Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Betreft zaak: 1603/ Coperatie Cehave - Coperatie Landbouwbelang

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit inzake de toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\76openbdoc.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1902/ Woonzorg Nederland - LKBB I. MELDING 1. Op 28 april 2000 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Stichting Woonzorg Nederland en Stichting Landelijke Katholieke Bouwcorporatie voor Bejaarden voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 89 van 9 mei 2000. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Stichting Woonzorg Nederland (hierna: Woonzorg) is een stichting naar Nederlands recht. Zij staat aan het hoofd van de Woonzorg-groep, waarvan Stichting Woonzorg Consultancy, Stichting Horizon en Altus Advies en Ontwikkeling B.V. deel uitmaken. Woonzorg is een toegelaten instelling in de zin van artikel 70 van de Woningwet. Haar activiteiten betreffen voornamelijk het realiseren en verhuren van woningen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen. 3. Stichting Landelijke Katholieke Bouwcorporatie voor Bejaarden (hierna: LKBB) is een stichting naar Nederlands recht. Zij is een toegelaten instelling in de zin van artikel 70 van de Woningwet. Haar activiteiten betreffen voornamelijk het realiseren en verhuren van woningen en verzorgingshuizen. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De gemelde operatie is neergelegd in het Voorstel tot fusie van 25 april 2000. Hierin is bepaald dat Woonzorg en LKBB een juridische fusie aan zullen gaan, waarbij Woonzorg de verkrijgende stichting zal zijn en LKBB na de fusie zal ophouden te bestaan. Voorts is bepaald dat de Raad van Commissarissen van Woonzorg zal worden uitgebreid met twee personen die thans zitting hebben in de Raad van Toezicht van LKBB. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat Woonzorg en LKBB fuseren. 6. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Woonzorg en LKBB. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkt(en) 8. Zowel Woonzorg als LKBB ontplooien activiteiten op het gebied van sociale huisvesting en verzorgingstehuizen voor bejaarden. Naar de mening van partijen zijn de relevante productmarkten de markt voor sociale huisvesting en de markt voor verzorgingstehuizen voor bejaarden. Partijen geven aan dat de bewegingsvrijheid van corporaties op het gebied van het realiseren en verhuren van verzorgingstehuizen voor bejaarden beperkt is, gelet op sterke overheidsregulering. Sociale huisvesting 9. Partijen zijn actief op het gebied van het realiseren van meergezinswoningen en het verhuren ervan aan eindgebruikers, zowel met als zonder lift. In voorgaande besluiten is uitgegaan van een afzonderlijke markt voor het realiseren en verhuren van wooneenheden in de zogenaamde sociale huisvesting.[1] In onderhavig geval kan in het midden blijven of op de markt voor sociale huisvesting in casu een nader onderscheid gemaakt dient te worden naar mogelijke afzonderlijke markten voor meergezinswoningen met lift (galerij- en terrasflats) en meergezinswoningen zonder lift (portiek-, galerijen terrasflats), aangezien dit de uiteindelijke materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 14). Verzorgingstehuizen voor bejaarden 10. Partijen zijn voorts actief op het gebied van het realiseren van verzorgingstehuizen voor bejaarden. Zij zijn niet actief op het gebied van het verhuren van verzorgingstehuisplaatsen aan eindgebruikers, maar verhuren de tehuizen aan zogenaamde zorgstichtingen die vervolgens de verzorgingstehuizen exploiteren. Met partijen kan worden aangenomen dat de activiteit op het gebied van het realiseren van verzorgingstehuizen en het aanbieden van verzorgingstehuisplaatsen aan de zorgstichtingen een van de overige activiteiten van sociale huisvesting te onderscheiden markt is, onder meer gelet op het verschil in doelgroep en het verschil in de wijze van exploitatie van de capaciteit aan de eindgebruikers.[2]

