BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL



Vergelijkbare documenten
*16SXO52399* Ontwerp-Besluit Omgevingsvergunning, Zuiderlandweg 1 A te Wolphaartsdijk

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VLISSINGEN

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Omgevingsvergunning OV

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ontwerp besluit UV

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning OV

VERZONDEN 0 8 SEP 2016

1 1 r BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN. Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan Dow Benelux B.V.

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Ontwerp omgevingsvergunning UV

ÀrchiefexMhpteat ~T. Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan Dow Benelux B.V.

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) datum: 31 augustus 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016W0138

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

* UM * Melk- en fokveebedrijf Graumans

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

Bijlage Melding Activiteitenbesluit. Oude Neerkantseweg 7 te Liessel

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

Wij hebben op 14 juli 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van AVI Den

OMGEVINGSDIENST. FLEVOLAND & GOOiEN VECHTSTREEK. Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) Locatie: Fellinilaan 151 in Almere

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND. Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen aan INVISTA Polyester B.V.

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

ik\ ii H(0 lyr?oi' F/7/ iilllllllllllllllllllluj * 6 AUG. im #tf opm. verzending Verzending geschiedt door afdeling

Omgevingsdienst Regio Nijmegen

Archiefexemplaar. T i 1 1 r BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN. Omgevingsvergunning op grond van artikel 3.10, derde lid Wabo verlenen

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Besluit Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

Onderzoek geurbelasting. Opdrachtgever: maatschap Otten Parallelweg PB IJSSELMUIDEN. Datum: 15 november Status: definitief (aangepast)

* *

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Onderwerp: Het milieuneutraal veranderen van de inrichting, door de aanleg van een railinzetplaats.

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp

Toetsing van de Wet geurhinder en veehouderij (wgv) Poortplan in samenhang met Bergvlietse bossen. Datum: Projectnummer:

VERZONDEN 2 4 AUG 2076

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Besluit omgevingsvergunning. Zaaknummer: (geen OLO-nummer) Autohandel en Autodemontagebedrijf Helmerich B.V. Gerrit Bolkade BR Zaandam

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

in in miii ii inn ii i ii

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Beschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 21 juni 2016 bij hen ingekomen aanvraag van M.H.A. Eilers te Sterksel, om

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

Bijlagen bij de aanvraag

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

eurne Deurne, 6 september 2016 Kenmerk: / Betreft: toezending omgevingsvergunning en acceptatie melding Bijlage: 1

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 27 september 2016 Gemeente Bronckhorst nr

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

Bijlagen Obm. Rasing - Kuijpers V.O.F. Kanaalstraat RP LIESSEL. Locatie: Kanaalstraat RP LIESSEL

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Transcriptie:

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL Aan: O. J. Goud Havenstraat 29 4414 AX WAARDE Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 7 juli 2015 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, lid 1 onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) te verlenen aan O. J. Goud. Samenvatting besluit Wij hebben besloten om op 7 juli 2015 aan O. J. Goud, de gevraagde omgevings-vergunning voor het in bedrijf nemen van een rundveehouderij aan de Westveerpolder te Waarde, te verlenen. De Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland voert sinds 1 januari 2014 milieu- en veiligheidstaken uit namens de Zeeuwse gemeenten, Waterschap Scheldestromen en Provincie Zeeland.

Inhoudsopgave Besluit...3 1.1 Onderwerp...3 1.2 Besluit...3 1.3 Ondertekening...3 1.4 Inwerkingtreding...4 1.5 Rechtsmiddelen...4 1.6 Afschriften...4 Procedurele overwegingen...5 2.1 Gegevens aanvrager...5 2.2 Projectbeschrijving...5 2.3 Activiteitenbesluit en Obm...5 2.4 Huidige Vergunningssituatie...6 2.5 Bevoegd gezag...6 2.6 Procedure (regulier)...6 2.7 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure...6 Inhoudelijke overwegingen...7 Milieu...7 3.1 Inleiding...7 3.2 M.e.r. - (beoordelings)plicht onder drempelwaarden D-lijst...7 3.3 OBM houden van dieren m.e.r...7 3.2 Conclusie....14 2

