jaarverslag 2010 stichting pensioenfonds tnt



Vergelijkbare documenten
2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Verkort jaarverslag : Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten?

Verkort jaarverslag 2011

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

J a a r v e r s l a g. Stichting Pensioenfonds PostNL

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2015

Terugblik 2011 in cijfers

VERKORT JAARVERSLAG 2017

jaarverslag stichting pensioenfonds kpn

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Verkort jaarverslag 2013

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Pensioenfonds SABIC

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. 20 juni 2013

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Jaarverslag Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds SNT

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

De pensioenleeftijd zal omhoog gaan

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei Waarom een extra nieuwsbrief?

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

J a a r v e r s l a g 2014

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Extra informatie pensioenverlaging

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

Verkort jaarverslag 2016

Het jaarverslag 2014 samengevat

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds SNT

Transcriptie:

jaarverslag 2010 stichting pensioenfonds tnt

Inhoud meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 bestuursverslag 7 1. woord van de voorzitter 9 2. algemene informatie 13 2.1 Juridische structuur 13 2.2 Statutaire doelstelling 13 2.3 Personalia 13 3. Financiële positie en beleid in 2010 17 3.1 Financiële opzet en positie 17 3.2 Beleid en beleidskeuzes 19 3.2.1 Toeslagbeleid 19 3.2.2 Financieringsbeleid 19 3.2.3 Beleggingsbeleid 20 3.3 Risicobeheer 23 4. Beleggingen 29 4.1 Marktontwikkelingen 29 4.2 Resultaten beleggings portefeuille 29 4.3 Aandelen 32 4.4 Vastrentende waarden 33 4.5 Vastgoed 34 4.6 Overige beleggingen 34 4.6.1 Grondstoffen 34 4.6.2 Hedgefondsen 35 4.7 Individueel Pensioensparen (IPS) en Beschikbare Premieregeling (BPR) 35 4.8 Corporate Governance 36 5. Pensioencommunicatie en -administratie 39 5.1 Inleiding 39 5.2 Pensioencommunicatie 39 5.3 Pensioenadministratie 40 5.4 Uitvoeringskosten 41 5.5 Pensioenregeling 41 5.6 Nieuwe wetgeving 43 6. Actuariële analyse 47 7. Besturing en naleving wetgeving 51 7.1 Algemeen 51 7.2 Bestuursaangelegenheden 51

7.3 Goed Pensioenfondsbestuur 51 7.3.1 Visitatiecommissie 52 7.3.2 Verslag van het verantwoordingsorgaan 52 7.3.3 Reactie bestuur op oordeel verantwoordingsorgaan 55 7.4 Informatie vanuit toezicht van DNB en AFM 56 7.5 Deskundigheids- en integriteitstoets 56 7.6 Gedragscodes 57 7.7 Geschillencommissie 57 7.8 Organisatie en uitvoering 57 7.9 Statutenwijziging 57 8. Verwachte gang van zaken 59 jaarrekening 61 9. Jaarrekening 63 9.1 Balans (na bestemming van het saldo van baten en lasten) 63 9.2 Staat van baten en lasten 64 9.3 Kasstroomoverzicht 65 9.4 Toelichting op de jaarrekening 66 9.4.1 Bepalingen wet- en regelgeving 66 9.4.2 Waarderings- en berekeningsgrondslagen 66 9.4.3 Toelichting op de balans 70 9.4.4 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen 93 9.4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten 93 9.4.6 Verbonden partijen 98 overige gegevens 101 10. Overige gegevens 103 10.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 103 10.2 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 104 10.3 Actuariële verklaring 105 10.4 Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten 106 bijlagen 109 Bijlage 1 Deelnemersbestand 111 Bijlage 2 Begrippenlijst 112

meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 Bedragen x 1,0 miljoen Aantal verzekerden 2010 2009 2008 2007 2006 Deelnemers, actief en voortgezet 37.315 39.637 42.063 43.643 47.488 Gewezen deelnemers 37.527 35.889 32.366 36.124 32.377 Ingegane pensioenen 20.180 18.921 17.682 16.454 15.641 Totaal aantal verzekerden 95.022 94.447 92.111 96.221 95.506 Pensioenen Kostendekkende premie 123 142 128 97 n.b. Gedempte premie 135 93 104 98 n.b. Feitelijke premie 149 182 113 109 124 jaarpremie 137 182 113 109 124 aanvullende vermogensdotatie 12 n.v.t.* 0 0 0 Uitvoeringskosten 7 7 7 7 7 Uitkeringen 120 106 100 88 78 Reguliere toeslagverlening TNT Actieve deelnemers 0,14% 0,00% 3,00% 0,75% 1,00% Gewezen deelnemers en uitkeringsgerechtigden Regeling op of na 1 januari 2006 0,14% 0,00% 3,00% 0,75% 1,00%** Niet toegekende toeslagen (cumulatief) 0,42% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Regeling voor 1 januari 2006 0,17% 0,00% 3,00% 0,75% 1,00% Niet toegekende toeslagen (cumulatief) 0,53% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Reguliere toeslagverlening Postkantoren Actieve deelnemers 0,21% 0,00% 3,00% 0,00% 1,00% Gewezen deelnemers en uitkeringsgerechtigden Regeling op of na 1 januari 2006 0,21% 0,00% 3,02% 0,00% 1,00%** Niet toegekende toeslagen (cumulatief) 1,48% 0,80% 0,00% 0,00% 0,00% Regeling voor 1 januari 2006 0,27% 0,00% 3,02% 0,00% 1,00% Niet toegekende toeslagen (cumulatief) 1,84% 1,00% 0,00% 0,00% 0,00% Vermogen en solvabiliteit Aanwezig eigen vermogen 358 354-258 1.354 1.158 Minimaal vereist eigen vermogen 199 179 209 159 163 Vereist eigen vermogen 867 869 804 692 804 Voorziening pensioenverplichtingen *** 4.844 4.264 4.143 3.186 3.332 Dekkingsgraad in % *** 107,4% 108,3% 93,0% 141,4% 134,7%

