Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer : Bepaling minimale omvang Reserve WFA : SMD/06/32 Sector : Maatschappelijke 2 O DEC. 2006 Dienstverlening Afdeling : Beleidsatelier : Sociale Voorzieningen, 3 Voorstel: 1 De minimale omvang van de reserve te bepalen op 30% van het voorlopig budget voor het Inkomensdeel van het volgend jaar, waarvan 20%-punt als bodem voor de reserve ten behoeve van het verstrekken van uitkeringen en 10%-punt ten behoeve van de dekking van de kwijtscheldingen, intensiveren armoedebeleid alsmede initiëren van werkgelegenheidsprojecten die niet op een andere wijze bekostigd kunnen worden en waarmee tevens geen structurele uitzettingen van beleid gefinancierd kunnen worden. 2 Over de besteding van het bedrag, genoemd onder 1, wordt jaarlijks aan de gemeenteraad gerapporteerd. 3 Indien de te betalen uitkeringen niet kunnen worden voldaan uit het Inkomensdeel en de reserve WFA, het tekort te voldoen uit de Algemene reserve. Type voorstel: IEI Kaderstellend ö Controlerend D Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Ja Nee Zijn doelen en/of effecten beschreven E3 D Financiële consequenties K D Inspraak D IEl Samenvatting: De gemeente loopt financiële risico's in het kader van de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Daarnaast bestaat er behoefte aan middelen om bepaalde (werk-)projecten te kunnen financieren die niet via de reguliere budgetten bekostigd kunnen worden. Met de invoering van de WWB is in het verleden besloten deze reserve als egalisatiereserve te hanteren. Dit voorstel beoogt om voor de reserve WFA een onder- en bovengrens te introduceren.
Gemeente n Eergen op Zoom Datum raadsvergadering : 20 december 2006 Nummer Onderwerp : SMD/06/32 : Bepaling minimale omvang Reserve WFA Aan de gemeenteraad, Voorstel 1 De minimale omvang van de reserve te bepalen op 30% van het voorlopig budget voor het Inkomensdeel van het volgend jaar, waarvan 20%-punt als bodem voor de reserve ten behoeve van het verstrekken van uitkeringen en 10%-punt ten behoeve van de dekking van de kwijtscheldingen, intensiveren armoedebeleid alsmede initiëren van werkgelegenheidsprojecten die niet op een andere wijze bekostigd kunnen worden en waarmee tevens geen structurele uitzettingen van beleid gefinancierd kunnen worden. 2 Over de besteding van het bedrag, genoemd onder 1, wordt jaarlijks aan de gemeenteraad gerapporteerd. 3 Indien de te betalen uitkeringen niet kunnen worden voldaan uit het Inkomensdeel en de reserve WFA, het tekort te voldoen uit de Algemene reserve. Inleiding De Wet werk en bijstand wordt, naast de lokale beleidsvrijheid, gekenmerkt door het financiële risico voor de gemeente dat minimaal 10% van het budget voor het Inkomensdeel overeen bepaald jaar bedraagt. Minimaal, omdat in incidentele gevallen -wanneer de lokale situatie daartoe aanleiding geeft. Bij een budgettekort dient de gemeente in eerste instantie zelf op haar begroting naar een oplossing moeten zoeken voor het financiële tekort. In december 2003 is door de gemeenteraad besloten dat de budgetten in het kader van het Inkomens- en Werkdeel, taakstellend zijn. De door de Minister geïnstalleerde toetsingscommissie heeft als taak een oordeel te vellen over de vraag of een tekortgemeente in het betreffende begrotingsjaar met een uitzonderlijke situatie te maken heeft gehad, waarmee bij de vaststelling van het gemeentebudget geen rekening is gehouden. Daarnaast toetst deze commissie of de tekortgemeente verwijtbaar heeft gehandeld. Bergeooojkom
-2- Sinds de introductie van de budgettering van de bijstandsuitgaven, hetzij gedeeltelijk, hetzij geheel, heeft de gemeente een forse reserve opgebouwd. In eerste instantie betrof het een voorziening, echter door wijzigingen in wetgeving is dit gewijzigd in een reserve. Bij de behandeling van het Beleidskader is inmiddels besloten een bedrag van 2.000.000,= uit de reserve WFA te onttrekken ten behoeve van de WMO. Uitwerking voorstel Dit raadsvoorstel heeft tot doel om enerzijds een kader te vast te stellen waardoor duidelijk is hoe groot de omvang van de reserve jaarlijks dient te zijn. Extreme uitzonderingen daargelaten. Gelet op het feit dat het minimale risico 10% van het toekomstig Inkomensdeel bedraagt zal de omvang van de reserve in ieder geval meer moeten bedragen dan voornoemde 10%. Om het extra risico te dekken van het niet -geheel- bekostigen van de extra uitkeringskosten door de overheid wordt