Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: 34402 Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal



Vergelijkbare documenten
Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Teamscan op accreditatiewaardigheid

AVANS Hogeschool, Tilburg

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool Windesheim, Zwolle

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Bijlage A Competenties van de opleiding

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

AVANS Hogeschool, Breda

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Management & Organisatie

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Hanzehogeschool Groningen

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Christelijke Hogeschool Nederland

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Nijmegen Opleiding: Opleidingskunde, hbo bachelor Varianten: Voltijd en deeltijd

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

DE FLEXIBELE DEELTIJD: MODULAIR MET EXTRA S. NNK 30 mei 2013 Lucie te Lintelo

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

AVANS Hogeschool, Breda

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Fontys Hogeschool Eindhoven

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Validering op basis van leeruitkomsten, de validatiemeetlat! Landelijke bijeenkomst leerwegonafhankelijk toetsen en validering, 7 maart 2018

Fontys Hogeschool, Venlo

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Hogeschool Zeeland, Vlissingen Opleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD), hbo-bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) Ruitenberglaan 27, 6826 CC Arnhem. n.v.t. n.v.t. n.v.t. bachelor

Hanzehogeschool Groningen

Examenreglement

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: Varianten: voltijd en duaal

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

Transcriptie:

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: 34402 Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal Visitatiedatum: 22 mei 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

2/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 8 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 29 Onderwerp 4 Voorzieningen 33 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 36 Onderwerp 6 Resultaten 40 Deel C: Bijlagen 43 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 44 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 51 Bijlage 3 Bezoekprogramma 54 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 56 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 3/59

4/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 5/59

6/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Commerciële Economie (CE) van de Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 22 mei 2007. Het panel bestond uit: De heer prof. dr. C.J.P.M. de Bont (voorzitter en domeinpanellid); De heer drs. R.E. de Graaff (domeinpanellid); De heer B. Bezemer (studentpanellid); Mevrouw drs. P. Göbel (NQA-auditor); Mevrouw ing. I.J.M. de Jong (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 7/59

1.2 Inleiding Bij de CHW staan 17.000 studenten en 2.000 cursisten ingeschreven. De school biedt onderdak aan 50 opleidingen en er werken circa 1.500 personen. De opleiding CE is in 1975 gestart als onderdeel van de Christelijke Hogeschool Zwolle. In 1988 werd de HEAO een onderdeel van de CHW. In 1997 werden de opleidingen binnen Windesheim verzelfstandigd en vanaf 2000 vond een herclustering van opleidingen plaats. CE werd op deze wijze in 2001 een onderdeel van de afdeling CCI, bestaande uit de opleidingen CE, Communicatie en International Business and Languages. In het najaar van 2004 nam het College van Bestuur het besluit om de opleidingen onder te brengen in tien grotere eenheden (Schools). De opleiding CE werd een onderdeel van de School of Business and Economics (SBE). In dezelfde School zijn de volgende opleidingen ondergebracht: Accountancy, Bedrijfseconomie, Communicatie, Financial Services Management, Internationale Business and Languages en Logistiek en Economie. Vanaf september 2006 bieden deze zeven opleidingen een gezamenlijke major in het eerste halfjaar van de opleiding aan. De helft van de studie (120 ec) wordt aangeboden in de major, de student kiest vervolgens minimaal twee verdiepende minors voor de andere helft van zijn studie. De opleiding CE wordt aangeboden in de varianten voltijd, deeltijd en duaal. Bij de opleiding staan momenteel 582 voltijdstudenten en 63 deeltijdstudenten ingeschreven. De duale opleiding heeft op het moment van visiteren geen studenten. De doelstellingen van de duale variant zijn identiek aan de voltijd- en deeltijdvariant. Duale studenten volgen het eerste jaar het voltijdse programma, vanaf het tweede jaar volgen zij het deeltijdprogramma. Derhalve zijn de oordelen voor de duale variant gelijkluidend aan de voltijd en deeltijdvariant. De opleiding CE bereidt voor op functies als productmanager, salesmanager, marktonderzoeker, communicatiemanager of exportmanager. Naast een aantal organisatorische veranderingen hebben er de afgelopen jaren ook onderwijsveranderingen plaatsgevonden. Tot 2003 was de opleiding CE thematisch ingericht. Van de voltijdstudenten volgen alleen de vijfde- en zesdejaars nog dit type onderwijs, van de deeltijsstudenten geldt dit voor de vierde-, vijfde- en zesdejaars. Na evaluatie is besloten tot een nieuw onderwijsplan te komen, het Onderwijsplan 2003. Dit programma wordt momenteel door voltijdstudenten gevolgd in het tweede, derde en vierde jaar. De deeltijdstudenten zijn dit jaar nog gestart in dit programma. De opleiding werd in 2004 onderdeel van de SBE, waarmee ook de conversie naar het major-minorsysteem op de agenda stond. Voor de CE programma s in de nieuwe Majorminor is het programma 2003 als uitgangspunt genomen. In 2006 zijn de eerste voltijdstudenten in dit nieuwe systeem gestart, ook wel Curriculum 2006 genoemd. Deeltijdstudenten gaan vanaf september 2008 in dit systeem werken. 8/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

