10 componenten voor doelmatiger loopbaanbegeleiding

Vergelijkbare documenten
Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

SAMEN LOOPBAANLEREN VERANKEREN OP SCHOOL WORKSHOP VOOR DECANEN SAMEN MET SCHOOLLEIDERS. Inge Kirsten De loopbaan van de leerling centraal

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding

LOOPBAANORIËNTATIE EN -BEGELEIDING. Leren kiezen, een onmisbare competentie. oktober 2012

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

De LOB-scan voor mbo

L O O P B A A N D O S S I E R LOOPBAANONTWIKKELING

Programma sessie. Vraag. theorie naar. praktijk. Van wie heeft u geleerd na te denken over de keuzes in uw loopbaan? VMBO Congres 31 januari 2013.

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Visie op Loopbaanoriëntatie en begeleiding

LOB scan voor MBO werkversie 1

Het Bouwens: ouders zijn makkelijk te betrekken bij loopbaanbegeleiding van hun kind Vernieuwende elementen

Leren kiezen: Van ervaring naar zelfsturing

Frans Meijers, Marinka Kuijpers & Jantiene Bakker. Over leerloopbanen en loopbaanleren

Toekomstgericht opleiden. Prof. dr. M. Kuijpers

Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan

Opbrengst vsv cafe 3 april talentontwikkeling Pagina 1

Keuzeprocessen voor opleiding en beroep

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

Loopbaanoriëntatie en begeleiding voor decanen en mentoren

We vertalen de maatschappelijke boodschap naar het onderwijs.

Scharniermomenten in het onderwijs

Scholingsaanbod voor loopbaanbegeleiders

MAVO-3 15 januari 2019

LOB in het beroepsonderwijs drs. Metje Jantje Groeneveld

Startmeting Monitor LOB in het vo. en mbo. Managementsamenvatting Startmeting. Monitor en mbo LOB in het vo

LOOPBAANGERICHT LEREN IN DE HR

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Leren kiezen: Van ervaring naar zelfsturing

Op weg naar competente loopbaanbegeleiders

Een loopbaangerichte leeromgeving in het vmbo

Nooit meer POPP (Nooit meer instrumenten als POP Pressen)

Kennismiddag 22 juni 2017

VAN KORTSLUITING NAAR CONTACT BETA CHALLENGE PROGRAMMA EEN LEERROUTE MAVO-MBO-HBO

Een loopbaanperspectief op leven lang ontwikkelen

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

STUDIEVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014

Samen verantwoordelijk voor studiesucces

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Van Loopbaanidee naar Loopbaan-ID.

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Verbreden van de loopbaandialoog met sociale media

Excellente docent in de mbo-praktijk

LOB in de beroepsgerichte leerwegen van. sc Delfland

RONDE 1: Het VO en het MBO

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

Welkom op Salland Ouderavond Klas 1 over loopbaanoriëntatie

Ouderbetrokkenheid bij LOB

LOB in de vernieuwing vmbo & mbo

LOOPBAANTRAINING ZWITSERS KWALITEITSMODEL VOOR LOOPBAANORIËNTATIE EN -BEGELEIDING

Welkom op Vincent van Gogh

Loopbaanoriëntatie & -begeleiding LOB. Sanne Elfering (KBA Nijmegen) & Pieter Baay (ecbo)

Training Resultaatgericht Coachen

WERKBOEK VERNIEUWING VMBO & LOB. Bijeenkomst Stichting Platforms vmbo

Ateliersessie Kritische succesfactoren voor een kansrijke aansluiting tussen VMBO en MBO. Ton Balk Janet van Oort 10 april 2014

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018

Trajectbegeleiding

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Elke dag een ontdekking

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

Welkom op de doemiddag 2018

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Verankering loopbaandossier LOB is van iedereen!

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

Wat doe ik, wa ik en wat wil i

Je voelt je snel thuis op het Sondervick

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Een proces van integrale schoolontwikkeling Loopbaanoriëntatie en -begeleiding

LOB-dossier MBO: versterken vanuit de beroepspraktijk

LOB, wat moet ik ermee als ouder?

