RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Montessori Lyceum Herman Jordan HAVO Plaats : Zeist BRIN nummer : 02TH C1 BRIN nummer : 02TH 00 HAVO Onderzoeksnummer : 275566 Datum onderzoek : 17 april 2014 Datum vaststelling : 20 november 2014
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 17 april 2014 een onderzoek uitgevoerd op het Montessori Lyceum Herman Jordan te Zeist, afdeling havo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Ongeveer 300 leerlingen bezoeken de afdeling havo op het Montessori Lyceum Herman Jordan te Zeist. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Op de afdeling havo van de school is in de afgelopen jaren geen onderzoek uitgevoerd in het kader van risicogericht toezicht of themaonderzoek. De inspectie voert op deze scholen daarom een zogenoemd vierjaarlijks bezoek uit. Onderzoeksopzet De inspectie vormt haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: - Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. - Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. - Wij hebben gesprekken gevoerd met het bestuur, management, vaksecties, leraren, zorgcoördinator, mentoren, leerlingen. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en bestuur. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf Pagina 3 van 11
waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Pagina 4 van 11
2. CONCLUSIES EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht inhouden. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor het Montessori Lyceum Herman Jordan, afdeling havo is als volgt: Kwaliteit De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling havo op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Naleving Wij hebben een tekortkoming in de naleving van de wettelijke voorschriften vastgesteld. Conform wet- en regelgeving kan een schoolplan slechts voor 4 jaar worden vastgesteld. Pagina 5 van 11
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op het Montessori Lyceum Herman Jordan, afdeling havo. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op het Montessori Lyceum Herman Jordan, afdeling havo, is op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau. De school heeft haar sturing op orde, hoewel de borging van diverse kwaliteitsprocessen voor verbetering vatbaar is. De kwaliteit van het didactisch handelen van de leraren is eveneens op orde. Op de opbrengstenkaarten van de inspectie worden de examen- en doorstroomresultaten als goed beoordeeld. Het gemiddelde examencijfer ligt boven het landelijk gemiddelde. In de bewaking en verbetering van de kwaliteit is de school nog kwetsbaar. Er wordt telkens een groot aantal initiatieven in gang gezet, maar zelden wordt vastgesteld wanneer de initiatieven zijn afgerond en al dan niet voldoende hebben opgebracht. Er is daardoor te weinig borging van de beoogde verbeteringen. Langzamerhand ontstaat er ook een meer professionele cultuur waarin docenten elkaar inhoudelijk durven te bevragen en waar nodig aan te spreken. Deze cultuur moet nog worden doorgetrokken naar de bewaking van de kwaliteit van de lessen. Collegiale visitatie en consultatie komen nog relatief weinig voor. Het bovenstaande algemene oordeel wordt hieronder toegelicht. In paragraaf 3.2 staat het kwaliteitsprofiel in de vorm van oordelen op onderzochte indicatoren. In paragraaf 3.3 staat een toelichting bij dat profiel. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Pagina 6 van 11
Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5 1.1 De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2.4 De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding havo. 1.3.4 De leerlingen van de opleiding havo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4.4 Bij de opleiding havo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving 1 2 3 4 3.4 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus taal dat past bij alle leerlingen. 3.5 De school heeft een aanbod voor de referentieniveaus rekenen dat past bij alle leerlingen. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 1 2 3 4 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. Pagina 7 van 11
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) (De school bestrijdt effectief achterstanden.) 1 2 3 4 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Nalevingsindicatoren 2013 ja nee N1 N2 N4 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). Pagina 8 van 11
3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: opbrengsten, onderwijsproces en kwaliteitszorg. Opbrengsten Over drie jaar bezien, zijn de opbrengsten van de afdeling havo voldoende tot goed. Met name de resultaten in de bovenbouw en het cijfer voor het centrale examens zijn goed. Voor alle vakken is het beeld positief. Het verschil tussen het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen en het centraal examen valt ruim binnen de normen van de inspectie. Het rendement in de onderbouw is al drie jaar op rij voldoende. Het rendement van de bovenbouw is goed te noemen. Het slagingspercentage is al jaren achtereen hoog. In het algemeen mag worden gezegd dat de school erin slaagt haar leerlingen op een kwalitatief goed havo-niveau te brengen. Daar staat tegenover dat de determinatie naar respectievelijk havo en vwo in leerjaar 3 niet ondersteund wordt door extern genormeerde