GEMEENTE HOOGEVEEN VERSLAG RAADSAVOND 10 JANUARI 2008 INFORMEREN RAADZAAL

Vergelijkbare documenten
GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 26 maart Meningvormen RAADZAAL

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 9 april Besluiten

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 6 december 2007 INFORMEREN RAADZAAL

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 26 november Meningvormen

Besluitenlijst. Raadsavond 7 juni 2012

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 10 januari Meningvormen Raadzaal

GEMEENTE HOOGEVEEN VERSLAG RAADSAVOND 12 JUNI 2008 MENINGVORMEN MAXX

Raadsstuk. Onderwerp: 213a verordening Reg.nummer: 2012/469231

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 21 augustus 2008 Besluiten MAXX

GEMEENTE HOOGEVEEN VERSLAG RAADSAVOND 22 NOVEMBER 2007

Besluitenlijst. Raadsavond 24 mei 2012

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 21 juni Meningvormen Commissiekamer I

RKC Medemblik Opmeer

GEMEENTE HOOGEVEEN. Besluitenlijst RAADSAVOND 29 september 2011

J. Baas. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Calamiteit Risico s:

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

GEMEENTE HOOGEVEEN VERSLAG RAADSAVOND 20 APRIL 2006

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Zicht op doorwerking

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

GEMEENTE HOOGEVEEN. Besluitenlijst RAADSAVOND 20 januari 2011

Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

GEMEENTE HOOGEVEEN VERSLAG RAADSAVOND 24 JANUARI 2008 INFORMEREN RAADZAAL

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 22 februari Informeren Raadzaal

Verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Informatievoorziening grondexploitaties

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 13 januari INFORMEREN Raadzaal

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 21 augustus INFORMEREN MAXX (grote zaal)

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

ONDERZOEKSPLAN 2009 GEMEENTE HOOGEVEEN Volledigheid opbrengsten

Rekenkamercommissie Oostzaan

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting

2. Wat is de analyse en conclusie uit de klankbordbijeenkomsten met raadsleden?

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co)

VERSLAG VERGADERING AUDITCOMMISSIE DD. 2 OKTOBER 2017

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Informatienota. Aan de raad van de gemeente Sliedrecht. Zaaknummer: Sliedrecht, 20 januari Onderwerp: College Onderzoeksplan (COP) 2014

Nawoord Rekenkamercommissie (rkc) op de bestuurlijke reactie.

Bestuurlijke integriteit

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

de heer D. Veldkamp, onderzoeker rekenkamercommissie de heer S. van Sligter, voorzitter rekenkamercommissie

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Follow up onderzoek naar minimabeleid

Reglement van orde Rekenkamer West-Brabant

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 29 januari 2008 Besluiten RAADZAAL

Rekenkamercommissie Culemborg

Rekenkamer Nijmegen De Rekenkamer neemt een onafhankelijke positie in binnen de gemeente Nijmegen OPLEGNOTITIE. Grip krijgen op Veilig Thuis

Rekenkamercommissie Borger-Odoorn. Jaarverslag 2010

Planning & Control Cyclus 2011 Gemeente Oostzaan

Rekenkamercommissie Coevorden. Jaarverslag 2008

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 24 mei Meningvormen Raadzaal

Besluitenlijst. Raadsavond 3 september 2015

REKENKAMERCOMMISSIE HILLEGOM, LISSE EN NOORDWIJKERHOUT JAARPLAN 2010

mevrouw I. van Mulligen

3. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De toelichting bij agendapunt 3, hoort bij agendapunt 4.

Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld

Verordening rekenkamer Giessenlanden 2017

Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Beslispunten: 1. Het onderdeel 'verkeersveiligheid' (uit het programma veiligheid) onderzoeken op doeltreffendheid.

Besluitenlijst. Raadsvergadering 21 juni 2012

Jaarverslag 2012 & Jaarplan 2013

Voorstel: De nieuwe inrichting en werkwijze van het bestuurlijk dashboard vaststellen.

