Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling in de GGz dr. C.A. Loth
Cijfers 1,2 miljoen alcoholisten/problematische drinkers 1,8 miljoen dagelijkse gebruikers benzo s, 22 % gebruikt langdurig 30.000 70.000 pathologische gokkers; 40.000 gokverslaafden en 70.000 riskante spelers 32.000 heroïneverslaafden; 12.500 bekend Meer dan 20.000 cokeverslaafden 85.000 cannabisgebruikers; 35.000 met ernstige problemen LOTH Verpleegkunde 2
ROKEN??? Aantal nicotinegebruikers in de GGz: heel erg hoog LOTH Verpleegkunde 3
Nicotine afhankelijkheid bij GGz problematiek GGz patiënten roken fors meer (2 x) dan gewone bevolking; bij psychotische klachten, stemmingsstoornissen en bij alcohol en drugsproblematiek Nicotine is meest gebruikte psychoactieve stof bij GGz patiënten Nicotineverslaving gaat vaak samen met andere verslavingen LOTH Verpleegkunde 4
Verklaring Genetische aanleg verslaving al aanwezig Neurobiologische overeenkomsten versterken elkaar Nicotine laat symptomen en bijwerkingen medicatie afnemen; negatieve symptomen bij schizofrenie zoals verlies van initiatief en vervlakking emoties LOTH Verpleegkunde 5
Langdurig nicotinegebruik Nicotine vermindert de werking van sommige GGz medicijnen Roken vermindert bijwerkingen van medicijnen Men heeft al een zwaar leven dus waarom stoppen met roken? Nicotine zelf veroorzaakt ook klachten; stressverschijnselen, depressieve klachten en heeft slecht effect op slapen LOTH Verpleegkunde 6
Stoppen met roken Normale bevolking; stoppen geeft 1 ste maanden onrust, prikkelbaarheid en angst, maar daarna welbevinden GGz patiënten; heftige detox verschijnselen en depressieve klachten kunnen ernstig toenemen en men moet goed opletten hoe klachtenpatroon zich daarnaast ontwikkelt; werking en bijwerkingen medicatie LOTH Verpleegkunde 7
Combinaties 80% van alcoholverslaafde GGz patiënten rookt ook chronisch, waarvan 33% zware rokers. Beide middelen zijn geconditioneerd Drinken van alcohol geeft heftige trek in nicotine Heroïne en methadongebruik geeft ook behoefte aan nicotine; 98 % verslaafden rookt ook LOTH Verpleegkunde 8
Bij aanpak problemen is van belang Ernst psychiatrisch ziektebeeld is een belangrijke leidraad Iemands kijk op het eigen lichaam Iemands aanwezigheid van probleembesef Iemands mate van zelfcontrole en iemand mogelijkheden hiertoe LOTH Verpleegkunde 9
Aspecten van verslaving Sociaal; beschikbaarheid, criminaliteit, morele veroordeling, economische factoren, risico sociaal zwakkeren en opvoeden in gezin en maatschappij Biologisch; hersenziekte en automatische processen Leerproces; conditionering en sensitizering Erfelijkheid; puberteit, stress, persoonlijkheidskenmerken LOTH Verpleegkunde 10
Wat is verslaving? Verslaving is een ziekte, een complex en progressief psychiatrisch syndroom leidend tot verlies van autonomie op het gebied van emotie, denken en handelen. Afhankelijk van de gebruikte middelen heeft het tevens een voortschrijdende aantasting van de algemene gezondheidstoestand tot gevolg. LOTH Verpleegkunde 11
Wat zijn verslavende stoffen? Stoffen met een belonend karakter, d.w.z. stoffen die een goed/aangenaam gevoel geven (EUFORIE) Stoffen waar men na gebruik bij voortduring aan moeten denken (CRAVING) Stoffen waar sommige mensen niet meer vanaf kunnen blijven (CONTROLEVERLIES) LOTH Verpleegkunde 12
Wat is essentieel voor Verslaving? Tolerantie bij de meeste stoffen en geneesmiddelen Onthoudingsverschijnselen bij de meeste stoffen en geneesmiddelen Craving specifiek voor verslavende stoffen en voor verslaving CONTROLEVERLIES AFHANKELIJKHEID LOTH Verpleegkunde 13
Verslaving volgens classificatie Misbruik Afhankelijkheid Verslaving: hersenen zijn aantoonbaar geetst LOTH Verpleegkunde 14