Bedragen x 1,0 miljoen 2010 2009 2008 2007 2006 Gemiddelde duration (in jaren) Actieve deelnemers 19,4 18,4 19,7 - - Gewezen deelnemers 22,6 21,5 22,7 - - Pensioengerechtigden 9,3 8,5 8,8 - - Totaal 16,5 15,6 16,8 - - Rentetermijnstructuur (RTS) 3,5% 3,9% 3,6% 4,9% 4,3% (Niveau bij totale gemiddelde duration) Beleggingen Balanswaarde 5.270 4.661 3.937 4.605 4.492 Beleggingsopbrengsten 587 665-656 110 349 Beleggingsportefeuille Aandelen 45,1% 46,6% 37,5% 41,7% 48,5% Vastrentende waarden 32,5% 38,5% 44,8% 38,5% 37,9% Overige beleggingen **** 22,5% 14,9% 18,0% 19,6% 13,2% Liquide middelen -0,1% 0% -0,3% 0,2% 0,4% 5 Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010 Gemiddeld rendement per jaar Jaarrendement in % 12,7% 16,8% -14,2% 2,4% 8,5% Afgelopen 5 jaar in % 5,2% 5,2% 3,6% 8,3% 5,8% Afgelopen 10 jaar in % 4,2% 2,8% 3,4% 6,0% 7,8% Vanaf oprichting in % 7,5% 7,2% 6,8% 7,9% 8,2% Standen zijn per het einde van het genoemde jaar; stromen betreffen de gehele verslagperiode * De aanvullende vermogensdotatie maakt in 2009 deel uit van het vastgestelde DFS-percentage en is daarmee onderdeel van de jaarpremie. ** In 2006 heeft naast de reguliere toeslagverlening ook een inhaaltoeslagverlening plaatsgevonden op de pensioenaanspraken en uitkeringen van nietactieven van TNT, die per 1 juni 2003 reeds niet-actief waren, en van Postkantoren, die per 1 juli 2003 reeds niet-actief waren, van 1,07% respectievelijk 1,48%. *** Het pensioenvermogen, de pensioenverplichtingen en de dekkingsgraad zijn met ingang van 2007 weergegeven exclusief deelvermogens (voorziening voor risico deelnemers, overige voorzieningen en ANW-vermogen). Met ingang van 31 december 2010 maakt de overige technische voorziening (ingegane ziektegevallen) deel uit van de technische voorzieningen. **** met ingang van 2010 zijn de renteswaptions meegenomen in de bepaling van het gewicht van de overige beleggingen. Daarnaast zijn bij de aandelen de gewichten van de vastrentende waarden en de waarde van de opties die ten grondslag liggen aan de aandelenoptiestrategie meegenomen.

