Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Trademanagement gericht op Azië. Visitatiedata: 5 en 6 juli 2004. NQA (Netherlands Quality Agency)

Vergelijkbare documenten
2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Avans Hogeschool, Tilburg

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Trade Management gericht op Azië.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Christelijke Hogeschool Windesheim

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Hogeschool Rotterdam. International Business and Languages. Visitatiedatum: 18 juni NQA (Netherlands Quality Agency)

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Fontys Hogeschool, Venlo

Hogeschool Zuyd, Sittard

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Mondzorgkunde. Visitatiedata: 26 en 27 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Christelijke Hogeschool Windesheim

AVANS Hogeschool, Den Bosch

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Zeeland. Visitatiedata: 7 en 8 oktober NQA (Netherlands Quality Agency) en DVC (Dutch Validation Council)

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: Varianten: voltijd en duaal

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 21 en 22 september NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Zuyd, Heerlen Faculteit Bouw

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Trade Management gericht op Azië

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Informatie werkplekleren

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Hanzehogeschool Groningen

NSE: Van vraag naar verbetering

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Toelating tot de opleiding

Transcriptie:

Hogeschool Rotterdam Opleiding: Trademanagement gericht op Azië Visitatiedata: 5 en 6 juli 2004 NQA (Netherlands Quality Agency)

2 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 13 1.7 Totaaloordeel 14 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 30 Onderwerp 4 Voorzieningen 32 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 34 Onderwerp 6 Resultaten 37 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 41 Bijlage 2 Beknopt CV Panelleden 43 Bijlage 3 De zelfevaluatie in verband met NVAO accreditatie Vragen en Aanwijzingen 51 Bijlage 4 Beoordelingsprotocol van NQA 69 Bijlage 5 Handreiking voor oordeelsvorming 89 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 3

4 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 5

6 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel, dat in opdracht van NQA de opleiding Trademanagement gericht op Azië (TMA) van de Hogeschool Rotterdam heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in mei 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA aanleverde. Het visitatiebezoek had plaats op maandag 5 en dinsdag 6 juli 2004 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: De heer dr. L. Frederix (voorzitter) De heer A.C.G.M. Bastiaansen MBA Mevrouw drs. A.S. Keijser Mevrouw J.H. Nauta-Matto De heer W.P.N. Pennings (student-lid) Mevrouw drs. J. Heijdra (NQA-auditor) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage bij dit rapport). Het rapport bestaat uit drie delen: deel A: een hoofdrapport, het onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie voldoende/onvoldoende. Tevens wordt in deel A het eindoordeel geformuleerd. deel B: een detailrapport, waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De waarderingen worden uitgedrukt in begrippen uit de vierpuntsschaal zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het onderwerprapport. deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De opleiding TMA maakt deel uit van de Rotterdam Business School, waarin drie opleidingen zijn ondergebracht, te weten: International Business and Management Studies, International Business and Languages en TMA. Door verwantschap tussen de opleidingen wordt inhoudelijk en organisatorisch samengewerkt. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 7

