Taken op afstand: regionalisering Drechtsteden

Vergelijkbare documenten
Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE RIJSWIJK 2019

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

Onderzoeksopzet Communicatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

opzet onderzoek aanbestedingen

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

Plan van aanpak Onderzoek kwaliteit raadsvoorstellen. Mei 2018

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

verbonden stichtingen

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland

Jaarverslag 2008 en Jaarplan J.G. Honcoop van der Wulp 9 april Rekenkamercommissie Hendrik-Ido-Ambacht

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

Rekenkamercommissie. Jaarverslag datum sept Auteur. Rekenkamercommissie. Raadsnummer

Jaarverslag Rekenkamercommissie Bernheze

Reglement van Orde gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan subsidiebeleid

JAARVERSLAG Rekenkamercommissie Raalte

Sturen met de buren: Samen werken werkt!

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Rekenkamercommissie Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. Aan de gemeenteraad van de gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus AX Voorburg

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Zicht op doorwerking

23 oktober Onderzoeksprotocol 2018 Rekenkamercommissie Waterschap Zuiderzeeland

Plan van Aanpak. Beleidsplan WMO Jeugd Aanleiding

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Besluit vast te stellen de:

CONCEPT ONDERZOEKSPLAN SUBSIDIEBELEID. Verantwoord vertrouwen

Rekenkamercommissie Jaarverslag 2012

Rekenkamercommissies. Elburg - Nunspeet - Putten - Oldebroek. Onderzoeksprogramma

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

RKC ONDERZOEKSPLAN. Weststellingwerf. Toezeggingen aan burgers en bedrijven. Oktober 2015

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE WAALWIJK

Onderzoeksprotocol gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Onderzoeksprotocol Rekenkamercommissie gemeente Altena

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Onderzoeksplan Rekenkamercommissie 2011

TUSSENEVALUATIE REKENKAMERCOMMISSIE Inzicht in de werkwijze

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak

Zelfevaluatie Rekenkamer Súdwest-Fryslân

Jaarverslag 2015 en Onderzoeksplan 2016

Onderzoeksprotocol. Rekenkamercommissie gemeente Hoorn

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

REKENKAMERCOMMISSIE KEMPENGEMEENTEN

Rekenkamercommissie Oostzaan

REKENKAMERCOMMISSIES GEMEENTEN ELBURG - NUNSPEET - OLDEBROEK - PUTTEN

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1

$ - $ ( / - / 5 mei ( & ) 8 & / - / Nadere uitwerking aanpak accountantscontrole 2009

B&W-Aanbiedingsformulier

gemeente Bergen op Zoom.

Jaarplan periode januari juni

Aan de gemeenteraad van Achtkarspelen t.a.v. de griffier mevrouw R. van der Tempel. Geachte leden van de raad,

Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

onderzoeksopzet handhaving

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Rekenkamer Weert. Jaarverslag 2006

Bestuurlijke integriteit

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

Startnotitie onderzoek Dienstverlening Venlo Belevingsonderzoek naar de Herindeling. dd. Januari 2016

Rekenkamer. Súdwest-Fryslân. Plan van aanpak Inkopen en Aanbesteden

onderzoeksopzet Verbonden partijen (Gemeenschappelijke regelingen) Lansingerland

onderzoeksopzet verbonden partijen

S T A T E N V O O R S T E L

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland

Onderzoeksprotocol. Inhoudsopgave

Onderzoek naar de regionalisering van de Drechtsteden

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet

Plan van aanpak Evaluatie Drechtstedendinsdag

Rekenkamercommissie Jaarverslag 2012

Jaarverslag maart Postbus KA ROOSENDAAL.

RKC Medemblik Opmeer

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid

= Datum raadsvergadering: 15 december 2010 Agenda nr.: (in te vullen door griffie) Voorstel invulling aanbevelingen rapport Sturing grote projecten

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

Rekenkamercommissie Culemborg

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland

onderzoek bestuurlijke toekomst Heusden, Loon op Zand en Waalwijk

Griffie Februari 2014 ONDERZOEKSOPZET: PROCES HARMONISATIE VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN

Transcriptie:

Researc Beleid Taken op afstand: regionalisering Drechtsteden Offerte B8339 2 december 2008

Voorwoord Op 8 maart 2006 trad de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden in werking. Aan dit samenwerkingsverband nemen zes gemeenten in de Drechtstreek deel. Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling is "draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling in het gebied". Het verplaatsen van taken naar een gemeenschappelijke regeling betekent voor de deelnemende gemeenten ook het afstand doen van een bepaalde mate van zeggenschap over de uitvoering. Nu de regeling ruim twee jaar functioneert is er bij raadsleden het gevoel onvoldoende grip te hebben op hetgeen in het kader van de Gemeenschappelijke Regeling gebeurt en is er onzekerheid over de opbrengsten. Deze gevoelens vormen aanleiding voor de rekenkamercommissies van Dordrecht, en Sliedrecht om gezamenlijk onderzoek te doen naar de Gemeenschappelijke Regeling. Deze offerte beschrijft de aanpak van het onderzoek. De opbouw van de offerte is als volgt. hoofdstuk I komen de achtergrond, doelstelling en onderzoeksvragen aan de orde. De onderzoeksopzet staat centraal in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 gaat tenslotte in op de planning, de personele bezetting en de begroting. De offerte is ten opzichte van de versie van 6 november gewijzigd door toevoeging van een extra en vermindering van het aantal deelnemende gemeenten van vijf naar vier. De consequenties voor de aanpak en begroting zijn in hoofdstuk 2 en 3 opgenomen. Research voor Beleid is niet betrokken (geweest) bij onderzoek voor de vier gemeenten. Jaap Wils Projectleider

Inhoudsopgave 1 Visie op de onderzoeksvraag 4 1.1 Achtergrond van het onderzoek 4 1.2 Analytisch kader voor het onderzoek 7 1.3 Doel- en vraagstelling 9 2 Plan van aanpak 11 2.1 Samenvatting onderzoeksopzet 11 2.2 Voorfase 12 2.3 Reconstructie van de besluitvorming 14 2.4 Case studies 15 2.5 Groepsgesprekken met raadsleden 17 2.6 Analyse en opstellen conceptrapport 18 2.7 Ambtelijk wederhoor en definitief rapport 18 2.8 Uitgangspunten bij de uitvoering 19 3 Planning, personele bezetting en begroting 20 3.1 Planning 20 3.2 Personele bezetting 20 3.3 Begroting 22 Bijlage I Bedrijfsprofiel en referenties 24

Visie op de onderzoeksvraag 1.1 Achtergrond van het onderzoek Op 8 maart 2006 trad de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden in werking (verder: de Gemeenschappelijke Regeling). Dit is een samenwerkingsverband van de gemeenten Binnenmaas, Dordrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. 1 Onder de Gemeenschappelijke Regeling valt een aantal onderdelen die taken uitvoeren voor de deelnemende gemeenten: Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Servicecentrum Gemeentebelastingen Drechtsteden Drechtsteden Bureau Drechtsteden. Organisatiestructuur Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Zoals wettelijk vastgelegd in de Wet gemeenschappelijke regelingen kent Drechtsteden een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur van de regeling, de Drechtraad, is gemodelleerd naar een gemeenteraad en bevat raadsleden: I elke fractie van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Daarnaast bevat de Drechtraad minimaal twee leden namens alle colleges van de deelnemende gemeenten. Op dit moment telt de Drechtraad, exclusief voorzitter, 47 leden. Het dagelijks bestuur, het Drechtstedenbestuur bestaat uit acht leden plus de voorzitter. Het Drechtstedenbestuur bestaat overigens, in een andere vorm, al sinds 2001. De burgemeester van Dordrecht zit de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur voor. Onderstaand figuur geeft de organisatiestructuur van Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden schematisch weer. Binnenmaas van plan per I januari 2009 de regeling te treden.