bestuursverslag

hoofdstuk één

1. woord van de voorzitter Geachte deelnemers, collega s en andere lezers, Ook in het afgelopen jaar stonden de pensioenen en pensioenfondsen weer in het middelpunt van de belangstelling. Nadat eerder de pensioenen onder vuur lagen van de crises in de financiële sector werd het pensioenfonds afgelopen jaar getroffen door de schuldencrises. De vlucht van het geld uit die landen naar veiliger haven en het beleid van de financiële autoriteiten zorgden voor sterk dalende rentes en navenant hogere pensioenverplichtingen. En wederom bleek ook in 2010 dat de levensverwachting van de gemiddelde Nederlander is toegenomen. Al die ontwikkelingen leidden het afgelopen najaar tot het bericht dat een aantal pensioenfondsen zich gedwongen ziet om de pensioenaanspraken te verlagen. Een duidelijk signaal dat er nog immer sprake is van een uitzonderlijke situatie in pensioenland. Het verlagen van pensioenen is namelijk het laatste redmiddel om in te grijpen in de financiële situatie van een pensioenfonds. Stichting Pensioenfonds TNT hoort op dit moment niet bij de pensioenfondsen die moeten korten op de pensioenen. Maar we kunnen niet ontkennen dat de financiële crisis sporen heeft nagelaten en de onzekerheden van het pensioensysteem zichtbaar heeft gemaakt. Het al oude beeld van gegarandeerde pensioenen die meestijgen met de stijging van de welvaart spoort helaas niet meer met de werkelijkheid. Het bestuur wil u graag informeren over de ontwikkelingen binnen Stichting Pensioenfonds TNT en verantwoording afleggen over het gevoerde beleid in 2010. Financiële positie Om te zorgen dat de financiële positie van het pensioenfonds zich in de toekomst verder kan verbeteren en daarbij de kans op grote tekorten zo veel als mogelijk wordt voorkomen, heeft het pensioenfonds in 2010 een aantal maatregelen genomen zoals die al in het vorige jaarverslag waren aangekondigd. De belangrijkste maatregel is dat het bestuur medio 2010 de beleggingsrisico s verder heeft beperkt, waarbij het pensioenfonds vanaf een bepaald niveau in belangrijke mate beschermd is tegen verdere koersdalingen van aandelen en dalende rentes. In 2009 bleek al dat op basis van schattingen van het CBS de levensverwachting van de gemiddelde Nederlander zodanig was toegenomen dat het pensioenfonds als gevolg van de toename van de verplichtingen daardoor een 4,3%-punt lagere dekkingsgraad moest melden. In de loop van 2010 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) zijn nieuwe overlevingstafels gepubliceerd, waaruit bleek dat de geschatte levensverwachting ten opzichte van de eerdere CBS-schatting nog weer verder is toegenomen. Hierdoor daalde de dekkingsgraad in 2010 met nog eens 3,4%-punt. Ouder worden is uiteraard goed nieuws voor u en mij, maar leidt tot extra reserveringen voor toekomstige uitkeringen door het pensioenfonds. In 2009 en 2010 kwamen deze extra reserveringen in totaal uit op ruim 302 miljoen. Ondanks het positieve rendement op de beleggingen van het pensioenfonds van 12,7% daalde door de gestegen levensverwachting en hogere verplichtingen als gevolg van de lagere rente per saldo de dekkingsgraad eind 2010 met bijna 1% van 108,3% eind 2009 tot 107,4% eind 2010. Risicomanagement Vorig jaar meldden wij u al dat we de richting hadden bepaald om de potentiële nadelige gevolgen van de meest negatieve scenario s (staartrisico s) te reduceren. Dit zijn extreme risico s waarvan de kans dat het risico zich voordoet weliswaar erg klein is, maar waarvan de gevolgen voor het pensioenfonds en zijn deelnemers alsdan zeer groot zijn. Het bestuur heeft in 2010 veel aandacht besteed aan het vernieuwen van het risicomanagementbeleid dat uiteindelijk in het derde kwartaal van 2010 volledig is geïmplementeerd. Naar verwachting zullen met dit nieuwe beleid de extreme gevolgen van bijvoorbeeld rentedalingen en koersdalingen op aandelen beheersbaar blijven tegen een lager verwacht rendement, zonder daarmee de kans op het verder stijgen van de dekkingsgraad, en daarmee de mogelijkheid van toeslagverlening in de toekomst te verspelen. 9 Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010

10 Toeslagverlening Omdat de financiële positie van het pensioenfonds niet toereikend was om de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen volledig met de CAO-ontwikkelingen te kunnen verhogen, heeft het bestuur op 25 maart 2010 besloten per 1 januari 2010 slechts een gedeeltelijke toeslagverlening van 0,14% voor de deelnemers van TNT en 0,21% voor de deelnemers van Postkantoren toe te kennen. Voor op 1 januari 2006 bestaande gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is op hetzelfde moment een toeslag verleend van 0,17% voor TNT en 0,27% voor Postkantoren. Onder normale omstandigheden streeft het pensioenfonds er naar om de pensioenen aan te passen aan de loonontwikkeling bij TNT (tot en met 2010) en Postkantoren. Dit is echter geen garantie. Doordat er inmiddels meerdere CAO s binnen TNT zijn, hebben de CAO-partijen het bestuur verzocht het toeslagbeleid voor TNT te wijzigen. Met ingang van 1 januari 2011 wordt voor de toeslagverlening van de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen voor TNT de prijsontwikkeling nagestreefd. Voor Postkantoren blijft het toeslagbeleid vooralsnog ongewijzigd en blijft dus de loonontwikkeling nagestreefd. De financiële situatie van het pensioenfonds in 2010 was echter dusdanig, dat het bestuur op 9 december 2010 heeft moeten besluiten per 1 januari 2011 geen toeslag te verlenen. Herstelplan Aan het eind van het eerste kwartaal 2010 was het kortetermijnherstelplan dat in maart 2009 was opgesteld volgens de richtlijnen van DNB beëindigd. Echter kort daarna daalde onder invloed van de schuldencrises de rente razendsnel. Hierdoor kwam vanaf mei 2010 de dekkingsgraad weer onder het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen. Dit, gecombineerd met het aangepaste strategische beleggingsbeleid en het aangepaste premie- en toeslagbeleid noodzaakten dat het pensioenfonds een aangepast herstelplan moest indienen bij DNB, waarin eveneens de effecten van de gestegen levensverwachting zijn meegenomen. De belangrijkste maatregelen uit het aangepaste herstelplan zijn extra premiestortingen door de werkgever, geen toeslagverlening bij dekkingstekort en het aangepaste beleggingsbeleid, waarbij neerwaartse beleggingsrisico s worden verkleind. Het aangepaste herstelplan leidt tot voldoende herstelkracht en heeft inmiddels de instemming van DNB gekregen. De werkelijke dekkingsgraad eind 2010 van 107,4% is ruim hoger dan de in het aangepaste herstelplan opgenomen dekkingsgraad van 100,5%. Communicatie Het verzorgen van een goede communicatie met alle belanghebbenden is een belangrijke taak van het bestuur. De communicatiecommissie heeft veel aandacht besteed aan het verder verbeteren van de communicatie en informatievoorziening. In 2010 is er telkens ingespeeld op de actualiteiten. Zowel op de website als in de pensioenkranten is er extra aandacht geweest voor de bijzondere situatie waarin het pensioenfonds zich bevindt. Iedere maand wordt op de website (www.tntpensioen.nl) de actuele dekkingsgraad gepubliceerd. Ieder kwartaal is er tevens uitgebreide informatie over de financiële situatie van het pensioenfonds te vinden op de site. Voor het bestuur is het vergroten van de effectiviteit één van de belangrijkste doelstellingen als het gaat om deelnemerscommunicatie. Daarom is er in 2010 op basis van leeftijd een aanvullende doelgroep indeling gemaakt voor actieve deelnemers. De communicatie met u als deelnemer zal hier verder op worden afgestemd. Verantwoordingsorgaan In 2010 zijn er op kwartaalbasis bijeenkomsten geweest met het verantwoordingsorgaan om de leden te informeren over het reilen en zeilen van het pensioenfonds. Deze bijeenkomsten zijn door het bestuur als zeer nuttig ervaren en zullen ook in 2011 worden voorgezet om op deze wijze een goede en actieve dialoog te houden met het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan heeft over 2010 het door het bestuur gevoerde beleid, de gemaakte beleidskeuzes en de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur beoordeeld en heeft hierover een positief oordeel afgegeven. Bestuursmutaties In 2010 zijn er geen bestuursmutaties geweest. Per 1 juli 2011 zal de heer Bos terugtreden en zal de heer Van Gameren toetreden aan werkgeverszijde.

