Thema school. Deze werkbundel is van:



Vergelijkbare documenten
de bal het secretariaat de fietsenstalling het toilet het toiletpapier de trap

door Sanne Pittomvils Werkbundel Thema School Basiswoordenschat Doewoorden

Leesboekje de school

de pen het boek de map de leerling de meester

Welkom in de EERSTE klas

Thema beroepen. Deze werkbundel is van:

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

FIJNMOTORIEK + VORMGEVING. Vervolledig de figuren. Juf, mag ik overvaren?

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?

KOSTELOOS ONDERWIJS. De school moet alle materialen die nodig zijn om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen te

Antwerpen, 4 september Geachte ouders,

Knutselmap 1. De basis

Heist-op-den-Berg, 28 juni 2013

Néerlandais. Schoolmateriaal WOORDENSCHAT. Prépositions utiles. met avec op. sur in. dans.

WERKBLAD mijn landschap

Heb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen.

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

De modellijst. Wat heb je nodig voor het nieuwe schooljaar?

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

K 1 Symmetrische figuren

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

Uitgeverij Schoolsupport

WOORDEN VERANDEREN. grap. glas. kras. grijs NIEUWE WOORDEN MAKEN. sterk - kers. ster. Kies een woord uit het woordpakket. gras -

ROL, SCHUIF EN BEDEK. MEER DOBBELSTEENWERKBLADEN? Kijk op heutinkvoorthuis.nl AANTAL SPELERS: 2-4

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Lessuggesties creatieve lessen groep 1-2. Onderwaterwereld tekenen. Over de lessuggesties. Nodig: Voorbereiding: Uitvoering:

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Li Lefebure & Margot Senden

G 1 Tangram: figuren leggen

maakt zijn boekentas klaar

de kinderen hier om elkaar te gebruiken als de massa mensen, ze kunnen door elkaar heen lopen en elkaar begroeten etc.).

Verschillende ouders vragen ons een overzicht van de schoolbenodigdheden zodat ze dit materiaal voor de drukte van de eerste schoolweek kunnen kopen.

1. Neem van het derde woord op het gele bord, de tweede letter. 2. Neem van het eerste woord op dit bord, de derde letter.

GOOCHELEN MET WOORDEN

Begrijpend lezen. E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1. Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen:

Hoe werkt een balpen?

1

Vollenhove Wonen op een havezate

Zijn mijn boterhammen op, toon ik mijn brooddoos aan de juf/meester en vraag toestemming om de zaal te verlaten.

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

Rekentijger - Groep 4 Tips bij werkboekje A

Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

De lengtematen. Naam:...

Vlinder maken met een koffiefilter

Kleuren met getallen Afbeeldingen weergeven

Reis naar andere hemellichamen

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9, Hoeveel blokjes tel je? Wijs het juiste cijfer aan

Over taaie taboes en lastige liefdes

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

lesbrieven avonturenpakket de uitvinders en het zonnewiel leerlingenbestand Lesbrief 1: Opdracht 1: Maak een energieweb

Stap Vooruit 1. Hoe ga jij naar school? Start Veilig lopen. Les 1 Dit ontdek je: groep 4

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN HET ZONNEWIEL

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

2. Auditieve Synthese: A: Lettergrepen samenvoegen tot een woord. B: Letters samenvoegen tot een woord.

Hoofdstuk 4: HOEKEN. 4.5 Overstaande hoeken, aanliggende hoeken en nevenhoeken

bijlagen groep 5 en 6

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Speelplaats. 1) Ik hoor de bel - Ik ga vlug naar de klas of naar mijn rij. - Ik sta stil en ik zwijg. - In de gang ben ik rustig.