Besluit 1.1 Onderwerp Wij hebben op 5 juni 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (hierna ook wel aangeduid als OBM) ontvangen van O.J.Goud. Het betreft het in werking hebben van een pluimveehouderij. De aanvraag gaat over Westveerpolder 4 te Waarde. De aanvraag is geregistreerd onder nummer. Concreet wordt verzocht om het in bedrijf nemen van een pluimveehouderij als bedoeld in artikel 2.2a, lid 1, onder e van het BOR. 1.2 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en op artikel 2.1 lid 1 onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de omgevingsvergunning beperkte milieutoets te verlenen voor het in werking hebben van een pluimveehouderij met 27.300 vleeskuikens (RAV code E 5.10). De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. 1.3 Ondertekening Het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal, namens dezen, mevr. mr. ing. I. Jansen hoofd afdeling Vergunningen 3

1.4 Inwerkingtreding De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, in dit geval is dat de dag na de datum van verzending. 1.5 Rechtsmiddelen Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal, Postbus 70, 4416 ZH Kruiningen. In het bezwaarschrift neemt u ten minste op: - uw naam en adres, - de dagtekening van het bezwaarschrift, - een omschrijving van het besluit (met kenmerk) waartegen het bezwaar is gericht. - Reden waarop u bezwaar maakt - Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden. Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland- West Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd 1.6 Afschriften Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal. 4

Procedurele overwegingen 2.1 Gegevens aanvrager Op 5 juni 2015 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: O.J. Goud, Havenstraat 29 te Waarde voor de inrichting Westveerpolder 4 te Waarde. Er is tevens op 5 juni 2015 een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer ingediend bij ons. 2.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het in werking hebben van een pluimveebedrijf waarbij 27.300 vleeskuikens (RAV code E.5.10) worden gehouden. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt een vergunning gevraagd voor de activiteiten genoemd in artikel 2.2a, lid 1, onder e van het Besluit omgevingsrecht (Bor). 2.3 Activiteitenbesluit en Obm Sinds 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit op de inrichting van toepassing. Het Activiteitenbesluit bevat algemene voorschriften voor activiteiten die kunnen plaatsvinden binnen inrichtingen. Sinds het in werking treden van het Activiteitenbesluit zijn de meeste inrichtingen niet meer vergunningsplichtig voor het onderdeel milieu. De oprichting of verandering van deze vergunningsvrije inrichtingen moet wel worden gemeld aan het bevoegd gezag. Dit zijn de zogenaamde type-b inrichtingen. Op grond van artikel 8.41a van de Wet milieubeheer moet een melding zoals bedoelt in artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelijktijdig met de aanvraag om een omgevingsvergunning worden ingediend als het project activiteiten bevat waarvoor een melding is vereist. Bij de onderhavige aanvraag om een omgevingsvergunning is als bijlage voor de activiteiten tevens een melding op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit milieubeheer ingediend. De melding is op 5 juni 2015 ingediend met het Aim-correspondentie-nummer Aq6js906v7o. Voor een aantal milieurelevante activiteiten waarvoor het Activiteitenbesluit algemene regels stelt, is eerst toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen worden ondernomen (artikel 2.1, eerste lid, onder i, Wabo). Deze "toestemming vooraf" wordt OBM genoemd. Het doel van de OBM is dat het bevoegd gezag na een beperkte milieutoetsing vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De OBM bestaat uit een instemming of een weigering. Op grond van artikel 5.13a van het Bor mogen aan de OBM geen voorschriften worden verbonden. Bij het beslissen op de aanvraag om een OBM moet het bevoegde gezag volgens artikel 2.17 Wabo toetsen aan artikel 5.13b Bor. Een toetsing aan dit artikel heeft plaatsgevonden Er wordt een OBM aangevraagd voor het houden van: 27.300 vleeskuikens (RAV code E 5.10) Van deze activiteit is in artikel 5.13b, lid 1 Bor bepaald dat de OBM moet worden geweigerd indien het bevoegd gezag heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden opgesteld. 5