voorgesteld de minimale omvang te bepalen op 20% van het voorlopig budget voor het komende jaar. Anderzijds, als gevolg van toevoeging aan programma 3 krijgt het college de mogelijkheid om flexibel en op projectbasis, activiteiten te financieren die niet uit de reguliere budgetten (Inkomens- en Werkdeel) bekostigd kunnen worden. Hierbij valt te denken aan de intensiveringen op het gebied van maatschappelijke participatie en het armoedebeleid, onder andere in relatie tot de gezondheid van kinderen maar ook het financieren van projecten voor jongeren die de school zonder diploma verlaten hebben maar de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben. Een eerste pilot hiertoe, Move on, is inmiddels gestart. Een ander project is, bijvoorbeeld, het sociaal uitzendbureau. Dit wordt momenteel gefinancierd uit het Innovatiebudget van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Echter, indien uit de evaluatie blijkt dat ruim aan de verwachtingen is voldaan, is het ongewenst dat een dergelijk initiatief zou ophouden te bestaan omdat de financieringsbasis dan verdwijnt. Voor dergelijke activiteiten wordt 10% van het voorlopig budget Inkomensdeel realistisch geacht. Bij dit voorstel is het nog van belang dat het rijk een bepaalde systematiek hanteert met betrekking tot de bekendmaking van de budgetten. Het voorlopige budget voor het komende jaar wordt in september/oktober van het lopende jaar bekendgemaakt, terwijl het definitieve budget in oktober van het komende jaar wordt vastgesteld. Wat dit laatste onderdeel betreft is het de bedoeling dat het tijdstip naar voren wordt gehaald om daarmee tegemoet te komen aan de kritiek van gemeenten. Los daarvan bestaat de mogelijkheid dat halverwege het jaar aanpassingen op het macrobudget plaatsvinden die uiteraard zijn doorwerkingen heeft naar de individuele gemeenten. Voor 2006 bijvoorbeeld is het budget sinds oktober 2005 al 4 keer neerwaarts aangepast, en dus nog niet definitief vastgesteld vandaar dat als referentiebudget het eerst bekendgemaakte budget wordt gehanteerd analoog aan de begroting.
-3- Indien zich een jaar voordoet waarbij een beroep gedaan moet worden op de reserve betekent dit tevens een extra taakstelling binnen programma 3 om het alsdan optredende tekort, teniet te doen. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De seci De burge Bergencp^Zoorn
Gemeente eente & f n Bergen op Zoom De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van, 14 november 2006, nr. SMD/06/32; gelet op het feit dat kaders gesteld moeten worden inzake de minimale omvang van de reserve WFA en middelen beschikbaar moeten komen ten behoeve van de financiering van projectmatige activiteiten; BESLUIT: De minimale omvang van de reserve te bepalen op 30% van het voorlopig budget voor het Inkomensdeel van het volgend jaar, waarvan 20%-punt als bodem voor de reserve ten behoeve van het verstrekken van uitkeringen en 10%-punt ten behoeve van de dekking van de kwijtscheldingen, intensiveren armoedebeleid alsmede initiëren van werkgelegenheidsprojecten die niet op een andere wijze bekostigd kunnen worden en waarmee tevens geen structurele uitzettingen van beleid gefinancierd kunnen worden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 (J Off 2006 De voorzil F.P.deVos BergenppZoom
i l l
Amendement De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 20 december 2006; Beraadslagend over het voorstel SMD/ 06/32 Bepaling minimale omvang Reserve WFA; Overwegende dat: besluit de verschillen tussen arm en rijk sinds de decentralisatie van de bijstandswet in 2004 zijn toegenomen. En Bergen op Zoom tengevolge van deze scheefgroei inmiddels een voedselbank kent, er meer scholingskansen moeten worden geboden, binnen de WWB, er meer mensen dienen uit te stromen naar reguliere arbeid. de WFA- reserve is ingesteld, om eventuele tekorten op het Inkomensdeel van de WWB te egaliseren. de WFA- reserve geen spaarpot is, er een financiële ondergrens aan de WFA- reserve ontbreekt, om deel l van het voorstel als volgt te wijzigen: de minimale omvang van de reserve te bepalen op 15% van het voorlopig budget voor het 'WWB- Inkomensdeel van het volgend jaar. En de vrijkomende gelden aan te wenden om: 1. het budget voor het armoedebeleid te verruimen, 2. scholingskansen binnen de WWB te vergroten, 3. actief arbeidsmarktbeleid te voeren, en gaat over tot de orde van de dag. Bergen op Zoom, 20 december 2006, «/*,;/ 20. /2L-.ÏW u