LOB-stages. in de tweede fase. - op zoek naar best. practice

Keuzemodel varianten van programma's praktijknabije LOB. Voor tl en gl

Online leergang LOB Stimulans voor LOB-ontwikkeling. Annerieke Koetsier Janny van Meenen Minette van den Bemd

LOB in klas 3. Informatie over Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding. Klas 3 Basisberoepsgerichte Leerweg. het decanaat

Het Leukste Vmbo. Haalt je beste binnenste buiten. Van ALMELO. Open dagen

Kennen en gekend zijn

MovingOnUp in vogelvlucht. Context van MovingOnUp. Algemene kenmerken begeleidingslijn

Goed voorbeeld doet goed volgen

Ouderbetrokkenheid bij Loopbaanoriëntatie

Nieuwe ogen. kijken naar De Cultuur Loper. } auteur Ria Timmermans, KPC Groep

Professionaliteit van Loopbaanontwikkeling en Begeleiding in het mbo

LOB als voorbereiding op Participatie. Bernadette Bartelings Loopbaan coördinator VSO detaalbrug Vitus Zuid

STUDIEVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN - 1 HOOFDSTUK 1

Ouders en Groen onderwijs. Bouwstenen voor een sterkere betrokkenheid

Kiezen in mavo 2. Cohort Park Lyceum Almere

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Leergang Transformatief Leiderschap

Bouwstenen voor studiesucces. dr. Kariene Mittendorff, associate lector SLB Lectoraat Innovatief & Effectief Onderwijs StudieSuccesCentrum

Je maakt t op het Vakcollege Noordoostpolder

De cijfers bekend Wat nu? De weg van. het Dendron College

Welkom op Vincent van Gogh

ONDERNEMER VAN JE EIGEN TALENT...want jij kunt meer!

Doe mee in onze. groene wereld. vmbo groen. Doetinchem. Het Groene Lyceum. Vakman schaps route

Transcriptie:

10 componenten voor doelmatiger loopbaanbegeleiding (Jan Willem Bruil, CINOP) Inleiding Het loopbaandenken staat in het middelpunt van de belangstelling en dat is niet voor niets. Het loopbaanlandschap verandert. Door de huidige turbulentie in economische, technische en culturele ontwikkelingen neemt de onvoorspelbaarheid van de toekomst verder toe (Luken, 2009). Er is meer aandacht voor andere competenties dan kennis en vaardigheden alleen. Het gaat dan meer om flexibiliteit, leervermogen en attitude: van lifetime employment naar lifetime employability (Den Boer, 2009). We zien dit onder meer terug in personeelsadvertenties. Het lerend vermogen, flexibiliteit en zelfstandigheid worden steeds belangrijker. De individualisering binnen de maatschappij maakt eentoenemende mate van zelfsturing van de leerling, student en werknemer noodzakelijk, een leven lang. In het onderwijs verworven loopbaancompetenties (volgens Marinka Kuijpers) kunnen uiteindelijk leiden tot een leven lang zelfsturing en kwalificatiewinst. Er is maatschappelijke en politieke druk om het rendement van het onderwijs te verhogen. Het bespaart de maatschappij veel geld als genoemde loopbaanzelfsturing wordt verbeterd. In Noord Ierland is berekend dat elke uitgegeven aan guidance een negenvoudige opbrengst genereert voor de economie (McCarthy, 2008). Juist in Nederland dat bekend staat om het zogenaamde early tracking in het onderwijs is er behoefte aan extra aandacht voor de loopbaancompetenties van jonge mensen. Verspreid is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar effectieve componenten van Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB). Ook is er een aantal voorbeelden van zogenaamde good practices die inmiddels hun vruchten afwerpen als het gaat om terugdringing van voortijdig schoolverlaten: aanval op de uitval. In het onderwijswoud waarin verschillende ministeries acteren en waarin diverse wetenschappelijke disciplines de degens kruisen is het niet eenvoudig om een eenduidig overzicht te krijgen van goed werkende bestanddelen van LOB. Dit artikel betreft de inventarisatie van een aantal componenten van effectieve LOB. U bepaalt zelf of ze bruikbaar zijn in uw specifieke situatie. De componenten worden hier kort beschreven, maar niet verder uitgediept. Voordat we gaan kijken naar bruikbare componenten van LOB, is het van CINOP Pettelaarpark 1 Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch Tel.: +31 (0)73-6800800 KvK-nummer 17162244 www.cinop.nl