2.4 Huidige Vergunningssituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP Oprichtingvergunning * 14 juni 1999 Pluimveebedrijf Veranderingsvergunning*7 november 2005 RWM/2005/296/1/V Uitbreiding Inrichting met opfokkippen en een schapenhouderij De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. De inrichting is per 1 januari 2013 komen te vallen onder het activiteitenbesluit. Hierdoor zijn de vergunningen van 14 juli 1999 en 7 november 2005 van rechtswege komen te vervallen. 2.5 Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in artikel 2.4 eerste lid van de Wabo en hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn het college van Burgemeester en wethouders het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleent of weigert. 2.6 Procedure (regulier) Voor het houden van Pluimvee is artikel 2.2a lid 1 onder e van het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing. De activiteit die binnen de inrichting wordt uitgevoerd is genoemd in artikel 2.2a van het Bor, waardoor er tevens een plicht bestaat om een OBM aan te vragen alvorens met de activiteit gestart kan worden. De aanvraag voor deze inrichting is getoetst aan artikel 2.8 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is ook getoetst aan het Bor en de Ministeriele Regeling omgevingsrecht (Mor). 2.7 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure De aanvraag bestaat uit de volgende onderdelen: - Aanvraagformulier omgevingsvergunning OBM - Melding activiteitenbesluit correspondentienr. Aq6js906v7o - Plattegrondtekening inrichting - Situatie tekening schaal 1:10000 - Dieren ventilatiesysteem - Bijlage OBM omschrijving Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 6

Inhoudelijke overwegingen Milieu 3.1 Inleiding Op het perceel Westveerpolder 4 te Waarde werden voorheen 58.000 opfokhennen gehouden. Voor deze inrichting is op 14 juni 1999 een oprichtingsvergunning verleend en op 17 november 2005 een veranderingsvergunning verleend voor het houden van schapen. Met het houden van 27.300 stuks vleeskuikens komt het bedrijf te vallen onder het activiteitenbesluit. Het activiteitenbesluit is van toepassing op bedrijven waar minder dan 40.000 stuks pluimvee worden gehouden. De inrichting voldoet hier aan, gezien het aantal dieren die binnen de inrichting worden gehouden. 3.2 M.e.r. - (beoordelings)plicht onder drempelwaarden D-lijst De in de aanvraag beschreven voorgenomen veranderingen staan vermeld in de eerste kolom van onderdeel D 14 van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). De drempelwaarden uit de tweede kolom onder 1 worden voor de te houden dieren niet overschreden. In zoverre bestaat voor de aangevraagde activiteiten geen m.e.r. (beoordelings)-plicht. 3.3 OBM houden van dieren m.e.r. Algemeen Op grond van het Besluit milieueffectrapportage moet het bevoegd gezag, voor alle activiteiten die genoemd worden in het Besluit m.e.r. maar beneden de m.e.r.- beoordelingsdrempel liggen, bepalen of kan worden uitgesloten dat de activiteit geen belangrijke nadelige milieugevolgen heeft. Dit dient te gebeuren op grond van de criteria genoemd in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. De criteria van bijlage III van de richtlijn omvatten: de kenmerken van de activiteit (onder andere omvang en cumulatie); de plaats waar de activiteit wordt verricht (de kenmerken van het plangebied in relatie met kwetsbaarheid omgeving); de kenmerken van de gevolgen van de activiteit (mogelijke effecten van de activiteit, onder andere bereik, waarschijnlijkheid en omkeerbaarheid). Deze bijzondere omstandigheden worden hierna ten aanzien van de activiteit nader beschouwd. De kenmerken van de activiteit Aan de Westveerpolder 4 te Waarde was reeds een pluimveehouderij gevestigd. Binnen de inrichting werden in het verleden 58.000 opfokhennen en 600 schapen gehouden. De schapen werden op de locatie Westveerpolder 8 gehouden. De twee locaties Westveerpolder 4 en 8 vormde één inrichting. De ondernemer heeft het initiatief genomen om over te schakelen van opfokhennen naar mestpluimvee. In de nieuwe bedrijfsopzet worden 27.300 vleeskuikens gehouden in een verwarmd stalsysteem met warmteheathers en ventilatoren (BWL 2009.14.V3). Daarnaast worden ook nog de schapen op de locatie Westveerpolder 8 gehouden. De mest wordt direct vanuit de stallen uit het bedrijf verwijderd. 7