De opleiding CE is voor het nieuwe curriculum het volgende aan het ontwikkelen: 1. Het thema zelfstandig ondernemerschap als verbredende minor (start in september 2007). 2. Het onderwerp duurzame ontwikkeling (people, planet, profit) wordt in een minor ontwikkeld (start 2007). 3. Een verbredende minor strategisch inkoopmanagement. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de NEVI, de vereniging van inkoop professionals. Deze samenwerking is o.a. geconcretiseerd in het beschikbaar stellen van studiemateriaal, toekenning van certificaten en ondersteuning (ook in financiële zin) bij de aanvraag van een lectoraat Supply Management. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereiden de panelleden zich in de periode april en mei 2007 inhoudelijk voor op het bezoek in mei 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 9/59

Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juli 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in september 2007 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in oktober 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd of duale variant afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdopleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 10/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Commerciële Economie Voltijd Commerciële Economie Deeltijd Commerciële Economie Duaal 1. Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Goed Goed 1.2 Niveau bachelor Goed Goed Goed 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief 2. Programma 2.1 Eisen hbo Goed Goed Goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Goed Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Goed Goed 2.4 Studielast Goed Goed Goed 2.5 Instroom Goed Goed Goed 2.6 Duur Voldaan Voldaan Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Goed Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief 3. Inzet van personeel 3.1 Eisen hbo Goed Goed Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed Goed Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief 4. Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed Goed Goed 4.2 Studiebegeleiding Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten Goed Voldoende Voldoende 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed Goed Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Goed Goed Goed Totaaloordeel Positief Positief Positief 6. Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende Voldoende Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Voldoende Voldoende Totaaloordeel Positief Positief Positief NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 11/59

Doelstellingen opleiding Alle facetten behorend bij dit onderwerp zijn voor alle varianten met goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Commerciële Economie met bijbehorende varianten derhalve positief. Programma De facetten 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5 en 2.7 zijn allen voor alle varianten met goed beoordeeld. Facet 2.6 is met voldaan beoordeeld en facet 2.8 is voor alle varianten met voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Commerciële Economie met bijbehorende varianten derhalve positief. Inzet van personeel Alle facetten behorend bij dit onderwerp zijn voor alle varianten met goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Commerciële Economie met bijbehorende varianten derhalve positief. Voorzieningen Alle facetten behorend bij dit onderwerp zijn voor alle varianten met goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Commerciële Economie met bijbehorende varianten derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De facetten 5.2 en 5.3 zijn voor alle varianten met goed beoordeeld. Facet 5.1 is voor de voltijdvariant met goed beoordeeld en voor de deeltijdse en duale variant met voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Commerciële Economie met bijbehorende varianten derhalve positief. Resultaten Alle facetten behorend bij dit onderwerp zijn met voldoende beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Commerciële Economie met bijbehorende varianten derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. 12/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

