Projectwijzer: Pokeren

Opleiding: APPLICATIEONTWIKKELAAR Crebo: 95311 Projectwijzer: Pokeren Versie: 1.0 Colofon ICT College onderdeel van het ROC Teraa Helmond Foto s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat het niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties zijn geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met het ICT College. 2014 ICT College onderdeel van het ROC Teraa Helmond

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Beroepscontext 3. Project fasering 3.1 Inception 3.2 Elaboration 3.3 Construction 3.4 Transition 4. Reflectie en Evaluatie Bijlagen Bijlage 1. Reflectieverslag Bijlage 2. Sjabloon Plan van Aanpak

1. Inleiding Beste student, Voor je ligt Projectwijzer 100 (PW100), een routebeschrijving die je de komende weken de weg wijst door een project. De opleiding die je gaat volgen is competentiegericht, vandaar CGO: Competentie Gericht Onderwijs. Kennis, vaardigheden, een goede (werk)houding en je ambitie vormen samen de garantie dat je geschikt bent voor je (beroeps)taak. Je bent dan competent. Dat betekent dat je tijdens je opleiding gaat werken in realistische beroepssituaties. Kennis, vaardigheden en houding leer en ontwikkel je het beste door ze meteen toe te passen in de (gesimuleerde) beroepspraktijk. Naast vakinhoudelijke kennis en vaardigheden raak je ook vertrouwd met bijvoorbeeld het werken in teamverband, nauwkeurig blijven werken onder tijdsdruk en een oplossing zoeken voor problemen. Een wezenlijk onderdeel van je functioneren is het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Je bent zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop je studie verloopt en de resultaten die je behaalt. Je werkt gedurende je opleiding aan tal van competenties, net zolang tot je in staat bent te functioneren als een beginnende beroepsbeoefenaar. Begeleiders op school en in de praktijk zullen je op allerlei manieren coachen en terzijde staan. In deze projectwijzer (PW) ben je betrokken bij het ontwikkelen van een Game gebaseerd op het pokerspel.

2. Beroepscontext Een plaatselijk casino wil graag het spel Pokeren wat meer onder de aandacht brengen van de mensen. Ze hebben het plan op gevat om een aantal Poker gerelateerde games te laten maken en deze uit te brengen. Het casino heeft jou gevraagd om een opzet van een eerste spel te maken, een prototype. Globaal is de loop van de Game bekend. Het is een zogenaamd Jack High variant van het Pokeren. De (enige) speler zet een bedrag in. Hij krijgt een Pokerhand (5 kaarten) gedeeld. Hij mag dan maximaal 3 kaarten inruilen. Dan wordt bekeken wat hij heeft. Aan de hand van het in eerste instantie ingezet bedrag en een vermenigvuldigingstabel krijgt de speler uitbetaald of is hij zijn inzet kwijt. Er moet een Windows Form Applicatie (met echte kaart plaatjes) worden gemaakt. Daarnaast dient een goede helpfunctie in het spel aanwezig te zijn. De game moet voorzien zijn van het logo van het plaatselijke casino, om zo de bekendheid van het casino te vergroten. Hoewel je een beginnend Applicatieontwikkelaar bent, wil je deze uitdaging graag aangaan. Zo kun je snel ervaring opdoen met het ontwikkelen van applicaties Er wordt van jou veel eigen creativiteit verwacht.

3. Projectfasering Net zoals de professional voer je dit project uit in vier fasen: 1. Inception: Je oriënteert je op deze opdracht. Met jouw begeleider, die als opdrachtgever fungeert, bespreek je de zaken. Als iets niet duidelijk is, vraag je wat de opdrachtgever precies wil hebben. Ook onderzoek je de haalbaarheid van dit project. Wat mis je aan technische mogelijkheden om dit project te kunnen uitvoeren? Op basis van het oriënterende gesprek formuleer je de precieze opdracht en je legt dat vast in een Plan van Aanpak met daarin de uit te voeren werkzaamheden. Dit leg je voor aan je opdrachtgever. 2. Elaboration: De specificaties liggen vast in de opdracht. Werk die verder uit tot een Functioneel Ontwerp (FO). Dit ontwerp leg je ter goedkeuring voor aan je opdrachtgever. Je vertaalt het Functionele Ontwerp naar een Technisch Ontwerp, waarin staat beschreven hoe het product gemaakt moet worden. Verder onderzoek je welke softwaretools je nodig hebt om het product te kunnen ontwikkelen. 3. Construction Je realiseert en test het product. 4. Transition: Je demonstreert en presenteert het product aan je opdrachtgever. Daarnaast doe je ook nog een reflectie of evaluatie: wat ging goed, wat kan beter? In deze projectwijzer doorloop je samen met je medestudent de fasen stap voor stap.

