Transitie Competent. een onderzoek naar de relatie. tussen competentie en transitie



Vergelijkbare documenten
Competentie Centrum Transities

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Opleidingsprogramma DoenDenken

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

Van: Werkgroep Beroepsprofiel Bachelor of Engineering. Betreft: Evaluatie Bachelorprofiel Engineering met de techniekhogescholen

E-book. In 7 stappen naar een effectieve HR-cyclus

Competentieprofiel voor coaches

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

360 feedback rapportage voor de heer J.A. Smit van Jansen & Co

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging

Performance Improvement Plan

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Sjaboon eindrapport audit SYSQA B.V. SYSQA B.V. Almere. Datum : <<datum>> Status : <<concept /definitief>> Opgesteld door : <<SYSQA B.V.

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

Bewijs Reflectie Formulier

Resultaten Onderzoek September 2014

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG

EFFECTIEF LEIDINGGEVEN. Een gave of een vak?

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Voortgangsverslag. Blok 1. Erwin Pols

Competentiemanagement bij de federale overheid

Rapport Voorbeeld adviseur. Voorbeeld adviseur2. voorbeeld Rapportage

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

Inhoud. Inleiding 7. 4 De rol van de leidinggevende Inleiding De verschillende rollen van de leidinggevende 59

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

STRATAEGOS CONSULTING

Praktijkgericht onderzoek - Easysteppers

Competentiemanagement in zorg en welzijn Als kwaliteit van medewerkers telt

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

Zorgvuldiger selecteren, gerichter ontwikkelen en objectiever beoordelen

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Selectie-instrument HARRIE

Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Competentiemanagement bij de federale overheid

De gemeente als informatiebron!

Als expert aan de slag met loopbaanvelden

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

Competentieprofiel Teamleider Scouting Lambertus Reuver

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

dit gaat over mij en mijn vak het is snel en gemakkelijk en je ziet wat je hebt bereikt

Q1000 Krachtvelden 360

Doel van deze presentatie is

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Platformtaak volgens gemeente

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

leercoach van Sociale wijkteams

stimuleert ondernemerschap BRochure bill

Workshop Privacy en Triage

Team:Sales en Marketing Datum: WICKED TEAMS RAPPORT

feedback Flexibel en online Robuust 360º Werkboek Robuus Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º Haal het maximale uit 360º

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

Hoe kan Hogeschool Utrecht social media inzetten om een duurzame relatie op te bouwen met haar (oud) studenten?

De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger

Kwaliteitshandboek v1.0 CO 2 -Prestatieladder Roelofs

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Tien competenties voor de 21 e eeuw

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

DEFINITIES COMPETENTIES

BIJLAGE 1: BEOORDELINGSFORMULIER PLAN VAN AANPAK

Competenties Schoolleider. Voor ieder kind het beste bereiken met passie, plezier en professionaliteit

Toelichting competenties

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Student : Lex Krijgsman maakt voortgangsverslag zoals omschreven in het voorwoord

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Een leven lang leren in de techniek

A.P.A. Martens Waalwijk 2011

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

Open venster. Open venster. beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling

Functieprofiel Young Expert

stimuleert ondernemerschap BRochure albert

Rapportage enquête professioneel samenwerken in de professionele onderwijsorganisatie. Auteur Dr. Paul van Deursen. Datum 31 september 2011

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

SCHATTEN VAN ADVOCATEN

Reflectiegesprekken met kinderen

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

FUNCTIEBESCHRIJVING DIVISIEMANAGER (M/V)

Transcriptie:

Transitie Competent een onderzoek naar de relatie tussen competentie en transitie Coendert Slendebroek, juni 2009

Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 2 van 166

Onderzoeksverslag Transitie Competent Verslag van een onderzoek naar de relatie tussen competentie en transitie Coendert Slendebroek Amersfoort, juni 2009 Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 3 van 166

Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 4 van 166

Colofon Onderwijsinstelling Afstudeeronderzoek Personeel en Arbeid aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Afstudeerbegeleider: Fred Hoekstra. Auteur Coendert Slendebroek Student Personeel en Arbeid coendert@gmail.com Opdrachtgevers Transumo Zoetermeer www.transumo.nl Competentie Centrum Transities Utrecht www.senternovem.nl/competentiecentrum_transities/ 2009 Foto op voorpagina: http://www.victm.nl/brug.jpg, juni 2009 Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 5 van 166

Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 6 van 166

Voorwoord Voor u ligt het onderzoekverslag van het onderzoek Transitie Competent. Dit onderzoek is uitgevoerd binnen de organisaties Transumo en het Competentie Centrum Transities (CCT) en richt zich op de relatie tussen competenties en het werken aan transitie. Het onderzoek betreft mijn afstuderen in het kader van de studie Personeel en Arbeid aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Ik wil hierbij Teije Gorris van Transumo en José Andringa van het CCT hartelijk bedanken voor de mogelijkheid mijn afstudeeropdracht uit te voeren en voor de steun en input die ze daaraan gegeven hebben. Ook wil ik mijn afstudeerbegeleider Fred Hoekstra bedanken voor zijn enthousiaste begeleiding gedurende het onderzoek. Verder iedereen die meegewerkt heeft aan het onderzoek, hartelijk dank hiervoor. Ik wens u veel plezier met het lezen van dit onderzoeksverslag. Coendert Slendebroek Amersfoort, juni 2009 Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 7 van 166

Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 8 van 166

Samenvatting In Nederland bestaan verschillende organisaties die zich bezig houden het ontwikkelen van structurele maatschappelijke oplossingen op het gebied van economie, natuur, milieu, cultuur en technologie. Een structurele maatschappelijke verandering wordt transitie genoemd. Transumo houdt zich bezig met transitie op het gebied van mobiliteit en is een tijdelijk BSIK programma 1 dat beoogd een transitie naar duurzame mobiliteit te versnellen. Binnen Transumo werken vele organisaties samen om bij te dragen aan de overgang van het huidige mobiliteitssysteem naar een meer duurzaam mobiliteitssysteem. Mensen die aan transitie werken, worden transitieprofessionals genoemd. Om transitieprofessionals te ondersteunen in het bewerkstelligen van een transitie heeft het Competentiecentrum Transities (CCT) een competentieprofiel ontwikkeld. Het competentieprofiel bestaat uit 21 transitiecompetenties. De volgende stap in de ontwikkeling van het competentieprofiel, is het ontwikkelen van competentieprofielen en een instrument om de transitiecompetenties te kunnen meten, zodat transitieprofessionals de belangrijkste transitiecompetenties van hun functie kunnen herkennen, beoordelen en ontwikkelen. Transumo wil haar leerervaringen vastleggen. Ze wil daarom graag weten in hoeverre transitiecompetenties aanwezig waren tijdens het programma Transumo en welke invloed aanwezige of ontbrekende transitiecompetenties hebben gehad op de uitvoering van het programma. De doelstelling van dit onderzoek is het ontwikkelen van competentieprofielen, het ontwikkelen van een instrument om transitiecompetenties te meten, en het onderzoeken van de aanwezige of ontbrekende transitiecompetenties binnen Transumo en de invloed daarvan op de uitvoering van het programma. Het ontwikkelen van competentieprofielen Het ontwikkelen van competentieprofielen heeft plaatsgevonden door het afnemen van interviews met transitieprofessionals binnen Transumo. Voorafgaand aan de interviews zijn concept competentieprofielen opgesteld. In de interviews is de juistheid van dit concept competentieprofiel besproken. Op basis van de op- en aanmerkingen in de interviews is het concept competentieprofiel aangepast en is het definitieve competentieprofiel ontstaan. De functies waarvoor competentieprofielen zijn ontwikkeld zijn die van projectleider/themaleider, programmasecretaris, directielid en bestuurslid. Het ontwikkelen van het instrument Het instrument is ontwikkeld door middel van het voeren van gesprekken met experts op het gebied van competentiemanagement en op basis van een literatuuronderzoek. Uiteindelijk is de keuze gemaakt voor de 360 graden feedback als instrument voor het meten van transitiecompetenties. 360 graden feedback is een manier om competenties te meten ter ontwikkeling van de medewerker. De beoordeling vindt plaats door een zelfbeoordeling en door anderen de competenties van de beoordeelde te laten beoordelen. Het is aangetoond dat 360 graden 1 BSIK staat voor Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur. De Nederlandse overheid heeft maatregelen genomen om innovatiekansen in Nederland beter te benutten, waaronder de BSIK-regeling. BSIK is een stimuleringsregeling om onderzoek te doen naar deze innovatiekansen. Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 9 van 166