Toekomstverwachting Op de valreep van 2010 heeft het bestuur een brief ontvangen van TNT waarin TNT ingaat op de voorgenomen splitsing medio 2011 van TNT in een Mail en Express bedrijf met elk een eigen beursnotering. In die brief worden door TNT ook voorstellen gedaan over de voortzetting van de relatie van Mail en Express met het pensioenfonds en de interpretatie door TNT van de afspraken zoals die op grond van de huidige contractuele relatie tussen TNT en het pensioenfonds zullen gelden na splitsing. Voor het bestuur geldt als uitgangspunt dat de positie van het pensioenfonds en daarmee van het perspectief van de deelnemers als gevolg van de splitsing niet mag verslechteren. Het bestuur heeft inmiddels juridische adviseurs in de arm genomen om zich over de standpunten zoals door TNT ingenomen in de brief te beraden en is over de brief met TNT in overleg getreden om dit uitgangspunt voldoende zeker te stellen. Het bestuur is van mening dat een evenwichtige oplossing is gevonden, waarbij aanvullende garanties door zowel TNT Express als TNT Mail zijn afgegeven voor het geval het pensioenfonds zich in een situatie van een dekkingstekort bevindt. In dat geval zal TNT Express garant staan voor TNT Mail en vice versa. Ook al zijn pensioenen minder zeker dan we altijd gedacht hebben, Pensioenfonds TNT doet er alles aan om ervoor te zorgen dat het pensioen voor nu en in de toekomst zoveel mogelijk beschermd blijft. Graag nodig ik u namens het bestuur uit tot het lezen van dit jaarverslag. Utrecht, 28 april 2011 drs. H. Popping, voorzitter 11 Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010 Naar verwachting zal in 2011 het Pensioenakkoord dat de werkgevers- en vakorganisaties binnen de Stichting van de Arbeid hebben gesloten, invloed hebben op de pensioenregelingen. Het Pensioenakkoord beoogt om ook voor de toekomst het pensioenstelsel betaalbaar te laten blijven. Hierin staan dan ook voorstellen om de AOW en de pensioenen aan te passen aan de stijgende levensverwachting en maatregelen om de pensioenfondsen minder kwetsbaar te maken voor ontwikkelingen op de financiële markten. Binnen de Stichting van de Arbeid vindt momenteel overleg plaats over de nadere uitwerking van het Pensioenakkoord. Het bestuur volgt deze ontwikkelingen nauwlettend.