Deel B: Facetten NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 13/59

14/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen VT: Goed DT: Goed DU: Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding participeert in het Landelijke overleg commerciële economie (LOO-CE), waarin in 2002 een landelijk competentieprofiel is afgesproken. Dit competentieprofiel is opgesteld in samenwerking met een onderwijskundige adviesgroep. Validatie heeft plaats gevonden door het NIMA en een landelijke werkveldcommissie. In het onderwijsprogramma CE Windesheim, dat in 2003 van start is gegaan, is het landelijke competentieprofiel CE (2002) als uitgangspunt gehanteerd. Sinds 2004 is het overleg LOO-CE onderdeel geworden van het (bredere) domeinoverleg DMBC (Domeinoverleg Marketing Business and Commerce), waar ook de landelijke opleidingsoverlegorganen van Small Business & Retail Management (SBRM), International Business and Languages (IBL) en Food & Business (F&B) zijn vertegenwoordigd. In opdracht van de HBO-raad heeft Dr. Verreck een domeincompetentieprofiel opgesteld 1. Het domein Commerce is door de HBO-raad aangewezen als een pilot om de geformuleerde competenties van Dr. Verreck in drie niveaus uit te werken. Inmiddels is deze uitwerking gereed en heeft in het DMBC (november 2006) besluitvorming plaats gevonden over deze niveaus en over de verplichte minimumniveaus die behaald moeten worden voor de specifieke opleidingen binnen het domein Commerce. Afgesproken is om zodra de eerste verdiepende minor CE is ontwikkeld (zomer 2007) de nieuwe competenties (met de drie niveaus) naast het nieuwe programma te leggen. Eventueel kan dat tot bijsturing leiden van de tweede verdiepende minor. In 2006 is de opleiding CE deel gaan uitmaken van de School of Business & Economics (SBE). Tegelijkertijd is door Windesheim ook een major-minor constructie vormgegeven. De Major (120 EC) is voor alle studenten uit de SBE gemeenschappelijk wat de competenties betreft. Deze majorcompetenties zijn gebaseerd op de domeincompetenties zoals die door Dr. Verreck voor de HBO-Raad zijn ontwikkeld. In de eerste twee blokken van de propedeuse worden de gemeenschappelijke majorcompetenties uitgewerkt naar een gemeenschappelijk studieprogramma. In andere fasen van de Major is het studieprogramma uitgewerkt 1 Zie www.hbo-raad.nl NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 15/59

in de context van de betreffende opleiding. De opzet in de major-minor structuur sluit goed aan bij de wensen van het regionale werkveld, zo blijkt uit de notulen van een door de opleiding georganiseerde bijeenkomst. De opleiding heeft drie tot vier maal per jaar overleg met de consultatiecommissie. De samenstelling van de consultatiecommissie is zodanig dat hierin organisaties van verschillende grootte zijn vertegenwoordigd. De consultatiecommissie informeert en adviseert de opleiding over trends in het beroepenveld. Daarnaast legt de opleiding belangrijke wijzigingen in de onderwijsvisie van de opleiding en de inhoud van het onderwijsprogramma voor aan de commissie. Onderwerpen in de laatste vergaderingen waren bijvoorbeeld verschillende niveaus van de domeincompetenties en talen. Het panel heeft notulen van de consultatiecommissie ingezien en constateert dat de opleiding een jarenlange relatie heeft opgebouwd met werkveldvertegenwoordigers CE. Uit de notulen blijkt dat de consultatiecommissie door de opleiding structureel wordt geraadpleegd. De deeltijdvariant is nog niet gestart met de major-minor constructie, zij zullen tot september 2008 gebruik maken van het programma CE-2003 (vergelijk bullit 1). Voor de duale variant gelden dezelfde competenties als voor de voltijdse variant. Facet 1.2 Niveau bachelor VT: Goed DT: Goed DU: Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het programma is ontwikkeld op basis van de beroepscompetenties, waarin de generieke HBO-competenties zijn geborgd. De generieke beschrijvingen met betrekking tot het HBO-niveau zijn in het onderwijsprogramma 2003 niet expliciet uitgewerkt. Ze zijn wel meegenomen in de ontwikkeling van het programma 2006. Windesheim heeft aan de tien generieke hbo-kwalificaties een elfde competentie toegevoegd, namelijk zelfsturing op opleiding en loopbaan. Het panel heeft een overzicht gezien waarin de opleiding de koppeling tussen eigen competenties en de generieke hbo-competenties schematisch heeft weergegeven. Het panel heeft vast kunnen stellen dat binnen de ontwikkelformats en het concepttoetsbeleid voor de nieuwe SBE de HBO-competenties geborgd zijn. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport aangegeven waar in het oude curriculum de tien kwalificaties zijn opgenomen: a. Brede professionalisering is in SLB en projectonderwijs terug te vinden. b. Multidisciplinaire integratie is in projectonderwijs en buitenschoolse curriculum vormgegeven. c. Wetenschappelijke toepassing speelt een rol in de conceptuele leerlijn 16/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