3.1 Inception - van Idee tot opdracht tot plan en planning Doel van deze fase Opstellen van de projectopdracht (het document van eisen en wensen) aan de hand van een globale projectomschrijving. Haalbaarheid nagaan van onder andere de eigen kennis om dit project uit te voeren. Als student kun je vaststellen welke leervragen er zijn en daar moet door de vakdocenten op ingespeeld worden tijdens de instructielessen c.q. workshops. Het leren opstellen van een plan van aanpak Om te achterhalen wat de opdrachtgever nu precies wil, moet je een gesprek met hem voeren. Bereid samen met je medestudent een gesprek voor om de wensen van de opdrachtgever boven water te krijgen. De informatie die de opdrachtgever geeft, noteer je en gebruik je als uitgangspunt voor het vervolg van het project. Je begeleider is je opdrachtgever. Je onderzoekt de haalbaarheid van dit project. Beschikken jij en je mede student nu over voldoende kennis en vaardigheden om dit project te kunnen overzien? Ga na waar je leervragen liggen en treed hierover in overleg met je begeleider. Het voorstel voor het product van jullie bevalt de opdrachtgever en hij wil er graag mee verder. Het project is van start! Bij het ontwikkelen van applicaties is het gezegde eerst denken, dan doen erg van toepassing. Daarom wordt in deze fase een stuk denkwerk gedaan. Het resultaat van hiervan wordt vastgelegd in het Plan van Aanpak (PVA). De docent(en) kunnen je voorzien van een sjabloon voor een PVA. De ontbrekende stukken dienen door jullie projectgroep aangevuld te worden, zodat er een compleet plan voor jullie project ontstaat. De opdrachtgever wenst in het Plan van Aanpak ook een grafische planning waarin het verloop van het totale project is weergegeven. De schematische weergave van de invoer en uitvoer van deze fase is hieronder weergegeven. Projectdossier Aan het einde van het project moet er een volledig projectdossier zijn. Hierin zijn alle projectdocumenten opgenomen, zoals besluiten en actielijsten, opdrachten, urenverantwoordingen, enzovoorts. De schematische weergave van de invoer en uitvoer van deze fase is hieronder weergegeven. Projectidee Oriëntatie Projectopdracht Definitie Specificatie Bronnen http://wizardofodds.com/games/video-poker/

IN TE LEVEREN PRODUCTEN Fasedocument met daarin: Groep(2): vragenlijst en aantekeningen gemaakt tijdens het gesprek Groep(2): beschrijving van de projectopdracht en de haalbaarheid hiervan. Groep(2): start van het projectdossier Individueel: logboek/urenverantwoording Plan van Aanpak met een grafische planning Toetsvoorstel Geen Beoordeling werkproces 1.1 : Stelt de vraag en/of informatiebehoefte vast Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren M. Analyseren Je maakt de juiste afwegingen op basis van de verzamelde informatie en ordent deze. N. Onderzoeken Je informeert bij de opdrachtgever wat zijn wensen zijn. Evalueren en beoordelen Verslag met betrekking tot functionaliteit en haalbaarheid Beschrijving van de projectopdracht Start Projectdossier 1.2 : Maakt een Plan van Aanpak Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren NO-GO DatumBegeleider Paraaf + opmerkingen J. Formuleren en rapporteren Je schrijft een volledig, correct en overzichtelijk Plan van Aanpak. Q. Plannen en organiseren Je plant de activiteiten in een logische volgorde en houdt hierbij rekening met mensen en middelen. Evalueren en beoordelen GO Datum Begeleider Paraaf Onvoldoende Voldoende Goed Onvoldoende Voldoende Goed Aangevuld Plan van Aanpak met een grafische planning Aangevuld projectdossier NO-GO DatumBegeleider Paraaf + opmerkingen GO Datum Begeleider Paraaf