hoofdstuk twee

2. algemene informatie 2.1 Juridische structuur 2.2 Statutaire doelstelling 13 Stichting Pensioenfonds TNT, statutair gevestigd te Groningen, is opgericht op 1 januari 1989. Het pensioenfonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41011600. Stichting Pensioenfonds TNT is een ondernemingspensioenfonds. Het pensioenfonds voert de pensioenregeling uit voor het personeel van TNT NV (TNT) en door het bestuur toegelaten aan TNT gelieerde ondernemingen. Het fonds kent een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. De premie voor deze regeling wordt ingebracht door de werkgever. Deelnemers aan de pensioenregeling zijn alle werknemers die vallen onder de werkingssfeer van de CAO van TNT, TNT Express en Postkantoren, met uitzondering van werknemers die vallen onder de CAO-zaterdagbestellers of de CAO-postbezorgers. Daarnaast is er voor deelnemers met wie een persoonlijke arbeidsovereenkomst (PAO) is gesloten en die in dienst getreden zijn op of na 1 januari 2007, een andere pensioenregeling van toepassing. Voor het gedeelte van het salaris tot het niveau van schaal 13 van de CAO (de beschikbarepremieregelinggrens) geldt voor deze deelnemers de pensioenregeling voor CAO-personeel. Voor zover het gedeelte van het salaris uitstijgt boven de beschikbarepremieregelinggrens geldt een beschikbare-premieregeling op basis van een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Ultimo boekjaar had het pensioenfonds ruim 95 duizend (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden met een belegd vermogen van circa 5.270 miljoen. De uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer heeft het bestuur uitbesteed aan TKP Pensioen BV en TKP Investments BV. Het bestuur maakt gebruik van de diensten van externe certificerende actuaris Towers Watson en externe accountant PricewaterhouseCoopers. Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de in de pensioenovereenkomst gedefinieerde pensioenregelingen voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Missie De missie van Stichting Pensioenfonds TNT is om binnen de grenzen van haar middelen de deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden te beschermen tegen geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het fonds voorziet hiertoe in het op lange termijn verstrekken van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten en streeft hierbij naar het waardevast houden van de opgebouwde pensioenen, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Dat wil zeggen dat er geen recht op toeslagverlening is en dat het op de langere termijn niet zeker is of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Ook draagt het fonds zorg voor duidelijke en klantgerichte communicatie met alle belanghebbenden. 2.3 Personalia Bestuursmutaties In 2010 hebben geen bestuursmutaties plaatsgevonden. De zittingstermijnen van de heer Harmsen, de heer Rutten, de heer Stijl en mevrouw Stevens liepen af per 1 januari 2010; zij zijn allen herbenoemd. Per 1 januari 2011 lopen de zittingstermijnen van mevrouw Roevros, mevrouw Bakker en de heer Bos af. De drie bestuursleden zijn herbenoemd. Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010

14 Benoemd namens de werkgever Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot Functie/in dienst van drs. J.P.P. Bos RA lid 01-01-2008 01-01-2015 Director Finance & Control drs. H. Popping voorzitter 01-01-2002 01-01-2012 Directeur financial reporting, consolidation and accounting mr. R.W.R. Rutten plaatsvervangend 21-09-2007 01-01-2014 HR directeur Mail NL secretaris drs. J.G.A. Seyger lid 21-09-2007 01-01-2012 Group Treasurer drs. D.A. Stijl RA lid 01-07-2006 01-01-2014 Manager Finance, Administration & Control Postkantoren BV Benoemd namens de deelnemers Naam Functie in bestuur Bestuurslid vanaf Bestuurslid tot Functie/in dienst van mw. I.M. Bakker lid 01-03-2008 01-01-2015 Bestuurder CNV Publieke Zaak R.H. Harmsen secretaris 18-01-2007 01-01-2014 Bestuurder BVPP mw. D.M. Roevros- Couprie lid 01-03-2008 01-01-2015 Hoofd Bedrijfsvoering Herinneringscentrum Kamp Westerbork W.C. van de Sande lid namens pensioengerechtigden 01-01-2008 01-01-2012 Gepensioneerd mw. A.J. Stevens-Moes lid 01-03-2008 01-01-2014 Bestuurder ABVAKABO FNV drs. P. Wiechmann plaatsvervangend voorzitter 01-03-2008 01-01-2012 Bestuurder ABVAKABO FNV Bestuursleden hebben zitting voor een periode van vier jaren, met een maximum van drie zittingstermijnen. In 2009 is een rooster van aftreden vastgesteld, waardoor de zittingstermijnen kunnen afwijken van de cyclus van vier jaar. De bestuursleden Popping, Seyger, Stevens, Bakker en Roevros kunnen na afloop van de huidige termijn nog één maal worden herbenoemd. De bestuursleden Rutten, Stijl en Harmsen kunnen na hun huidige, derde, zittingstermijn niet worden herbenoemd. De overige leden kunnen nog voor twee zittingstermijnen worden herbenoemd. Financiële commissie drs. H. Popping drs. J.G.A. Seyger mw. D.M. Roevros-Couprie Geschillencommissie mr. O.F. Blom, onafhankelijk voorzitter mr. R.W.R. Rutten W.C. van de Sande Verantwoordingsorgaan drs. G.Th.C.A. Aben, namens de werkgever (tot 18 april 2011) drs. G. Heuvelman, namens de werkgever, voorzitter A. Coenradie, namens de deelnemers, secretaris mw. C.I.L. Verhoeve-van der Maat, namens de deelnemers, plaatsvervangend secretaris U. Heiligers, namens de pensioengerechtigden, plaatsvervangend voorzitter J. van der Kreeft, namens de pensioengerechtigden