d. Transfer en brede inzetbaarheid wordt gewaarborgd door in de toetsing de context te wisselen en op individueel niveau te toetsen (hiermee wordt tegenwicht geboden aan het meer contextgebonden karakter van projectonderwijs). e. Creativiteit en complexiteit van handelen zijn terug te vinden binnen het projectonderwijs, waarbij de complexiteit in de loop van de studiejaren wordt opgevoerd. f. Probleemgericht werken wordt door middel van de werkvorm, maar meer nog door het afgesproken format van het projectonderwijs gerealiseerd. g. Methodisch en reflectief handelen wordt in het SLB programma en binnen het projectonderwijs (format) en het buitenschoolse curriculum geoefend. h. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid wordt in specifieke modules en trainingen geoefend, maar komt integraal weer terug binnen de projecten en het buitenschoolse curriculum. i. Basiskwalificering voor managementfuncties en besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid vindt invulling in specifieke modules en trainingen. j. De kwalificaite het kunnen verrichten van (praktijk)gericht onderzoek komt vooral tot uiting in het buitenschoolse curriculum, met name in de afstudeerperiode. k. De kwalificatie zelfsturing op eigen opleiding en loopbaan staan centraal in de reflectieve leerlijn. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor VT: Goed DT: Goed DU: Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Bij dit facet worden de argumenten van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen, waaruit blijkt dat de eindkwalificaties mede ontleend zijn aan de door het beroepenveld opgestelde beroepsprofielen. De School of Business and Economics leidt studenten op voor economische beroepen in de profit en non-profitsector. Deze economische functies zijn te groeperen rondom financiën, marketing, logistiek, management, human resource management, communicatie en het realiseren van internationale aspiraties. De afgestudeerde CE er komt over het algemeen terecht in functies als productmanager, salesmanager, marktonderzoeker, communicatiemanager of exportmanager. NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 17/59