Cumulatie met andere projecten In de nabijheid van de inrichting zijn geen veehouderijbedrijven aanwezig waardoor cumulatie van milieueffecten zouden kunnen optreden zoals bijvoorbeeld geur. Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen Voor het houden van dieren zijn de volgende aspecten relevant: het gebruik van energie en water, het gebruik aan reinigingsmiddelen en veevoeders. Energie is vooral nodig voor het gebruik van de technische installatie en verlichting. Water wordt met name gebruikt als drinkwater voor de dieren en als reinigingswater voor de stallen. Het voer voor de vleeskuikens wordt van elders betrokken en wijkt niet af van hetgeen normaal is voor deze sector. De voorgenomen activiteiten zullen niet leiden tot een toename van het verbruik aan grondhulpstoffen, energie en water, zodanig dat een MER nodig is. De benodigde stoffen zijn niet bijzonder schaars en het gaat hier om gangbare gebruiksvormen in de sector. De plaats waar de activiteit wordt verricht De inrichting is gelegen in het buitengebied van de gemeente Reimerswaal. Op ongeveer 65 meter is de bebouwde kom van Waarde gelegen waardoor de inrichting invloed heeft op woningen van derden. De directe omgeving waar de activiteit wordt verricht is voornamelijk in gebruik als grasland, bouwland en woonbestemming overeenkomstig het bestemmingsplan. Kenmerken van de gevolgen van de activiteit Ammoniak Voor de beoordeling van de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt met betrekking tot het aspect ammoniak moet getoetst worden aan de artikelen 3.112 tot en met 3.125 van het Activiteitenbesluit, Wet ammoniak en veehouderij (Wav) en indirect aan het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting). De dierenverblijven liggen niet in een zeer kwetsbaar gebied, zoals bedoeld in de Wav, dan wel in een zone van 250 meter daaromheen. De inrichting valt met het gevraagde vee bestand niet onder de reikwijdte van de IPPCrichtlijn. Derhalve hoeft niet aan de Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij te worden getoetst. Hierdoor kan worden volstaan met de toepassing van BBT. Om te bepalen of een huisvestingssysteem als BBT mag worden aangemerkt dient het Besluit huisvesting geraadpleegd te worden. Wanneer een huisvestingsysteem voldoet aan de maximale emissiedrempelwaarden wordt een dergelijk systeem als BBT aangemerkt. Voor de vleeskuikens is in het Besluit huisvesting een maximale norm van 0,045 NH 3 /dierplaats opgenomen. In de aanvraag wordt een stalsysteem aangevraagd met een ammoniakemissie van 0,035 NH 3 /dierplaats. Hiermee wordt voldaan aan BBT. In de bijlage toelichting Obm is een weergave gegeven van de bestaande emissies en de toekomstige emissies. Gelet op het voorgaande en het feit dat alleen vergunning wordt verleend als de voorgenomen activiteiten voldoen aan de Wav, het Besluit huisvesting en aan BBT, is er geen sprake van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Natuurbeschermingswet (Nbwet) Op ongeveer 270 meter afstand van de inrichting is het Natura 2000 gebied de Westerschelde gelegen. Ten opzichte van de bestaande en de nieuwe situatie neemt de ammoniakemissie met 1255 kg NH 3 af. Omdat voor de inrichting niet eerder een Nbwet 8