Visitatiecommissie R. van Dam AAG drs. D. Snijders mr. J.R. Steinhauser Beleggingscommissie De beleggingscommissie van TKP Investments BV bestaat uit: prof. dr. C.G. Koedijk prof. dr. R.A.H. van der Meer (tot 1 maart 2011) drs. G.A. Roelofs mba rba frm (vanaf 1 maart 2011) drs. J. Mensonides, voorzitter Communicatiecommissie mw. A.J. Stevens-Moes mr. R.W.R. Rutten drs. O.E. Dreierink advies TKP/TKPI/ Externe adviseurs Uitvoeringsorganisaties Het beheer van het fonds is opgedragen aan TKP Pensioen BV (TKP) en TKP Investments BV (TKPI). Certificeerders PricewaterhouseCoopers Accountants NV, externe accountant Towers Watson Netherlands BV, externe actuaris De samenhang van bovenstaande organen en commissies wordt in het onderstaande schema visueel weergegeven. advies Externe Toezichthouders DNB - AFM 15 Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010 Financiële commissie advies Werkgroepen advies advies/ uitvoering participatie Beleggingscommissie Communicatie commissie advies BESTUUR verantwoording Verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie intern toezicht controle controle advies adviesrecht controle Certificerende actuaris Compliance officer Externe accountant

hoofdstuk drie

3. Financiële positie en beleid in 2010 3.1 Financiële opzet en positie Dekkingsgraad De dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële positie van een pensioenfonds. Het geeft het pensioenvermogen als percentage van de contante waarde van de pensioenverplichtingen weer. De dekkingsgraad kan wijzigen door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de marktrente. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van het pensioenfonds gedurende het jaar wordt in tabel 1 weergegeven. Daarbij is per factor het procentuele effect op de dekkingsgraad bepaald. Effect premies Doordat de dekkingsgraden per eind juni 2010 en ultimo september lager waren dan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen, is de vordering op TNT van ultimo juni 2010 van 12,2 miljoen opeisbaar geworden. Deze additionele vermogensdotatie is in oktober 2010 ontvangen en heeft een positieve bijdrage geleverd aan de dekkingsgraad. Effect renteafdekking en beleggingsresultaat In 2010 daalde de rentetermijnstructuur, waardoor de renteafdekking door renteswaps en swaptions een positief effect had op de dekkingsgraad. Het effect van de afdekking door middel van vastrentende waarden is inbegrepen in het beleggingsresultaat. Het rendement op de beleggingen, exclusief de renteafdekking, droeg ook positief bij aan de dekkingsgraad. Het beleggingsresultaat inclusief renteafdekking heeft een positief effect op de dekkingsgraad van 12,2%. Het beleggingsrendement komt uit op 12,7% op basis van het gemiddeld belegd vermogen. In paragraaf 4.2 wordt dit nader toegelicht. Effect rentetermijnstructuur De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op marktwaarde met behulp van de rentetermijnstructuur. Iedere maand wordt deze door De Nederlandsche Bank (DNB) gepubliceerd. Een lagere rentetermijnstructuur betekent een hogere voorziening en vice versa. De daling van de rentetermijnstructuur leidde in 2010 tot een stijging van de voorziening. Dit had een negatief effect op de dekkingsgraad. Effect aanpassing levensverwachting Vooruitlopend op de nieuwe AG Prognosetafel 2010-2060 heeft het bestuur eind 2009 besloten om de technische voorziening met 4% te verhogen. Deze verhoging is gebaseerd op een eind 2008 gepubliceerde overlevingtafel van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op 30 augustus 2010 heeft het Actuarieel Genootschap de nieuwe prognosetafel 2010-2060 gepubliceerd. In oktober 2010 heeft het bestuur, op basis van onderzoek naar de ervaringssterfte, besloten om met ingang van 31 december 2010 ervaringssterfte op basis van de ervaringscurve van het Centrum voor VerzekeringsStatistiek (CVS) te hanteren voor de waardering 17 Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010 Tabel 1: Ontwikkeling dekkingsgraad 2010 2009 Dekkingsgraad 1 januari 108,3% 93,0% Effect premies 0,4% 1,1% Effect toeslagverlening 0,1% 0,0% Effect beleggingsresultaat (exclusief renteafdekking) 5,4% 13,2% Effect renteafdekking 6,8% -/- 0,4% Effect rentetermijnstructuur voorziening pensioenverplichtingen -/- 9,9% 4,8% Effect aanpassing levensverwachting -/- 3,4% -/- 4,3% Effect overige oorzaken -/- 0,3% 0,9% Dekkingsgraad 31 december 107,4% 108,3%