Misbruik, Afhankelijkheid, Verslaving Misbruik Gebruik dat kan leiden of heeft geleid tot psychologische of maatschappelijke problemen Afhankelijkheid Ongecontroleerd gebruik van middelen ten gevolge van hunkering en/of onthoudingsverschijnselen dat heeft geleid tot lichamelijke, psychische en/of sociale problemen Verslaving Afhankelijkheid met geautomatiseerd gebruik van middelen dat niet gemakkelijk gestopt kan worden en waarvoor professionele hulp moet worden ingeroepen of al is ingeroepen. LOTH Verpleegkunde 15
Verslaafde brein Beloning Motivatie Geheugen Output: gedrag Controle Gebruik van middelen LOTH Verpleegkunde 16
Verslaving/afhankelijkheid Stoornis van het beloningssysteem met grote gevolgen voor de mate van controle in het dagelijkse leven: Problemen in de centrale executieve functies LOTH Verpleegkunde 17
Centrale executieve functies Algemene regelfuncties; maken van gedetailleerde plannen, over jezelf nadenken, behoeftes uitstellen, van mening kunnen veranderen, aanpassen aan omstandigheden, Het leven organiseren Het eigen gedrag beoordelen Afstand nemen van eigen impulsen Afstand nemen van natuurlijke omgeving Afstand nemen van zichzelf LOTH Verpleegkunde 18
Functies CEF; prefrontale cortex Starten Stoppen Reguleren LOTH Verpleegkunde 19
CEF: Storingen door misbruik middelen Starten: passiviteit en apathie Stoppen: impulsiviteit en ontremming Reguleren: gebrek aan organisatievermogen, flexibiliteit en inzicht LOTH Verpleegkunde 20
Geschiedenis visie Morele model: 1850 nu: opvang/heropvoeding Ziekte model: 1900 1985: abstinentie Leermodel: 1975 nu: gedragsverandering Biopsychosociale model: 1980 nu: alles gecombineerd LOTH Verpleegkunde 21
Bio psycho sociale model Biologisch stabiele basis als 1ste invalshoek: voor stemming en cognitie Psychosociale: persoonlijke relatie met hulp bieden op sociale levensgebied Moreel existentieel: levenswaarden, heelwording en bestemming in het leven hebben LOTH Verpleegkunde 22
Verslaafde patiënten ervaren: Verslaving leidt tot verlies van leven Verslaving leidt tot ontmoediging Verslaving leidt tot hulpeloze gevoelens Verslaving leidt tot een continue gevoel van falen LOTH Verpleegkunde 23
Conclusies: Afkicken zonder medicatie heeft geen zin Afkicken onder dwang alleen heeft geen zin Afleren van verslavingsgedrag is heel erg moeilijk LOTH Verpleegkunde 24
Dopamine huishouding Nucleus accumbens regelt dopamine huishouding: het natuurlijke beloningssysteem: bv. voedsel en middelen/gokken geven een verhoging dopamine in bloed door neurotransmissie en dat geeft een prettig gevoel LOTH Verpleegkunde 25
Fases van gebruik Beginfase: middelen/gokken geven een belonend effect alle middelen geven een dopamine verhoging Voorgezet gebruik: craving, onthouding en terugval: door middelen gebruik/gokken wordt er minder natuurlijke dopamine geproduceerd en men heeft middelen nodig om een basaal effect te voelen van beloning LOTH Verpleegkunde 26
Antipsychotica Alle antipsychotica/neuroleptica geven een remmende werking op de functie van het centrale zenuwcentrum Het zijn dopamine antagonisten want zij blokkeren de dopaminereceptoren LOTH Verpleegkunde 27
Gevolg: Ontstaan van gevoel van onverschilligheid Bescherming tegen stress Niet meer opgefokt raken Beter kunnen concentreren Minder opgaan in eigen gedachtewereld LOTH Verpleegkunde 28
Maar: Tekort/vermindering van de dopamine geeft ook weinig natuurlijke beloning en kan direct leiden tot middelengebruik vanwege craving en enorme behoefte aan een prettig gevoel LOTH Verpleegkunde 29
Soorten antipsychotica Klassiek: dopamine vermindering Atypisch: dopamine en serotonine vermindering LOTH Verpleegkunde 30
Samengevat Schizofrenie en psychose: verhoging dopamine, Antipsychotica verlagen dopamine (en serotonine) en verminderen psychose maar ook het belonende en lekkere gevoel, Middelen verhogen dopamine aanmaak en geven belonend en lekker gevoel. LOTH Verpleegkunde 31
Wat is van belang In kaart brengen van de ernst van de verslaving In kaart brengen van de ernst van de psychopathologie In kaart brengen van de mate van de sociale desintegratie LOTH Verpleegkunde 32
33