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE RIJSWIJK 2019

Reglement van Orde gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer

Jaarplan periode januari juni

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

GEMEENTE HOOGEVEEN. VERSLAG RAADSAVOND 13 juli 2006

RAADSCOMMISSIE BEDRIJFSVOERING EN INWONERS

Tekstuitgave van de verordening op de rekenkamercommissie

Besluitenlijst. Raadsavond 27 juni 2013

Modelverordening doelmatig- en doeltreffendheid (art. 213a GW)

Een essay over de nieuwe beleidscyclus voor de Gemeente Nuth.

Aan de leden van de verenigde vergadering

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Gemeente Helden. Agendapunt 6

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende regels omtrent de rekenkamer Verordening Rekenkamer Utrecht

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel

REKENKAMERCOMMISSIE. Elk oordeel heeft zijn voordeel. Nota van Werkwijze

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Onderzoeksprotocol Rekenkamercommissie gemeente Altena

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Rekenkamercommissie Oostzaan

Notitie functioneringsgesprekken

REKENKAMERCOMMISSIES GEMEENTEN ELBURG - NUNSPEET - OLDEBROEK - PUTTEN

Besluitenlijst. Raadsavond 3 december 2015

CONCEPT - NOTULEN. Nummer Onderwerp Actie

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad

Protocol verbonden partijen provincie Groningen

B&W-Aanbiedingsformulier

Zorgt de gemeente Den Haag ervoor dat de subsidies die ze verstrekt doeltreffend en doelmatig zijn?

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016

Transcriptie:

GEMEENTE HOOGEVEEN VERSLAG RAADSAVOND 10 JANUARI 2008 INFORMEREN RAADZAAL Aanwezig: Jerk Otten (voorzitter), Rolien van de Belt, Rob Berkenbosch, Jan Braam, Sjoukje Brouwer, José Bruins Slot, Ellen van Heugten-Steenbergen, Anno Wietze Hiemstra, Gert Huijgen, Ewout Klok, Bé Okken, Bert Otten, Henk Prigge, Wicher van Regteren, Hennita Schoonheim-Lunenborg, Arend Steenbergen, Jan Steenbergen, Mark Tuit, Gert Vos, Jan Alting, Erik Giethoorn, Lucas Hummel, Frits Nijland, Mark Strolenberg. Aanwezig namens het college: burgemeester Willem Urlings Commissiegriffier: Angelique Torenvlied Verslag: Zwaantinus Jeuring (Notuleerservice Nederland) De agenda luidde als volgt: 1. Spreekrecht 2. Collegeonderzoeken 3. Rondvraag De voorzitter heet de aanwezigen welkom en opent de vergadering om 19.00 uur. 1. Spreekrecht Hier heeft zich niemand voor aangemeld. 2. Collegeonderzoeken De voorzitter geeft aan dat het onderwerp collegeonderzoeken op verzoek van het CDA op de agenda is geplaatst. Hiemstra krijgt het woord voor een toelichting. Hiemstra (CDA) geeft een toelichting. Hij gaat op twee punten in: het Onderzoeksplan collegeonderzoeken 2008, en het Eindrapport collegeonderzoeken 2007. Het onderzoeksplan voor 2008 en de daar voorgenomen collegeonderzoeken zijn een goed instrument voor het college. Het gevoerde beleid en bestuur worden zo getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid. Spreker gaat in op de volgende twee onderzoeksonderwerpen: grondexploitatie en registratie publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Hij vraagt waarom juist deze worden voorgesteld. Bij het onderzoek grondexploitatie heeft de accountant al gezegd dat de gemeente onvoldoende beleid heeft opgesteld. Eigenlijk wil de gemeente dus beleid maken met dit onderzoek. Spreker vindt dit vreemd. Hiemstra heeft dezelfde opmerking bij het tweede nieuwe onderzoek. De publiekrechtelijke beperkingen treden per 1 juli 2009 in werking. Het college wil daarop anticiperen, maar spreker merkt op dat een collegeonderzoek over het Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 1 van 8