18 van de pensioenvoorziening in plaats van het toepassen van leeftijdterugstellingen. Door het meenemen van ervaringssterfte wordt op een adequate wijze rekening gehouden met het feit dat een werkende populatie gemiddeld langer leeft. Het totale effect op de technische voorziening van de aangepaste prognosetafel (inclusief ervaringssterfte) bedraagt 7,9%, waarvan in 2009 reeds 4,0% is meegenomen, ten opzichte van de voorziening op basis van de oude prognosetafels. Vereiste dekkingsgraad Ultimo 2010 bedroeg de vereiste dekkingsgraad 117,9% (2009: 120,4%). De daling van de vereiste dekkingsgraad wordt veroorzaakt door de wijziging van het beleggingsbeleid, waardoor de beleggingsrisico s zijn afgenomen. Zo wordt er een optiestrategie ingezet om de dekkingsgraad te beschermen tegen een daling van de aandelenkoersen. Daarnaast is de afdekking van het renterisico gewijzigd zodat de dekkingsgraad gedeeltelijk beschermd is tegen een rentedaling, maar ook nog kan profiteren van een rentestijging. Overigens fluctueert de vereiste dekkingsgraad op basis van het nieuwe beleggingsbeleid meer dan voorheen als gevolg van de variabele effectieve aandelen- en rentegevoeligheid van de aandelenopties en swaptions. Ontwikkelingen herstelplan Eind maart 2010 was de dekkingsgraad van het fonds voor het derde opeenvolgende kwartaal hoger dan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen, waardoor het kortetermijnherstelplan vanaf dat moment niet langer van toepassing was. De dekkingsgraad is per eind mei 2010 weer gedaald tot onder de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen. In combinatie met de gewijzigde premiesystematiek en beleggingsbeleid leidde dit tot de verplichting om een aangepast herstelplan in te dienen. Op 21 oktober 2010 is het aangepaste herstelplan met de bijbehorende continuïteitsanalyse ingediend. Het aangepaste herstelplan is op 17 januari 2011 goedgekeurd door DNB. De belangrijkste kenmerken van het aangepaste herstelplan zijn: zolang het fonds in de situatie verkeert van een dekkingstekort, wordt de premie vastgesteld op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur minus 0,5%-punt, waarbij de solvabiliteitspremie zodanig wordt vastgesteld dat de situatie van een dekkingstekort in een periode van maximaal vijf jaar (vanaf 2009 tot en met 2013) en een reservetekort in een periode van maximaal 15 jaar wordt opgeheven. Bij het jaarlijks bepalen van de premie wordt uitgegaan van de dan geldende dekkingsgraad; er is sprake van een aanvullende vermogensdotatie; zolang de dekkingsgraad van 105% nog niet is overschreden, worden geen toeslagen toegekend. Indien de dekkingsgraad zich bevindt tussen 105% en het vereist eigen vermogen, kan er na een bestuursbesluit lineair een toeslag worden toegekend uitgaande van 0% bij een dekkingsgraad van 105% en overeenkomstig het ambitieniveau bij het vereist eigen vermogen; het beleggingsbeleid gedurende de herstelperiode is zodanig dat geen toename van het fondsrisico plaatsvindt. De dekkingsgraad van ultimo juni 2010 van 101,2% is als basis van het aangepaste herstelplan genomen. In het aangepaste herstelplan wordt ultimo 2010 een dekkingsgraad van 100,5% verwacht. De werkelijke dekkingsgraad ultimo 2010 is vastgesteld op 107,4%. Het pensioenfonds loopt daarmee vooruit op het verwachte herstel. Dit is met name het gevolg van het herstel van de rentetermijnstructuur gedurende de tweede helft van 2010. Eind 2010 was er geen sprake meer van een dekkingstekort, omdat de dekkingsgraad hoger is dan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen van 104,1% (2009: 104,2%). Er blijft wel sprake van een reservetekort, omdat de dekkingsgraad lager was dan de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen van 117,9% (2009: 120,4%). Door het bestuur is de voorgeschreven jaarlijkse evaluatie van het aangepaste herstelplan uitgevoerd. Deze evaluatie heeft niet geleid tot bijstelling van de uitgangspunten van het aangepaste herstelplan. Op grond van de huidige situatie voorziet dit herstelplan in herstel binnen de daarvoor geldende termijnen.

3.2 Beleid en beleidskeuzes Het bestuur heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, beleggingen en toeslagen om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenregeling zoals die overeengekomen is door de CAO-partijen. Dit wordt visueel toegelicht aan de hand van onderstaande figuur. 3.2.1 Toeslagbeleid Pensioenregeling Financiële positie Beleggingsbeleid Toeslagbeleid Financieringsbeleid De hoogte van de toeslagen van de pensioenen voor zowel actieve deelnemers als voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden was reglementair gekoppeld aan de algemene loonontwikkeling binnen de CAO van TNT respectievelijk Postkantoren en de aanwezige middelen van het pensioenfonds. Doordat er inmiddels meerdere CAO s binnen TNT zijn, hebben de CAO-partijen het bestuur verzocht het toeslagbeleid voor TNT te wijzigen. Met ingang van 1 januari 2011 wordt voor de toeslagverlening van de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen voor TNT de prijsontwikkeling nagestreefd, waarbij de jaarlijkse toeslagverlening is gemaximeerd op 4%. Voor Postkantoren blijft het toeslagbeleid vooralsnog ongewijzigd en blijft dus de loonontwikkeling nagestreefd. Of toeslagen zullen worden toegekend, is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds, van de respectievelijke CAO-onderhandelingen en het bestuursbesluit. Als de middelen van het fonds naar het oordeel van het bestuur het toelaten, zal worden overgegaan tot het verlenen van toeslagen. Het betreft voorwaardelijke toeslagen. Dit betekent dat er geen recht op toeslagen is en het ook op lange termijn niet zeker is of en in welke mate toeslagen verleend zullen worden. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagen. Op 9 maart 2010 (Postkantoren) respectievelijk 15 maart 2010 (TNT) zijn nieuwe CAO s vastgesteld. In beide CAO s is sprake van een loonsverhoging per 1 januari 2010, bij TNT van 0,7% en bij Postkantoren van 1,1%. Op 25 maart 2010 heeft het bestuur besloten tot gedeeltelijke toeslagverlening per 1 januari 2010. Dit betekent dat een toeslag is verleend van 0,14% (TNT) respectievelijk 0,21% (Postkantoren) op basis van een ambitieniveau van 80%. Voor op 1 januari 2006 bestaande gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is een toeslag verleend van 0,17% (TNT) respectievelijk 0,27% (Postkantoren) op basis van een ambitieniveau van 100%. 3.2.2 Financieringsbeleid Financieringssysteem en ABTN Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2010 het premiesysteem te wijzigen van een doorsneepremie naar een actuariële premie op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur minus 0,5%-punt. Bij deze wijze van financiering worden niet van te voren al verwachte beleggingsopbrengsten in mindering gebracht op de premie. Voor het premie- en toeslagbeleid is een aantal vermogensposities van belang. De volgende grenzen worden onderscheiden: minimaal vereist eigen vermogen: de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen is gelijk aan 104,1% van de voorziening pensioenverplichtingen; vereist eigen vermogen: het vereist eigen vermogen is het vermogen dat nodig is om te bewerkstelligen dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een jaar het eigen vermogen na één jaar negatief wordt. Ultimo 2010 bedraagt de dekkingsgraad behorend bij het vereist eigen vermogen 117,9%; gewenst eigen vermogen: het gewenst eigen vermogen is het vermogen dat boven de voorziening pensioenverplichtingen nodig is om de toeslagam- 19 Stichting Pensioenfonds TNT Jaarverslag 2010

