www.dressagepro.com TRAININGSPLAN Behaal je doelen en geniet van de weg ernaar toe Naam: Naam paard:
Als je geen plan maakt en geen doelen stelt, is de kans kleiner dat je daadwerkelijk bereikt wat je wilt bereiken. Natuurlijk kan er altijd iets tegenzitten of loopt het anders dan je had gepland. Dan stel je je doel en je plannen bij en ga je weer verder. Dit trainingsplan is bedoeld om je te helpen bij het opstellen van een plan voor hoe je als ruiter je doelen wilt gaan bereiken, maar ook om te bepalen waar je je op dit moment bevindt en hoe je daar bent gekomen. We beginnen met het stellen van doelen. Als je een doel hebt bepaald waar je inspiratie uit kunt halen, kan dat ervoor zorgen dat je meer gericht gaat trainen, gemotiveerd blijft en beter je focus kunt behouden. Het is belangrijk dat je hierbij rekening houdt met wat de mogelijkheden zijn van je paard, zowel mentaal als fysiek, maar ook wat je zelf nu écht graag wilt bereiken. Waarom wil je jouw doelen bereiken? En ben je voldoende gemotiveerd om je doelen te behalen? Om je doelen te kunnen behalen, is het van belang dat je weet wat jouw startpunt is. Waar ben je nu? We gaan dit bepalen aan de hand van zes succesfactoren. En ook niet geheel onbelangrijk; hoe ben je daar gekomen? We eindigen met een 3-maanden actieplan dat ervoor zorgt dat je komende drie maanden díe stappen zet zodat je dichter in de buurt komt van jouw doel. Veel succes en inspiratie gewenst! Ps. Vergeet niet om je e-mail in de gaten te houden want je ontvangt de komende tijd interessante tips die je verder op weg kunnen helpen. Ontvang je geen e-mails? Check dan je junkmail! 1
DOELEN Wat wil je bereiken? Als alles mogelijk zou zijn, geld en talent geen rol zouden spelen, wat is dan jouw grote droom met betrekking tot de paardensport? Wat zou jij willen bereiken? Is jouw zogenaamde droomdoel haalbaar of realistisch volgens jou? Waarom wel of waarom niet? 2
DOELEN Wat wil je bereiken? Of jouw droomdoel volgens jou haalbaar is, is afhankelijk van jouw overtuigingen. Met overtuigingen bedoel ik datgene waar jij in gelooft. Overtuigingen kunnen ons helpen bij het behalen van onze doelen, maar ook juist ervoor zorgen dat we onze doelen niet halen. Zo kun je een positieve overtuiging hebben dat het doel om de klasse Z te behalen een doel is waartoe je in staat bent en dat de weg er naar toe een hele leuke, uitdagende weg is. Een beperkende overtuiging kan zijn dat je denkt dat het trainen voor de klasse Z te veel tijd van je vraagt die je niet hebt. Een overtuiging is iets wat vaak al van jongs af aan wordt ingegeven. Een overtuiging kan zo stevig verankerd zijn dat we het gaan beschouwen als de waarheid. Het is interessant om na te gaan welke overtuigingen je hebt die je helpen bij jouw doelen en welke overtuigingen je hebt waar je beter afscheid van kunt nemen wil je je doelen bereiken. Kijk nog eens naar de redenen die je gaf waarom je wel of niet jouw droomdoel zou kunnen halen. Kun je daarin positieve of beperkende overtuigingen herkennen? Benoem minimaal drie beperkende overtuigingen die je hebt met betrekking tot het behalen van jouw droomdoel in de eerste kolom hieronder. Benoem vervolgens voor elke beperkende overtuiging een positieve overtuiging in de tweede kolom. BEPERKENDE OVERTUIGINGEN POSITIEVE OVERTUIGINGEN 3