feedback een betrouwbare manier is voor het meten van competenties en het verbeteren van prestaties. Het opzetten van een instrument waarmee transitieprofessionals daadwerkelijk hun transitiecompetenties kunnen meten, is gedurende dit onderzoek niet gelukt. Dit is veroorzaakt door het gebrek aan tijd en de juiste middelen. Wel zijn vanuit de transitiecompetenties vragenlijsten opgesteld en getest, als opzet voor het verder ontwikkelen van het instrument en is een programma van eisen vastgesteld. Transumo competent Het onderzoeken van de aanwezige en ontbrekende transitiecompetenties binnen Transumo is uitgevoerd door middel van het bespreken van de transitiecompetenties in een workshop met de directieleden en programmasecretarissen van Transumo volgens de deelnemers. Als input voor de workshop hebben de directieleden en programmasecretarissen hun eigen transitiecompetenties beoordeeld en door anderen laten beoordelen. De transitiecompetenties uit de competentieprofielen bleken in de huidige fase aanwezig binnen Transumo. In aparte groepen van programmasecretarissen en directieleden zijn de transitiecompetenties besproken die tijdens de uitvoering van het programma Transumo aanwezig waren of ontbraken. Door de deelnemers is aangegeven of een transitiecompetentie in een bepaalde periode wel aanwezig was, onvoldoende aanwezig was of ontbrak en waarom. Conclusie en aanbevelingen De competentieprofielen bestaan uit de volgende transitiecompetenties: Tabel 1 Overzicht definitieve competenties Projectleider/themaleider Visie en inspiratie Mobiliserend vermogen Organisatievermogen Tweede-orde leren Ondernemerschap Anticiperend vermogen Lef en veranderkracht Verleidingskracht Netwerken en lobby Directielid Visie en inspiratie Reflectief vermogen Analytisch vermogen Systeemdenken Inzicht, overzicht en gevoel voor timing Balanceren tussen inhoud, proces en resultaat Netwerken en lobby Programmasecretaris Netwerken en lobby Verleidingskracht Mobiliserend vermogen Creativiteit en nieuwe ideeën Reflectief vermogen Bestuurslid Systeemdenken Inzicht, overzicht en gevoel voor timing Balanceren tussen inhoud, proces en resultaat Historisch besef Integraal denken Analytisch vermogen Organisatievermogen Netwerken en lobby Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 10 van 166