De opleiding is in september 1998 gestart. In juli 2002 is de eerste lichting studenten afgestudeerd. De opleiding wordt alleen in voltijd aangeboden. De opleiding is niet eerder gevisiteerd. 1.3 Werkwijze De visitatie van de opleiding TMA door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze, zoals die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA (zie bijlage) en die hieronder meer in concreto wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport plus de bijlagen en de aanvullende informatie een voldoende basis boden voor het visitatiebezoek. Twee opleidingen van de Rotterdam Business School werden tegelijkertijd gevisiteerd, namelijk IBMS en TMA. Hiervoor is het panel verdeeld in twee subpanels om recht te doen aan de verschillen tussen de opleidingen. Mevrouw drs. A.S. Keijser (dagvoorzitter), de heer A.C.G.M. Bastiaansen MBA en mevrouw drs. J. Heijdra hadden zitting in het subpanel voor TMA. NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft de NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport in orde was bevonden, hebben de panelleden zich inhoudelijk voorbereid op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten, respectievelijk vragen die werden doorgegeven aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. In de eerste vergadering van het visitatiebezoek is de visitatie concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of er sprake was van adequate domeinspecifieke doelstellingen en of er nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig bleek. Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met (een representatieve) vertegenwoordiging van: docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden. Daarnaast vonden er aan het begin en aan het eind van het visitatiebezoek gesprekken plaats met het management van de opleiding (het operationeel management). Ook is een gesprek gevoerd met een van de leden van het college van bestuur. 8 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Aan het begin van het bezoek is het ter inzage gelegde materiaal bestudeerd. In het raamwerk bezoekprogramma kende het ochtendprogramma een vaste structuur, maar was het middagprogramma vrij. In deze tijd heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn, volgens de afgesproken taakverdeling, door ieder panellid, schriftelijk beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling aan het management gegeven van de bevindingen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren De NQA-auditor heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en deze aan de panelleden voorgelegd. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. In het visitatie- of beoordelingsrapport is, waar relevant, expliciet ingegaan op de verschillende varianten. Het definitieve conceptrapport is aan de opleiding voorgelegd ter correctie van feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn door de NQA-auditor enkele wijzigingen aangebracht en is het definitieve rapport door het panel vastgesteld. Het visitatie- of beoordelingsrapport is uiteindelijk ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het beoordelingsprotocol (zie bijlage) zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie (zie bijlage 5) een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt en met het domeinspecifieke kader. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als er sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. Wat de benchmarking betreft is het van belang op te merken dat een vergelijking met andere opleidingen wordt gemaakt op basis van gegevens die de HBO-raad beschikbaar stelt. Een internationale vergelijking voor de opleiding is niet mogelijk aangezien er geen internationale equivalenten op hbo-niveau zijn. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen over de facetten, gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De wegingen zullen in dit rapport niet diepgaand zijn, omdat de opleiding op alle facetten minimaal een voldoende heeft gehaald. De (uitgebreide) argumentatie daarvoor is te vinden in het detailrapport. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 9

1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding De drie facetten van dit onderwerp zijn gewaardeerd met het oordeel goed. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.2. Programma Zeven van de acht facetten van dit onderwerp zijn gewaardeerd met het oordeel goed. Aan het facet studielast is het oordeel voldoende toegekend. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.3 Inzet van personeel Facet 3.2 is voldoende bevonden. De facetten 3.1 en 3.3 zijn als goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.4 Voorzieningen Beide facetten zijn als goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.5. Interne kwaliteitszorg. De facetten evaluatie resultaten en maatregelen tot verbetering zijn goed bevonden; het facet betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld voldoende. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. 1.5.6. Resultaten. Aan het facet onderwijsrendement is het oordeel voldoende toegekend. Het facet gerealiseerd niveau is gewaardeerd met het oordeel goed. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. De gegevens in de volgende tabellen maken een vergelijking op landelijk niveau mogelijk. De eerste twee tabellen geven het marktaandeel van Hogeschool Rotterdam weer. Tabel drie bevat docentgegevens van alleen de Rotterdamse opleiding. Tabel vier bevatten gegevens over rendement en studieduur. Aangezien de opleiding TMA van de HES Amsterdam pas sinds 2002 bestaat en daarom nog geen afgestudeerden heeft, zijn ten behoeve van een landelijke vergelijking gegevens gebruikt van alle opleidingen uit de sector Hoger Economisch Onderwijs, waaronder TMA valt. De conclusies van deze vergelijking staan onder tabel vier. 10 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Tabel 1: Totaal aantal ingeschreven TMA-studenten bij Hogeschool Rotterdam (HR) en Hogeschool voor Economische Studies Amsterdam (HES) 1 1998 1999 2000 2001 2002 2003 HR HES HR HES HR HES HR HES HR HES HR HES voltijdstudenten 60-152 - 232-252 - 301 50 286 80 Tabel 2: Instroomgegevens van van de TMA-opleidingen van de HR en HES Amsterdam 1998 1999 2000 2001 2002 2003 HR HES HR HES HR HES HR HES HR HES HR HES voltijdstudenten 54 96 103 60 84 47 67 51 Tabel 3: Docentgegevens van TMA 1998 1999 2000 2001 2002 2003 Omvang docerend 5,6 9,0 8,1 9,8 10,1 10,6 personeel in fte Student / fte-ratio 10,7 16,9 28,7 25,7 29,8 27,0 Totaal aantal docenten 8 12 20 21 22 21 Tabel 4: Opleidingsrendement en gemiddelde studieduur van TMA en HEO-opleidingen Percentage diploma na 5 jaar Gemiddelde studieduur van gediplomeerden in maanden Percentage uitval na 1 jaar Percentage uitval na 3 jaar Gemiddelde studieduur studiestakers in maanden 1998 1999 2000 2001 2002 TMA land. 2 TMA land. TMA land. TMA land. TMA land. 31,7 47,2 - - - - - - - - - - - - - - 50,3 49,4 54,4 50,0 25 29,1 20,6 33,2 36,4 36,5 16,7 34,9 36,2 32,6 36,7 41,1 33,6 45,2 57,3 47,7 - - - - 8,7 18,2 14,9 18,2 12,0 19,3 22,7 18,2 24,0 19,7 Op de website van de HBO-raad staan de cijfers voor alle opleidingen (indien gewenst uitgesplitst naar varianten) vermeld. In verband met de vergelijkbaarheid is uitgegaan van deze cijfers. Gezien de korte bestaansduur van de TMA-opleiding gaat de vergelijking met 1 De cijfers komen van www.kengetallen.hbo.nl. 2 land. = landelijk; alle hbo-opleidingen uit de sector HEO (incl. de TMA van Hogeschool Rotterdam). NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 11