uitgevoerde beleid gaat. Dit onderzoek past daar volgens spreker niet bij. Hij vraagt wat precies onderzocht gaat worden. Hiemstra gaat vervolgens in op de vier collegeonderzoeken 2007. Collegevoorstellen : dit is een goed onderzoek met goede uitkomsten. Twee aanbevelingen vallen op: de strategische kwaliteitsbewaking en de rol van het management, en de aspecten van doelmatigheid. Bij dit laatste gaat het vooral om legitimiteit. Omdat het gaat om maatschappelijke doelen, raakt dit onderwerp de raad. Ook het raadsprogramma bevat maatschappelijke doelen. Blijkbaar wordt het maatschappelijke doel in de collegevoorstellen onvoldoende aangegeven. Spreker stelt de volgende vragen. Welke verbeteringen zijn mogelijk? Hoe denkt het college de twee genoemde aanbevelingen over strategische kwaliteitsbewaking en legitimiteit uit te voeren? Werkwijze opstellen onderhoudsplannen kapitaalgoederen : spreker verbaast zich over de opmaak van het stuk. Volgens hem zijn er stukken aan elkaar geplakt. Hij stelt een inhoudelijke vraag over de tekst op bladzijde 6, waar staat dat de directie heeft besloten er een eigen onderzoek van te maken. Is dit terecht? Is de raad al geïnformeerd? Spreker is tevreden over de inhoudelijke tekst op de bladzijden 7 en 8 waar het onderzoekdoel is geformuleerd. Kostendekkendheid tarieven : de resultaten zijn interessant. Spreker vraagt of de aanbevelingen worden opgevolgd. Hij heeft via internet kunnen lezen dat dit gebeurt, behalve bij dit onderwerp. Het gaat over de aanbevelingen voor het zwembad en de sporthallen. Het college verstrekt nadere informatie bij de voorjaarsnota en spreker vraagt of dit gebeurt in relatie met de betreffende programma s. Verbonden partijen. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van eerdere kritische opmerkingen van de accountant over de manier waarop raad en college omgaan met deze partijen. Lopende het onderzoek is besloten eerst meer helderheid te verschaffen. Deze is er nu. Spreker vindt het jammer dat pas in een nieuw collegeonderzoek de effecten en resultaten zichtbaar worden. Het overzicht van de rolverdeling is helder. Spreker verzoekt om bij het vervolg van het onderzoek de rol van de raad en de raadsleden te betrekken. Dit omdat raadsleden in sommige gemeenschappelijke regelingen een rol hebben. De aanbeveling over het voorkomen van belangenverstrengeling valt op en dat vindt spreker een terecht punt. Spreker constateert dat blijkbaar wordt geconcludeerd dat bestuurders niet meer in hun hoedanigheid als wethouder kunnen worden benoemd als commissaris bij verbonden partijen en dat de bestaande benoemingen worden gehandhaafd gedurende de resterende benoemingstermijn. Spreker vraagt waarom de oude benoemingen worden gehandhaafd als het college vindt dat dit soort benoemingen niet meer moeten plaatsvinden. Hij hoopt verder dat een eventueel echt onderzoek meer definitieve resultaten zal opleveren. Huijgen (PvdA) maakt eerst enkele opmerkingen over de onderzoeken 2007. Enkele onderzoeken zijn niet afgerond vanwege capaciteitsproblemen. Hij vraagt zich af of de raad hier tussentijds over is geïnformeerd. Volgens de betreffende verordening behoort dit bij de begroting of de jaarrekening te gebeuren. De uitwerking van de opdrachten had sterker gekund. De rapporten zijn niet uniform ingedeeld en uitgewerkt. Ook hier schrijft de verordening voor hoe het hoort. Huijgen verbaast zich erover dat de eindrapportage in december naar de raad wordt gestuurd. Worden de rapportages die in de loop van het jaar beschikbaar zijn, pas in december toegestuurd? Spreker noemt het voorbeeld van het onderzoek onderhoudsplannen kapitaalgoederen, waarover al in mei een notitie gereed was. Wat Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 2 van 8