De blauwdrukken voor het onderwijs worden besproken met de leden van de consultatiecommissie. De opleiding past op basis van feedback van de werkveldcommissie haar blauwdruk aan, blijkt uit gesprekken met vertegenwoordigers van het werkveld. Zo is bijvoorbeeld het managementperspectief voor de CE er in de competenties opgenomen. Tot slot vindt het panel het positief dat de opleiding het initiatief genomen heeft om voor de opzet van het nieuwe curriculum 2006 een bijeenkomst met het regionale bedrijfsleven te organiseren (Agnietenbergbijeenkomst). Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO VT: Goed DT: Goed DU: Goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het beleid met betrekking tot de praktijk in de opleiding staat beschreven in het Praktijkplan Commerciële economie Communicatie en International Business Management. Het beleidsplan voor de School of Business and Economics is in ontwikkeling. In het beleidsplan staat beschreven hoe de organisatie van de praktijkcomponent is vormgegeven. Het onderwijs wordt georganiseerd rond vier leerlijnen: Conceptuele (kennis) leerlijn, integrale leerlijn, vaardigheden leerlijn en de reflectieve leerlijn. Voor de conceptuele (kennis) leerlijn geldt het volgende. Er wordt gebruik gemaakt van vakliteratuur die aansluit bij moderne inzichten en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de bekende standaardliteratuur. Het panel heeft de literatuurlijsten bestudeerd en is van oordeel dat de literatuurlijst actueel en relevant is. Het panel heeft geen vaste procedure aangetroffen waaruit blijkt dat relevante artikelen ook bij de student terecht komen, bijvoorbeeld via readers. Uit gesprekken is gebleken dat studenten via informele wegen wel met actuele artikelen in aanraking komen. Uit de zelfevaluatie blijkt dat in de integrale leerlijn studenten bij projecten en het buitenschools curriculum intensief contact met de actuele beroepspraktijk hebben. In 18/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie

de vorm van projecten worden beroepscompetenties gerealiseerd. In sommige gevallen worden in het tweede jaar externe projecten uitgevoerd (zoals bij blok 2 Marktonderzoek). In het derde en vierde jaar zijn de projecten in veel gevallen ontleend aan projecten van opdrachtgevers uit het beroepenveld, zoals een opinieonderzoek voor de Zwolse Courant. Naast projecten komen in het derde en vierde jaar de stages en afstuderen aan de orde, waarbij studenten opdrachten uitvoeren. In het vierde jaar kunnen studenten kiezen voor een keuzeproject bij het lectoraat Duurzaam Ondernemen en Bestuurbaarheid. Deze studenten doen onderzoek naar deze aspecten en de lectoren kunnen het verzamelde onderzoeksmateriaal verder benutten voor eigen publicaties. In de gesprekken met het panel is het bovenstaande bevestigd. In de vaardighedenleerlijn wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Zo krijgen studenten in het tweede jaar een externe training op het gebied van sociale en communicatieve vaardigheden. In de opleiding trainen studenten ook managementvaardigheden, zoals het voeren van functioneringsgesprekken. In het derde jaar krijgen studenten een verkooptraining. De moderne vreemde talen vallen ook binnen deze leerlijn. Bij de talen Engels en Duits werken de studenten aan offertes en verkoopgesprekken. Studenten tonen zich in het gesprek met het panel zeer positief over deze trainingen, ook alumni geven aan dat zij deze trainingen als waardevol hebben ervaren. In de reflectieve leerlijn, het persoonlijke professionele ontwikkelingstraject (PPO), houden studenten gedurende hun studie een portfolio bij, waarin zij ontwikkelingen in vaardigheden en beroepshouding bijhouden. Er vindt tevens oriëntatie plaats op het toekomstige beroep door bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken. Voor studenten in de hoofdfase van de opleiding vinden business trips plaats en wordt jaarlijks de CE-dag georganiseerd. Tijdens de trips en de CE-dag houden studenten zich bezig met thema's uit het werkveld. Het panel is positief over de CE-dag en de verschillende excursies die de opleiding organiseert. De SBE kent een praktijkbureau. Het hoofd van het praktijkbureau overlegt éénmaal in de twee weken met de opleidingscoördinator over de voortgang van de werkzaamheden. In het bureau werkt een aantal medewerkers, van wie één medewerkster met name de opleiding CE bedient. De opleiding kent een praktijkadviseur, die onafhankelijk van het praktijkbureau, verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de inhoud van de praktijkopdrachten. Uitgangspunt voor CE binnen de SBE is om de inhoud van het programma 2003 in de major-minor vorm te gieten. Inhoud, literatuur, et cetera zullen praktisch ongewijzigd blijven. Dat is af te leiden uit de blauwdrukken van het programma 2003 en het SBE programma 2006. Het panel oordeelt positief over deze werkwijze gezien de kwaliteit van de inhoud van het programma 2003. Sinds 2006 wordt binnen het HBO-domein Commerce gewerkt aan een zogenaamde Body of Knowledge (BoK). Deze BoK wordt voor elk domein samengesteld op initiatief van de HBO-raad. De BoK beschrijft de kennisgebieden, die in elke opleiding van het domein moeten zijn opgenomen. De bedoeling van de BoK is om duidelijkheid te geven aan het werkveld over de kenniscomponent van de opleiding. NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie 19/59