Figuur 1.1 Organisatiestructuur Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Dordrecht I - Papendrecht college college recht De ondersteuning van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur is geregeld vanuit de de ambtelijke organisaties van de deelnemende gemeenten. De Drechtraad wordt ondersteund door een regiogriffie, die bestaat uit de griffiers en medewerkers van de deelnemende gemeenten. Het Drechtstedenbestuur wordt ondersteund door een netwerkdirectie Drechtsteden, bestaande uit de Drechtstedensecretaris en de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten. Taken en bevoegdheden Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Hierboven is aangegeven dat onder de Gemeenschappelijke Regeling zeven onderdelen vallen die zorg dragen voor de uitvoering van de taken die gemeenten aan het samenwerkingsverband hebben overgeheveld. De taken en bevoegdheden, zoals benoemd in de Gemeenschappelijke Regeling zelf, zijn van beleidsvormende en uitvoerende aard. Onderstaande tabel biedt hier een overzicht van. Daaruit blijkt dat de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden een omvangrijk samenwerkingsverband betreft op een breed scala aan beleidsterreinen. De Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden is niet alleen een uitvoeringsorganisatie, maar stelt ook zelf beleidsvisies en uitvoeringsprogramma's op. Eén van de taken van de Drechtraad is dan ook kaderstelling.

Tabel 1.1 Taken en bevoegdheden Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden 1 Beleidsterrein economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme) fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur) sociaal (sociale zekerheid en -ontwikkeling, onderwijs en kennisinfrastructuur, sport en cultuur) bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid Gemeentelijke staf- en ondersteunende diensten, bedrijfsvoering, sociaal-geografisch onderzoek Taken/bevoegdheden Opstellen regionale beleidsvisies en uitvoeringsprogramma's Opstellen regionale beleidsvisies en uitvoeringsprogramma's; adviseren over, ontwerpen/voorbereiden en projectleiderschap van civieltechnische werken Opstellen regionale visie en uitvoeringsprogramma sociaal beleid; Bevoegd gezag diverse wetten op sociaal gebied Opstellen regionaal Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Heffing en invordering belastingen volgens verordeningen en regels van de afzonderlijke gemeenten; uitvoeringstaken WOZ; adviseren gemeenten Uitvoeringstaken op het gebied van financiële zaken, informatisering, genheden, organisatievraagstukken, facilitaire zaken, inkoop, communicatie, juridische zaken, socionderzoek Bij de besluitvorming in Drechtstedenverband zijn de deelnemende gemeenten betrokken via: hun vertegenwoordiging in Drechtraad en Drechtstedenbestuur de portefeuillehoudersoverleggen van betrokken wethouders op een bepaald beleidsterrein ter voorbereiding op besluitvorming in Drechtstedenbestuur de netwerkdirectie van gemeentesecretarissen van deelnemende gemeenten. Coördinatie van het beleid van de afzonderlijke deelnemende gemeenten gebeurt door het Bureau Drechtsteden. Spanningsveld Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling is "draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling in het gebied" van de deelnemende gemeenten. Het is echter mogelijk dat in het besluitvormingsproces rondom de instelling van de Gemeenschappelijke Regeling in deelnemende gemeenten verschillende doelstellingen leidend zijn geweest en verschillende verwachtingen zijn gewekt ten aanzien van de resultaten van de Gemeenschappelijke Regeling. Daarnaast betekent het wegzetten van taken in een gemeenschappelijke regeling het doen van afstand van een bepaalde mate van zeggenschap over de uitvoering hiervan. Dit alles kan een spanningsveld tussen de verwachtingen in de verschillende deelnemende gemeenten, de praktijk van de samenwerking en de resultaten daarvan tot gevolg hebben. Bron: Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, p. 4-7.

Aanleiding voor het onderzoek Dit spanningsveld lijkt in Drechtsteden zichtbaar in verschillende gevoelens bij betrokken gemeenteraden ten aanzien van de Gemeenschappelijke Regeling: het gevoel bij raadsleden onvoldoende grip te hebben op hetgeen in het kader van de Gemeenschappelijke Regeling gebeurt; onzekerheid ten aanzien van de opbrengsten van de Gemeenschappelijke Regeling voor de deelnemende gemeenten. Deze gevoelens vormden aanleiding voor de rekenkamercommissies van Dordrecht, en Sliedrecht om gezamenlijk onderzoek te doen naar de Gemeenschappelijke Regeling. De commissies hebben Research voor Beleid gevraagd offerte voor dit onderzoek uit te brengen. 1.2 Analytisch kader voor het onderzoek Kernbegrippen in het onderzoek zijn de sturingsmogelijkheden voor de gemeenteraden en de resultaten van de Gemeenschappelijke Regeling. Onder sturing verstaan we het uitoefenen van invloed door de gemeenteraad op het beleidsproces (opzet, uitvoering, resultaten en terugkoppeling). De resultaten zijn de opbrengsten van de Gemeenschappelijke Regeling in relatie tot de doelen die daar vooraf aan zijn gesteld. Hieronder gaan we in op deze kernbegrippen en brengen deze in relatie tot het beleidsproces van de Gemeenschappelijke Regeling. Beleidsproces Sturing en resultaten maken beide onderdeel uit van het beleidsproces, een cyclisch proces waarin beleid wordt opgezet, uitgevoerd en geëvalueerd. Als analytisch kader voor dit onderzoek gebruiken wij een schematische weergave van het beleidsproces, toegespitst op de Gemeenschappelijke Regeling. Onderstaande figuur geeft dit beleidsproces weer. Figuur 1.2 Beleidsproces Gemeenschappelijke Regeling GEMEENTERADEN DEELNEMENDE GEMEENTEN DRECHTRAAD individueel beleid meenten naar gezamenlijk beleid steden activiteiten,