DOELEN Wat wil je bereiken? Wat is jouw doel of wat zijn jouw doelen voor over drie tot vijf jaar? Wat wil je dan bereikt hebben? Hoe wil je de paardensport beleven? Wat is jouw doel of wat zijn jouw doelen voor over twaalf maanden? Op een schaal van 1 tot en met 10 hoe gemotiveerd ben jij om jouw doelen te behalen, waarbij 1 staat voor helemaal niet gemotiveerd en 10 voor extreem gemotiveerd? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Op een schaal van 1 tot en met 10 hoeveel uitdaging geeft het behalen van jouw doelen jou, waarbij 1 staat voor helemaal niet uitdagend en 10 voor extreem uitdagend? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 4
DOELEN Wat wil je bereiken? Waarom wil je de bovengenoemde doelen behalen? Wat voor gevoel geeft het als je jouw doelen behaalt en hoe voelt de weg ernaar toe? Wat levert het jou en je paard op? Om je doelen te kunnen behalen, is het van belang dat je weet wat jouw startpunt is. Waar ben je nu? We gaan dit bepalen aan de hand van zes succesfactoren. De zes succesfactoren zijn als volgt: 1. Africhtingsgraad; 2. Fitheid van het paard; 3. Management; 4. Mentale performance van het paard; 5. Mentale performance van de ruiter; en 6. Houding, inwerking en fitheid van de ruiter. Elk van deze factoren draagt in meer of mindere mate bij aan het behalen van jouw doelen. Daarnaast beïnvloeden ze ook elkaar. Merk je bijvoorbeeld dat op het gebied van africhtingsgraad je paard nog niet het gewenste niveau aan kan, dan merk je dat vaak ook bij de fitheid van je paard. Misschien mist hij nog de kracht om de oefeningen op een juiste manier uit te kunnen voeren. Of bijvoorbeeld doordat je houding en inwerking nog niet optimaal is, dat dit ook de africhtingsgraad belemmert. 5
STARTPUNT Waar ben je nu en hoe ben je daar gekomen? Geef hieronder voor elke succesfactor een cijfer van 1 tot en met 10 om uit te drukken hoe dit bij jou gesteld is ten opzichte van jouw 12-maanden doel(en). 1. Africhtingsgraad Hulpvragen: Hoe ver is jouw paard afgericht? Als je kijkt naar het scala van de africhting, waar bevind jij je dan? Even een reminder. Het scala bestaat uit 1. Takt; 2. losheid, souplesse en ontspanning; 3. Aanleuning; 4. Schwung; 5. Rechtgerichtheid; en 6. Verzameling. Beheers jij de oefeningen die gevraagd worden voor het behalen van jouw doel(en)? 2. Fitheid van het paard Hulpvragen: Heeft je paard voldoende conditie voor het behalen van je doel(en)? En hoe zit het met de kracht? Zijn de spieren voldoende getraind en ontwikkeld voor het werk dat je van je paard wilt vragen? 3. Management Hulpvragen: Is het harnachement op orde, zoals het zadel, hoofdstel en het bit? Heb je een gedegen plan voor hoe vaak de hoefsmid, tandarts en andere specialisten, zoals bijvoorbeeld een fystiotherpeut of ostheopaat, moeten langskomen? Krijgt je paard voldoende vrije beweging en heb je een passend voerschema? 4. Mentale performance van het paard Hulpvragen: Is jouw paard op mentaal vlak voorbereid op datgene wat je van hem vraagt? Blijft hij ontspannen en heeft hij een goede focus? Kan je paard presteren op het moment dat het moet in een veeleisende omgeving? Heb je het idee dat je paard plezier in het werk heeft? Begrijpt hij de oefeningen en is je paard in een goede staat om te kunnen leren? 