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

ONS SCHOOLREGLEMENT VOOR DE LEERLINGEN

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

oefenbundel voor het tweede leerjaar

Auditieve oefeningen. Boek van de week: Verhaalbegrip: Taalbewustzijn:

DIGIPRENTSERIE: DE SNOEPSLANG

Testboekje voor groep 4

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Wij samen. méér dan gewoon! Kleuterschool

Wild Beest. Opdrachtenboekje. Basisonderwijs groep 5 t/m 8

Het klaslokaal van de toekomst Van: Kiet Joran Collin Daan Van de groene hoek in Maassluis

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Lesideeën groep 3 en 4

Kangoeroewedstrijd editie Koala: jaargang 2012, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Betsie is nog maar een kind!

RAAR, MAAR WAAR! LESSUGGESTIE KINDERBOEKENWEEK 2015

Module 1: boekenhoek. Module 2: rood Module 3: groen Module 4: blauw. ALGEMENE INFO: Koters&Co bestaat uit 4 modules: INHOUD MODULE: OPSTELLING

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven.

Kraters slaan. Rekenoefening groep 5&6. Doel. Materiaal. Voorbereiding. Beschrijving. groep 5&6 - Kraters slaan

SCHOOLPAKKET. Verjaardagskalender Kapstok - & boekenstaskaartjes Takenkaartjes Hoeken van de klas

Programma Nederlands Praten

Elektriciteit! Om van te bibberen! Of niet? Klas: Namen: Elektriciteit Om van te bibberen! Of niet? Stephanie Vermeulen (2 BALO WPL) 1

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

getallenfeest 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, je hebt alle getallen gezien. 11 en 12 er ook nog bij zij sluiten de rij.

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

Auditieve oefeningen begin schooljaar. Hakken en plakken

(lagere school) 1. Terug naar school: vrijdag 1 september 2017

* Hoe werkt de tijd? Zonnewijzer maken *

BENODIGDHEDEN

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

A f s p r a k e n K l e u t e r s

Speurtocht Wandelen met Licht. Naam leerling:...

Natuurtentoonstelling

Transcriptie:

Deze werkbundel is van:

VOORWERPEN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de boekentas: de lijm: de klok: de lat:

VOORWERPEN TELLEN Correctiesleutel Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de boekentas: 13 x de lijm: 2 x de klok: 8 x de lat: 12 x

VOORWERPEN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de lamp: de gom: de verf: de stoel: het potlood:

VOORWERPEN TELLEN Correctiesleutel Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de lamp: 15 x de gom: 15 x de verf: 1 x de stoel: 7 x het potlood: 0 x

VOORWERPEN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de plakband: de kleurpotloden: de slijper: de schaar: de balpen:

VOORWERPEN TELLEN Correctiesleutel Tel hoeveel je er ziet van elk voorwerp. Noteer het aantal achter de juiste benaming. de plakband: 5 x de kleurpotloden: 6 x de slijper: 4 x de schaar: 1 x de balpen: 18 x

OMCIRKELEN Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel daarna elk voorwerp waarmee je kan kleuren. Kies uit de volgende benamingen: schaar, boek, slijper, boekentas, sleutels, wasco s, lat, balpen, potlood, fluostift, boek, kleurpotloden, bal.

OMCIRKELEN correctiesleutel Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel daarna elk voorwerp waarmee je kan tekenen. Kies uit de volgende benamingen: schaar, boek, slijper, boekentas, sleutels, wasco s, lat, balpen, potlood, fluostift, boek, kleurpotloden, bal. kleurpotloden schaar potlood balpen slijper boekentas sleutels boek fluostift stiften bal wasco s lat

OMCIRKELEN Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel daarna elk voorwerp waarop je kan zitten. Kies uit de volgende benamingen: plant, map, bureau, agenda, tafel, vuilbak, kalender, bal, stoel, pennenzak, klok, boterham, afbeelding.

OMCIRKELEN Correctiesleutel Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel daarna elk voorwerp waarop je kan zitten. Kies uit de volgende benamingen: plant, mapje, bureau, agenda, tafel, vuilbak, kalender, bal, stoel, pennenzak, klok, boterham, afbeelding. bal vuilbak pennenzak agenda mapje klok stoel bureau kalender tafel afbeelding boterham plant

OMCIRKELEN Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel alle voorwerpen waar je iets kan in leggen. Kies uit de volgende benamingen: boekentas, handdoek, geodriehoek, lat, penceel, kast, muur, lamp, bureau, mapje, vuilbak, pennenzak.