belang te realiseren dat LOB geen wondermiddel is. LOB zou kunnen worden gezien als toevalsbeperking; er zijn veel onbewuste en externe invloeden die (studie)loopbanen beïnvloeden. Kleine interventies en toeval kunnen van grote invloed zijn. Vooral pubers kunnen de gevolgen van hun keuzes lang niet altijd overzien. Vaak overheerst de angst om mogelijkheden uit te sluiten en wordt op basis hiervan een keuze gemaakt. Wat werkt? 1 Systematisch, persoonlijk contact is van groot belang. Hechting en binding worden als prettig ervaren door leerling en student. Dialoog en reflectie zijn van essentieel belang. Het is niet voor niets dat van Gorkum (2007) zegt: beslissingen zijn besliscommunicaties. Een loopbaandialoog gaat niet alleen over de ontwikkeling van competenties in de praktijk, maar gaat vooral over eigen kwaliteiten, ontwikkeling, doelen, beroepsbeelden. Kortom, een gesprek waarin de loopbaancompetenties centraal staan en waarbij de leerling/student zich in de actieve stand zet. Reflectie helpt bij het verbinding maken tussen eigen behoeften en maatschappelijke waarden. Structurele aandacht voor de leerling die het allemaal wel weet is ook zeker van belang. Zo zegt 31% van de vmbo-ers aan het eind van klas 2 vrij zeker te zijn van de keuze. Ongeveer 30% verandert echter in de bovenbouw van mening over wat ze willen worden (Neuvel en Van Esch, 2010). Gesprekken met leerlingen die echt een gefundeerde keuze hebben gemaakt, leiden overigens tot hogere arbeidstevredenheid bij docenten. 2 Integratie met het beroepsdomein (praktijknabijheid) is de basis voor de dialoog met de leerling/student. Op basis van ervaringen in de praktijk is een gesprek mogelijk waarbij beroepstrots enerzijds en beroepsdilemma s anderzijds het beroepsbeeld gestalte geven. In het hoofd (interne dialoog) ontstaat de koppeling van een ervaring aan een emotie van het individu: zingeving. In het gesprek (externe dialoog) ontstaat de motivatie bij de leerling/student voor een studie of baan passend bij eigen competenties, loopbaankansen in de branche of de bevestiging van zijn of haar droom. Er ontstaan wezenlijke, nieuwe leervragen of loopbaanvragen. Deze leiden vaak weer tot nieuwe praktijkuitdagingen. De cirkel is gesloten en het proces van loopbaanzelfsturing krijgt vorm. Het vroeg aanbieden van praktijkervaringen is belangrijk: 39% van de mbo-leerlingen past het beeld dat men had over de sector aan na het ervaren van praktijk (Ecorys, 2009). Slechts 17% van de vmbo-ers raadpleegt iemand uit de sector; 35,7% van deze leerlingen vond deze bron wel het nuttigst. In het mbo is dat respectievelijk 15,4% en 35%. In dit gegeven ligt nu juist de uitdaging waarvoor het voortgezet onderwijs in het bijzonder havo en vwo zich gesteld ziet 1. Onderzoek van Meijers (2006) wijst uit dat de combinatie van praktijk en dialoog de ontwikkeling van de loopbaancompetenties bevordert. Keuzezekerheid in de (school)loopbaan neemt toe. Onderstaand model geeft bovenstaand proces weer. FACILITERING INDIVIDUEEL PROCES PRAKTIJK- ERVARING LEER- OF LOOPBAANVRAAG BEGELEIDING DIALOOG KOPPELING INDIVIDU Cyclus van loopbaanzelfsturing (Bruil, 2010) 1 Zie ook stimuleringsplan LOB van de VO-raad