vergunning is aangevraagd heeft de ondernemer op 2 juni 2015 een Nbwet vergunning aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van Zeeland. Doordat de Nbwet eerder is aangevraagd dan de aanvraag Obm haakt deze niet aan op de omgevingsvergunning, waardoor kan worden volstaan met een reguliere procedure voor de Obm. Deze Nbwet aanvraag zal in een aparte procedure worden afgehandeld door de provincie Zeeland. Geur Geurhinder kan optreden door het houden van dieren, opslag van mest, het uitrijden van de mest en de opslag van veevoer. De artikelen 3.115 tot en met 3.119 van het Activiteitenbesluit (Wet geurhinder en veehouderij (Wgv)) vormen het toetsingskader voor de omgevingsvergunning als het gaat om geurhinder vanuit dierenverblijven van veehouderijen. De cumulatieve bijdrage van geurhinder naar gevoelige objecten in de omgeving van de aangevraagde locatie hoeft in het kader van het Activiteitenbesluit niet te worden berekend, maar is verdisconteerd in de geurnormen van het Activiteitenbesluit. De geurbelasting van de inrichting is o.a. afhankelijk van het aantal en soort dieren dat binnen de inrichting aanwezig is. In de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) zijn voor verschillende diercategorieën geuremissiefactoren vastgesteld. Tevens gelden er vaste afstanden van de buitenzijde van een dierenverblijf tot aan de dichtstbijzijnde buitenzijde van woningen van derden. De geurbelasting wordt berekend en getoetst met het verspreidingsmodel V-stacks vergunningen. Gemeenten mogen bij verordening van de normen van de Wet geurhinder en veehouderij afwijken. Gemeente Reimerswaal heeft geen geurverordening opgesteld en sluit aan bij de wettelijke geurnorm van 8 oue/m 3 buiten de bebouwde kom en 2 oue/m 3 binnen de bebouwde kom. Voor vleeskuikens is in de Regeling geurhinder en veehouderij (Rvg) een geurnormen vastgelegd. In de melding activiteitenbesluit is aangegeven hoeveel en soort dieren worden aangevraagd. In de bijlage toelichting Obm behorende bij de aanvraag blijkt dat er een totale geuremissie is van 6552 OUe/sec. Ten opzicht van de oude situatie is dit een reductie van 3888 OUe/sec (zie pagina 4 van de bijlage). Om duidelijk te maken waar de bebouwde kom is gelegen, is hieronder de bebouwde kom grens aangegeven op de kaart van het bestemmingsplan. De bebouwde kom lijn betreft de zwarte lijn met bolletjes. 9

Hieronder zijn de V-stacks berekening 1 en 2 weergegeven van de geuremissie op de gevel van de woningen in de nieuwe en bestaande situatie. Berekening 1 Naam van de berekening: Nieuwe situatie Gemaakt op: 25-06-2015 10:23:27 Rekentijd: 0:00:04 Naam van het bedrijf: Goud Westveerpolder 4 Waarde Berekende ruwheid: 0,16 m Meteo station: Schiphol Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stal 1 63 003 381 635 6,0 3,9 0,50 4,00 4 140 2 Stal 2 63 013 381 617 4,0 3,8 0,99 0,40 2 412 Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 3 Westveerpolder 2 63 063 381 571 8,0 5,6 4 Westveerpolder 6 62 941 381 631 8,0 7,3 5 Havenstraat 38 63 086 381 584 2,0 4,6 6 Havenstraat 36 63 102 381 610 2,0 4,0 7 Havenstraat 30 63 102 381 641 2,0 3,6 8 Havenstraat 24 63 104 381 695 2,0 2,8 9 Westveerpolder 1 63 073 381 541 8,0 3,9 10