is daarna gebeurd? Het mag niet zo zijn dat alleen het onderzoeksplan en een rapportage in december worden toegestuurd. Spreker stelt voor een onderzoek af te sluiten met het opstellen van een plan voor verbetering. Huijgen gaat in op de onderzoeken 2007. Naar aanleiding van het onderzoek collegevoorstellen vraagt spreker waar het college op dit moment staat. Spreker vraagt over het onderzoek kostendekkendheid tarieven wat op bladzijde 9 bedoeld wordt met werkelijke cijfers. En kijkt Hoogeveen wel goed wat de omliggende gemeenten doen? De vraag is waar deze gemeenten naar kijken. Spreker vindt het zinvol in de raad te spreken over de mate van kostendekkendheid en hoeveel geld de gemeente er zelf in wil stoppen. Hij is het eens met de opmerkingen van de heer Hiemstra over het onderzoek verbonden partijen. Tot slot mist spreker informatie over het budget dat beschikbaar is voor collegeonderzoeken. Dit moet volgens de verordening aangegeven worden. Vos (ChristenUnie) stelt enkele informatieve vragen. De onderzoeken zijn namelijk van het college en de raad wordt geïnformeerd. Hij constateert dat in 2008 in totaal zes onderzoeken worden uitgevoerd, omdat twee onderzoeken doorlopen en twee nog niet zijn afgerond in 2007. Is hiervoor voldoende capaciteit beschikbaar? Spreker gaat niet in op de verschillende aanbevelingen bij de onderzoeken 2007. Hij vraagt wel wat hiermee op korte termijn gaat gebeuren. Bij het onderzoek collegevoorstellen is geen relatie gelegd met raadsvoorstellen. Ook de positie van de raad ontbreekt. Dit hoort er wel bij. Vos stelt voor in het vervolg bij het opstellen van onderzoeksvragen meer aandacht te besteden aan het belang en de positie van de raad. Steenbergen (Gemeentebelangen) is het eens met de vraag van Vos over het aantal te verrichten onderzoeken in 2008. Volgens Steenbergen is er in ieder geval sprake van vijf onderzoeken, en mogelijk zes. In het onderzoek collegevoorstellen wordt opgemerkt dat het college bij de voorbereiding een sterke rol voor zichzelf ziet weggelegd. Spreker vraagt nadere uitleg. Hij vindt de opmerking dat de mandaatregeling te weinig bekend is binnen het college vreemd. Dat zou niet zo moeten zijn. Over het onderzoek onderhoudsplannen kapitaalgoederen: de raad had geïnformeerd moeten worden over de gepleegde bijstellingen. Verder is Gemeentebelangen bij dit onderwerp tegen het treffen van voorzieningen bij planmatig onderhoud. Kan het college uitleggen waarom dit wordt voorgesteld? Gemeentebelangen stelt voor bij het onderzoek kostendekkendheid tarieven een aanbeveling toe te voegen, namelijk over de horecagelegenheid. Deze is ook volgens betrokkenen sterk voor verbetering vatbaar. Steenbergen vindt het vreemd dat bij het onderzoek verbonden partijen deze partijen moeilijk in kaart waren te brengen. Hij verzoekt om uitleg hierover. Tot slot merkt spreker op het eens te zijn met het verzoek van Hiemstra om in het vervolg meer aandacht te besteden aan de rol van raadsleden. Heeft het college hier al ideeën over? Steenbergen (VVD) is tevreden over het stuk. Omdat de onderzoeken van het college zijn heeft hij alleen de volgende belangrijke vraag: welke aanbevelingen neemt het college over? Burgemeester Urlings reageert vanuit het college op de inbreng en de gestelde vragen. Hij geeft eerst een toelichting op de status van het nieuwe artikel 213a van de Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 3 van 8