De figuur combineert elementen van het beleidsproces op twee niveaus: het niveau van de Gemeenschappelijke Regeling zoals aangestuurd door de deelnemende gemeenten (groen), en het niveau van de uitvoering door de Gemeenschappelijke Regeling (oranje). Daarnaast laat het figuur de sturingsmogelijkheden door individuele gemeenteraden en de Drechtraad zien. Sturing het onderzoek wordt gekeken in welke fase van het beleidsproces individuele gemeenteraden op dit moment sturingsmogelijkheden hebben en welke mogelijkheden dat dan zijn. Van sturing door de gemeenteraad is sprake, of kan sprake zijn, in drie van de hierboven genoemde stappen: coördinatie, en effecten. de eerste stap, input, zijn algemene afspraken gemaakt over de opzet van de regeling. Hier hadden gemeenteraden direct invloed op. De Gemeenschappelijke Regeling legt bevoegdheden voor actoren vast en bevat bepalingen ten aanzien van informatievoorziening. Dit maakt duidelijk wanneer en op welke wijze de raad formeel in staat is om bij te sturen. Deze fase is vooral te beschouwen als het algemene kader voor sturing. Sturingsmogelijkheden op beleidsterreinen zijn waarschijnlijk vooral te vinden in de coördinatie fase. De coördinatie van beleid betreft het vertalen van het individuele beleid van de deelnemende gemeenten in gezamenlijk beleid dat dient als uitgangspunt voor de gezamenlijke uitvoering. Deze stap bevindt zich op het snijvlak van sturing door individuele gemeenten en door de Gemeenschappelijke Regeling. Ook de laatste fase (effecten en terugkoppeling hiervan), biedt ruimte voor sturing door de raad. Ook hiervoor geldt echter dat dit niet zozeer sturing op individuele beleidsterreinen betreft als wel sturing voor de gemeenschappelijke regeling als geheel. Naast de hierboven genoemde mogelijkheden voor directe sturing door de individuele gemeenteraden is er uiteraard wel de mogelijkheid tot indirecte sturing. Hiervoor is de Drechtraad ingesteld. deze raad zijn vertegenwoordigers van de gemeenteraden aanwezig. De relatie tussen de Drechtraad en de gemeenteraden valt echter buiten de context van dit onderzoek. Dit onderzoek focust zich op de directe sturingsmogelijkheden die gemeenteraden op dit moment hebben. Resultaten Resultaten zijn de laatste fase in het figuur: de effecten. Hierbij staat de vraag centraal of de doelen die gemeenteraden vooraf aan de Gemeenschappelijke Regeling hebben gesteld ook worden gerealiseerd. Deze doelstellingen zijn enerzijds gericht op verbetering van de efficiëntie, maar hebben anderzijds ook een meer inhoudelijke component dat per beleidsterrein kan verschillen. Spanning tussen sturing en resultaten Wanneer een gemeente beleid en uitvoering in eigen hand houdt kan direct worden gestuurd op gewenste resultaten. een gemeenschappelijke regeling kan er echter spanning bestaan tussen sturing en resultaten omdat de gemeenteraad niet meer als enige stuurt. Andere gemeenteraden hebben ook invloed op de vormgeving van het beleid. Input en resultaten komen daarmee losser ten opzichte van elkaar te staan. Dit kan leiden tot het gevoel bij raadsleden minder op het beleid te hebben: in hoeverre bepaalt een raad nog het beleid (sturing) en in hoeverre leidt het beleid tot door de raad gewenste prestaties en effecten (resultaten)?

1.3 Doel- en vraagstelling De rekenkamercommissies willen een onderzoek dat is toegespitst op sturing en resultaten in het kader van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Dit leidt tot de volgende tweeledige vraagstelling. A: Wat zijn voor de deelnemende gemeenten de resultaten van de samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden in relatie tot de vooraf gestelde doelen? B: welke mate kunnen de verschillende gemeenteraden sturing geven aan de beleidsvorming en -uitvoering in Drechtstedenverband? Op basis van het in de vorige paragraaf geschetste analytisch kader, de deelvragen in de offerteaanvraag en de daaraan toegevoegde toelichting hebben wij de volgende deelvragen opgesteld. Deelvraag 1: besluitvormingsfase a. Wat waren de overwegingen voor de betrokken gemeenteraden om in te stemmen met de bundeling van taken in Drechtstedenverband? b. welke mate werd daarbij aandacht geschonken aan toekomstige politieke sturing vanuit de raad op betrokken beleidsterrein? c. Welke doelen hebben de gemeenteraden bij besluitvorming rondom de bundeling van taken in de Gemeenschappelijke Regeling gesteld ten aanzien van beoogde prestaties en effecten? Deelvraag 2: (huidige) sturingsmogelijkheden a. Welke formele sturingsmogelijkheden vloeien voort uit de Gemeenschappelijke Regeling en de beraadslaging daarover in de gemeenteraden? b. Hoe vindt coördinatie van het beleid van de verschillende deelnemende gemeenten met het oog op uitvoering in Drechtstedenverband plaats? Welke actoren zijn daarbij betrokken en wat zijn hun taken en bevoegdheden? c. Op welke wijze maken de gemeenteraden gebruik van de formele en informele mogelijkheden die zij bezitten voor beïnvloeding van dit coördinatieproces? d. Op welke wijze maken de gemeenteraden gebruik van de formele en informele mogelijkheden die zij bezitten om, nadat eenmaal gekozen is voor het bundelen van taken in Drechtstedenverband, bij te sturen wanneer afwijking van de beoogde effecten en resultaten dreigt? e. Ontvangen gemeenteraden voldoende en juiste informatie over prestaties en effecten van de uitvoering in Drechtstedenverband om op tijd bij te kunnen sturen? Deelvraag 3: verschillen tussen gemeenten a. Bestaan er verschillen in de ruimte voor politieke sturing op de samenwerking in de Gemeenschappelijke Regeling tussen de betrokken gemeenteraden. Zo ja, worden deze verschillen door formele structuren en afspraken of door het gebruik daarvan veroorzaakt? b. Wat zijn de gevolgen van eventuele verschillen in politieke sturing?

!! Deelvraag 4: resultaten a. Wat zijn de bereikte resultaten in relatie tot de beoogde doelen? b. Worden de bereikte resultaten door de deelnemers op eenzelfde wijze gewaardeerd? Zo niet, wat is daarvoor de reden? c. Welke conclusies kunnen op basis van de resultaten op de onderzochte deelterreinen getrokken worden over de werking van de Gemeenschappelijke Regeling? d. Is bijsturing gewenst en zo welke lessen zijn uit de antwoorden op de vorige deelvragen te trekken over de wijze waarop bijsturing plaats kan vinden? Het volgende hoofdstuk beschrijft de onderzoeksaanpak voor beantwoording van de onderzoeksvragen.

Plan van aanpak 2.1 Samenvatting onderzoeksopzet dit hoofdstuk beschrijven wij het plan van aanpak voor het onderzoek. Achtereenvolgens komen de verschillende fasen in de aanpak aan bod. Hieronder wordt de opzet bij wijze van samenvatting gepresenteerd. Het onderzoek bestaat uit zes fasen. Na de voorfase wordt eerst de besluitvorming gereconstrueerd om grip te krijgen op de geformuleerde doelen in iedere gemeenteraad en de eventueel gemaakte afspraken over verdere sturing. Deze fase biedt een kader voor de volgende onderdelen van het onderzoek. Om inzicht te krijgen in de feitelijke resultaten van de Gemeenschappelijke Regeling en de sturing die gedurende het beleidsproces plaatsvindt, voeren we casestudies uit van enkele relevante beleidsthema's. De indrukken die in deze onderzoeksfasen zijn opgedaan worden vervolgens getoetst en verdiept bij betrokken raadsleden. De resultaten leggen we uiteindelijk vast in een conceptrapport (nota van bevindingen). Na toetsing door middel van ambtelijk wederhoor leveren we het definitieve rapport op. Ter ondersteuning van de rekenkamercommissies stellen we concept aanbevelingen op. Tabel 2.1 Onderzoeksaanpak in het kort Fase Onderzoeksvragen Aanpak 2. Reconstructie besluitvorming 3. Drie casestudies 4. Groepsgesprekken met raadsleden 5. Analyse en schrijven conceptrapport 6. Verwerken ambtelijk wederhoor in definitief rapport Alle vragen la 2b en b 2a, 3a e, 3a en b, 4a la c; d, e, 3a en b; 4b Alle vragen Alle vragen Overleg en uitwerking offerte Desk studie Desk studie, interviews met betrokkenen Toetsing en aanvulling resultaten fase I en 2 in groepsgesprek per gemeente Analyse verzamelde gegevens, beantwoording onderzoeksvragen in conceptrapport, bespreking met begeleidingscommissie, aanpassen conceptrapport Verwerken respons ambtelijk wederhoor in rapport, opleveren eindrapport