Volgens dit onderzoek is beste manier voor het meten van transitiecompetenties de 360 graden feedback. Andere opties, zoals het gebruik maken van bestaande testen of het zelf ontwikkelen van testen, bleken niet haalbaar in dit onderzoek en voor de doelstelling waar dit onderzoek aan werkt. Belangrijke competenties die aanwezig waren en ervoor gezorgd hebben dat het programma Transumo met een goed resultaat kan afsluiten, zijn de competenties netwerken en lobby en systeemdenken. Netwerken en lobby heeft vooral bijgedragen aan het opzetten van het programma en het succesvol maken van projecten door het betrekken van de juiste partijen in de beginfase van planvorming. Systeemdenken draagt in de huidige fase van verankering sterk bij aan het maken van de verbinding tussen de resultaten van de projecten en de maatschappij. Belangrijke competenties die Transumo in de fase start projecten sterker vertegenwoordigd had willen zien in haar programma zijn de competenties visie en inspiratie en netwerken en lobby.volgens de directie waren deze competenties voldoende aanwezig op directieniveau, maar in minder mate aanwezig bij thema- en projectleiders. De directieleden verwachtten dat de themaleiders de visies van de directie zouden vertalen in de projecten en de projecten hier inhoudelijk op aan zouden sturen. Achteraf bezien is dit niet naar verwachting ten uitvoer gekomen. Hierdoor hebben de projecten niet kunnen excelleren in het expliciet uiting geven van een innovatieve bijdrage aan Transumo-doelstellingen. Ten aanzien van communicatie over de maatschappelijke relevantie van de projecten naar de maatschappij had de directie in de fase start projecten in sterkere mate willen beschikken over de competentie netwerken en lobby. In de huidige fase van verankering is de competentie netwerken en lobby wel in sterke mate aanwezig, zodat de verbinding met de maatschappij gemaakt kan worden. Concluderend kan gesteld worden dat de combinatie van het ontbreken van een visie en sterke aansturing vanuit het programma ervoor heeft gezorgd dat, er volgens Transumo zelf, mogelijk geen optimaal resultaat bereikt is. Een kanttekening hierbij is dat een programma als Transumo van vele factoren afhankelijk is en de factor competent maar één van de vele factoren is. Gezien de beperkte duur en middelen van een programma als Transumo en het feit dat de focus van Transumo ligt op kennisontwikkeling kan zij slechts, in beperkte mate, bijdragen leveren aan het versnellen van een transitie en niet daadwerkelijk het realiseren ervan. De volgende aanbevelingen zijn gedaan naar aanleiding van het onderzoek: De eerste aanbeveling heeft betrekking op de toepassing van de competentieprofielen. De geformuleerde competentieprofielen zijn ontstaan op basis van de functies binnen Transumo. Het is niet automatisch zo dat deze competentieprofielen binnen elke organisatie, die zich bezig houdt met transitie, toegepast kunnen worden. Aanbevolen wordt om de juistheid en toepassingsmogelijkheden van de vastgestelde transitiecompetenties in de verschillende competentieprofielen binnen andere (transitie)organisaties te testen. De tweede aanbeveling is het (laten) uitvoeren van een vervolgonderzoek naar een effectieve manier om dit instrument binnen transitieorganisaties toe te passen. Dit heeft vooral betrekking op de vorm (o.a. het programma) waarin de 360 graden feedback verwerkt gaat worden. De derde aanbeveling betreft de toepasbaarheid van de resultaten van die onderzoek binnen organisaties zoals Transumo. De competentieprofielen kunnen als input gebruikt worden bij het werven en selecteren van transitieprofessionals en bij het betrekken van de juiste personen voor projecten. Het instrument, de 360 graden feedback, is vooral bedoeld om de Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 11 van 166

transitieprofessionals een handreiking te geven stil te staan bij hun transitiecompetenties en hen te helpen bij het ontwikkelen van hun transitiecompetenties, zodat zij nog beter aan transitie kunnen werken. Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 12 van 166

Inhoudsopgave 1 Inleiding 15 1.1 Aanleiding 15 1.2 Doel- en probleemstelling 16 1.3 Leeswijzer 17 2 Methodologische verantwoording 19 2.1 Ontwikkelen van competentieprofielen 19 2.2 Ontwikkelen van een instrument 20 2.3 Relatie transitiecompetenties en de 21 uitvoering van het programma 3 Het ontwikkelen van competentieprofielen 23 3.1 Kerncompetenties projectleider/themaleider 23 3.2 Kerncompetenties van programmasecretaris 28 3.3 Kerncompetenties directielid 32 3.4 Kerncompetenties bestuurslid 38 3.5 Ontbrekende kerncompetenties 42 4 Het ontwikkelen van een instrument 43 4.1. Gesprek over de mogelijkheden 43 4.1.1 Gesprek 43 4.1.2 Mogelijkheden naar aanleiding van het gesprek 43 4.1.3 Keuze 44 4.2 Het instrument 44 4.2.1 Wat houdt 360 graden feedback in? 44 4.2.2 De relatie tussen 360 graden feedback 45 en prestatieverbetering 4.2.3 Voor- en nadelen van de 360 graden feedback 46 4.2.4 Keuze van het instrument 46 4.3 Eisen aan het instrument 47 4.4. Opzet 360 graden feedback voor Transumo en CCT 48 5 Transumo competent 51 5.1 Transitiecompetenties binnen Transumo 51 5.1.1 Opzet en input van de workshop 51 5.1.2 Resultaten 53 5.2 Relatie transitiecompetenties en de 53 uitvoering van het programma 5.2.1 Planvorming 54 5.2.2 Start projecten 54 5.2.3 Verankering 54 6 Conclusies en aanbevelingen 57 6.1 Het ontwikkelen van competentieprofielen 57 6.2 Het ontwikkelen van een instrument 58 6.3 Transumo competent 58 6.4 Aanbevelingen 59 7 Literatuurlijst 61 Bijlagen 63 Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 13 van 166

Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 14 van 166

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Groen, duurzaam en milieubewust zijn de afgelopen jaren veel gebruikte termen. In de politiek, de samenleving en het economische leven komt het aspect van milieu en klimaatverandering vaak aan de orde. De politiek stimuleert het milieubewust leven van de bevolking, de samenleving wordt zich steeds bewuster van een juist gebruik van natuurlijke grondstoffen en het bedrijfsleven speelt daar steeds slimmer op in. Dit alles is onderdeel van een langdurig proces, waarin kleine tussenstappen worden genomen om het structureel anders te gaan doen en beter om te gaan met onze wereld. Een structurele maatschappelijke verandering van het één naar het ander wordt transitie genoemd. Verschillende organisaties in Nederland werken aan het bewerkstelligen van transities in de maatschappij, bijvoorbeeld op het gebied van bouw, zorg of mobiliteit. Iemand die aan transitie werkt, wordt transitieprofessional genoemd. Om transitieprofessionals te ondersteunen in het bewerkstelligen van een transitie heeft het Competentiecentrum Transities (CCT) een competentieprofiel ontwikkeld. Dit competentieprofiel bestaat uit verschillende transitiecompetenties. Bij het ontwikkelen van het competentieprofiel is onderscheid gemaakt tussen transitiecompetenties en zogenoemde relationele competenties. De relationele competenties zijn niet opgenomen in het competentieprofiel. De transitiecompetenties zijn gericht op het werken aan transities door een professional. Het competentieprofiel is opgesteld voor transitieprofessionals zodat zij transitiecompetenties bij henzelf kunnen herkennen, beoordelen en ontwikkelen. Het is bedoeld als hulpmiddel bij reflectie op het functioneren, als leidraad voor teamleiders, voor werving en selectie en als inspiratiebron voor de professional. Voor bepaalde organisaties, zoals hogere overheden, multinationale ondernemingen of innovatieve organisaties zouden deze transitiecompetenties gebruikt kunnen worden voor het werven en selecteren van nieuwe medewerkers en in beoordelingsgesprekken. Het competentieprofiel bestaat uit 21 transitiecompetenties. De volgende stap die CCT wil maken in de ontwikkeling van het competentieprofiel, is het specificeren van deze transitiecompetenties naar verschillende rollen en/of functies die veel voorkomen bij organisaties die zich specifiek bezig houden met transitie. Daarnaast wil CCT een instrument ontwikkelen, zodat transitieprofessionals hun transitiecompetenties kunnen beoordelen en aan de hand van de uitslag hun transitiecompetenties kunnen ontwikkelen. Transumo is één van de vele verschillende organisaties die werkt aan transitie. Transumo richt zich op de wereld van mobiliteit en wil bijdragen aan het bedenken van doorbrekende oplossingen voor huidige en toekomstige mobiliteitsproblemen. Binnen Transumo werken veel organisaties in projecten samen om te komen tot deze oplossingen. Naast deze projecten is een belangrijke opgave van Transumo het vastleggen van leerervaringen van het transitieproces, waaronder de rol van transitiecompetenties hierin. De uitgebreide organisatiebeschrijvingen van Transumo en CCT zijn opgenomen in bijlage 1. Waar lopen Transumo en CCT tegen aan? Wat is het probleem? 1. De breedte van het competentieprofiel: het competentieprofiel van transitieprofessionals bestaat uit 21 verschillende transitiecompetenties. Om het voor transitieprofessionals gemakkelijk te maken hun competenties te analyseren in hun eigen functie, willen CCT en Transumo per functie transitiecompetenties destilleren die op de Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 15 van 166