OMCIRKELEN Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel alle voorwerpen waar je iets kan in leggen. Kies uit de volgende benamingen: boekentas, handdoek, geodriehoek, lat, penceel, kast, muur, lamp, bureau, mapje, vuilbak, pennenzak. vuilbak lat mapje geodriehoek lamp pennenzak kast bureau penceel handdoek muur boekentas

OMCIRKELEN Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel alle voorwerpen waarmee je kan knutselen. Kies uit de volgende benamingen: schaar, lijm, computer, rekenmachine, penceel, verf, papier, lat.

OMCIRKELEN Correctiesleutel Schrijf bij elke afbeelding de juiste benaming. Omcirkel alle voorwerpen waarmee je kan knutselen. Kies uit de volgende benamingen: schaar, lijm, computer, rekenmachine, penceel, verf, papier, lat. penceel schaar papier lat lijm computer verf rekenmachine

Wat hoort er niet thuis? Link elke afbeelding aan de juiste benaming. Doorstreep daarna de afbeelding die niet in het rijtje thuishoort. de verf het potlood de vulpen de balpen het bureau het krijt het bord de bordveger de tafel de bank de kapstok de stoel het mapje de map de boekentas het schrift

Wat hoort er niet thuis? Correctiesleutel Link elke afbeelding aan de juiste benaming. Doorstreep daarna de afbeelding die niet in het rijtje thuishoort. de verf het potlood de vulpen de balpen Met verf kan je niet schrijven. het bureau het krijt het bord de bordveger Het krijt en de bordveger horen bij het bord. Een tafel, een stoel en de bank vind je in de klas. de tafel de bank de kapstok de stoel het mapje de map de boekentas het schrift Een boekentas is niet gemaakt van papier.

Wat hoort er niet thuis? Link elke afbeelding aan de juiste benaming. Doorstreep daarna de afbeelding die niet in het rijtje thuishoort. de paperclip de lijm de plakband de gom het papier het penceel het potlood de verf de pennenzak de boekentas het mapje het papier de lavabo de gieter het toilet de handdoek

Wat hoort er niet thuis? Link elke afbeelding aan de juiste benaming. Doorstreep daarna de afbeelding die niet in het rijtje thuishoort. de paperclip de lijm de plakband de gom Met een gom kan je niets vastmaken. het papier het penceel het potlood de verf Een potlood heb je niet nodig om te schilderen. de pennenzak de boekentas het mapje het papier In een papier kan je niets leggen. de lavabo de gieter het toilet de handdoek Uit een lavabo, toilet en een gieter komt water.

PLAATSBEPALING Geef de kinderen de juiste kleur. In de onderste rij: -Kleur het eerste kindje geel. -Kleur het middelste kindje groen. -Kleur het laatste kindje rood. -Kleur het voorlaatste kindje oranje. In de bovenste rij: -Kleur het tweede kindje blauw. -Kleur het derde kindje paars.

PLAATSBEPALING Correctiesleutel Geef de kinderen de juiste kleur In de onderste rij: -Kleur het eerste kindje geel. -Kleur het middelste kindje groen. -Kleur het laatste kindje rood. -Kleur het voorlaatste kindje oranje. In de bovenste rij: -Kleur het tweede kindje blauw. -Kleur het derde kindje paars.

PLAATSBEPALING Geef de kinderen de juiste kleur en voer de opdrachten uit. -Kleur het eerste kindje zwart. -Kleur het middelste kindje groen. -Kleur het laatste kindje blauw. -Kleur het vierde kindje rood. -Kleur het tweede kindje paars. -Teken een kruisje boven het derde kindje. -Teken een lijn onder het vijfde kindje. -Teken een cirkel om het kindje langs het eerste kindje. -Teken een kruisje onder het kindje voor het vijfde kindje. -Teken een lijn boven het kindje na het tweede kindje.