Gemeentewet. Dit artikel is bij de inwerkingtreding van de dualisering in de wet gekomen. De kern is dat het college voortdurend het eigen besturen toetst op de eisen van doeltreffendheid en doelmatigheid. Het gaat dus om zaken waar het college zelf over kan beslissen en waarover de raad wordt geïnformeerd. Het beheersproces staat voorop. Het collegeonderzoek is een nieuw instrument en is vorig jaar ingevoerd. Er bestaan nog enkele onvolkomenheden. Alle collegeonderzoeken zouden onderdeel van de planning- en beleidcyclus moeten zijn. De plancyclus zal worden verbeterd, zodat rekening wordt gehouden met de geplande collegeonderzoeken. Het onderwerp collegeonderzoek moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de rol van het college. Hiermee is volgens de burgemeester direct de vraag over de betrokkenheid van de raad beantwoord: de raad en daarmee ook de raadsvoorstellen zijn niet betrokken bij de collegeonderzoeken. In de verordening staat dat de collegeonderzoeken ter kennisneming van de raad worden gebracht. De keuze en de invulling van de onderwerpen gebeurt mede met het oog op de toekomst. Spreker licht dit toe aan de hand van het onderzoek grondexploitatie en de relatie met de wet Puber. Het onderwerp bedrijfsprocessen wordt hierin meegenomen in verband met de toekomstige eisen. Op deze manier bereidt het college zich voor op de betreffende doelmatigheidsvragen. In dit geval raakt het collegeonderzoek aan alle vragen op het gebied van ICT en automatisering. De gemeente is namelijk gehouden om een aantal gegevens vanuit de bedrijfsprocessen inzichtelijk te registreren en toegankelijk te maken. Dat is een duidelijke doelmatigheidsvraag die moet worden beantwoord. Deze vraag kan in dit onderzoek een plaats krijgen. Vos merkt op dat dit soort zaken toch bij de reguliere bedrijfsprocessen horen. Het is tijdig bekend dat deze wet eraan komt en dus zal het college er volgens spreker een invoeringsplan voor opstellen. Urlings antwoordt dat de collegeonderzoeken onderdeel van de normale bedrijfsvoering zijn. Er zijn nuttige combinaties mogelijk en daar wordt praktisch mee omgegaan. De gegevens uit het onderzoek grondexploitatie zullen in de bedrijfsvoering worden opgenomen. Dit loopt parallel met de aanbevelingen van de accountant in de managementletter. De accountant kijkt naar de implementatie van de resultaten in de bedrijfsprocessen. Urlings vindt het logisch dat er overlappen in de cycli zitten. Urlings gaat in op de concrete vragen. Sommige aanbevelingen zijn al doorgevoerd in de bedrijfsprocessen. Spreker noemt als voorbeeld de formats voor de collegevoorstellen: daar zijn de juridische-, de ICT- en de financiële toetsing toegevoegd. Spreker constateert dat de collegeonderzoeken en de aanbevelingen voortdurend in elkaar overlopen. Het collegeonderzoek heeft dan betekenis voor het bedrijfsproces. Met het toezenden van dit stuk informeert het college de raad over het onderzoek onderhoudsplannen kapitaalgoederen, namelijk dat de resultaten in november 2008 aan de raad worden gerapporteerd. Hiemstra vraagt of dit nog wel onderdeel is van de collegeonderzoeken. Het onderzoek kapitaalgoederen staat niet in het programma 2008. Hij verwijst naar de notitie van mei 2007 waarin staat dat het een directieonderzoek wordt. Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 4 van 8