toetsen. De determinatie behoudt daardoor een zekere mate van kwetsbaarheid. Mogelijk kan voor een leerling een te voorzichtig determinatieadvies worden uitgebracht. De inspectie is van mening, dat het wellicht mogelijk is over de gehele linie nog betere resultaten te bereiken. Hiervoor zijn de voorwaarden in princpe aanwezig: de potentieel goede kwaliteit van de docenten; de gunstige sociale achtergrond van de leerlingen; de leerlingen kunnen plannen of hebben dat op school geleerd. Onderwijsproces We hebben twaalf lessen bezocht en op basis hiervan concluderen we dat het merendeel van de kwaliteitsaspecten waarnaar we hebben gekeken, voldoende is. De lessen zijn voldoende doelgericht in die zin dat leerlingen weten wat ze moeten doen en hoe lang ze daarvoor de tijd krijgen. Niet alle docenten geven aan het begin van de les ook aan wat het doel van de les is en komen hierop terug aan het einde van de les. Het weekrooster van de leerling bestaat uit lessen van 65 minuten en dagelijks een uur keuzewerktijd. Per pensum (periode) krijgen de leerlingen een overzicht van de geplande leerstof. Het is aan de leerlingen om deze stof in zijn geheel Pagina 9 van 11
binnen de periode door te werken. In vakken waarin de leerling geïnteresseerd is, wordt de planning meestal makkelijk gehaald. Lastiger ligt het bij de andere vakken. Sommige leerlingen hebben blijvend moeite om zich in te zetten voor de voor hen minder interessante vakken, bijvoorbeeld in de keuzewerktijd. Veel hangt dan af van de overtuigingskracht van de mentor, met wie de leerling wekelijks de gemaakte vorderingen bespreekt. De leerlingen geven aan dat de meeste mentoren over die overtuigingskracht beschikken. De inspectie nam dan ook een vrij grote betrokkenheid van de leerlingen in de les waar. Er zijn grote verschillen in de tijd die leraren gebruiken voor de centrale uitleg. Sommige leraren maken nauwelijks gebruik van centrale uitleg en instructie, andere juist veel meer. Hoewel deze verschillen mogelijk vakgebonden zijn, heeft de inspectie de indruk dat deze vooral persoonsgebonden zijn. Het zou dan ook goed zijn om de effectiviteit van beide aanpakken nader te onderzoeken. Hiervoor voldoen de momenteel gehouden enquêtes naar de leerlingentevredenheid niet; hiervoor zullen de docenten vaker elkaars les moeten observeren. Mogelijk kan de effectiviteit van sommige lessen ook vergroot worden als het didactisch repertoire uitgebreid wordt met meer afwisseling van didactische werkvormen. Ook de wijze waarop de docenten feedback geven op de gemaakte leeropdrachten verschilt onderling sterk: van een simpele aftekening tot een gesprek over het leerproces van de leerling. In de tamelijk grote klassen is het nog zoeken naar de beste vorm voor deze feedback. De begeleiding van en zorg voor de leerlingen beoordelen we positief. De school neemt echter nog geen genormeerde toetsen af in de eerste drie leerjaren. De school overweegt dit volgend jaar wel te doen, waardoor zij beter kan vaststellen waar de leerbehoeften van de leerlingen liggen. Leerlingen met dyslexie krijgen een coach toegewezen en komen in aanmerking voor bepaalde faciliteiten, zoals copieën op A3-formaat, extra tijd en mogelijke ontheffingen in de bovenbouw, zover de regelgeving dat toelaat. Voor leerlingen met een rugzak zijn handelingsplannen aanwezig. Leerlingen geven aan dat ze tevreden zijn over de mentoren. Leerlingen geven ook aan zich veilig te voelen op school. De school heeft een extra aanbod voor leerlingen. De leerlingen, die dat kunnen, hebben de mogelijkheid om te deel te nemen aan de U-talent Academie. Binnen dit samenwerkingsverband bieden de Universiteit van Utrecht en de Hogeschool Utrecht gedurende de laatste 2 examenjaren verdiepende cursussen en activiteiten aan op het gebied van de bêta-wetenschappen, de geo- Pagina 10 van 11
wetenschappen en de biomedische wetenschappen. Deelname aan deze cursussen levert leerlingen het certificaat van de U-talent Academie op. Kwaliteitszorg Het Montessori College Herman Jordan heeft voldoende zicht op de kwaliteit van haar opbrengsten. Zij doet dit door na de examens de resultaten te evalueren en op grond daarvan de nodige maatregelen te nemen op vakniveau. Ook binnen de andere leerjaren vinden deze evaluaties plaats. In het 'Jaarplan 2014' geeft de school aan hoe zij de kwaliteit van het onderwijs wil verhogen en daarin - waar mogelijk - aan te sluiten bij de doelen van de Prestatiebox. Zij wil dit doen door onder andere: binnen de secties te werken aan niveaudifferentiatie; meer opbrenstgericht te werken, zodat nog betere opbrengsten kunnen worden behaald; het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen; schoolbrede invoering van het taal- en rekenbeleid. In het jaarplan 2014 staat tevens aandacht genoemd voor de inloopweek, voor Jordan exact en voor werkdrukvermindering. Het ontbreekt dus niet aan initiatieven, maar de inspectie waarschuwt wel voor de veelheid aan activiteiten. Nu dreigt het gevaar dat initiatieven worden opgepakt, maar niet afgemaakt. Voor een beperkter aantal ontwikkeldoelstellingen zou een planschema moeten worden opgesteld, waarbij aan het eind het resultaat wordt geëvalueerd en vastgelegd. Om deze reden beoordeelt de inspectie de borging van van de kwaliteit van het onderwijs als onvoldoende. Pagina 11 van 11