5. Mentale performance van de ruiter Hulpvragen: Kun jij een goede focus behouden en blijf je ontspannen en kalm? Zit jouw spanningsniveau tijdens een training of wedstrijd op het optimale punt om een goede prestatie neer te kunnen zetten? En hoe is het gesteld met jouw mindset als het gaat om doorzettingsvermogen, incasseringsvermogen en de wil om te leren? 6. Houding, inwerking & fitheid van de ruiter Hulpvragen: Heb je een goede houding en zit waarbij je mee bent in de beweging van het paard en je paard niet belemmert? Geef je de juiste hulpen, op het juiste moment en in de juiste dosering? Ben je lichamelijk fit om een goede prestatie neer te kunnen zetten? 6
STARTPUNT Waar ben je nu en hoe ben je daar gekomen? Hieronder zie je de zes succesfactoren terug in een spinnenwebdiagram. Op de vorige pagina heb je een cijfer gegeven voor elke factor. Kleur nu het diagram in tot en met het cijfer dat je jezelf hebt gegeven. Hierbij staat de binnenste ring voor cijfer 1 en de buitenste ring voor cijfer 10. 6. Houding, inwerking & fitheid van de ruiter 1. Africhtingsgraad 5. Mentale performance van de ruiter 2. Fitheid van het paard 4. Mentale performance van het paard 3. Management 7
STARTPUNT Waar ben je nu en hoe ben je daar gekomen? Welke succesfactoren moeten vooral jouw aandacht krijgen wil je jouw doel(en) over twaalf maanden behalen? De volgende stap is om te bekijken hoe je gekomen bent tot het punt waar je nu bent. Wat gaat goed en wat doe je dan waardoor het zo goed gaat? En wat gaat minder goed? Op de volgende zes pagina s word je per succesfactor gevraagd om na te denken over waarom je het desbetreffende cijfer hebt gegeven, wat er momenteel goed gaat en waar verbeterpunten liggen. 8
1. SUCCESFACTOR AFRICHTINGSGRAAD Waarom heb je jezelf het cijfer gegeven? Is het altijd dit cijfer of varieert het ook wel eens? Zoja, geef aan tussen welke cijfers het varieert en waarom. Wat gaat momenteel goed of wat is in het verleden goed gegaan? Wat doe of deed je anders? Wat gaat er momenteel minder goed? En hoe komt dit? 9
2. SUCCESFACTOR FITHEID VAN HET PAARD Waarom heb je jezelf het cijfer gegeven? Is het altijd dit cijfer of varieert het ook wel eens? Zoja, geef aan tussen welke cijfers het varieert en waarom. Wat gaat momenteel goed of wat is in het verleden goed gegaan? Wat doe of deed je anders? Wat gaat er momenteel minder goed? En hoe komt dit? 10
3. SUCCESFACTOR MANAGEMENT Waarom heb je jezelf het cijfer gegeven? Is het altijd dit cijfer of varieert het ook wel eens? Zoja, geef aan tussen welke cijfers het varieert en waarom. Wat gaat momenteel goed of wat is in het verleden goed gegaan? Wat doe of deed je anders? Wat gaat er momenteel minder goed? En hoe komt dit? 11
4. SUCCESFACTOR MENTALE PERFORMANCE VAN HET PAARD Waarom heb je jezelf het cijfer gegeven? Is het altijd dit cijfer of varieert het ook wel eens? Zoja, geef aan tussen welke cijfers het varieert en waarom. Wat gaat momenteel goed of wat is in het verleden goed gegaan? Wat doe of deed je anders? Wat gaat er momenteel minder goed? En hoe komt dit? 12
5. SUCCESFACTOR MENTALE PERFORMANCE VAN DE RUITER Waarom heb je jezelf het cijfer gegeven? Is het altijd dit cijfer of varieert het ook wel eens? Zoja, geef aan tussen welke cijfers het varieert en waarom. Wat gaat momenteel goed of wat is in het verleden goed gegaan? Wat doe of deed je anders? Wat gaat er momenteel minder goed? En hoe komt dit? 13
