod. Het aanbod dient in 2

eerste instantie gericht te zijn op de ledenbedrijven van KVGO, NUV en CMC. De onderzoeksresultaten dragen bij aan ondernemingszin en innovatiekracht van de gehele media- en communicatiesector, inclusief het toeleverend onderwijs. Aanpak Het project kent 3 fases te weten onderzoek, ontwikkeling en realisatie. Voor iedere fase wordt een plan opgesteld. In deze notitie wordt de aanpak van de eerste fase (onderzoek) nader uitgewerkt. De eerste fase heeft een looptijd van maart t/m november 2007. Projectorganisatie De eindverantwoordelijkheid ligt, conform de notitie Challenge, bij een stuurgroep bestaande uit de voorzitters van de betrokken brancheorganisaties (dhr. L. Hermans, dhr. H. Hillen en dhr. K. Koekkoek). De feitelijke aansturing ligt bij een regiegroep die bestaat uit de directeuren van de drie instituten. De regiegroep bewaakt de voortgang en fungeert als opdrachtgever voor de werkorganisatie. De uitvoering van werkzaamheden wordt neergelegd bij Kenniscentrum GOC en TNO die hun werkzaamheden onderling goed afstemmen. Kenniscentrum GOC verzorgt in opdracht van de sociale partners en bedrijfstakken advies-, onderzoeks- en ontwikkeltaken. In opdracht van het Ministerie van OCW onderhoudt en ontwikkelt Kenniscentrum GOC de (grafi)mediakwalificaties voor het mbo. In dat kader worden relaties onderhouden met vmbo, mbo en hbo opleidingen, waaronder ook die voor Media en Informatie Management, Journalistiek en Communicatiedesign. Met name de mbo profielen Mediavormgeven en Mediamanagement hebben veel raakvlakken met deze opleidingen, wat zich ook uit in een grote doorstroom vanuit het mbo naar deze hbo opleidingen. Daarmee beschikt Kenniscentrum GOC over de positie, de infrastructuur en het netwerk om in afstemming met het scholenveld competenties te ontwikkelen en deze voor het mbo ook te verankeren in de door OCW vastgestelde kwalificatiestructuur. De samenwerking met TNO geeft voor de brancheorganisaties en hun leden een extra gebruikswaarde aan het 3

onderzoek in de richting van te ontwikkelen businessmodellen en het maken van strategische keuzes voor de toekomst. In dit project zal Kenniscentrum GOC zorgdragen voor het projectmanagement. In deze eerste fase worden mogelijke samenwerkingspartners door middel van een klankbordgroep bij de ontwikkelingen betrokken. Met name de betrokken vakbonden FNV Kiem en CNV Media worden hiervoor uitgenodigd. Het Bedrijfsfonds voor de Pers heeft inmiddels aangegeven belangstelling te hebben. Begroting De uitvoering van fase 1 van het project is begroot op 258.810,-. De begroting bestaat voor een groot deel uit uren. Deze zijn noodzakelijk om vertegenwoordigers van de bedrijfstakken, aanpalende branches en het scholenveld intensief te laten participeren in het project. Zij zijn in de begroting opgenomen onder de titels: - partners (CMC, KVGO, NUV); - onderwijsveld (mbo en hbo instellingen); - externe partners (vertegenwoordigers van bedrijven en aanpalende branches). Ten slotte is in de begroting rekening gehouden met consultatie van externe deskundigen/wetenschappers. Een deel van de projectactiviteiten is aan te merken als een uitbreiding van voor Kenniscentrum GOC lopende werkzaamheden in het kader van de wettelijke taken bekostigd door het Ministerie van OCW. Dit deel is, evenals de inzet van partners, onderwijsveld en externe partners in de begroting opgenomen als cofinanciering. De begroting betreft uitsluitend fase A van het totale project. De onderdelen B en C zijn afhankelijk van de uitkomsten van fase A. Projectaanpak en fasering op hoofdlijnen periode fase resultaat deelresultaten Beslissing regie/stuurgroep Maart t/m november 2007 Onderzoek Raamwerk Ontwikkeling Mediacompetenties A. Ontwikkelingen en behoeftes B. Overzicht opleidingen C. Raamwerk ontwikkeling Hoe breed, hoe diep en hoe snel moeten knelpunten worden opgelost? Welke partners zijn daarbij nodig? Projectplan voor vervolg. November 2007 juli 2008 Ontwikkeling Raamwerk kwalificaties en generieke competenties (aangepaste) Profielen t.b.v. onderwijs en bedrijfsleven A. inhoudelijke invulling raamwerk B. Structuur voor onderhoud en ontwikkeling C. Publicatie voor bedrijven. Samenhang bewaken, eigenaarschap en besluitvorming regelen. Lange termijn v.s. korte termijn. v.a juli 2008 Realisatie producten en/of Implementatie aanbod Afhankelijk van fase 1 en 2: nieuwe profielen, aanpassingen in crebo, Organisatie borgen. Permanente vernieuwing 4