3.2 Elaboration - Van Plan van Aanpak tot Functioneel Ontwerp naar Technisch Ontwerp Doel van de fase De functionele specificaties vastleggen Het maken van de lay-out van de diverse forms Het vastleggen van de navigatiestructuur Het ontwerpen van een logo voor het spel Vertalen van de functionele specificaties naar een technisch uitvoering Inrichten van een ontwikkelomgeving Je weet inmiddels wat de wensen en eisen van de opdrachtgever zijn. Je gaat nu een ontwerp maken van de structuur van het programma. Je ontwerpt de diverse formulieren en legt de navigatie tussen de formulieren vast, zonder je nog met de technische details bezig te houden. Je mag daar je eigen creativiteit inleggen. Dat vraagt de opdrachtgever je ook. Je gaat dit ontwerp voorleggen aan je opdrachtgever. Deze zal zijn mening hierover geven. Eventuele aanpassingen verander je in het ontwerp. Natuurlijk ga je wat zaken alvast met C sharp uitproberen. Je hebt immers nog niet veel ervaring met C Sharp. In de praktijk wordt vaak, zeker bij kleine projecten, op basis van trial and error snel een prototype van een applicatie gebouwd. Dit noemen we rapid application design (RAD). Je Functioneel Ontwerp beschrijft wat de applicatie moet kunnen en doen. In het Technisch Ontwerp wordt aangegeven hoe het een en ander technisch gerealiseerd moet worden. In jouw situatie is dat lastig. Je hebt immers nog geen ervaring hiermee. In de workshops en lessen heb je al kennis gemaakt met het werken met C Sharp en je oefent hiermee om wat zaken uit te proberen. Verder onderzoek je wat je aan software nodig hebt om de applicatie te kunnen bouwen. De schematische weergave van de invoer en uitvoer van deze fase is hieronder weergegeven. Goedgekeurde Ontwerp Functioneel Ontwerp Technisch Ontwerp Plan van Aanpak IN TE LEVEREN PRODUCTEN Fasedocument met daarin: Groep(2): een goedgekeurd Functioneel Ontwerp Groep(2): een goedgekeurd logo Groep(2): aangevuld projectdossier Individueel: logboek/urenverantwoording Individueel:Ingerichte ontwikkelomgeving Groep(2): het Technisch Ontwerp Groep(2): aangevuld projectdossier Individueel: logboek/urenverantwoording Toetsvoorstel Geen

Beoordeling werkproces 1.3 : Levert een bijdrage aan een functioneel ontwerp Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren H. Overtuigen en beïnvloeden Je komt actief met ideeën die aansluiten bij de wensen van de klant. I. Presenteren Je legt op een begrijpelijke wijze het ontwerp uit aan de klant. J. Formuleren en rapporteren Je stelt een volledig en goed leesbaar Functioneel Ontwerp op. 1.4 : Maakt een technisch ontwerp Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren J. Formuleren en rapporteren Je stelt een nauwkeurig en goed leesbaar Technisch Ontwerp op M. Analyseren Je zorgt dat je voldoende en de juiste informatie hebt voor het opstellen van een ontwerp. Je Technisch Ontwerp sluit aan bij je Functioneel Ontwerp. Q. Plannen en organiseren Je brengt de activiteiten, werkzaamheden, benodigde tijd, mensen en middelen voor het opleveren van het Technisch Ontwerp in kaart. 1.5 Richt de ontwikkelomgeving in Competentiebeoording Prestatie indicatoren L. Materialen en middelen inzetten Je zorgt voor de juiste hard- en software voor de ontwikkelomgeving. S. Kwaliteit leveren Je bewaakt de kwaliteit van de ontwikkelomgeving. Onvoldoende Voldoende Goed Onvoldoende Voldoende Goed Onvoldoende Voldoende Goed Evalueren en beoordelen Een functionele beschrijving van de applicatie Een ontwerp van een logo Technisch ontwerp Ingerichte ontwikkelomgeving Aangevuld projectdossier NO-GO Datum Begeleider Paraaf + opmerkingen GO Datum Begeleider Paraaf