Urlings antwoordt dat dit collegeonderzoek formeel is afgesloten. Er is een opdracht aan de directie gegeven om het onderzoek te implementeren in de bedrijfsvoering, en dat is in november 2008 afgerond. Hiemstra zegt dit wat vreemd te vinden. Hij is van mening dat het college de raad had moeten informeren dat de directie dit zou gaan doen. De directie rapporteert aan het college. Dit is een andere aanpak dan aanvankelijk door het college was gezegd. Urlings zegt dat de conclusies van het onderzoek helder zijn. Er is tijd voor nodig om deze in de bedrijfsvoering op te nemen. Hiemstra stelt dat het onderzoek nog niet is afgerond, omdat het te veelomvattend was. Hij verwijst andermaal naar het onderzoeksplan en de daarbij genoemde notitie van mei 2007. Indien dit onderzoek al is uitgevoerd, ontbreken de resultaten. Het blijft voor spreker onduidelijk hoe de raad zal worden geïnformeerd en welke rol deze heeft. Huijgen sluit hierop aan. Hij heeft voorgesteld na het onderzoek een plan van verbetering op te stellen. Hij stelt voor de onderzoeken beknopter te maken, waarna de aanbevelingen door de organisatie kunnen worden uitgevoerd. Dan hoeft de raad het college niet steeds op de vingers te kijken. Vos sluit aan op de opmerking van Hiemstra over het onderzoek kapitaalgoederen. Er staat in de stukken dat de opdracht uiterlijk 1 november 2008 wordt afgerond met een eindrapportage over dit collegeonderzoek. Spreker heeft nu de stellige indruk dat het onderzoek doorloopt in 2008 en hij heeft het daarom meegeteld in de lijst van onderzoeken voor 2008. Urlings zegt dat het juist is dat de eindrapportage in november 2008 naar de raad komt. Op de andere vraag van Vos antwoordt spreker dat het onderzoek doorloopt in 2008, maar dat dit in de organisatie plaatsvindt. Urlings antwoordt op de vragen over het onderzoek kostendekkendheid tarieven. Uit het onderzoek blijkt dat er geen sprake van 100% dekking is. De politieke en de beleidsvraag over wat hiermee moet worden gedaan, komen in de voorjaarsnota aan de orde. Vos merkt op dat op bladzijde 4 over verhoging van tarieven wordt gesproken. Hij vraagt of het college dit van plan is vooruitlopend op de voorjaarsnota. Urlings antwoordt dat het college dit niet kan doen zonder de raad te raadplegen. Hij vervolgt de beantwoording. De met de gemeente verbonden partijen zijn bekend, het gaat nu om het stroomlijnen van de nu nog erg verschillende relaties. De aanbevelingen van alle landelijke accountants om de beleidsmatige en de financieel-juridische begeleiding te scheiden, worden opgevolgd. Bij Area is dit al doorgevoerd: de commissarissen komen van buiten en de inhoudelijke en financieel-juridische beoordelingen gebeuren door verschillende wethouders. Het streven is dit bij alle verbonden partijen in te voeren. Het is geen eenzijdig besluit. De gemeente kan daarom niet zeggen geen commissarissen meer te benoemen zolang de statuten van de gemeenschappelijke regeling dit nog voorschrijven. Het zal een geleidelijke ontwikkeling worden. De Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 5 van 8