implementatie crohodocumenten, instrumenten voor bedrijven, training en opleiding. Als nodig: infrastructuur. agenderen. NB in deze notitie wordt uitsluitend fase 1 uitgewerkt. 5

UITWERKING FASE 1 ONDERZOEK Er is op verschillende plaatsen al veel onderzoek gedaan, er zijn competentieprofielen ontwikkeld en er zijn al vele opleidingsmogelijkheden zowel op mbo als op hbo niveau. Om te beoordelen of en waar aanvullende opleiding en ontwikkeling nodig zijn is het noodzakelijk om te weten: - wat is al aanwezig aan kwalificaties en opleidingen? - wat zou daaraan veranderd/verbeterd moeten worden? - hoe en met welke partijen kan dat het beste gebeuren? Op deze vragen dient de onderzoeksfase een antwoord te geven. Het onderzoek wordt uitgevoerd in 3 deelonderzoeken: A. Verdiepingsslag TNO rapport /behoefteonderzoek; B. Inventarisatie-onderzoek kwalificaties en opleidingen; C. Raamwerk competentieontwikkeling. De resultaten worden verwerkt in een, voor bedrijfsleven en onderwijs aansprekende publicatie. Onderdeel A wordt door Kenniscentrum GOC en TNO in gezamenlijkheid uitgevoerd. De globale planning is als volgt: mrt apr mei juni juli aug sept okt nov A. Verdiepingsslag TNO rapport/behoefteonderzoek C. Raamwerk ontwikkeling B. Overzicht opleidingen 6

A Verdiepingsslag TNO rapport/behoefteonderzoek Resultaat In een paper wordt bondig aangegeven wat de veranderingen in de sector precies inhouden, voor wie en op welke termijn dat vooral gevolgen heeft en welke behoefte vertegenwoordigers van bedrijven daarbij hebben. wat zijn precies de nieuwe rollen in de keten: over welke ketens hebben we het dan en om welke generieke rollen (taken) gaat het vooral? versnelling in de keten (waar precies en welke nieuwe taken ontstaan op die manier) nieuwe technologieën (welke precies, welke vereisen echt nieuwe werkprocessen van de medewerkers, welke zijn kritisch voor ontwikkeling bedrijfstak) mogelijk nieuwe businessmodellen (welke zijn dat dan en welke vereisen ook echt nieuwe werkprocessen) wat zijn actuele knelpunten m.b.t. de competenties van nieuw instromend personeel, zittend personeel? wat zijn op middellange termijn te voorziene knelpunten? Aanpak Een goed inhoudelijk verhaal over de ontwikkelingen in de sector is een eerste voorwaarde om beslissingen te kunnen nemen over te ontwikkelen profielen, competenties of opleidingen. Om competenties te benoemen kan niet worden volstaan met algemene uitspraken, maar moet zichtbaar zijn wat deze precies voor de inhoud en organisatie van het werk betekenen. Tevens hechten de betrokken partijen veel waarde aan een goed beeld van de context waarin deze competentieontwikkeling plaatsvindt en van mogelijke toekomstscenario s. Dit kan het denken over competenties uit het hier en nu halen en daarnaast ideeën leveren voor pilots gericht op innovatie van bedrijfsprocessen. Gestart wordt met deskresearch. Daarbij wordt allereerst de beschikbare kennis m.b.t. de mediasector verzameld. Onder mediasector wordt daarbij verstaan: de grafimedia, uitgeverijen en reclamebranche (waarbij de grenzen met gaming en de audiovisuele sector niet altijd scherp zijn begrensd). Er wordt een beroep gedaan op bronnen van Kenniscentrum GOC (beschikt over een actueel, maar deels nog ongeordend archief van relevante publicaties en rapporten op het gebied van de media en aanpalende sectoren), TNO (challenge-onderzoeken), betrokken brancheorganisaties en externe (vak) deskundigen. Om te voorzien in een goed onderbouwde toekomstverkenning zal TNO een aantal specifieke onderzoeksactiviteiten uitvoeren, die zullen leiden tot een blauwdruk van een gewenste toekomstsituatie. Hiervoor worden achtereenvolgens een waardewebanalyse van de huidige situatie, een toekomstverkenning m.b.v. de scenariomethode en een waardewebanalyse van potentiële toekomstige situaties uitgevoerd. TNO presenteert e.e.a. in een sheetbook. Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in de bijlage Rollenverdeling in het Waardenweb van KVGO, NUV en CMC (versie 13 maart 2007). De inzichten worden benut voor het ontwikkelen van pilots (opdracht voor de regiegroep) en in het traject dat moet leiden tot het in kaart brengen en ontwikkelen van competenties en opleidingsplannen. Al het door deskstudy verkregen materiaal wordt geanalyseerd vanuit de vraagstelling (zie resultaat). In een conceptpaper worden de gevonden resultaten beschreven en worden vragen geformuleerd. 7