Berekening 2 Naam van de berekening: Bestaande situatie Gemaakt op: 25-06-2015 11:30:04 Rekentijd: 0:00:04 Naam van het bedrijf: Goud Westveerpolder waarde (Bestaande situatie) Berekende ruwheid: 0,16 m Meteo station: Schiphol Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 Stal 1 63 002 381 636 5,0 3,9 0,45 4,00 6 300 2 stal 2 63 013 381 617 3,5 3,8 0,99 0,40 4 140 Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 3 Westveerpolder 2 63 063 381 571 8,0 9,8 4 Westveerpolder 6 62 941 381 631 8,0 13,1 5 Havenstraat 38 63 086 381 584 2,0 8,0 6 Havenstraat 36 63 102 381 610 2,0 6,6 7 Havenstraat 30 63 103 381 641 2,0 6,0 8 Havenstraat 24 63 104 381 695 2,0 4,8 9 Westveerpolder 1 63 073 381 541 8,0 6,7 50%-regeling In artikel 3 lid 4 van de Wet geurhinder veehouderij (Wgv)is opgenomen dat bij een overbelaste situatie de vergunning niet hoeft te worden geweigerd indien het aantal dieren van één of meer diercategorieën toeneemt, en een geurbelastingreducerende maatregel zal worden toegepast, dan wordt een omgevingsvergunning verleend voor zover het betreft de wijziging van het aantal dieren, voorzover de toename van de geurbelasting ten gevolge van die wijziging niet meer bedraagt dan de helft van de vermindering van de geurbelasting die het gevolg zou zijn van de toegepaste geurbelastingreducerende maatregel bij het eerder vergunde veebestand dit wordt we de 50% regeling genoemd. In onderstaande tabel 1 is vorenstaande vertaald, hierbij is de bestaande geurbelasting, de wettelijke norm, de toegestane geurbelasting en de geurbelasting in de nieuwe situatie weergegeven. Tabel 1 GGLID Bestaande geurbelasting Geurnorm Toegestane geurbelasting Westveerpolder 2 9,8 8 7,8 5,6 Westveerpolder 6 13,1 8 11.1 7,3 Havenstraat 38 8,0 2 10 4,6 Havenstraat 36 6,6 2 4,3 4,0 Havenstraat 30 6,0 2 4,0 3,6 Havenstraat 24 4,8 2 3,4 2,8 Westveerpolder 1 6,7 8 7,4 3,9 Geurbelasting nieuwe situatie Uit vorenstaande berekening blijkt dat wordt voldaan aan de geurnorm zoals is vastgesteld in de Wgv met toepassing van de 50% regeling. Gemeente Reimerswaal heeft geen geurverordening vastgesteld en daarom is de Wvg het toetsingscriteria. 11

Fijn stof Toetsingskader In de handreiking fijn stof en veehouderijen is in paragraaf 2.2 onderstaande tabel opgenomen die als vuistregel wordt gebruikt bij de bepaling van de niet in betekenende mate (NIBM) grens. De getallen in deze tabel zijn gebaseerd op 3% NIBM grens. Tabel 2 Afstand tot te toetsen plaats Totale emissie in gr./jr van uitbreiding/oprichting (x 1000) 70 m 80 m 90 m 100 m 120 m 140 m 160 m 324 387 473 581 817 1.075 1.376 In de tabel kan bij de betreffende afstand de hoeveelheid emissie worden afgelezen waarmee een veehouderij nog kan uitbreiden om niet in betekende mate bij te dragen. De getallen in de tabel zijn worstcase genomen inclusief een veiligheidsmarge. Indien bij een bepaalde afstand niet méér wordt geëmitteerd dan is opgenomen in de tabel dan is de oprichting/uitbreiding zeker NIBM. Met behulp van de emissiefactorenlijst, uitgegeven door het ministerie van I&M, kan uitgerekend worden of de totale toename in emissie onder de NIBM grens blijft. Een overzicht van de emissie van fijn stof door het houden van dieren binnen de inrichting in de bestaande en de nieuwe situatie is weergegeven in tabel 3 en 4. Tabel 3 (Bestaande situatie) Stal RAV code Diercategorie, huisvestingssysteem nr 1 E 1.8.1 Opfokhennen jonger dan 18 w eken; volière-opfokhuisvesting, minimaal 50% van de leef ruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per w eek afdraaien. Roosters minimaal in tw ee etages (BWL 2005.02.V1) (voor nageschakelde technieken: zie E 6) Aantal dieren Gr./jr stof 35.000 23 Totaal gr./jr. stof 805.000 2 E.1.5.1 Opfokhennen jonger dan 18 w eken; mestbandbatterij voor droge mest met 46.000 23.000 2 geforceerde mestdroging (voormalig Groen Label BB 93.06.008). Totaal 851.000 Tabel 4 (Nieuwe situatie) Stal RAV code Diercategorie, huisvestingssysteem nr 1 E 5.10 Vleeskuikens; stal met werwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren (BWL 2009.14.V3) 2 E.5.10 Vleeskuikens; stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en Aantal dieren Gr./jr stof Totaal gr./jr. stof 17.250 22 379.500 10.050 22 221.100 12