2.2 Voorfase Voordat kan worden gestart met de gegevensverzameling voeren we een startoverleg met de begeleidingscommissie en werken we het normenkader verder uit. Ook vindt de uiteindelijke selectie van cases plaats. Startoverleg Het onderzoek begint met een startoverleg van de onderzoekers met de begeleidingscommissie. Tijdens dit overleg komen in ieder geval de volgende punten aan de orde: de onderzoeksopzet de selectie van cases voor de studies het concept normenkader de planning voor het onderzoek Wij zullen voor het overleg een concept planning en normenkader voorbereiden. deze offerte is al een eerste aanzet voor de selectie van cases en het normenkader opgenomen. Het startoverleg resulteert in werkafspraken en de vaststelling van bovengenoemde stukken. Normenkader Bij het onderzoek gebruiken wij een normenkader. Dit kader bevat de normen waaraan de bevindingen worden getoetst en leidt tot een oordeel over de sturing in het kader van en de resultaten van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Aan het begin van het onderzoek stellen we een concept normenkader voor. Een beknopte opzet is hieronder gepresenteerd. Dit concept bespreken we tijdens het startoverleg en vullen wij vervolgens verder aan met normen ten aanzien van sturing en resultaten. Dat doen wij tijdens de eerste fase van het onderzoek. Aan het eind van de eerste fase is het normenkader gereed en leggen wij dit ter accordering voor aan de begeleidingscommissie. Tabel 2.2 Aanzet voor normenkader Fase beleidscyclus Onderwerp Beoordelingscriteria STURING Input Doelen t.a.v. de Gemeenschappelijke Regeling Afspraken tussen raad en college Vorm gemeenschappelijke regeling Elke gemeenteraad heeft SMART doelen voor de samenwerking in Gemeenschappelijke Regeling vastgesteld Afspraken tussen raad en college over inhoud en momenten van informatievoorziening De gemeenschappelijke regeling bevat bepalingen ten aanzien van: - de bevoegdheden die zijn overgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden - inhoud, wijze en momenten van verantwoording

Fase beleidscyclus Onderwerp Beoordelingscriteria Coördinatie Effecten RESULTATEN Effecten Beleid afzonderlijke gemeenten Rol raden in proces Gezamenlijk beleid als resultaat Producten, diensten, activiteiten; effecten Doelbereik Bij het opstellen van gemeenschappelijk beleid vormt het beleid van de afzonderlijke gemeenten uitgangspunt Afwijking van gemeentelijk beleid in het gemeenschappelijk beleid wordt teruggekoppeld aan de betreffende gemeentera(a)d(en) Het gemeenschappelijk beleid doet recht aan eventuele verschillen tussen afzonderlijke gemeenten Informatie over prestaties en effecten voldoet aan de daaraan gestelde eisen in het Besluit Begroting en Verantwoording, in de gemeentelijke financiële verordeningen en/of nota's Verbonden Partijen, en in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Informatievoorziening maakt politieke en financiële controle mogelijk. Behaalde effecten zijn conform de vooraf door de gemeenteraden gestelde doelen. Selectie cases Niet elke casus is geschikt voor een casestudy in het kader van dit onderzoek. We stellen voor de volgende criteria te hanteren voor de selectie van de cases. er is sprake van coördinatie van beleid, hetgeen leidt tot gemeenschappelijk beleid (anders is het niet mogelijk sturing in de praktijk te onderzoeken) er is naast coördinatie van beleid ook een uitvoerende component aanwezig waarin de eventuele efficiencyvoordelen van de regeling op kunnen treden er is sprake van enige ervaring met de uitvoering (zodat resultaten zichtbaar zijn) alle gemeenten die in het onderzoek betrokken zijn, zijn ook in de casus betrokken. paragraaf 1.1 zijn de organisatorische onderdelen van de regeling genoemd. Het gaat om de Sociale Dienst Drechtsteden, Ingenieursbureau, Bureau Leerplicht en Voortijdig schoolverlaten, Servicecentrum, Gemeentebelastingen Drechtsteden, Drechtsteden en Bureau Drechtsteden. Bij deze organisatorische onderdelen vindt uitvoerende en beleidsmatige samenwerking plaats. Deze onderdelen zijn dan ook het meest geschikt als Op voorhand stellen we voor een keuze te maken voor de Sociale Dienst Drechtsteden en het Ingenieursbureau. Deze onderdelen zijn beleidsmatig het meest interessant. Daarnaast is ook het Servicecentrum Drechtsteden een interessante Met het Servicecentrum is veel geld gemoeid en het raakt bovendien heel direct aan de kerndoelstellingen van de samenwerking: het vergroten van de efficiëntie en de kwaliteit. Tegelijkertijd heeft deze als nadeel dat het Servicecentrum pas recent (april 2008) van start is gegaan en zich nog in de opbouwfase bevindt. Het is daarom te vroeg om resultaten inzichtelijk te maken.

Om deze reden stellen we voor deze derde wel te onderzoeken, maar met een andere focus. Het onderzoeken van het Servicecentrum is dan vooral te beschouwen als een tussentijdse toetsing. Het accent ligt op het inzichtelijk maken van de stand van zaken, het toetsen of dit in lijn is met de doelstellingen en leerpunten te benoemen. De definitieve selectie wordt in overleg met de begeleidingscommissie gemaakt. 2.3 Reconstructie van de besluitvorming De volgende fase in het onderzoek richt zich op het reconstrueren van de besluitvorming de Gemeenschappelijke Regeling in de betrokken gemeenteraden. De onderzoeksvragen zijn gericht op de wijze waarop deze besluitvorming is verlopen, de mate waarin raden daarbij betrokken zijn, de aard van sturingsmogelijkheden die eruit voortvloeiden en de verwachtingen/doelen die gemeenteraden uitten over de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Deze fase legt daarmee de basis voor het beoordelen van sturing in de praktijk en het behalen van resultaten. De gehanteerde werkwijze in deze fase is desk studie: het bestuderen van de beschikbare en relevante documentatie over de besluitvorming over de regeling in de vier gemeenten. Daarbij denken wij onder andere aan: Raadsvoorstellen, nota's en onderzoeken die aan de gemeenteraden zijn voorgelegd met het oog op de besluitvorming Notulen van de bespreking in de gemeenteraden van het voorstel tot vaststelling van de gemeenschappelijke regeling en eventueel ook daaraan voorafgaande besprekingen van de wijze waarop de regeling ingericht zou worden De Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Financiële verordeningen van de afzonderlijke gemeenten Rapporten, adviezen en evaluaties die vooraf zijn gegaan aan de oprichting van de Gemeenschappelijke Regeling 1 en het Per gemeente maken we een overzicht van de gebruikte documenten en de bevindingen. Voor de reconstructie van de besluitvorming is niet alleen van belang wat op papier staat. Ook willen we inzicht krijgen in de achtergronden en de beleving daarvan door betrokkenen. We stellen daarom voor de uitkomsten van de reconstructie te verdiepen en toetsen door middel van groepsgesprekken met raadsleden. Omdat de raadsleden ook inzicht kunnen geven in de resultaten bij de te bestuderen cases, stellen we voor deze gesprekken na afloop van de studies te houden. Zoals het rapport van de commissie Dijkstal het advies van de commissie Scholten (juni 2004), het advies van de commissie Ambtelijke en Uitvoeringsorganisatie (juni 2004) en het Eindbod Manden Maken juni 2004). 141