de landelijke opleidingen enigszins mank, omdat de opleidingen waarmee vergeleken wordt langer bestaan met als gevolg dat de rendementsgegevens en gemiddelde studieduur enigszins zijn gestabiliseerd. Uit (voorzichtige) vergelijking tussen de landelijke gemiddeldes van de HEO-opleidingen en die van de opleiding TMA van de Hogeschool Rotterdam blijkt dat: het diplomarendement na vijf jaar (in 1998) van de opleiding TMA lager ligt dan het landelijke gemiddelde. de gemiddelde studieduur van TMA-afgestudeerden fluctueert en hoger is dan het landelijk gemiddelde. het uitvalpercentage van TMA-studiestakers na 1 en 3 jaar zo sterk fluctueert dat vergelijking met het landelijk niveau gemiddelde geen betekenis heeft. de gemiddelde studieduur van TMA-studiestakers gedurende de jaren hoger wordt en van lager dan het landelijk gemiddelde hoger dan het landelijke gemiddelde eindigt. 12 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van de oordelen op facet- en onderwerpniveau. Opleiding TMA Hogeschool Rotterdam. Onderwerp/Facet TMA Doelstellingen 1.1 G 1.2 G 1.3 G Totaaloordeel Positief Programma 2.1 G 2.2 G 2.3 G 2.4 V 2.5 G 2.6 G 2.7 G 2.8 G Totaaloordeel Positief Personeel 3.1 G 3.2 V 3.3 G Totaaloordeel Positief Voorzieningen 4.1 G 4.2 G Totaaloordeel Positief Kwaliteitszorg 5.1 G 5.2 G 5.3 V Totaaloordeel Positief Resultaten 6.1 V 6.2 G Totaaloordeel Positief NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 13

1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema waaruit blijkt dat de opleiding op alle zes de onderwerpen een voldoende scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. De opleiding voldoet op alle facetten aan de basiskwaliteit en gaat daar voor het merendeel van de facetten, binnen alle onderwerpen, bovenuit. 14 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 15