20 bitie op de lange termijn na te kunnen komen. Ultimo 2010 bedraagt de dekkingsgraad behorend bij het gewenst eigen vermogen 149,6% (2009: 157%). Als het eigen vermogen beneden het minimaal vereist eigen vermogen komt, is TNT gehouden, gelet op de uitvoeringsovereenkomst, tot het storten van een extra bijdrage. Het pensioenfonds kan in deze situatie geen toeslagen verlenen. Een tekort waarbij het eigen vermogen ligt tussen het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen leidt tot een hogere solvabiliteitspremie en gedeeltelijke toeslagverlening (afhankelijk van een bestuursbesluit), waardoor naar verwachting het tekort in vijftien jaar opgeheven is. Als het eigen vermogen boven het gewenst eigen vermogen komt, kan dit leiden tot premiekorting en een restitutie aan TNT, nadat eventuele niet verleende toeslagen uit eerdere jaren alsnog zijn toegekend. Nadat de dekkingsgraad van het pensioenfonds eind maart voor het derde kwartaal op rij hoger uitkwam dan de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen was het kortetermijnherstelplan niet meer van toepassing. Per eind mei 2010 is de dekkingsgraad wederom gedaald tot onder de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen. In combinatie met de gewijzigde premiesystematiek en beleggingsbeleid leidde dit tot de verplichting om een aangepast herstelplan in te dienen. Het herstelplan is 17 januari 2011 goedgekeurd door DNB. Volgens de Uitvoeringsovereenkomst zal het pensioenfonds in het geval dat volgens de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) een aanvullende vermogensdotatie noodzakelijk is, conform de bepalingen uit de ABTN deze aanvullende vermogensdotatie vaststellen. In geval van een dekkingstekort is de werkgever per kwartaal een extra bijdrage verschuldigd waarmee in een periode van maximaal 12 kwartalen het dekkingstekort is opgeheven, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de ABTN. Het pensioenfonds heeft op 21 oktober 2010 de aanvullende vermogensdotatie van 12,2 miljoen ontvangen, gebaseerd op de stand van 30 juni 2010. Op basis van de dekkingsgraad per ultimo september zou de werkgever een aanvullende vermogensdotatie per 31 december 2010 dienen te voldoen van 2,9 miljoen. Per 31 december 2010 is de dekkingsgraad gestegen tot boven het niveau behorend bij het minimaal vereist eigen vermogen. Daardoor is de bijstortingsverplichting vervallen. Kostendekkende premie Volgens het financieel toetsingskader (FTK) moet de kostendekkende premie uit een aantal onderdelen bestaan. Deze onderdelen komen terug in de actuariële premie. De actuariële premie bestaat uit de volgende onderdelen: actuariële premie pensioenopbouw inclusief risicopremies; solvabiliteitsopslag; opslag voor uitvoeringskosten; opslag voor toeslagverlening en reservetekort. Over de actuariële premie wordt, ter dekking van toekomstige administratiekosten en excassokosten, een opslag van 2% respectievelijk 1% opgenomen. De opslag voor toeslagverlening en een eventueel reservetekort ligt in de 0,5%-punt verlaging van de rentetermijnstructuur waarmee de actuariële premie wordt berekend. Grensbedragen In 2010 golden de volgende grensbedragen: TNT voor deelnemers geboren vóór 1 januari 1950: franchise van 17.352; voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950: franchise van 14.643. Postkantoren voor deelnemers geboren vóór 1 januari 1950: franchise van 17.410; voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950: franchise van 14.740. 3.2.3 Beleggingsbeleid Strategisch beleggingsbeleid Het bestuur bepaalt het beleggingsbeleid van het pensioenfonds op basis van de doelstellingen van het pensioenfonds en met behulp van de inzichten uit de jaarlijkse ALM-studie. Deze studie gaat in op het beheer van verplichtingen en beleggingen en integreert de drie belangrijkste beleidsterreinen van het pensioenfonds: het toeslag-, premie- en beleggingsbeleid. Een ALM-