Relevante geografische markt(en) 11. Partijen stellen dat de markt voor sociale huisvesting in geografisch opzicht regionaal of nationaal van aard is. In het onderhavige geval kan echter in het midden worden gelaten of de markt(en) voor sociale huisvesting nationaal of nauwer van aard zijn, aangezien de uiteindelijke materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 13). 12. Wat betreft het realiseren van verzorgingstehuizen en het aanbieden van verzorgingstehuisplaatsen geven partijen aan dat zij op nationaal niveau concurreren. Zij geven aan dat zij verzorgingstehuizen hebben gerealiseerd en verzorgingstehuisplaatsen aanbieden in geheel Nederland en dat hun belangrijkste concurrenten eveneens landelijk actief zijn. Partijen en hun belangrijkste concurrenten geven aan dat zij slechts in geringe mate concurrentie van lokaal of regionaal actieve corporaties ondervinden. Derhalve wordt in het onderhavige geval uitgegaan van een landelijke markt voor het realiseren van verzorgingstehuizen en het aanbieden van verzorgingstehuisplaatsen aan de zorgstichtingen. B. Gevolgen van de concentratie Sociale huisvesting 13. Indien zou worden uitgegaan van een landelijke markt voor sociale huisvesting dan is het gezamenlijke aandeel van Woonzorg en LKBB op de totale omvang van verhuureenheden kleiner dan 5%. Indien sprake zou zijn van lokale markten voor sociale huisvesting dan overlappen de activiteiten van partijen in twintig gemeenten. In ieder van deze gemeenten is het gezamenlijke aandeel van partijen op het totaal van de verhuureenheden minder dan 15%. 14. Partijen hebben vervolgens de typen van verhuureenheden waarover zij beschikken[3] per gemeente, waar overlap plaatsvindt, nader gespecificeerd. Zowel ten aanzien van het gespecificeerde aanbod als ten aanzien van het aanbod in het algemeen bestaat er geen aanleiding om te veronderstellen dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan. Verzorgingstehuizen voor bejaarden 15. Partijen hebben aangegeven dat zij op een landelijke markt een gezamenlijk aandeel, uitgedrukt in verzorgingstehuiscapaciteit in Nederland behalen van minder dan 15%[4]. De activiteiten op het gebied van het realiseren van verzorgingstehuizen en het aanbieden van verzorgingstehuisplaatsen zijn in grote mate gereguleerd.[5] Gelet op het genoemde aandeel van partijen op het totaal van de omvang van verzorgingstehuisplaatsen en gelet op het feit dat deze markt in grote mate van overheidswege is gereguleerd is het niet aannemelijk dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie op het gebied van het realiseren en verhuren van verzorgingstehuizen kan ontstaan of worden versterkt. VI. CONCLUSIE

16. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 17. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 9 juni 2000 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. drs R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] Zie bijvoorbeeld het besluit van 1 november 1999 in zaak 1589/Volkswoningen Woningstichting Onze Woongemeenschap en het besluit van 21 juni 1999 in zaak 1338/AWBV Partimonium De Goede Woning. [2] Partijen geven aan dat de verzorgingstehuizen vrijwel steeds gexploiteerd worden door speciale zorgstichtingen en niet door de woningcorporaties zelf. Partijen geven voorts aan dat voor de bouw, de te verkrijgen subsidies voor de bouw, de verdeling van de capaciteit en de huurprijs nadere regels gelden. Zo wordt de subsidiring van de bouw en de verbouwing van verzorgingstehuizen gereguleerd door de Overgangswet verzorgingstehuizen. De aanwijzing van verzorgingstehuisplaatsen aan de zorgvragers door de zorgstichtingen dient te voldoen aan de regels gesteld in de Algemene wet bijzondere ziektekosten en het daarop gebaseerde Zorgindicatiebesluit. [3] Meergezinswoningen met lift (gallerij- en terrasflats) en meergezinswoningen zonder lift (portiek-, gallerij- en terrasflats) [4] Het gaat hier om het aanbod van verzorgingstehuisplaatsen door corporaties aan de zorgstichtingen alsmede verzorgingstehuisplaatsen in

eigendom van de zorgstichtingen zelf. [5] Zie voetnoot 2. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.