Vervolledigen normenkader Na de desk studie is het mogelijk het normenkader te vervolledigen. Op dat moment zijn namelijk de formele bepalingen ten aanzien van bijvoorbeeld verantwoording en de doelen die gemeenten formeel met de samenwerking beogen duidelijk. Wij vullen het concept normenkader met deze aspecten aan en leggen dit ter goedkeuring voor aan de begeleidingscommissie. 2.4 Case studies De casestudy is een middel om een goed beeld te krijgen van de werking van beleid in de praktijk en de opbrengsten in de context te bestuderen. Voor het onderzoek naar sturing in de praktijk en de resultaten van de samenwerking is het een goed instrument omdat: sturing in de praktijk het beste waarneembaar is door het proces waarin sturing plaatsvindt te volgen cases resultaten concreet inzichtelijk maken en verklaringen bieden voor het wel of niet bereiken van doelen. De casestudies dienen zowel zicht te bieden in sturingsmogelijkheden in de praktijk als de resultaten van de regeling. Dit betekent dat we in deze fase onderzoeksvragen 2a t/m d, 3b en 4a en b beantwoorden. Wel worden tussen de drie cases accentverschillen aangebracht. Bij de Sociale Dienst Drechtsteden en het Ingenieursbureau staan vooral de totstandkoming van beleid en de resultaten centraal. Bij het Servicecentrum Drechtsteden draait het vooral om het inzichtelijk maken van de stand van zaken. We gaan als volgt te werk. De eerste stap is het bestuderen van documentatie over de casus. Daarbij gaat het onder andere om: 1 verordeningen en delegatiebesluiten met betrekking tot de betreffende casus beleidsdocumenten en uitvoeringsprotocollen van de Gemeenschappelijke Regeling eventueel aanwezige op de betreffende beleidsterreinen van de gemeenten perspectiefnota van het Servicecentrum verantwoordingsdocumenten rapportages over geboekte resultaten. De bestudering van deze documentatie leidt tot een eerste idee van de praktijk van sturing en de resultaten van de samenwerking. Dit beeld zal onvolledig zijn, omdat niet alles op papier staat. Daarom vullen wij het documentenonderzoek aan met per casus enkele interviews. Betrokkenen kunnen door hun kennis en ervaring waardevolle informatie bieden voor de beantwoording van de onderzoeksvragen. Uiteraard toetsen wij uitspraken van respondenten waar mogelijk aan beschikbare documentatie. Indien relevant, afhankelijk van de te selecteren cases. 151

Gespreksthema's in de interviews over de Sociale Dienst Drechtsteden en het Ingenieursbureau zijn: Het proces van totstandkoming van gemeenschappelijk beleid beschrijving stappen die in het proces worden doorlopen wijze van betrokkenheid van de ambtelijke organisatie van de gemeenten wijze waarop wordt omgegaan met deelbelangen van gemeenten mate van betrokkenheid van gemeenteraden knelpunten en succesfactoren in het proces 2 Uitvoering beschrijving uitvoering van het beleid verschillen in uitvoering met situatie voor de Gemeenschappelijke Regeling wijze van verantwoording en mate waarin bijsturing plaatsvindt (rol Drechtraad en gemeenteraden) knelpunten en succesfactoren in de uitvoering 3 Bereikte resultaten bereikte resultaten van de gezamenlijke uitvoering verklaringen voor wel of niet bereiken resultaten 4 Toekomst eventueel voorgenomen aanpassingen Gespreksthema's in de interviews over het Servicecentrum Drechtsteden zijn: 1 Stand van zaken voorgenomen resultaten van het Servicecentrum algemeen en de terreinen waar de dienstverlening zich op richt (Financiën, Informatisering, Automatisering, Documentaire Informatievoorziening, Communicatie, Inkoop, Personeel & Organisatie, Facilitaire zaken, Juridische zaken, Onderzoek) stand van zaken bij de uitvoering tot nu toe bereikte resultaten van de gezamenlijke uitvoering en mate waarin deze aansluiten bij de doelstellingen verklaringen voor wel of niet bereiken resultaten knelpunten en succesfactoren in de uitvoering 2 Betrokkenheid gemeenten wijze van betrokkenheid van de ambtelijke organisatie van de gemeenten wijze waarop wordt omgegaan met deelbelangen van gemeenten wijze van verantwoording en mate waarin bijsturing plaatsvindt (rol Drechtraad en gemeenteraden) 3 Toekomst eventueel voorgenomen aanpassingen verbetermogelijkheden Op basis van deze gespreksthema's stellen we een checklist op voor de interviews. Deze leggen we eerst in concept voor aan de begeleidingscommissie. Wij stellen voor per casus op twee niveaus gesprekken te voeren. Ten eerste houden we gesprekken met vertegenwoordigers van de ambtelijke organisatie van de vier gemeenten. 16 f

Ten tweede spreken we met vertegenwoordigers van het gemeenschappelijk organisatieonderdeel dat wordt onderzocht in de betreffende Uit efficiencyoverwegingen stellen we voor per interview met meerdere personen te spreken. De verdeling kan dan per als volgt plaatsvinden: een interview met twee betrokkenen bij de coördinatie en uitvoering van het betreffende gemeenschappelijke organisatieonderdeel. twee interviews met betrokken ambtenaren van de vier gemeenten. beide interviews spreken we met twee gemeenten tegelijkertijd. Door de bovenstaande verdeling te hanteren is het mogelijk met in totaal negen gesprekken de beide genoemde niveaus voor drie cases te bestrijken. Van de gesprekken maken wij een verslag dat voor akkoord wordt voorgelegd aan de gesprekspartners. 2.5 Groepsgesprekken met raadsleden De volgende fase is gericht op het aanvullen van de verkregen resultaten uit de voorgaande fases met informatie van raadsleden zelf. Hun beleving van de totstandkoming van de gemeenschappelijke regeling en de huidige werkwijze is belangrijk omdat zij uiteindelijk de doelgroep zijn van het onderzoek en aan de slag moeten met de onderzoeksresultaten. Daarnaast kunnen zij inzicht geven in achtergronden van gevonden resultaten. We stellen voor in elke bij het onderzoek betrokken gemeente Dordrecht, en Sliedrecht) een groepsgesprek te organiseren. Bij voorkeur vindt het plaats met raadsleden die betrokken zijn geweest bij de besluitvorming rondom de Gemeenschappelijke Regeling en thuis zijn op het gebied van de geselecteerde cases. Gespreksonderwerpen voor de groepsgesprekken zijn: toetsing van de gereconstrueerde doelen en verwachtingen de overwegingen achter bepaalde besluiten, zoals doelen en afspraken de mate waarin deze door de hele raad gedragen werden de vraag of raadsleden de formele en informele mogelijkheden voor sturing herkennen formele en informele verschillen tussen gemeenten de tijdigheid van verantwoordingsinformatie de mate waarin de theorie en praktijk van sturingsmogelijkheden op elkaar aansluiten de mate waarin raadsleden het eigen gemeentelijke beleid herkennen in het gemeenschappelijke beleid de waardering van bereikte resultaten. Voor de gesprekken stellen wij een checklist op met onderwerpen, die we eerst in concept voorleggen aan de begeleidingscommissie. Van de gesprekken maken wij een verslag dat voor akkoord wordt voorgelegd aan de gesprekspartners. We gaan er van uit dat de vier groepsgesprekken plaats kunnen vinden op het gemeentehuis van de betrokken gemeenten. Voor ieder groepsgesprek rekenen we op zes tot maximaal acht deelnemers. De selectie van personen vindt in overleg met de begeleidingscommissie plaats. We zijn er van uit gegaan dat door de griffies van de betrokken gemeenten ondersteuning wordt geboden voor het maken van afspraken.