gemeente Hoogeveen zal in het vervolg het standpunt innemen dat geen gemeentelijke commissarissen meer worden benoemd. Steenbergen (Gemeentebelangen) vraagt of door deze veranderingen de invloed van een enkele gemeente toeneemt. Urlings zegt dat de betrokkenheid van ambtenaren en bestuurders bij de taak van het betreffende orgaan zal verbeteren. Juist op inhoudelijk vlak is meer grip van de gemeente nodig. Dat kan nu al via een gemeenschappelijke regeling, dat is al eerder door de gemeente geconstateerd. De juridische en financiële control moeten daar los van staan. Vos merkt op dat er een overzicht van verbonden partijen in het jaarverslag staat. Urlings antwoordt dat het overzicht geen probleem is, maar wel de soort relatie die de gemeente met de partijen heeft. Dit blijkt totaal verschillend te zijn. Steenbergen vraagt of de grootste afnemer ook de meeste zeggenschap heeft. Urlings antwoordt dat bij bijna alle gemeenschappelijke regelingen in Drenthe uitgegaan wordt van het principe één gemeente, één stem. Bij nv s met gemeentelijke aandelen is de zeggenschap naar rato van de aandelen. Op de vraag van Huijgen over het budget antwoordt spreker dat dit is versleuteld in de algemene procesvoering en niet is gespecificeerd. Mogelijk dat dit een volgende keer wel kan. Huijgen vindt het belangrijk om te weten of een taak kan worden uitgevoerd. Dit kan worden beoordeeld als het bedrag bekend is. Urlings zegt dat de bedragen in de personeelsformatie zijn verwerkt. Hij zegt toe te proberen dit de volgende keer te verbijzonderen. De vraag van Steenbergen over het versterken van de rol van het college: het gaat hier om de programmasturing door het college. Het college wil vanuit de programmalijnen eerder het raakvlak met andere programma s onderkennen. Dit is nodig naast het al bestaande afstemmingsoverleg op programmaniveau. Over de vraag over de mandaatregeling zegt spreker dat de verleende mandaten eerder niet dan wel worden gebruikt. Urlings zegt geen discussie te willen over planmatige voorzieningen, dat komt bij de begroting aan de orde. Spreker neemt de suggestie over de horecagelegenheid bij het zwembad voor kennisgeving aan. Dit signaal zal ambtelijk worden bekeken in het belang van doelmatigheid en doeltreffendheid. De voorzitter geeft in tweede termijn het woord aan Hiemstra voor een reactie. Hiemstra gaat in op het principe dat in artikel 213a van de gemeentewet is opgenomen. College en raad hebben elk hun controlerende taken. Het college doet de interne controle en voor de raad doet dit de rekenkamercommissie. Dit gebeurt al enkele jaren en is dus niet geheel nieuw. De burgemeester zegt dat dit instrument wordt gebruikt om de bedrijfsvoering te verbeteren. Hiemstra vindt dit op zich prima, maar wijst erop dat in de verordening staat dat gekeken moet worden naar verbetering Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 6 van 8