16 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Deel B: Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Niveau bachelor Goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. De opleiding heeft haar eindkwalificaties afgeleid van het beroepsprofiel dat zij naar aanleiding van onderzoek onder het werkveld en in samenwerking met de raad van advies heeft opgesteld (zie facet 1.2). Voor de aansluiting van de eindkwalificaties bij internationaal geaccepteerde beschrijvingen van het hbo-niveau gebruikt de opleiding (in overeenstemming met hogeschoolbrede afspraken) de Dublin-descriptoren. In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding voor elk van de Dublin-descriptoren aan hoe deze in het curriculum tot uitdrukking komen. In het document Relatie Dublin-descriptoren - eindkwalificaties TMA geeft de opleiding voorts in een matrix weer hoe de Dublin-descriptoren tot uitdrukking komen in de eindkwalificaties (de kritische beroepsvaardigheden genoemd). Uit deze matrix blijkt dat alle Dublin-descriptoren voldoende aandacht krijgen; leervaardigheden krijgt verhoudingsgewijs meer aandacht dan de andere descriptoren. Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. Aangezien de opleiding bij haar start de eerste TMA-opleiding in den lande was, kon zij haar beroepsprofiel en eindtermen niet baseren op landelijk vastgestelde profielen en eindtermen. De opleiding heeft op basis van literatuur- en enquêteonderzoek onder Nederlandse en buitenlandse bedrijven, instituten en overheidsinstellingen (die zakelijke of economische betrekkingen onderhouden met landen in Azië) en in nauwe samenwerking met de raad van advies een beroepsprofiel opgesteld. De lijst met bedrijven die aan het onderzoek meewerkten, heeft de opleiding verkregen bij de Kamer van Koophandel; zo kon de opleiding bogen op een breed spectrum van bedrijven en daardoor op een brede input voor het beroepsprofiel. Het beroepsprofiel NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 17