3 Samenhang leerlijnen. Het binnen en buiten de school systematisch integreren van onderwerpen, zodat het voor elke betrokkene een duidelijke, levensechte leersituatie is. Het hele leven is de leerstof. De te onderscheiden leerlijnen zijn: a kennis en vaardigheden; b loopbaan; c praktijkuitdagingen. Elke docent krijgt zo een loopbaanverantwoordelijkheid. LOB wordt door het gehele team gedragen. De relatieve autonomie van de docent wordt doorbroken. Leerlijn Loopbaan Instroom Intake leerroute Leerlijn Integraal Toetsen aan Organisatie competentieprofiel Uitstroom Leerlijnenmodel (CINOP) Leerlijn Kennis en vaardigheden 4 Verankering in curriculum, programma van toetsing en schoolbeleid. Slechts op deze manier wordt vrijblijvendheid vermeden en is vormgeving en behoud van goed LOB niet afhankelijk van het wisselen van functionarissen. Ook wordt zo beter zichtbaar hoe scholen loopbaanbegeleiding vormgeven en kunnen opleidingen samenwerken aan doorlopende leeren begeleidingslijnen. Het valt te verwachten dat verankering en kwaliteit van loopbaanbegeleiding zeer binnenkort een thema wordt bij inspecties van scholen. 5 Training van mentoren, coaches en slb-ers. De competenties van het personeel zijn een essentiële schakel in het geheel. Zoals het loopbaangesprek; zowel de structuur van het gesprek als de beheersing van de gespreksvaardigheden zelf, moeten de leerling/student het gevoel geven dat juist zijn of haar loopbaan aan de orde is en dat daarop in een veilige context kan worden gereflecteerd. Door docenten te trainen met behulp van wezenlijke, eigen loopbaanvragen, ontstaat er een dubbele focus ( double loop ). Door de eigen ervaring ontstaat er een beter perspectief op het begeleiden van de leerling/student. Training en intervisie leiden tot versterking en uitwisseling van good practice en inzicht in LOB. Dit helpt het draagvlak binnen de organisatie te vergroten. 6 Peer support is ondersteuning van en door de eigen peergroup. Met generatiegenoten kan uitstekend worden gereflecteerd op praktijkervaringen en beroepsbeelden. Vooral op het terrein van leren samenwerken, verantwoordelijkheid dragen voor elkaar, leiding geven en elkaar stimuleren, ook in voorbereiding op een arbeidsleven, biedt peer support tal van voordelen (Stufkens, 2008). Er zijn succesvolle projecten bekend waarbij studenten van vervolgopleidingen potentiële instromers begeleiden ( studentenmentor ). Peer support is laagdrempelig voor de leerlingen, goed vorm te geven en wordt door maar liefst 50% van de leerlingen gewaardeerd. Zie ook www.peersupport.nl. 7 Docenten en begeleiders in aanraking brengen met de arbeidsmarkt is van belang om de begeleiders een beter beeld te geven van de praktijkomgeving waarin de leerling/student acteert. Door meer kennis van de praktijk, krijgt de dialoog meer perspectief en diepgang. Zowel voor de leerling als de begeleiders wordt de samenhang tussen de drie leerlijnen herkenbaar. Praktijkvoorbeelden kunnen worden aangehaald en de leerling voelt zich begrepen. Ook ontstaat op deze wijze de mogelijkheid om de begeleiding van de praktijk en de school