Ondertussen wordt een aantal panelbijeenkomsten voorbereid. Deze panelbijeenkomsten zijn bedoeld om de gevonden resultaten te valideren en actuele informatie in te winnen over aanwezige en te voorziene knelpunten. Veel zorg wordt besteed aan de samenstelling van de panels: vertegenwoordigers van grotere en kleinere bedrijven, landelijke spreiding, mate van innovativiteit, rol en functie deelnemers moeten een redelijke afspiegeling zijn van de bedrijfstakken. De organisatie dient vroegtijdig en goed te worden aangepakt (agendaproblemen, draagvlak voor deelname). De betrokken organisaties leveren potentiële deelnemers aan die zij representatief achten. Er worden minimaal drie bijeenkomsten georganiseerd: - een pilotbijeenkomst (mogelijk eind maart gekoppeld aan reeds geplande crossover meeting) - een bijeenkomst directeuren/managers - een bijeenkomst voor het middenkader (dicht bij productie) Overwogen kan worden de bijeenkomsten ook in te zetten als kennismaking/netwerkbijeenkomst (wordt door betrokkenen positief gezien). In dat geval zorgen voor prettige locatie en lunch/borrel. Overwogen kan worden bij de bijeenkomsten ook enkele vertegenwoordigers van de aanpalende sectoren te betrekken (m.n. gaming/audiovisueel en internetsector). Alle informatie wordt door Kenniscentrum GOC en TNO verwerkt in een paper die aansluit op de in de Challenge (TNO rapport) aangeleverde modellen en voorgelegd aan de regiegroep. Op basis hiervan kan de regiegroep, bestaand uit de directeuren van de drie instituten, beslissingen nemen over zaken zoals: hoe urgent, welke afbakening, wat zijn prioriteiten en welke partners. De paper wordt vervolgens onder verantwoordelijkheid van Kenniscentrum GOC en TNO geredigeerd tot een aansprekende publicatie voor bedrijven en scholen. De publicatie is zodanig opgesteld dat zij niet alleen informeert over de ontwikkelingen, maar bedrijven en scholen prikkelt tot discussie en het ontplooien van (ondernemers) activiteiten. In de lijn van de aanbevelingen van de Challenge m.b.t. het experimenteren met een open innovatie lab kan de publicatie ook dienen als input voor bestaande (digitale) discussieplatforms van de betrokken partijen. De publicatie wordt als content aangeleverd aan de betrokken organisaties die deze vervolgens via de eigen kanalen aan de leden kunnen aanbieden. Kenniscentrum GOC zorgt voor verspreiding bij relevante onderwijspartijen. De regiegroep draagt zorg voor een communicatieplan om gericht personen en partijen buiten de eigen kring te informeren. In de volgende fase van het project wordt de publicatie gebruikt als vertrekpunt voor het gesprek over op de toekomst toegesneden kwalificaties en competenties. Door de beschikbare kennis toegankelijk te maken profileren de betrokken brancheorganisaties zich als leidende instituten in de brede mediabranche. Zij geven een duidelijk signaal af dat zij een rol willen spelen bij innovatie en ontwikkeling in zowel hun bedrijfstakken als in het onderwijsveld. 8