2.6 Analyse en opstellen conceptrapport Na afronding van de dataverzameling in de vorige fasen zetten wij alle verzamelde informatie op een rij en gebruiken wij die voor de beantwoording van de onderzoeksvragen. De feitelijke informatie vormt daarbij de basis. De informatie uit de interviews en groepsgesprekken gebruiken we als aanvulling. Het conceptrapport bevat een algemeen hoofdstuk en een hoofdstuk per gemeente. De gehanteerde normen zijn herkenbaar verwerkt en gebruiken we om aan het eind van elk hoofdstuk een conclusie te formuleren. Bij wijze van samenvatting bevat het rapport een hoofdstuk waarin per onderzoeksvraag een beknopt antwoord wordt gegeven. Bespreking Voor de bespreking van het conceptrapport bieden we twee mogelijkheden aan. De eerste mogelijkheid is dat de leden van de begeleidingscommissie het rapport eerst in rekenbespreken. Zij bundelen het commentaar van deze commissie en brengen dit in bij een bespreking met de begeleidingscommissie over het rapport. Op die manier ontvangen wij in één keer alle reacties en zijn ook de betrokken rekenkamercommissies op de hoogte van eikaars bevindingen over het conceptrapport. Het commentaar verwerken wij in het conceptrapport. Deze werkwijze hebben wij opgenomen in de vaste begroting. Optie: bespreking conceptrapport met iedere rekenkamer apart Een andere mogelijkheid is dat we het conceptrapport met elke betrokken commissie apart bespreken. Het voordeel van deze werkwijze is dat elke commissie direct in gesprek met de onderzoekers kan. Het nadeel is de grotere tijdsinvestering en de mogelijkheid dat opmerkingen van commissies met elkaar in strijd zijn. Ook hier verwerken wij de reacties in het conceptrapport en maken het gereed voor ambtelijk wederhoor. Voor deze mogelijkheid is in de begroting een optie opgenomen. Deze bevat uitsluitend de extra tijd ten opzichte van de gezamenlijke bespreking in de begeleidingscommissie. 2.7 Ambtelijk wederhoor en definitief rapport Voor het ambtelijk wederhoor maken wij een versie van het rapport zonder de afrondende conclusies. De begeleidingscommissie is verantwoordelijk voor het uitzetten van het rapport voor ambtelijk wederhoor. Wij ontvangen per gemeente een geclusterd overzicht van de ambtelijke reactie op het rapport. Deze verwerken wij, waarbij wij tevens de conclusies weer aan de hoofdstukken toevoegen, waar nodig in aangepaste vorm. Na wijziging is het rapport definitief en leveren wij het op aan de begeleidingscommissie. Los van het rapport leveren wij een aanzet voor de aanbevelingen. Optie: ronde tafeldiscussie met betrokken rekenkamercommissies Wij kunnen ons voorstellen dat er na afronding van het ambtelijk wederhoor de behoefte bestaat met alle betrokken rekenkamercommissies de resultaten te bespreken en de aanzet die wij doen tot aanbevelingen verder uit te werken. Als extra optie in deze onderzoeksopzet bieden wij aan een dergelijke ronde tafeldiscussie voor te bereiden. Vervolgens verwerken we de uitkomsten tot verder uitgewerkte aanbevelingen voor de gemeenteraden en colleges van de deelnemende gemeenten.

2.8 Uitgangspunten bij de uitvoering Bij de uitvoering van het onderzoek hanteren wij de volgende uitgangspunten. Centraal aanspreekpunt De stuurgroep die de rekenkamercommissies voor dit onderzoek hebben samengesteld vormt voor ons het centrale aanspreekpunt voor de uitvoering van het onderzoek. De stuurgroep verzorgt per in het onderzoek participerende gemeente en voor de Gemeenschappelijke Regeling zelf een centraal aanspreekpunt waar wij terecht kunnen voor het aanleveren van informatie, contactgegevens voor de interviews en het organiseren van de groepsgesprekken met raadsleden. Voor de gemeenten gaan wij er vanuit dat dit de griffiers zullen zijn, voor de Gemeenschappelijke Regeling is het nodig een dergelijke contactpersoon in nader overleg vast te stellen. Met het oog op een soepel verloop van het onderzoek stellen wij het op prijs wanneer de stuurgroep zorg draagt voor aankondiging van het onderzoek en introductie van de onderzoekers bij deze contactpersonen. Voor de voortgang van het onderzoek is het van groot belang dat de contactpersonen tijdig de benodigde documenten aanleveren. Indien documenten in een later stadium alsnog door de contactpersonen worden aangereikt, bijvoorbeeld na het opstellen van het conceptrapport, overleggen de onderzoekers met de stuurgroep de noodzaak van verwerking van deze documenten en/of dit tot eventuele meerkosten leidt. Samenwerking met de rekenkamercommissies Teneinde de gebruikswaarde van de onderzoeksresultaten te waarborgen voeren we het onderzoek in nauwe samenwerking met de stuurgroep uit. We informeren de stuurgroep periodiek over de voortgang van het onderzoek en betrekken de stuurgroep bij alle tactische momenten in het onderzoek. overleg met de stuurgroep ontwikkelen we de onderzoeksinstrumenten en bepalen we de gesprekspartners. Bij de afsluiting van elke (sub)fase communiceren we de resultaten. Expliciete aandacht voor toetsing van onderzoeksuitkomsten Wij onderkennen het specifieke karakter van en het krachtenveld waarin dat dient te worden uitgevoerd. Kenmerkend onderdeel van het onderzoeksproces is de aandacht voor controle op de juistheid van de resultaten gedurende het onderzoek. Deze verificatie blijft niet beperkt tot de fase van hoor-en-wederhoor aan het einde van het onderzoeksproces. Ook tijdens het onderzoek worden interviewverslagen en feitelijke beschrijvingen ter goedkeuring voorgelegd aan betrokkenen. Hierdoor voorkomen we discussie over de feiten in een later stadium en baseren we onze analyses en conclusies op feiten.