betreffende functie van toepassing zijn. Ook de tekst van de verschillende transitiecompetenties moet toegespitst worden op de betreffende functie. Met het destilleren van verschillende transitiecompetenties en het toespitsen van de beschrijvingen van deze transitiecompetenties op de functie ontstaan de competentieprofielen. Gewoonlijk bestaat een competentieprofiel uit zes tot negen competenties. 2. Ontwikkeling van een beoordelingsinstrument: om het competentieprofiel te kunnen gebruiken voor zelfanalyse, wil CCT een instrument laten ontwikkelen zodat professionals hun transitiecompetenties kunnen meten en beoordelen. Voor het ontwikkelen van een instrument is het nodig het brede competentieprofiel toe te spitsen naar verschillende functies. Het instrument wordt binnen de Transumo praktijk getest om na te gaan of deze werkbaar is. 3. Transumo competent: Voor Transumo is een belangrijke opgave het vastleggen van leerervaringen en het overdragen van deze leerervaringen. Transumo wil daarom weten in hoeverre transitiecompetenties aanwezig waren binnen het programma en in hoeverre dit van invloed is geweest op de uitvoering van het Transumo programma. 1.2 Doel- en probleemstelling Voorgaande paragraaf beschrijft de aanleiding van dit onderzoek. Op basis hiervan wordt de volgende doelstelling geformuleerd. Doelstelling De doelstelling van dit project is driedelig: - het ontwikkelen van competentieprofielen, zodat transitieprofessionals hun functiegerelateerde transitiecompetenties kunnen herkennen, beoordelen en ontwikkelen. - het ontwikkelen van een instrument voor transitieprofessionals om transitiecompetenties te meten. - inzicht krijgen op de aanwezige of ontbrekende transitiecompetenties binnen Transumo en de invloed daarvan op de uitvoering van het Transumo programma. Hoofdvragen De doelstelling leidt tot de volgende drie hoofdvragen voor het onderzoek: A: Welke transitiecompetenties uit het algemene competentieprofiel van CCT zijn noodzakelijk bij de uitvoering van verschillende functies binnen Transumo? B: Op welke manier kunnen deze transitiecompetenties gemeten worden? C: Welke invloed hebben de transitiecompetenties of het ontbreken daarvan (gehad) op de uitvoering van Transumo? Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 16 van 166

Deelvragen Elke hoofdvraag wordt uitgewerkt in een aantal deelvragen. Tabel 2 Overzicht hoofd- en deelvragen Competentieprofielen Hoofdvraag Welke transitiecompetenties uit het algemene competentieprofiel van CCT zijn noodzakelijk bij de uitvoering van verschillende functies binnen Transumo? Instrument ontwikkelen Hoofdvraag Op welke manier kunnen deze transitiecompetenties gemeten worden? Transitiecompetenties en resultaat Hoofdvraag Welke invloed hebben de transitiecompetenties of het ontbreken daarvan (gehad) op de uitvoering van Transumo? Deelvragen 1 Welke kerncompetenties horen bij de functie van projectleider/themaleider? 2 Welke kerncompetenties horen bij de functie van programmasecretaris? 3 Welke kerncompetenties horen bij de functie van directielid? 4 Welke kerncompetenties horen bij de functie van bestuurslid? 5 Welke kerncompetenties ontbreken in het algemene competentieprofiel? Deelvraag 6 Welke manieren zijn er al ontwikkeld om diverse transitiecompetenties te meten? Deelvragen 7 Welke transitiecompetenties waren aanwezig bij de programmasecretarissen en directieleden tijdens de uitvoering van het programma? 8 Welke invloed hebben de transitiecompetenties gehad op de uitvoering van het programma? 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de methodologische verantwoording beschreven. In hoofdstuk 3, 4 en 5 worden de resultaten van het onderzoek vermeld. In hoofdstuk 6 worden de conclusies van het onderzoek en de daaruit volgende aanbevelingen beschreven. Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 17 van 166

Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 18 van 166

2 Methodologische verantwoording In dit hoofdstuk wordt de methodologische verantwoording beschreven. Per hoofdvraag wordt beschreven welke onderzoeksmethoden zijn gebruikt, hoe deze opgezet zijn en hoe de analyse plaatsvindt. 2.1 Ontwikkelen van competentieprofielen Voor dit eerste gedeelte van het onderzoek worden mondelinge interviews gehouden met betrokkenen in verschillende functies binnen Transumo. Het onderzoek met betrekking tot het opstellen van competentieprofielen richt zich op de volgende functies binnen Transumo: Projectleider/themaleider: een projectleider zorgt voor de inhoudelijke aansturing van een project en is verantwoordelijke voor de voortgang van het project en de verantwoording naar het Transumo bureau. Een themaleider is verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit, bijsturen, regisseren en evalueren van de projecten die onder het thema vallen. Programmasecretaris: een programmasecretaris ondersteunt themaleiders in het procesmatig aansturen van een thema en zorgt dat de inhoud van het thema en projecten aansluiten op de doelen van Transumo. Daarnaast houden zij zich bezig met activiteiten op het programma niveau. Directielid: de directieleden zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van het bureau Transumo, bestaande uit de programmasecretarissen en ondersteunde functies, en de ontwikkeling van het Transumo programma. Bestuurslid: een bestuurslid houdt toezicht op het functioneren van Transumo en de inhoudelijke ontwikkeling. De functies van themaleider en projectleider zijn in één competentieprofiel samengevoegd, omdat deze beide functies wat betreft werkzaamheden en verantwoordelijkheden dicht bij elkaar liggen. Er is daarom, in overleg de opdrachtgevers, besloten de transitiecompetenties van deze twee functies in één competentieprofiel te benoemen. Allereerst wordt, in overleg met een expert van CCT met kennis van transitiecompetenties en kennis van het programma en de functies binnen Transumo, een concept competentieprofiel opgesteld voor de betreffende functie. De geïnterviewden kunnen vanuit de praktijk kijken naar het concept competentieprofiel en ook vanuit de praktijk hun ervaringen met de transitiecompetenties vergelijken. Hiermee wordt duidelijk welke transitiecompetenties van belang zijn bij het uitvoeren van de verschillende functies binnen Transumo. De geïnterviewde kan, naast de competenties in het concept competentieprofiel, andere transitiecompetenties selecteren uit het algemene competentieprofiel van CCT die volgens hem in het competentieprofiel horen. Deelvraag 1: welke kerncompetenties horen bij de functie van projectleider/themaleider? CCT heeft in een eerder stadium twee Transumo projectleiders geïnterviewd over benodigde transitiecompetenties in de functie van projectleider. De resultaten hiervan zijn tevens bruikbaar om deze deelvraag te beantwoorden. Er is daarom geen tweede interview afgenomen met de projectleiders. De interviewverslagen worden geanalyseerd en vergeleken met het concept competentieprofiel om na te gaan of de transitiecompetenties in het concept Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 19 van 166

competentieprofiel juist zijn en of er mogelijk competenties in het concept competentieprofiel missen. Tevens wordt nagegaan of de inhoud van het concept competentieprofiel moet worden gewijzigd. Na de analyse en eventuele aanpassingen wordt het competentieprofiel ter verificatie voorgelegd aan de betreffende projectleiders. Aan de hand van eventuele open of aanmerkingen wordt besloten of de inhoud van het competentieprofiel nogmaals gewijzigd moet worden. Na eventuele wijzigingen is het competentieprofiel van een projectleider/themaleider definitief. Deelvraag 2: welke kerncompetenties horen bij de functie van programmasecretaris? Deelvraag 3: welke kerncompetenties horen bij de functie van directielid? Deelvraag 4: welke kerncompetenties horen bij de functie van bestuurslid? Om op deze deelvragen een antwoord te vinden, worden interviews gehouden met verschillende directieleden, programmasecretarissen en een bestuurslid van Transumo. De interviews worden gehouden aan de hand van een van tevoren opgestelde vragenlijst, in overleg met een expert op het gebied van interviewen. Tijdens het interview wordt de geïnterviewden gevraagd om kritische incidenten te benoemen, die zij bij de uitvoering van hun functie tegengekomen. Na het bespreken van één à twee kritische incidenten wordt het concept competentieprofiel van de betreffende functie aan de geïnterviewde voorgelegd, waarbij per competentie de gedragsbeschrijvingen besproken worden en gekeken wordt of deze herkenbaar zijn in het uitvoeren van de functie. Om te bepalen of er een competentie of gedragsbeschrijving aangepast moet worden, wordt gekeken naar de argumentatie van de geïnterviewden. Indien beide geïnterviewden het eens zijn dat een competentie c.q. gedragsbeschrijving gewijzigd moet worden, zal deze gewijzigd worden. Wanneer beide functionarissen het oneens zijn, zal gekeken worden naar de achtergrond van het verschil. Op basis van deze achtergrond zal besloten worden welke aanpassingen er moeten komen in het concept competentieprofiel. Deze mogelijke aanpassingen leiden tot een definitief competentieprofiel. De keuzes die hierin gemaakt zijn, worden toegelicht. Deelvraag 5: welke kerncompetenties ontbreken in het algemene competentieprofiel? De beantwoording van deze deelvraag vindt plaats door alle afgenomen interviews, en daarmee de op- en aanmerkingen op de concept competentieprofielen, te analyseren en te controleren op competenties die door de geïnterviewden worden genoemd als ontbrekend in de concept competentieprofiel. Als er door de geïnterviewden competenties genoemd worden als ontbrekend in het concept competentieprofiel, wordt eerst naar de competentie gekeken om te bepalen of dit een relationele competentie betreft of dat het echt een transitiecompetentie is, en daarmee ontbrekend in het algemene competentieprofiel. 2.2 Ontwikkelen van een instrument Om een transitieprofessional te ondersteunen bij het herkennen, beoordelen en ontwikkelen van zijn competenties, wordt een instrument ontwikkeld om transitiecompetenties te meten. Met het beantwoorden van de volgende deelvraag wordt gekeken op welke manier er een instrument ontwikkeld gaat worden en welk instrument ontwikkeld wordt. Deelvraag 6: welke manieren zijn er al ontwikkeld om diverse kerncompetenties te meten? Komen tot de ontwikkeling van een instrument om de transitiecompetenties te meten gebeurt in twee fases: Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 20 van 166