B Inventarisatieonderzoek kwalificaties en opleidingen Resultaat Een spreadsheet met een overzicht van: mogelijk relevante kwalificaties (diploma s) in mbo en hbo, incl. kerntaken en belangrijkste competenties mogelijk relevante opleidingen (incl. kenmerken) in mbo, hbo en de belangrijkste particuliere aanbieders een lijst met vragen en mogelijke knelpunten Aanpak Wat betreft het grootste deel van de mediaopleidingen (mbo en deels hbo) beschikt Kenniscentrum GOC over een actueel overzicht: de Routekaart, een eerste overzicht staat op internet. Zie daarvoor www.goc.nl. Dit overzicht dient te worden uitgebreid met de mediakwalificaties die niet behoren tot de kwalificatiestructuur beheerd door GOC en met opleidingen in het particulier onderwijs. Ook is het voor het doel van dit onderzoek van belang de informatie aan te vullen met een korte inhoudelijke typering per profiel (kerntaken en competenties, evt. werkprocessen). Het gaat daarbij om o.a. de volgende profielen: in het mbo: - Mediavormgeven - Reclame, Presentatie en Communicatie - Mediatechnologie - Mediamanagement DTP - Optioneel: AV-productie en Gamedesign in het hbo: - Communicatie Multimedia Design (CMD) - Media en Entertainment Management (MEM) - Media en Informatie Management (MIM) - Journalistiek - Visuele Communicatie (w.o. grafische en interactionvormgeving, gaming) - Technische Bedrijfskunde (mediamanagement) - Informatica (w.o. grafimediatechnologie) - Informatie Media en Documentatie (IMD) - Beeldende kunsten (o.a. opleidingen Interaction, Animatie Design, Kunst en Techniek, Industrieel Product Ontwerp o.a. met Packaging) - Marketing en Communicatie Bij elkaar gaat het om circa 20 diploma s in mbo en hbo, en een nog onbekend aantal diploma s/certificaten van particuliere aanbieders. Met name een overzicht van de scholen/aanbieders van de opleidingen (zeker 40 in het bekostigd onderwijs) is niet eenvoudig, vaak blijkt de vlag niet de lading te dekken of wordt gewerkt met specifieke uitstroomnamen. Met name het media onderwijs in het hbo is een lappendeken aan opleidingen die zijn geënt op (verplichte) sectorgerichte competenties: techniek, economie, kunst, ict/informatica. Deze sectoren hebben ieder een Sectorale Adviescommissie die het profiel vaststelt. De mediaopleidingen hebben in deze structuur geen eigen positie. Wel maken ze soms in samenwerking varianten. Zo is recent een nieuw profiel van het landelijk overleg IDM (informatieprofessional) ontwikkeld, maar ook het Hoger Kunstonderwijs timmert aan de weg met opleidingen mediadesign, interactiedesign, enz. 9