3.3 Construction fase - Van ontwerp naar informatiesysteem Doel van de fase Het bouwen van de applicatie middels C Sharp volgens het ontwerp Het testen van de applicatie op de juiste werking Teksten in de applicatie in correct Nederlands! Je hebt inmiddels wat kennis en ervaring opgedaan met C Sharp en je gaat nu de applicatie bouwen. Zoek, in overleg met je begeleider, een goede (gratis) code-editor op het internet. Test de applicatie met verschillende besturingssystemen en onderzoek waar eventuele verschillen zijn in de presentatie, installatie van de applicatie. De schematische weergave van de invoer en uitvoer van deze fase is hieronder Weergegeven. Goedgekeurd Realisatie Werkend Informatiesysteem Bronnen www.microsoft.com www.codeproject.com visual studio IN TE LEVEREN PRODUCTEN Fasedocument met daarin: Groep(2): goed werkende applicatie en installatieprogramma Groep(2): aangevuld projectdossier Individueel: logboek/urenverantwoording Toetsvoorstel nvt

Beoordeling werkproces 2.2 : Realiseert een applicatie Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren M. Analyseren Je vertaalt de informatie uit het ontwerp naar de juiste oplossingen. Q. Plannen en organiseren Je voert de werkzaamheden en activiteiten volgens de planning uit. V. Met druk en tegenslag omgaan Je werkt effectief en productief. Je laat je niet uit het veld slaan! 2.5 Test het ontwikkelde product Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren J. Formuleren en rapporteren Je houdt gedurende het testen documentatie nauwkeurig bij. O. Creëren en innoveren Je beoordeelt het testen kritisch en overweegt of er mogelijke aanpassingen doorgevoerd moeten worden. Onvoldoende Voldoende Goed Onvoldoende Voldoende Goed Evalueren en beoordelen Gerealiseerde en geteste webapplicatie Aangevuld projectdossier NO-GO Datum Begeleider Paraaf + opmerkingen GO Datum Begeleider Paraaf

3.4 Transition - Van leverancier naar opdrachtgever - Doel van de fase Het demonstreren van de producent aan de opdrachtgever. Tijdens het bouwen test je het product regelmatig op de juiste werking. Als alles goed gaat, maak je een afspraak met de opdrachtgever om het product te demonstreren. Bereid je goed voor op deze demonstratie. Overtuig je ervan dat alles goed werkt! De opdrachtgever zal tijdens of na de demonstratie nog opmerkingen en vragen hebben. Noteer deze zaken en overleg met de opdrachtgevers of het product eventueel nog aanpassing nodig heeft. Alle materialen, die je tijdens dit project verzameld hebt, voeg je bij elkaar tot een projectdossier, een (digitale) portfolio. Portfolio In een portfolio kun je altijd laten zien wat je gemaakt hebt tijdens je opleiding. Je hoeft hier natuurlijk niet elk document in te zetten. Maak een verstandige selectie van relevante documenten. Een deel van de opdrachten die je gedurende de opleiding zult maken, kun je niet op papier zetten. Als alternatief bewijsmateriaal kun je denken aan een database of een applicatie of website. Al deze zaken vormen dan samen je portfolio. De schematische weergave van de invoer en uitvoer van deze fase is hieronder weergegeven. Werkend Opleveren Geaccepteerd informatiesysteem Informatiesysteem IN TE LEVEREN PRODUCTEN Fasedocument met daarin: Groep(2): een demonstratie van het prototype van het product Groep(2): aangevuld projectdossier Individueel: portfolio Individueel: logboek/urenverantwoording Toetsvoorstel Geen