PLAATSBEPALING Correctiesleutel Geef de kinderen de juiste kleur en voor de opdrachten uit. -Kleur het eerste kindje zwart. -Kleur het middelste kindje groen. -Kleur het laatste kindje blauw. -Kleur het vierde kindje rood. -Kleur het tweede kindje paars. -Teken een kruisje boven het derde kindje (1). -Teken een lijn onder het vijfde kindje (2). -Teken een cirkel om het kindje langs het eerste kindje (3). -Teken een kruisje onder het kindje voor het vijfde kindje (4). -Teken een lijn boven het kindje na het tweede kindje (5). (3) (1) (5) (4) (2)

PLAATSBEPALING Voer de opdrachten uit. -Kleur het eerste raam van de bus groen. -Kleur het middelste raam van de bus blauw. -Zet een kruisje in het laatste raam van de bus. -Kleur 2 potloden. -Schrijf je naam op het boek. -Teken een kindje in het raam rechts van het derde raam. -Teken een boekentas in het raam links van het derde raam.

PLAATSBEPALING Correctiesleutel Voer de opdrachten uit. -Kleur het eerste raam van de bus groen. -Kleur het middelste raam van de bus blauw. -Zet een kruisje in het laatste raam van de bus (1). -Kleur 2 potloden. -Schrijf je naam op het boek (2). -Teken een kindje in het raam rechts van het derde raam (3). -Teken een boekentas in het raam links van het derde raam (4). (2) (3) (1) (4)

2 x Kijk goed naar de voorwerpen. Omcirkel welk voorwerp je 2 keer ziet? Welk voorwerp zie je 2 keer? Kies uit: de klok, de tafel, de balpen, de boekentas, het penceel, de verf, de schaar, de kleurpotloden, de bal, de gom, de stoel, het krijt, het boek, het potlood.

2 x Correctiesleutel Kijk goed naar de voorwerpen. Omcirkel welk voorwerp je 2 keer ziet? Welk voorwerp zie je 2 keer? Kies uit: de klok, de tafel, de balpen, de boekentas, het penceel, de verf, de schaar, de kleurpotloden, de bal, de gom, de stoel, het krijt, het boek, het potlood.

2 x Kijk goed naar de voorwerpen. Omcirkel welk voorwerp je 2 keer ziet? Welk voorwerp zie je 2 keer? Kies uit: de klok, de tafel, de balpen, de boekentas, het penceel, de verf, de schaar, de kleurpotloden, de bal, de gom, de stoel, het krijt, het boek, het potlood.

2 x Correctiesleutel Kijk goed naar de voorwerpen. Omcirkel welk voorwerp je 2 keer ziet? Welk voorwerp zie je 2 keer? Kies uit: de klok, de tafel, de balpen, de boekentas, het penceel, de verf, de schaar, de kleurpotloden, de bal, de gom, de stoel, het krijt, het boek, het potlood.

Wat hoort bij elkaar? Schrijf bij elk voorwerp de juiste benaming. Link daarna telkens de twee voorwerpen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: tafel, agenda, boekentas, toiletpapier, bord, stoel, krijt, toilet, gieter, plant, penceel, verf, mapje, papier.

Wat hoort bij elkaar? Correctiesleutel Schrijf bij elk voorwerp de juiste benaming. Link daarna telkens de twee voorwerpen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: tafel, agenda, boekentas, toiletpapier, bord, stoel, krijt, toilet, gieter, plant, penceel, verf, mapje, papier. toiletpapier stoel krijt tafel papier mapje toilet gieter agenda boekentas bord plant verf penceel

Wat hoort bij elkaar? Schrijf bij elk voorwerp de juiste benaming. Link daarna telkens de twee voorwerpen die bij elkaar horen aan elkaar. Kies uit de volgende benamingen: schakelaar, eetzaal, gom,lamp, kapstok, gang, boterham, deur, bal, speelplaats, sleutel, potlood.