Voor de hand liggende onderwijspartners bij de ontwikkeling van (nieuwe) profielen zijn, voor het MBO: de BTG (bedrijfstakgroep) Media en Communicatie, bestaande uit de 6 grootste opleidingsinstituten op het gebied van media, aangevuld met de instituten die zich specifiek richten op Reclamevormgeving. voor het HBO: de samenwerkende instituten rond CMD (Communicatie en Media Design), IDM (Informatie Documentatie en Media), de MIM (Media Informatie Management) opleiding van de Hogeschool van Amsterdam en het hoger kunstonderwijs (m.n. Artez, Willem de Koning, Hogeschool Rotterdam en HKU hebben toonaangevende mediaopleidingen). voor het WO: hier ligt een rol voor de universiteit van Leiden met Digitale Media Studie voor de hand. De leerstoel van hoogleraar Paul Rutten wordt voor een groot deel gefinancierd door VNU, Reed Elsevier, Océ-Nederland, Royal Swets & Zeitlinger, Gottmer Uitgevers Groep en het Nederlands Uitgevers Verbond. Deze en evt. andere relevante scholen zullen intensief betrokken worden bij het proces te komen tot overzicht, analyse en ontwikkeling. Gezocht wordt naar een goede grafische weergave van alle informatie, zodat snel overzicht verkregen wordt. Bij voorkeur gekoppeld aan het schema van de productieketen in de notitie van TNO. Een goed overzicht van alle beroepsopleidingen ontbreekt nu geheel en is daarom bijzonder gewilde informatie voor zowel onderwijs als bedrijven. In het kader van dit project wordt gezorgd voor een publicatie met een totaaloverzicht. Deze publicatie wordt verspreid onder leden en de betrokken scholen. Ook hier kan worden geëxperimenteerd met vormen van user feedback en laten de brancheorganisaties zien dat ze een rol willen spelen richting het onderwijs. De informatie over kwalificatie-inhouden en opleidingen wordt vervolgens geanalyseerd op overlap en hiaten. Mogelijke knelpunten worden geformuleerd. Het resultaat wordt getoetst bij meerdere onderwijsvertegenwoordigers (mbo, hbo, particulier) zodat een juist en compleet beeld ontstaat. 10

C Raamwerk Competentieontwikkeling Resultaat Een raamwerk van het gewenste aanbod van kwalificaties/opleidingen m.b.t. competentieontwikkeling van aankomend en zittend personeel. knelpuntenanalyse raamwerk ontwikkelopdrachten Aanpak Door paper en onderwijsoverzicht als het ware over elkaar te schuiven ontstaat een geïntegreerd beeld van te verwachten rollen/taken, de huidige rollen/taken in het onderwijs en de door bedrijven geuite probleemgebieden. Daarmee wordt de te verwachten transitie van de mediabranche gekoppeld aan hiaten in het huidige opleidingen/kwalificatie aanbod en aan door bedrijven reeds gesignaleerde en verwachte knelpunten. In een knelpuntenanalyse wordt aangegeven: Wat betreft de kwalificaties opleidingen: - gaat het om geheel ontbrekende rollen/taken en/of competenties? Waar en wat dan precies? - Gaat het om accenten (te veel, te weinig) in aandacht? - Wat is te zeggen over de huidige afbakeningen (tussen kwalificaties en niveaus) - wat is mogelijk een logisch samenhangend geheel / ordeningsprincipe? Wat betreft het zittend personeel: - in welke delen van de sector is behoefte aan opleiden (wat is al te zeggen over speciale competentiegebieden, typen medewerkers en taken?) - is al voorzien in een passend competentieprofiel? Door middel van een miniconferentie leveren vertegenwoordigers van onderwijs en bedrijven actief inbreng leveren in de gewenste oplossingsrichtingen. Een dergelijke miniconferentie kan ook worden aangegrepen om contacten aan te gaan en kleinschalige verbeteractiviteiten direct in gang te zetten. Ook kan worden gezorgd voor een gezamenlijk draagvlak en taalgebruik, erg belangrijk om elkaar goed te blijven verstaan en van dienst te kunnen zijn. Afhankelijk van de uitkomsten wordt een raamwerk ontwikkeld van de gewenste kwalificaties en competenties voor de communicatiebranche met daarin de witte vlekken. M.b.t. de witte vlekken worden ontwikkelopdrachten geformuleerd, evt. aangevuld met vragen voor nader onderzoek. Het kan daarbij gaan om: - het ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen als input voor vernieuwing van de kwalificatie/onderwijsprofielen - het actualiseren van kwalificatie/onderwijsprofielen - het versterken van de inhoud van opleidingen - het ontwikkelen van hrm instrumenten /opleidingsadviezen voor bedrijven E.e.a. resulteert in een beknopt eindadvies inclusief ontwikkelopdrachten en aanzet projectplan fase 2. Afhankelijk van de precieze afbakening (raamwerk) en ontwikkelbehoefte worden door de regie/stuurgroep vervolgafspraken gemaakt en definitieve samenwerkingspartners bepaald. 11