van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur/beleid. Hiemstra is daarom verbaasd over de twee onderzoeken waarbij onderzoek naar toekomstig bestuur/beleid wordt gedaan. Hij noemt het onderzoek kapitaalgoederen: het college kijkt heel specifiek hoe dit nu wordt gedaan en wat kan worden verbeterd. Hiemstra noemt vervolgens de wet Puber, waarvoor al een implementatieplan is vastgesteld. Hij kan zich voorstellen dat dit plan op doelmatigheid en doeltreffendheid wordt onderzocht. Dat is wezenlijk anders dan wat nu wordt onderzocht. Is wat nu gebeurt wel in overeenstemming met de bedoeling van de artikel 213a-onderzoeken? Spreker vindt het wel terecht dat het college met de onderzoeken probeert de bedrijfsvoering te verbeteren, maar de onderzoeken zelf zijn geen onderdeel van de bedrijfsvoering. Hiemstra reageert op een aantal opmerkingen van de burgemeester. Het klopt dat het bij collegeonderzoeken om de rol van het college gaat en niet om de rol van de raad. Het scheiden van de gemeentelijke rollen bij verbonden partijen, ook ambtelijk, is terecht. De onderzoeksvraag is nu welke risico s de gemeente loopt: zijn er voldoende sturingsmogelijkheden en bezit de organisatie voldoende competenties? Spreker begrijpt dat dit onderzocht gaat worden. Hij begrijpt eveneens uit de woorden van Urlings dat de constatering dat het onderzoek onderhoudsplannen kapitaalgoederen erbij komt, terecht is. In 2008 zijn er dus vijf onderzoeken. Spreker is benieuwd naar de resultaten. Vos ondersteunt het betoog van Hiemstra en zegt dat met de twee nieuwe onderzoeken voorbij wordt gegaan aan de intentie van de artikel 213a onderzoeken. Het was beter geweest na een aantal jaren de uitvoering te bekijken om daarna tot verbeteringen te komen. Urlings zegt dat het bij de interpretatie van artikel 213a niet gaat om controle op controle. Hiemstra maakt bezwaar tegen de opmerking controle op controle. Het gaat bij collegeonderzoeken niet om controle, maar om de vraag of iets efficiënt gebeurt. Het gaat om de inzet van belastinggelden, waarbij de rechtmatigheidvraag niet aan de orde is. Dat onderzoekt de rekenkamercommissie en de accountant. Controle op controle heeft een negatieve klank, en niemand heeft dat zo bedoeld. Urlings zegt dat het college artikel 213a als onderdeel van het bedrijfsproces ziet. Dan is er namelijk de grootste kans dat de resultaten van onderzoeken in het bedrijfsproces worden opgenomen. Hiemstra noemde de 213a-onderzoeken een tegenhanger van die van de rekenkamercommissie. De burgemeester verzet zich tegen deze opvatting omdat er dan nog meer vormen van controle ontstaan. Spreker is daarom blij dat er overlappen zitten tussen de aanbevelingen van de accountant en de resultaten van de collegeonderzoeken. In de bedrijfsprocessen moet daarin een evenwicht worden gevonden. Vos zegt dat Hiemstra dit laatste niet heeft ontkend. Het is logisch bij nieuwe onderwerpen een goed implementatieplan te hebben. Het gaat spreker erom te kijken naar de zaken die al langer spelen: wat kan daar worden verbeterd? Dat is vooral een efficiencyvraag die niet door de accountant wordt beantwoord. Volgens Vos moet het Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 7 van 8

college daar meer op inspelen. Hij vraagt de burgemeester of deze het op dat punt met hem eens is. Urlings antwoordt bevestigend. Vos zegt dat de wet Puber dan niet in het onderzoeksprogramma thuishoort. Huijgen vindt dat de verordening moet worden uitgevoerd. Dat betekent dat elke gemeentelijke taak eens in de acht jaar aan een dergelijk onderzoek wordt onderworpen. Hiemstra zegt dat dit een bekende discussie is waarin ook mevrouw Poutsma zich geroerd heeft. Geconstateerd werd toen dat het onderzoeken van alle taken te omvangrijk was. Spreker is daarom nu van mening dat het mooi is als de geplande onderzoeken worden uitgevoerd. Hiemstra doet daarom een appel op het college om die onderzoeken uit te voeren die overeenkomen met de intentie van het artikel. Vos wijst nogmaals op artikel 213a en de werkgroep die zich daar ooit over heeft gebogen in verband met financiële vernieuwing. Er werd toen expliciet gesproken over hoe de gemeente met artikel 213a om zou moeten gaan. Dat gebeurde op een zorgvuldige manier en spreker wil dit graag zo houden. Hij heeft niet willen suggereren dat het nu anders gaat. De voorzitter rondt de bespreking van dit punt af. TOEZEGGING Burgemeester Urlings zegt toe dat getracht gaat worden het budget voor collegeonderzoeken de volgende keer expliciet aan te geven. Burgemeester Urlings zegt toe dat het onderzoek onderhoudsplannen kapitaalgoederen als vijfde onderzoeksonderwerp wordt toegevoegd aan de collegeonderzoeken 2008. 3. Rondvraag Er zijn geen punten voor de rondvraag. De voorzitter sluit hiermee het informatieve blok af. Verslag Informeren Raadzaal 10 januari 2008 8 van 8