Wat hoort bij elkaar? Correctiesleutel Schrijf bij elk voorwerp de juiste benaming. Link daarna telkens de twee voorwerpen die bij elkaar horen. Kies uit de volgende benamingen: schakelaar, eetzaal, gom,lamp, kapstok, gang, boterham, deur, bal, speelplaats, sleutel, potlood. gom eetzaal lamp kapstok bal gang potlood deur boterham schakelaar sleutels speelplaats

Juist of fout? Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De slijper is oranje. De stoel heeft 4 poten. Het meisje speelt op de boom. De plakband is op. Aan de kapstok hangt een jas. De deur is dicht.

Juist of fout? Correctiesleutel Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De slijper is oranje. De stoel heeft 4 poten. x x Het meisje speelt op de boom. De plakband is op. Aan de kapstok hangt een jas. x x x De deur is dicht. x

Juist of fout? Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De klok heeft 2 wijzers. Het schrift is groen. Er steekt een lat in de pennenzak. Er komt water uit de gieter. De plant heeft 4 blaadjes. De agenda is open.

Juist of fout? Correctiesleutel Lees elke zin aandachtig. Zet daarna een kruisje in de juiste kolom. Juist Fout De klok heeft 2 wijzers. Het schrift is groen. x x Er steekt een lat in de pennenzak. Er komt water uit de gieter. De plant heeft 4 blaadjes. De agenda is open. x x x x

Wat is juist? Duid het juiste antwoord aan. het potlood het penceel de slijper de stiften de kleurpotloden de wasco s de slijper het penceel de vulpen de stiften de wasco s De kleurpotloden de markeerder het potlood de kleurpotloden de slijper de markeerder de slijper het potlood het penceel de balpen de balpen het penceel de slijper

Wat is juist? Duid het juiste antwoord aan. x het potlood het penceel de slijper x de stiften de kleurpotloden de wasco s de slijper het penceel x de vulpen de stiften x de wasco s De kleurpotloden de markeerder het potlood x de kleurpotloden de slijper x de markeerder de slijper het potlood x het penceel de balpen x de balpen het penceel de slijper

Woorden vormen. Plaats de letters in de juiste volgorde. het K het O D O L O P T het R B T IJ R de S E T L O O D de T S O K de A K P het A de L P I P P N R E A B E de M L E R D U IJ de de M G K L S A O

Woorden vormen. Plaats de letters in de juiste volgorde. het P O T L O O D O D L O de het S E T O P S T O E L A de T L O P A P I E R I P P R E B A L P E N L P N A B E het B O R D B de R O D de T T K S O K R IJ T IJ R K A P S T O K de K E R D U D E U R L IJ M M L IJ de het de M G A G O M K L S A K L A S K P O

Woordslang Welke woorden herken je in deze woordslang? Duid ze aan. potloodgamdbesslijpervuiltakrnsaperforatorsdc eschoolbordzcnrewoeterbordvegerslieperxbnbe waterverfeklokcnfqdnhrqvuilbakspaalpeetnbesc balpendhedbesvulpentarernbladedbezspbraekc pennenzakdaegestoiletklastdeedsturnzaaldeige edbeeetzaalblamdneibneidnqienietjesmachineo speelplaatstaerendlsentoiletpapierdkbioeksgom

Woordslang Correctiesleutel Welke woorden herken je in deze woordslang? Duid ze aan. potloodgamdbesslijpervuiltakrnsaperforatorsdc eschoolbordzcnrewoeterbordvegerslieperxbnbe waterverfeklokcnfqdnhrqvuilbakspaalpeetnbesc balpendhedbesvulpentarernbladedbezspbraekc pennenzakdaegestoiletklastdeedsturnzaaldeige edbeeetzaalblamdneibneidnqienietjesmachineo speelplaatstaerendlsentoiletpapierdkbioeksgom

GROEPEREN Hoeveel brooddozen zie je hier? Maak groepjes van 4 brooddozen. Hoeveel groepjes zijn er?

GROEPEREN Hoeveel brooddozen zie je hier? 24 Maak groepjes van 4 brooddozen. Hoeveel groepjes zijn er? 6