ventilatoren (BWL 2009.14.V3) Totaal 600.600 De aangevraagde situatie heeft een afname van de emissie van fijn stof tot gevolg. Uit een vergelijking tussen tabellen vigerend en voorgenomen blijkt dat er een afname is van 851.000 600.600 = 250.400 g/jr. De emissie van fijn stof kan dan ook als 'niet in betekenende mate' ofwel NIBM worden beschouwd. Aan de eisen van hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer wordt voldaan. PM 2,5 beoordeling Per 1 januari 2015 dient ook de emissie PM 2,5 te worden beoordeeld bij het verlenen van een vergunning. Het rekenprogramma ISL3a van Infomil kan (nog) geen PM 2,5 verspreiding berekenen. In een memo van het Ministerie van infrastructuur en milieu van 21 mei 2015 is een conclusie opgenomen ten aanzien van de beoordeling van PM 2,5. De conclusie luidt: als PM 10 geen belemmering vormt voor vergunningverlening, dan geldt dat automatisch ook voor PM 2,5. Een verder beoordeling voor PM 2,5 is dan ook niet nodig, daar voldaan wordt aan de PM 10 norm. Geluid Voor wat betreft het aspect geluid kan worden gesteld dat de geluidemissie vanuit de inrichting moet voldoen aan de normstelling uit het Activiteitenbesluit en geen reden is om een MeR te verlangen. Aan de normstelling uit het Activiteitenbesluit kan ook worden voldaan gelet op de beperkte geluidsbronnen en de afstand tot woningen van derden tot aan het bedrijf. Vorenstaande kan worden onderbouwd met de volgende beargumentering: - binnen het bedrijf zijn ventilatoren aanwezig voor het ventileren van de stallen, ten opzichte van de bestaande situatie nemen het aantal ventilatoren af - De aan-en afvoerbewegingen ten opzichte van de bestaande situatie nemen niet toe maar zullen eerder afnemen doordat er minder dieren binnen de inrichting worden gehouden. - De dieren worden gehouden in een volièresysteem, dat houdt in dat na elke mestronde de mest uit de stallen worden afgevoerd. De inrichting kan voldoen aan de geluidsvoorschriften zoals is opgenomen in artikel 2.17 lid 5 sub a. tot en met g van het activiteitenbesluit. Risico s van ongevallen De aard van de activiteiten van een rundveehouderij zijn niet van dien aard dat zij, bij een normale bedrijfsvoering, extra risico op ongevallen herbergen. Calamiteiten met betrekking tot de opslag van de mest worden beperkt door voorschriften die staan vermeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Indien door het in werking zijn van een inrichting risico's voor de volksgezondheid kunnen ontstaan, moeten deze risico's gelet op artikel 1.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet milieubeheer als gevolg voor het milieu bij de beoordeling van de aanvraag worden betrokken. Alle dieren worden binnen de inrichting inpandig gehouden. Verder gelden er binnen de inrichting strikte hygiënemaatregelen. Op dit moment zijn er geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten waaruit een andere conclusie voortvloeit. Wij kunnen ons dan in redelijkheid op het standpunt stellen dat 13

de risico's voor de volksgezondheid geen aanleiding geven om een MER te verlangen voor de voorgenomen activiteit. 3.2 Conclusie. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op een omgevingsvergunning beperkte milieutoets, zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. 14