6. SUCCESFACTOR HOUDING, INWERKING & FITHEID VAN DE RUITER Waarom heb je jezelf het cijfer gegeven? Is het altijd dit cijfer of varieert het ook wel eens? Zoja, geef aan tussen welke cijfers het varieert en waarom. Wat gaat momenteel goed of wat is in het verleden goed gegaan? Wat doe of deed je anders? Wat gaat er momenteel minder goed? En hoe komt dit? 14
EINDPUNT Hoe ziet het eindpunt eruit? Omschrijf hoe de situatie zal zijn als je je doel(en) wilt behalen. Kijk hierbij naar de zes succesfactoren. Hoe ver moet je paard bijvoorbeeld in de africhting zijn? En hoe fit moet je paard zijn? En hoe zit dat met de fitheid van je paard en het management? Welke eisen stelt het aan jou als ruiter? Zowel fysiek als mentaal? De kans is groot dat je je nog niet bevindt in de situatie die je hierboven hebt beschreven. Als dat wel zo zou zijn, zou je namelijk je doelen als bereikt hebben. Op de volgende pagina gaan we kijken naar de obstakels die er nog liggen tussen wat je wilt bereiken en waar je nu bent. Op basis van jouw obstakel ga je bedenken welke acties je moet nemen wil uitkomen op jouw gewenste situatie. Denk hierbij aan aspecten zoals hoe vaak je gaat trainen en bij welke trainer. Beschik je al over de juiste kennis of moet je je kennis opschroeven? Of is het meer een kwestie van het verbeteren van vaardigheden? Ga je clinics, workshops of online trainingen volgen? 15
OBSTAKELS Welke obstakels moet je overwinnen en welke acties ga je nemen? Benoem in de eerste kolom alle obstakels die er op dit moment zijn, waardoor je nog niet je doel(en) hebt behaald. Noem vervolgens in de tweede kolom welke actie je gaat nemen om die obstakels te overwinnen. OBSTAKELS ACTIES 16
3MDN ACTIEPLAN Welke acties ga jij de komende drie maanden nemen om je doelen te behalen? Startdatum: Einddatum: HUIDIGE NIVEAU IN DE TRAINING HUIDIGE WEDSTRIJDNIVEAU GEWENSTE NIVEAU IN DE TRAINING NA 3 MAANDEN WEDSTRIJDNIVEAU GEWENSTE WEDSTRIJDNIVEAU NA 3 MAANDEN NA 3 MAANDEN Volgens welk trainingsschema ga jij je paard en jezelf trainen? Hoe vaak ga je trainen, wat voor type training en met welke intensiteit? DAG DAGDEEL TYPE TRAINING INTENSITEIT MAANDAG ochtend/middag/avond DINSDAG ochtend/middag/avond WOENSDAG ochtend/middag/avond DONDERDAG ochtend/middag/avond VRIJDAG ochtend/middag/avond ZATERDAG ochtend/middag/avond ZONDAG ochtend/middag/avond TE VOLGEN CLINICS, (ONLINE) TRAININGEN EN WORKSHOPS BELANGRIJKE DATA NOTITIES 17
3MDN ACTIEPLAN Welke acties ga jij de komende drie maanden nemen om je doelen te behalen? Op welke drie doelen ga jij je de komende drie maanden richten? DOEL VOOR DE KOMENDE DRIE MAANDEN HOE WEET JE HET ALS JE JE DOEL HEBT BEHAALD? TE NEMEN ACTIES OM JE DOEL TE BEHALEN DOEL VOOR DE KOMENDE DRIE MAANDEN HOE WEET JE HET ALS JE JE DOEL HEBT BEHAALD? TE NEMEN ACTIES OM JE DOEL TE BEHALEN DOEL VOOR DE KOMENDE DRIE MAANDEN HOE WEET JE HET ALS JE JE DOEL HEBT BEHAALD? TE NEMEN ACTIES OM JE DOEL TE BEHALEN 18
REFLECTIE Wat ging goed en wat kon beter? Wat heb je na drie maanden bereikt? Wat zijn de belangrijke leermomenten van de afgelopen drie maanden? Wat ging goed? En hoe kan dat? Wat ging minder goed en wat ga je daar aan veranderen? Waar ga je de komende drie maanden vooral de focus op leggen? Waar moet je aan gaan werken? 19