De opleiding CE is betrokken bij de realisatie van de BoK, doordat de teamvoorzitter marketing in het proces heeft geparticipeerd. In het SBE-programma 2006 bestaat een studieprogramma van 240 EC uit een major van 120 EC (inclusief stage en afstuderen), een verdiepende minor van 60 EC en twee verbredende minoren van elk 30 EC. De major wordt door alle studenten uit de SBE gevolgd. Binnen dit onderdeel staan dezelfde majorcompetenties centraal. De major is opgebouwd uit: - de propedeuse, met daarbinnen een gemeenschappelijk semester en een contextgebonden semester. In het gemeenschappelijke semester werken alle SBE-studenten aan beroepsproducten als het ondernemingsplan en het marketingplan, en volgen vakken als marketing en financieel management en vaardigheidstrainingen als presenteren. Door deze gemeenschappelijke basis kan een student na de propedeuse gemakkelijk wisselen van studie en hebben CE-studenten een globaal inzicht in het totale businessperspectief. CE studenten volgen vervolgens de specifieke CE differentiatie (de minor inleiding marketing management). - Het buitenschoolse curriculum: stage (30 EC) en afstuderen (30 EC). Ook hier gelden dezelfde majorcompetenties, maar deze worden in de context van de opleiding uitgewerkt. - De verdiepende minor (60 EC) is verplicht voor de studenten die een CE diploma willen halen. Deze minor kent een deel in het tweede jaar (30 EC) en een deel na de stage (30 EC). - Binnen de twee verbredende minoren van 30 EC kunnen studenten zelf keuzes maken en een verdere profilering aan hun opleiding geven. Bij een aantal colleges zijn gastdocenten uit de praktijk betrokken. Studenten tonen zich in gesprekken met het panel positief over de gastdocenten die worden ingezet en gaven de wens aan meer van dit soort sessies te willen. Inmiddels is er een studievereniging in oprichting die zelf ook gastsprekers uit gaat nodigen. Het panel stelt vast dat de ICT-ontwikkelingen en de invloed daarvan op marketing op een goede manier in beeld gebracht worden. Op het gebied van internationalisering biedt de opleiding tal van mogelijkheden. Deze staan beschreven in het beleidsplan internationalisering. Concreet betekent dit dat studenten CE voor een half jaar in het buitenland kunnen studeren bij een partnerinstelling uit verschillende Europese netwerken (Nice Network, en European Business Studies Network). Studenten kunnen op Windesheim zelf deelnemen aan het onderwijsprogramma voor buitenlandse studenten. Studenten kunnen hun stage of afstuderen in het buitenland uitvoeren. Begeleiding vanuit school vindt dan plaats via telefoon of e-mail. In sommige gevallen wordt een bezoek aan het bedrijf gebracht. Deeltijd: Voor de meeste deeltijdstudenten geldt dat zij een vrijstelling voor de stage kunnen krijgen op basis van werkervaring (vergelijk facet 2.5). Het programma deeltijd wijkt op onderdelen af van het voltijdse programma. Er worden geen vier projecten uitgevoerd, maar twee omdat anders de studielast te hoog wordt. Daar staan dan wel extra opdrachten bedrijfsoriëntatie tegenover. 20/59 NQA - visitatie Christelijke Hogeschool Windesheim Commerciële Economie