FASE 2 ONTWIKKELING Hoewel fase 2 pas goed in te vullen is na fase 1 zijn de volgende opmerkingen te maken. Alvorens te starten met ontwikkelen moet er een goed opgezette projectorganisatie zijn, die beschikt over duidelijke ontwikkelopdrachten. Er dient tijd te worden gestoken in het maken van afspraken met partners (scholen, particuliere opleiders). Ontwikkeling in deze fase betreft daarom zowel de inhoudelijke ontwikkeling als de ontwikkeling van een passende structuur waarin onderwijs en bedrijfsleven afspraken maken over het opleidingenaanbod en evt. de uitvoering daarvan.. A Inhoudelijke ontwikkeling Op basis van de onderzoeksfase zijn er meerdere opties voor inhoudelijke ontwikkeling. 0 Er zijn grote witte vlekken in het formele kwalificatie/opleidingenaanbod ontwikkelopdracht voor het opstellen van geheel nieuwe beroepscompetentieprofielen In het HBO wordt dit gedaan door onderwijsinstellingen, in het mbo door brancheorganisaties (i.g.v. Grafimedia ligt de uitvoering bij Kenniscentrum GOC). Particuliere opleidingen ontwikkelen en investeren zelf. Hoe beter wordt samengewerkt hoe groter de kans op een logisch en samenhangend geheel van diploma s en inhouden. 0 De bestaande profielen zijn op onderdelen verouderd ontwikkelopdracht t.b.v. het actualiseren van profielen en neem deze op in lopende cycli van onderhoud en bijstelling. Zowel hbo instellingen als voor het mbo het kenniscentrum onderhouden op gezette tijden de profielen/dossiers. Het Kenniscentrum ontvangt hiervoor gelden van het Ministerie van OCW. HBO instellingen maken geld uit eigen middelen vrij. Soms is sprake van meerdere profieleigenaren, wat de nodige afstemming en samenwerking vereist. 0 De profielen zijn actueel, de inhoud van de opleidingen loopt achter versterk de inhoud door directer contact tussen onderwijs en (innovatieve) bedrijven. Het ontwikkelen, aanpassen van profielen is een langlopend traject. Vaak zit het probleem ook in het ontwikkelen van visie, expertise en leermiddelen in de scholen. In dat geval kan worden gedacht aan het organiseren van uitwisselingen, samenwerkingsprojecten e.d. 0 Vooral de zittende medewerkers moeten worden geschoold ontwikkel scholingsen HRM instrumenten. In dit geval moet goed worden geanalyseerd om welke taken en medewerkers het gaat en welke aanpak het beste past: het faciliteren van bedrijven met HRM instrumenten (opleidingsplannen, scans, competentiemanagement) of het aanbieden van scholingsactiviteiten. Analyseer goed welke competentieprofielen al beschikbaar zijn, vertaal deze naar instrumenten. Onderzoek welke opleidingen hierin een rol kunnen spelen, of dat nieuwe infrastructuur nodig is. B Structuurontwikkeling Naast inhoudelijke ontwikkeling zal afhankelijk van de gestelde afbakening en doelen, zorgvuldig moeten worden gekeken naar de structuur waarin dit gebeurt. Als de partners daadwerkelijk invloed willen uitoefenen op de formele kwalificaties in mbo en hbo dan is daar tenminste voor nodig: 12

- duidelijke partners in het hbo (ideaal zou een platform van alle mediagerelateerde opleidingen zijn). - t.b.v. het mbo een partnerschap met een kenniscentrum en een goede lijn naar de betreffende Paritaire Commissie (aan het Kenniscentrum gelieerde Commissie die beoordeelt of een kwalificatiedossier ontwikkeld wordt en aangeboden aan OCW); het Kenniscentrum organiseert het overleg van scholen die de opleidingen verzorgen. De mediasector is gebaat bij een goed samenspel tussen mbo en hbo, veel zittende medewerkers zullen de komende jaren naar een mbo+ of hbo niveau moeten worden omgeschoold en ook in het kader van een leven lang leren zijn aansluitende opleidingstrajecten belangrijk. Ook als het accent ligt op het ontwikkelen van de competenties van het zittend personeel is een goede infrastructuur nodig voor ontwikkelactiviteiten, promotie, uitvoering en evaluatie. FASE 3 REALISATIE EN IMPLEMENTATIE Nog nader in te vullen. 13