Planning, personele bezetting en begroting 3.1 Planning Onderstaand schema bevat de planning voor het onderzoek. We gaan uit van een start van het onderzoek begin december. Medio april kan dan het rapport voor ambtelijk wederhoor gereed zijn. Figuur 3.1 Planning Voorfase 1 Reconstructie besluitvorming 2 Case studies 3 Groepsqesprekken met raadsleden 4 en rapportaae j 5 Verwerken ambtelijk wederhoor December Januari Februari Maart April Mei met de o o Het onderzoek begint met een korte voorfase en een startoverleg met de stuurgroep. Vervolgens vangt fase I aan. verband met het maken van afspraken voor het aanleveren van documentatie en de feestdagen gaan wij ervan uit ongeveer tot eind januari loopt. Na afloop van die fase vindt opnieuw een overleg met de stuurgroep plaats, over het normenkader en ter voorbereiding op de studies en de groepsgesprekken met raadsleden. De studies voeren we uit in februari. De groepsgesprekken met raadsleden volgen in de eerste helft van maart. Daarna schrijven we het conceptrapport. Dat bespreken we met de stuurgroep, waarna we het gereed maken voor ambtelijk wederhoor. Dit vindt bij voorkeur in alle gemeenten plaats in de tweede helft van april. Wij maken het rapport dan in de tweede helft van april definitief. Er zijn drie voor overleg met de stuurgroep in de planning opgenomen. Tussendoor zullen wij de stuurgroep per telefoon en e-mail op de hoogte houden van belangrijke ontwikkelingen in het onderzoek. I 3.2 Personele bezetting Het projectteam voor dit onderzoek bestaat uit een projectleider en twee onderzoekers. De taakverdeling is als volgt. De projectleider is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderzoek, de planning en de budgettaire bewaking. Als zodanig is hij gedurende het gehele onderzoek nauw betrokken bij de ontwikkeling van onderzoeksinstrumenten, het vergaren en bewerken van de benodigde informatie, uitvoering van de interviews en het schrijven van de teksten. De projectleider is het primaire aanspreekpunt voor de opdrachtgever. De onderzoekers zijn belast met de uitvoerende werkzaamheden. 201

als onderzoe Projectleider is Jaap Wils. Daarnaast zijn Katrien de Vaan en Suzanne kers bij het project betrokken. Drs. Jaap Wils is projectleider en sinds 1999 in dienst bij Research voor Beleid. Binnen Research voor Beleid is hij actief op het gebied van Openbaar bestuur, waaronder onderzoek voor rekenkamers. Enkele voorbeelden hiervan zijn de evaluatie van de realisatie van een woonzorgcomplex in Roden (Rekenkamercommissie gemeente de evaluatie van het handhavingsbeleid openbare ruimte in Arnhem (Rekenkamer gemeente Arnhem), de doorlichting van het handhavingsbeleid in Westland (Rekenkamercommissie gemeente Westland) en de doorwerking van beleidsonderzoek (voor de Rekenkamercommissie Rijnwoude). Daarnaast voerde hij ook voor ministeries en andere overheden diverse evaluaties uit. Enkele voorbeelden zijn de evaluatie van de Stichting scheepsafvalstoffen binnenvaart (ministerie van VROM), de evaluatie van het overlegorgaan Post en Telecommunicatie (ministerie van EZ) en de evaluatie van de stichting ENCORE (ministerie van EZ). Recent zijn onder zijn leiding de evaluatie van het Dierentuinenbesluit (ministerie van LNV) en de evaluatie van Airneth (ministerie van VenW) afgerond. Drs. Katrien de Vaan is senior onderzoeker bij Research voor Beleid, gespecialiseerd in re- Voordat zij bij Research voor Beleid werkte, was zij werkzaam als onderzoeker voor de Rekenkamer van Utrecht en als assistent griffier voor de gemeenteraad van Haarlemmermeer. die functies heeft zij een goed gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen in het gemeentelijk krachtenveld ontwikkeld. Bij Research voor Beleid voerde zij vele onderzoeken voor rekenkamers en rekenkamercommissies uit. Voorbeelden zijn onderzoek naar handhaving in de gemeente Arnhem, een vooronderzoek naar de Gemeenschappelijke Regeling Zeeland Seaports, een ex ante onderzoek naar schuldhulpverlening in Apeldoorn en onderzoek naar onderwijshuisvesting in de gemeente Hilversum. Naast de deze onderzoeken voert zij divers evaluatief onderzoek uit voor landelijke opdrachtgevers, veelal ministeries. Op dit moment werkt zij aan een onderzoek naar de doorwerking van beleidsonderzoek voor de Rekenkamercommissie Rijnwoude en aan de evaluatie van de Waterschapsverkiezingen voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Katrien is, op persoonlijke titel, lid van de Rekenkamercommissie Naarden. Mr. Suzanne Junte is onderzoeker bij Research voor Beleid en gespecialiseerd in rekenka- Ze heeft Nederlands Recht gestudeerd en is na haar studie werkzaam geweest als juridisch adviseur en beleidsjurist bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vervolgens heeft ze als onderzoeker gewerkt bij een onderzoeksbureau dat is gespecialiseerd in Voor dit bureau is ze ook als bestuurlijk ondersteuner gedetacheerd geweest op de griffie van de gemeente Suzanne heeft voor rekenkamers en rekenkamercommissies in heel Nederland onderzoek gedaan naar uiteenlopende onderwerpen. Ze heeft onder meer voor de rekenkamer van de gemeente Menterwolde onderzoek gedaan naar risicobeheersing bij subsidieverlening aan een verbonden partij. de gemeente Heerhugowaard heeft ze voor de rekenkamercommissie de planning en controlcyclus van de raad onderzocht. Verder onderzoekt ze momenteel de communicatie rond de invoering van de WMO en een bestemmingsplan in de gemeente Daarnaast is ze betrokken bij een evaluatie voor de Europese Commissie van het INTERREG programma. Door haar werk als rekenkameronderzoeker en ambtelijk ondersteuner heeft Suzanne ervaring met politiek-bestuurlijke processen in diverse gemeenten.

3.3 Begroting Research voor Beleid hanteert de volgende dagtarieven: Projectleider 1.150,- Onderzoeker 950,- tarieven zijn inclusief overhead en reguliere ondersteuning door secretariaat en systeembeheer. De genoemde bedragen zijn exclusief BTW. Op basis van het in deze offerte beschreven plan van aanpak is de volgende begroting opgesteld. Voorbereiding Opstellen concept normenkader en planning, voorbereiden selectie cases 1 dag onderzoeker 950,- 0,5 dag projectleider 575,- Fase 1: Reconstructie van de besluitvorming Documentstudie betrokken gemeenten en Drechtsteden, vervollediging normenkader 6 dagen onderzoeker 5.700,- 0,5 dag projectleider 575,- Fase 2: casestudies Documentstudie en voorbereiden, uitvoeren en verslagleggen 9 interviews 12,5 dagen onderzoeker 11.875,- 2 dag projectleider 2.300,- Fase 3: groepsgesprekken met raadsleden Per gemeente voorbereiden, uitvoeren en verslagleggen groepsgesprek met raadsleden 5 dagen onderzoeker 4.750,- 2 dagen projectleider 2.300,- Fase 4: analyse en rapportage Analyseren verzamelde informatie, schrijven conceptrapport, verwerken reactie stuurgroep in concept en gereed maken voor ambtelijk wederhoor 10 dagen onderzoeker 9.500,- 2 dagen projectleider 2.300,- Fase 5: verwerken ambtelijk wederhoor ambtelijke reacties van de vier betrokken gemeenten, opstellen definitief rapport 1,5 dagen onderzoeker 1.425,- Overleg met opdrachtgever 3 bijeenkomsten 2 dagen onderzoeker 1.900,- 1 dag projectleider 1.150,- Totaal onderzoek 45.300,- 22

Extra opties: Optie 1: overleg met elke betrokken rekenkamercommissie over conceptrapport Extra v. bovenstaande planning: 3 bijeenkomsten, bundeling reacties en eventueel afstemmen conflicterende reacties 3 dagen onderzoeker 2.850,- 1,5 dagen projectleider 1.725,- Totaal optie I 4.575,- Optie 2: ronde tafelgesprek met betrokken over eindrapport Voorbereiden, aanwezigheid en verwerken resultaten rekenkamercommissies 2 dagen onderzoeker 1.900,- 1 dag projectleider 1.150,- Totaal optie 2 genoemde bedragen zijn exclusief BTW. De gehanteerde tarieven gelden voor het lopende kalenderjaar en kunnen jaarlijks worden aangepast aan de ontwikkeling van het prijsindexcijfer. Er wordt termijnen gefactureerd. Deze offerte heeft een geldigheidsduur van 3 maanden. Research voor Beleid hanteert de branchebrede Algemene Voorwaarden van de Vereniging voor Beleidsonderzoek (bijgevoegd).