beter op elkaar af te stemmen en wellicht te komen tot een driegesprek, waarbij de leerling mogelijkerwijs het initiatief neemt ( trialoog, Meijers). 8 Vernieuwing kleinschalig starten is het devies. Gebleken is dat vanuit relatief kleine projecten al snel successen gevierd kunnen worden. Dit heeft een positief effect op de organisatie. Het wekt nieuwsgierigheid op van anderen en geeft energie. Ook de sceptici worden zo over een drempel getild. De gewenste olievlekwerking wordt daardoor in de school bereikt. Een kleinschalig project is beter te monitoren en bij te sturen. 9 Longitudinaal proces. Zoals eerder gezegd werkt loopbaanbegeleiding alleen als het onderdeel uitmaakt van het curriculum. Niet alleen tijdens bepaalde keuzemomenten, maar wanneer er voortdurende aandacht is voor de loopbaan van de leerling/student. Een voorbeeld is de ontwikkeling van doorlopende leer- en begeleidingslijnen zoals bij het VM2 project 2, kaderlycea en beroepscolleges (Carduck, Kuijpers, 2009). Er zijn ook voorbeelden van doorlopende leerlijnen van mbo naar hbo. De wederzijdse belangen van aansluitende scholen dienen goed op elkaar te worden afgestemd; wie is eigenaar van het doorstroomvraagstuk en hoe worden de financiën verdeeld? 10 Maken van een portfolio, mits goed aangestuurd en begeleid, wordt door de leerling in het onderzoek van de Graaf & Partners succesfactoren in loopbaanoriëntatie en begeleiding van juli 2008 gescoord als het nuttigste loopbaaninstrument. De aanschaf en implementatie van een (digitaal) portfolio alleen is echter onvoldoende. De coaching bij het vullen van het portfolio en de dialoog dragen bij aan het gewenste effect van loopbaansturing. Een sterke verbetering in de kwaliteit van doorlopende begeleiding kan worden bereikt als bij de scharnierpunten tussen opleidingen het portfolio wordt herkend en gewaardeerd. Wat werkt niet? 1 LOB als afvinklijst. Instrumenten, zoals tests, open dagenbezoek enzovoort, worden dan als doel gezien in plaats van een middel. Loopbaanbegeleiding wordt een kunstje; er is geen reflectie. We zien dit vaak bij organisaties waarbij alleen omwille van externe legitimering LOB een plaats wordt gegeven. De score op de kwaliteitskaart lijkt belangrijker. 2 Incidentele aandacht, vaak curatief, is meestal te laat om de leerling/student te behouden voor het ingezette leertraject. De, vaak financiële, dreiging van voortijdig schoolverlaten alleen mag niet worden gezien als enige trigger voor loopbaaninterventies. 3 Weekendjobs. Onderzoek van Meijers wijst uit dat bijbaantjes de ontwikkeling van loopbaancompetenties minimaal beïnvloeden. Het verdienen van geld is het enige dat telt. Toch valt bij dit onderzoeksresultaat een kanttekening te plaatsen. Op zich is er sprake van een praktijkervaring; het is alleen de kunst om de opgedane ervaring onderwerp te laten zijn binnen de loopbaandialoog. Ook bij weekendjobs en bij hobbyactiviteiten worden competenties verworven die kunnen worden aangewend om de loopbaan vorm te geven. 4 Keuzes met de ratio alleen. Het bewustzijn controleert de competenties, maar talenten werken relatief automatisch (Seligman, 2002). Juist de emotie en het hebben van een droom geven vaak richting aan de (school)loopbaan. Het is de kunst om in de reflectie de leerling/ student zelf te laten ontdekken waar kansen en beperkingen liggen. Balans tussen hoofd, hart en handen is belangrijk. Stoppen met je focussen op een bepaald probleem en even iets anders doen lijkt juist het onbewuste (intuïtie onder andere) in te schakelen. Het zogenaamd SMART laten formuleren van lange termijn loopbaandoelen werkt verstarrend. Dit kan juist aandacht voor nieuwe kansen en ontwikkelingen belemmeren (Luken, 2009). 5 Het kiezen centraal stellen voelt voor de leerling vaak bedreigend en kan verlammend werken. Een loopbaankeuze heeft grote impact op de sociale omgeving van de jongere. Het is moeilijk te doorgronden in welk krachtenveld de kiezer zich bevindt. Maar al te vaak kiest hij of zij een richting of sector uit angst om mogelijkheden uit te sluiten. Daarom moet worden ingezet op loopbaanontwikkeling als doorlopend proces. (zie figuur) 2 VM2: project doorlopende leerlijn voor basisberoepsgerichte leerweg vmbo tot diplomering mbo niveau 2

