ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Eemsdeltacollege

Transcriptie

1 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Eemsdeltacollege Plaats : Delfzijl BRIN nummer : 30PP 00 Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 13 oktober 2015 Datum vaststelling : 4 januari 2016

2 Pagina 2 van 9

3 1, INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 13 oktober 2015 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op het Eemstdelta College, afdelingen basisberoepsgerichte- en kaderberoepsgerichte leerwegen van het vmbo om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdelingen. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 2 september 2014 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op Eemsdelta College, locatie Sikkel in Delfzijl. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 23 oktober De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en wij hebben ons toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en of de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, voeren we nu een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uit. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Onderzoeksopzet Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestaat uit de volgende activiteiten: Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met het management, leraren en de zorgcoördinator. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en het bestuur. Tijdens het onderzoek hebben wij indicatoren van de volgende aspecten beoordeeld: de opbrengsten, het pedagogisch en didactisch handelen en de kwaliteitszorg. Pagina 3 van 9

4 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Pagina 4 van 9

5 2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering zoals wij hebben uitgevoerd, heeft tot doel om te beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau is en of aan alle afspraken is voldaan die in het toezichtplan zijn vastgelegd. Onze conclusie voor Eemsdelta College, afdelingen vmbo bbl en kbl is als volgt: De kwaliteit van het onderwijs is nog van onvoldoende niveau. De school heeft in korte tijd verbeteringen weten te realiseren. De leerresultaten zijn voor de afdeling kaderberoepsgerichte leerweg voldoende en ook de afdeling basisberoepsgerichte leerweg presteert beter op het centraal examen. De verbeteringen op het terrein van het pedagogisch en didactisch handelen zijn echter nog onvoldoende. Derhalve handhaaft de inspectie het arrangement zwak. Wel is er het vertrouwen dat de school erin zal slagen de beoogde verbetering op termijn te realiseren. Met het bestuur is afgesproken dat de inspectie in maart/april 2016 een afsluitend kwaliteitsonderzoek zal doen. Pagina 5 van 9

6 3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit van de onderzochte aspecten zijn gekomen. Eerst ziet u het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe Algemeen Beeld De kwaliteit van het onderwijs op de afdelingen vmbo-bbl en vmbo-kbl is nog onvoldoende. De opbrengsten hebben zich verbeterd. De kaderberoepsgerichte leerweg presteert voldoende en de basisberoepsgerichte leerweg vertoont een opwaartse trend. Het rendement van de onderbouw van de school is nog onvoldoende. Het pedagogisch en didactisch handelen heeft in zijn totaliteit niet de overtuigingskracht om op dit moment als voldoende te kunnen worden beoordeeld. Duidelijk is dat de school na een moeilijke fusieperiode en wisselingen binnen het personeelsbestand nu de focus heeft verlegd naar de kwaliteit van het onderwijs. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. Pagina 6 van 9

7 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen. 8.2 De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen. 8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen. Pagina 7 van 9

8 De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen. 9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen. 9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten De school evalueert systematisch de opbrengsten De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces De school evalueert systematisch het onderwijsproces De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. Nalevingsindicatoren 2013 ja nee N1 N2 N4 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31). 3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. We zien duidelijke verbeteringen in de kwaliteit van de lessen ten opzichte van de bevindingen tijdens het kwaliteitsonderzoek in september De pedagogische en didactische kwaliteiten van een deel van de lessen voldoen aan de beoordelingscriteria die de inspectie hanteert. De school heeft zelf ook een kijkwijzer en heeft gedefinieerd waaraan een goede les moet voldoen. Daarnaast heeft de school externen betrokken bij de beoordeling van individuele docenten Pagina 8 van 9

9 en verbetertrajecten ingezet voor de school in haar geheel alsook voor individuele docenten. Een deel van de docenten brengt de basale pedagogische en didactische vaardigheden in praktijk. De meer complexe didactische vaardigheden, waaronder het rekening houden met verschillende leerstijlen en leerstrategieën, het reflecteren, het geven van feedback, zijn in weinig lessen zichtbaar. In teveel lessen echter hebben we ook gezien dat wat opbouw en structuur van de les betreft er door de docent voor een planmatige opzet is gekozen, maar dat aan de eerste voorwaarde voor het welslagen van de lessen, namelijk het scheppen van een ordelijk leerklimaat, niet werd voldaan. Houding en gedrag van leerlingen is hierbij mede bepalend, maar ondanks corrigerende opmerkingen door de docenten, kon de lesopzet niet in de praktijk worden gerealiseerd door verstorend gedrag van de leerlingen. Dit heeft te maken met het pedagogisch overwicht van de docenten, maar ook met de vraag in hoeverre de lesinhoud aansprekend en motiverend is voor de leerlingen. Met name het aanspreken van de bbl-leerlingen op hun gedrag, houding en taalgebruik verdient een meer gemeenschappelijke aanpak. Een positieve benadering van mogelijkheden en kwaliteiten van leerlingen zien we bij een deel van de docenten, maar bij een ander deel van de docenten nog te weinig. De vertaling van de zorg naar de dagelijkse onderwijspraktijk is ook nog in ontwikkeling. De school beschikt over de nodige informatie betreffende de leerling, maar van een planmatige inzet van deze informatie vindt nog te weining plaats. Datzelfde geldt voor het gebruik maken van de gegevens uit de verbeterde manier van aanpak van de toetssystematiek. Hier liggen mogelijkheden om het onderwijs meer te laten aansluiten op de onderwijsbehoeften en -mogelijkheden van individuele of groepen van leerlingen. De inspectie ziet onmiskenbaar resultaten van het ingezette verbetertraject. Op grond van de lesbezoeken tijdens dit onderzoek deelt de inspectie niet de positieve inschatting van de schoolleiding met betrekking tot de kwaliteit op de afdelingen bbl en kbl. De inspectie verwacht dat met een kritische reflectie op de eigen kwaliteit, specifiek gericht op de onderwijspraktijk in de genoemde afdelingen, de beoogde verbeteringen binnen afzienbare tijd gerealiseerd kunnen worden. Deze positieve verwachtingen zijn mede gebaseerd op de geconstateerde betrokkenheid en inzet van de medewerkers bij de ontwikkeling en verbetering van de school. Pagina 9 van 9