Beoordeling werkproces 3.2 : Stelt een acceptatietest op en voert deze uit. Competentiebeoordeling: Prestatie indicatoren D. Aandacht en begrip tonen Je luistert goed naar de opmerkingen en vragen van de opdrachtgever met begtrekking tot de applicatie. K. Vakdeskundigheid toepassen Je legt de werking van de applicatie duidelijk aan de opdrachtgever uit. Onvoldoende Voldoende Goed Evalueren en beoordelen Een geaccepteerde applicatie Aangevuld projectdossier NO-GO Datum Begeleider Paraaf + opmerkingen GO Datum Begeleider Paraaf

4. Reflectie en evaluatie - Hoe doen we het de volgende keer? - Doel van de fase Reflectie op eigen functioneren tijdens het project. Het project is af. De opdrachtgever heeft het prototype van de applicatie goedgekeurd. Hij is daar zo tevreden over, dat je wellicht te zijner tijd een volgende opdracht krijgt om de applicatie verder uit te breiden met productinformatie. In de toekomst wil hij immers een echte applicatie. Nu is het tijd om te kijken wat er goed en minder goed ging tijdens het project. Je evalueert het project. Om dat goed te kunnen doen, moet je een persoonlijk reflectieverslag schrijven. In een reflectieverslag kijk je terug op je gedrag en handelen tijdens het project. Een reflectieverslag bestaat uit verschillende onderdelen. De vragen uit bijlage 1 kunnen je daarbij helpen. De belangrijkste vragen zijn: wat ging er goed en wat kan er worden verbeterd? Hoe was je persoonlijk functioneren? De schematische weergave van de invoer en uitvoer van deze fase is hieronder weergegeven. Reflectie en Nazorg Verbeterpunten en leerdoelen terugkoppeling IN TE LEVEREN PRODUCTEN Fasedocument met daarin: Groep(2): afgerond projectdossier Individueel: reflectieverslag Individueel: portfolio Individueel: logboek/ urenverantwoording Bronnen bijlage 1: Reflectieverslag http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/jezelf-ontwikkelen Klik op: Reflecteren en zelfreflectie Toetsvoorstel Criteriumgericht interview Functioneringsgesprek

Evalueren en beoordelen Een reflectie verslag Afgerond projectdossier NO-GO Datum Begeleider Paraaf + opmerkingen GO Datum Begeleider Paraaf

Bijlage 1 Reflectieverslag In een aantal gevallen zal van je gevraagd worden om door middel van een reflectieverslag aan te tonen dat je competent gehandeld hebt. Vakmatig: Projectmatig werken Hoe ging het samenwerken? Met het andere lid van de projectgroep en met de begeleider? Wat vond je van het project? Interessant, saai of iets anders? Wat vond je moeilijk/makkelijk? Leg dit uit. Vakmatig: Kunnen plannen van eigen werkzaamheden Wist je altijd wat er gedaan moest worden? Hoe ging je om met zaken die je niet begreep of die niet duidelijk waren? Was al het werk volgens planning af? Vakmatig: Software Hoe ging het ontwerpen van het product? Hoe heb je dat gedaan? Wat heb je ervan geleerd? Hoe ging het bouwen van het product middels Csharp? Hoe heb je dat gedaan? Wat kon er beter? Wat heb je er van geleerd? Weet je nu voldoende van C Sharp om in de toekomst applicaties te bouwen? Persoonlijk Wat zijn je sterke punten? Bijvoorbeeld: plannen, organiseren, samenwerken, afspraken nakomen, schrijven, vakmatige zaken, etc. Wat zijn zaken die je nog moet leren? Bijvoorbeeld: plannen, organiseren, samenwerken, afspraken nakomen, schrijven, vakmatige zaken, etc. Communiceren Was je Nederlands altijd correct? Hoe ging het schrijven van de zelfevaluatie? Hoe ging het overleg? Met de andere leden van de projectgroep en de begeleider? ECDL competenties Beheers je Word / Excel / PPT voldoende om verslagen, rapporten en presentaties te maken?