De verandering Loopbaanbeleid kent verschillende aspecten, die op elkaar inwerken. Bij vormgeving van LOB is het een voorwaarde bewust te zijn van de samenhang van de aspecten. In onderstaand model wordt dit zichtbaar gemaakt; verandering van één aspect geeft absoluut verandering bij andere aspecten. Het is van belang dat schoolleiders de samenhang tussen de aspecten herkennen en daarop sturen. ORGANISATIE VISIE EN DRAAGVLAK SAMENHANG METHODEN EN INSTRUMENTEN COMPETENTIES BETROKKENEN Integraal organisatiemodel 1 Slot Visie op en verankering van effectieve componenten is voorwaardelijk voor de gewenste verbetering van loopbaanontwikkeling en -begeleiding. Om raak te schieten bij de ontwikkeling en verbetering van LOB is een goede diagnose belangrijk, waarbij representanten van alle actoren in de opleiding worden bevraagd. Hiervoor zijn diverse instrumenten voorhanden. Een dergelijke diagnose geeft een goede start voor een activiteitenplan LOB. In loopbaantermen: het is beter even stil te staan, alvorens van richting te veranderen. 3 Schoolleiders erkennen vaak het belang van een investering in LOB, maar zien zich vaak genoodzaakt andere prioriteiten te stellen. Het wordt tijd dat het eigenaarschap van goed LOB (nog meer) door de overheid wordt geprikkeld. Over de auteur: Jan Willem Bruil was 12 jaar decaan en is sinds april 2008 werkzaam als consultant loopbaanontwikkeling bij CINOP: jbruil@cinop.nl, 073 6800800, www.cinop.nl. Gebruikte bronnen Boer, P. den (2009). Intreerede Peter den Boer. Kiezen van een opleiding: van ervaring naar zelfsturing. Can it be done? ROC West Brabant. Carduck, F. en Kuijpers, M. (2009). Kaderlycea, beroepslycea en beroepscolleges. Uit: Bij de les, NVSNVL, mei, p. 28. Ecorys, (2009). Goed voorbeeld doet goed volgen. Onderzoek naar goede praktijkvoorbeelden van LOB. Rotterdam. Dijksterhuis, A. (2007). Het slimme onbewuste: denken met gevoel. Bert Bakker. Gorkum, M. van en Chin A Paw, B. (2007). Wandelen, handelen en veranderen met Niklas Luhmann. Scriptie Afstudeerrichting Management van Verandering. Rotterdam: Erasmus Universiteit. Luken, T. (2009). Het dwaalspoor van de goede keuze. Naar een effectiever model van (studie) loopbaanontwikkeling. Oratie 23 januari 2009. Fontys. McCarthy, J. (2008). Regional Forecasts (2008). Examining the impact and value of EGSA to the NI Economy. Final Report. Belfast :Regional Forecasts. Meijers, F., Kuijpers, M. en Bakker, J. (2006). Over leerloopbanen en loopbaanleren.: loopbaancompetenties in het (v)mbo. Driebergen: Het Platform Beroepsonderwijs. Neuvel, J. en Esch, W. (2010). Van vmbo naar mbo: doorstroom en loopbaankeuzes. Monitor doorstroom vmbo-mbo, cohort 4 en cohort 5. s Hertogenbosch: CINOP/ecbo. Onderwijsraad (2009). Naar doelmatiger onderwijs.

Petit, R. en Tubbing, M. (2008). Succesfactoren in loopbaanoriëntatie- en begeleiding op het vmbo en mbo. Amstelveen: C. van de Graaf & Partners. Raad voor werk en inkomen (2008). Voor de keuze. Voorstellen voor een betere studie- en beroepskeuzebegeleiding. Den Haag. Reynaert, W. (2008). Onbewuste processen in loopbaanland: ik zie, ik zie wat jij niet ziet Uit: Tijdschrift voor Coaching, 3, september. Seligman, M. (2002). Gelukkig zijn kun je leren. Spectrum. Stufkens (2008). Het ABC van de loopbaan: ambitieus bouwen aan competenties. s-hertogenbosch: CINOP/NVSNVL. fs_054/101018 3 CINOP: reflectie-instrument loopbaanontwikkeling