Fase 1 1. Bespreken van de mogelijkheden van de opzet en inhoud van het instrument met experts op het gebied van Human Resources van de Hogeschool Windesheim. 2. Informatie zoeken over verschillende soorten instrumenten die al bestaan en daarvan de mogelijkheden bekijken voor het instrument voor Transumo en CCT. Bestuderen van boeken over mogelijke instrumenten voor het meten van competenties. Op basis van de resultaten uit fase één wordt de keuze gemaakt voor een methode. Fase 2 1. De in fase één gekozen methode, en daarmee het instrument, ontwikkelen op basis van de transitiecompetenties die zijn vastgesteld bij de beantwoording van hoofdvraag A. Bij het ontwikkelen van het instrument gaat het om het ontwikkelen van de juiste vragen, op basis van de transitiecompetenties en gedragsniveaus die in de competentieprofielen beschreven worden. Ook wordt een programma van eisen vastgesteld waaraan het instrument moet voldoen, in overleg met de opdrachtgevers. 2. Bespreken van het ontwikkelde instrument met opdrachtgevers en aanpassen van op- en aanmerkingen die daarop gemaakt worden. 3. Het ontwikkelde instrument digitaliseren en online zetten, zodat iedere transitieprofessional het instrument online kan gebruiken. 4. Testen en het laten invullen van het instrument door medewerkers binnen Transumo. 5. Evaluatie met medewerkers van Transumo. 2.3 Relatie tussen transitiecompetenties en uitvoering van het programma Transumo. Transumo wil kijken naar de rol die transitiecompetenties hebben gespeeld in de uitvoering van het programma. De deelvragen die hierbij beantwoord worden zijn: Deelvraag 7: welke transitiecompetenties waren aanwezig bij de programmasecretarissen en directieleden tijdens de uitvoering van het programma? Deelvraag 8: welke invloed hebben de transitiecompetenties gehad op de uitvoering van het programma? De programmasecretarissen en de directieleden van Transumo zullen de transitiecompetenties uit hun competentieprofiel gaan beoordelen, door het invullen van het instrument. Door het invullen van het instrument komt naar voren welke transitiecompetenties er binnen Transumo aanwezig zijn en welke niet. Aan de hand van deze resultaten wordt er een workshop georganiseerd, waarin de programmasecretarissen en directieleden een vergelijking gaan maken met de transitiecompetenties die wel en niet aanwezig zijn en de uitvoering van het programma Transumo. Bij het benoemen van de aanwezige of ontbrekende transitiecompetenties wordt ook om een motivatie gevraagd worden waarom deze transitiecompetenties belangrijk zijn. De resultaten van de workshop worden geanalyseerd en op basis van de analyse worden conclusies getrokken welke invloed het aanwezig of ontbreken zijn van transitiecompetenties hebben gehad op de uitvoering van het programma Transumo. Onderzoeksverslag Transitie Competent Pagina 21 van 166