Bijlage I Bedrijfsprofiel en referenties Research voor Beleid verricht al 25 jaar sociaal wetenschappelijk beleidsonderzoek voor de publieke sector. Kernwaarden van ons bureau zijn onderzoekstechnische kwaliteit, bruikbaarheid van resultaten, tijdige levering binnen afgesproken deadlines en efficiëntie. De expertise van ons bureau strekt zich uit over alle beleidsterreinen. Visie op rekenkameronderzoek dient ertoe een gemeenteraad te helpen in het uitoefenen van zijn controlerende taak. De belangrijkste vraag die rekenkamers en rekenkamercommissies daartoe stellen is of binnen de gemeentelijke organisatie de voorwaarden voor doelmatig, doeltreffend en rechtmatig beleid zijn geborgd. Research voor Beleid helpt rekenkamers en rekenkamercommissies bij het beantwoorden van vragen naar doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid. Dat doen wij door onze kennis van beleid en beleidsprocessen te koppelen aan kennis en begrip van de complexe politiek-bestuurlijke context waarin rekenkameronderzoek zich afspeelt. Deze context is van belang omdat rekenkameronderzoek raakt aan de keuzes die hierbinnen gemaakt worden. De verhouding tussen raad en college is in dit kader ook een belangrijke factor. onze analyse reiken wij aanknopingspunten aan voor het verder uitdiepen van het functioneren van de verschillende spelers binnen de gemeentelijke context: raad, college en ambtelijke organisatie. Wij beschouwen rekenkameronderzoek daarbij als een leerproces voor bestuur en organisatie: het kijkt niet alleen naar beleid, maar ook naar de gemeentelijke organisatie en de mate waarin die bijdraagt aan een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige uitvoering van het beleid. Selectie uitgevoerde projecten voor Voorstudie Zeeuwse Havens 1995 ging Zeeland Seaports (ZSP), een gemeenschappelijke regeling van de provincie Zeeland en een aantal Zeeuwse gemeenten, een samenwerkingsverband aan met het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam. Dit kreeg vorm in de Exploitatiemaatschappij Schelde- Maas (ESM). De Zeeuwse havens verwachtten door deze samenwerking een betere marktpositie te kunnen verwerven. De resultaten vielen echter tegen. Ter voorbereiding op een eventuele ontvlechting/wijziging van de samenwerkingsvorm namen de rekenkamer(commissie)s van de provincie Zeeland en van de bij ZSP betrokken gemeenten zich voor onderzoek naar dit onderwerp te doen. Wij voerden met zusterbedrijf NEA een vooronderzoek voor hen uit, waarin we de historie, vorm en risico's van de samenwerking in kaart brachten en scenario's beschreven voor nader rekenkameronderzoek. Zie voor meer informatie over onze ervaring en expertise: www.rekenkameronderzoek.nl. 241

Rijnwoude: doorwerking van beleidsonderzoek (lopend) De Rekenkamercommissie van Rijnwoude wil weten wat de gemeente doet met de resultaten van beleidsonderzoek. Deze van beleidsonderzoek" wordt in twee fasen door Research voor Beleid onderzocht. De eerste fase bestaat uit het inventariseren van alle uitgevoerde beleidsonderzoeken in de periode 2003 tot en met 2006. De tweede fase betreft vervolgens het daadwerkelijke onderzoek naar de doorwerking. Deze fase loopt op dit moment. Communicatie rond invoering en bestemmingsplan in (lopend) Communicatie speelt een belangrijke rol bij de invoering van de Wmo en het vaststellen van bestemmingsplannen. Het onderzoek richt zich op de vraag of de uitvoering van het communicatiebeleid volgens de regels verloopt, of de communicatie leidt tot een hogere participatie door, kennisniveau van en draagvlak onder de inwoners van Ermelo. De externe communicatie bij de invoering van de Wmo en het vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied Midden-West staan centraal. Aanvullend wordt gekeken naar de interne communicatie binnen de ambtelijke organisatie als gevolg van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Deze wet heeft namelijk verstrekkende gevolgen voor de wijze waarop bestemmingsplannen in de toekomst worden ontworpen en vastgesteld. Schuldhulpverlening in Apeldoorn Voorafgaand aan de implementatie van een nieuwe aanpak schuldhulpverlening door de Stadsbank van de gemeente Apeldoorn, vroeg de Rekenkamercommissie Apeldoorn ons om een ex ante evaluatie van deze aanpak. De evaluatie richtte zich op verschillende aspecten. Er is een schatting gedaan van de aard en omvang van de nieuwe, bredere doelgroep van schuldhulpverlening. Daarnaast richtte het onderzoek zich op de vraag of het aannemelijk is dat de nieuwe aanpak schuldhulpverlening effectief zal zijn. Dit onderzocht Research voor Beleid door de aanpak te toetsen aan normen voor een effectieve opbouw van schuldhulpverleningsbeleid. Deze normen betreffen zowel de inrichting van het beleid, de inrichting van de uitvoering als de aansturing van schuldhulpverlening en zijn gebaseerd op kennis van de beleidstheorie en van effectieve schuldhulpverlening elders. Integraal jeugdbeleid in Noordoostpolder De gemeenteraad van Noordoostpolder besloot in 2006 tot een integrale aanpak van het jeugdbeleid. Deze aanpak vergt een verregaande samenwerking tussen alle organisaties die op lokaal niveau betrokken zijn bij jeugd, zoals onderwijs-, zorg- en welzijnsorganisaties en sluit aan bij landelijke initiatieven zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin. Research voor Beleid evalueerde het jeugdbeleid in opdracht van de rekenkamercommissie van de gemeente Noordoostpolder. Het onderzoek concentreerde zich op de inrichting van het beleid enerzijds: de formulering van beleidsdoelstellingen en de operationalisering daarvan. Anderzijds kijkt het onderzoek naar de mate waarin de uitvoering aannemelijk maakt dat de gemeente deze beleidsdoelstellingen zal realiseren. Onderwijshuisvesting en de gemeenteraad in Hilversum Onderwijshuisvesting is een complex beleidsterrein dat voor raadsleden vaak ongrijpbaar is. De Rekenkamercommissie van Hilversum wilde raadsleden ondersteunen door de uitvoering van het beleid te onderzoeken en daarbij expliciet de rol van de raad te belichten. Research voor Beleid voerde dit onderzoek met zustermaatschappij uit. Het onderzoek bevestigde de complexiteit van dit beleidsterrein voor raadsleden en liet bovendien zien te- 251