is neergelegd in het document Het beroepsprofiel van de opleiding Trade-manager gericht op Azië (TMA). Dit document bevat naast het beroepsprofiel een verantwoording van de totstandkoming, de visie op het beroep, trends en ontwikkelingen en een typering van bedrijfsfuncties. Uit het beroepsprofiel heeft de opleiding de kritische beroepsvaardigheden (KBV s) afgeleid. De KBV s zijn de vaardigheden en de daaraan ten grondslag liggende voorwaardelijke kennis en inzichten die studenten zich gedurende de opleiding eigen moeten maken om als beginnend beroepsbeoefenaar aan het werk te kunnen gaan en die daarom ten grondslag liggen aan het curriculum. In het document Leerlijnen voor het leren van de kritische beroepsvaardigheden in de opleiding TMA (2001) zijn de KBV s beschreven in de deelvaardigheden, waarvoor vijf beheersingsniveaus aangegeven zijn in termen van: 1) verzamelen, 2) analyseren, 3) kritisch beoordelen en concluderen, 4) ontwikkelen, opstellen, ontwerpen en 5) integreren en implementeren. Om een duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen de rollen die de trademanager gericht op Azië moet ontwikkelen, heeft de opleiding naast de KBV s vier beroepscompetenties onderscheiden: ondernemen, algemeen managen, adviseren en account & sales managen. Elk van deze competenties is gespecificeerd (en daardoor hanteerbaar gemaakt) door er meerdere kerncompetenties aan te hangen. De opleiding heeft het verband tussen de kerncompetenties en de KBV s zichtbaar gemaakt in het beroepsprofiel, door de KBV s te koppelen aan de beroepscompetenties. Zijn de KBV s de professionele competenties die een TMA er dient te bezitten (het professionele referentiekader); de kerncompetenties zijn de persoonlijke competenties (het persoonlijke referentiekader). Zie verder facet 4.2. De opleiding heeft daarnaast eindtermen van de competenties afgeleid; deze geven een beschrijving van het eindniveau van de opleiding en tevens van het startniveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. De opleiding streeft ernaar competente medewerkers voor de internationale beroepspraktijk gericht op Azië op te leiden, die de economische, financiële en logistieke aspecten als vanzelfsprekend dienen te beheersen. Daarnaast zullen ze kennis moeten hebben van en kunnen omgaan met politieke, sociale en culturele aspecten van landen en regio s in Azië. Voor goed functioneren is daarnaast effectieve communicatie van belang, waarin de beheersing van een Aziatische taal een belangrijke rol speelt. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding de actualiteit van het beroepsprofiel en de doelstellingen bewaakt in samenwerking met de raad van advies. Het panel heeft de genoemde documenten bekeken en heeft vastgesteld dat de opleiding nauwkeurig en gedegen te werk is gegaan bij het opstellen van het beroepsprofiel en de doelstellingen. Het panel heeft vastgesteld dat de KBV s actueel zijn en in hoge mate gericht op het nationale en internationale beroepenveld. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding haar internationale ambities waarmaakt door haar studenten een internationale context aan te bieden. De programmaonderdelen zijn gericht op het internationale zakendoen en daarnaast zijn studenten verplicht in Azië stage te lopen en te studeren. 18 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Het werkveld heeft zich tijdens de visitatie positief getoond over de breedte en het internationale karakter van de opleiding. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor Goed Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. Zoals aangegeven heeft de opleiding de KBV s afgeleid van het beroepsprofiel, dat zij naar aanleiding van onderzoek onder het werkveld en in samenwerking met de raad van advies heeft opgesteld (zie facet 1.2). Het beroepsprofiel en de KBV s zijn goedgekeurd door de raad van advies. De opleiding richt zich op de landen Japan, Korea, Taiwan, China, Filippijnen, Thailand, Cambodja, Vietnam, Maleisië, Indonesië en de steden Hongkong en Singapore. Bedrijfssectoren waar de trade-manager gericht op Azië komt te werken zijn ondernemingen die zich bezighouden met import en export, marketing, logistiek, productie en dienstverlening of voorlichting en advisering. Het soort functies waar de opleiding voor opleidt, zijn onder meer: area manager, export- of importmanager, product manager, agent/vertegenwoordiger, consulent/adviseur, en overheidsfuncties bij onder meer de ambassade, consulaat, Buitenlands Zaken, et cetera. Het werkveld toonde zich tijdens de visitatie zeer enthousiast over de opleiding. Zij vindt dat de opleiding studenten opleidt waar het werkveld behoefte aan heeft. De vertegenwoordigers van het werkveld weten uit ervaring met stagiairs van de opleiding dat de combinatie van kennis van een Aziatische taal, de cultuur en het economische en managementaspect zeer geschikt is voor bepaalde functies binnen het gehele werkveld, terwijl andere hbo- en wo-opleidingen deze combinatie niet bieden. Studenten van andere opleidingen kunnen deze combinatie van kennis en vaardigheden (nu en in het verleden) alleen verkrijgen door twee (universitaire) opleidingen te volgen. Afgestudeerden die deze route gevolgd hebben, accepteren doorgaans de wat lagere, hbo-functies niet. En daarvoor is een TMA er bij uitstek geschikt. Het werkveld toonde zich tijdens het visitatiebezoek zeer tevreden over de kwalificaties van de stagiairs en de afgestudeerden. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 19

Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo Goed Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. De opleiding is opgebouwd uit vier blokken per leerjaar. Het uitgangspunt voor de opleiding is praktijkgericht onderwijs te verzorgen, waardoor studenten binnenschools zo goed mogelijk voorbereid worden op het functioneren in de praktijk. Het centrale element in het curriculum is daarom het projectonderwijs, gericht op de totstandkoming van beroepsproducten. De student doet in de loop van zijn studie zeven projecten, waarvan er vijf een sterk internationaal/aziatisch karakter hebben; de projecten lopen op in moeilijkheidsgraad en hebben daarom ook een verschillende omvang (een project van één blok in het eerste jaar en projecten van meerdere blokken vanaf het tweede jaar). Het projectonderwijs wordt ondersteund door flankerend en vaardigheidsonderwijs, dat zorgt voor projectrelevante kennis en vaardigheden. Daarnaast is er lintonderwijs, waarin programmaonderdelen los van de projecten aangeboden worden. De voornaamste component hiervan is het taalonderwijs in één Aziatische taal (Mandarijn, Japans, Indonesisch of Vietnamees) en in het Engels. Studenten krijgen in het eerste blok alle Aziatische talen aangeboden en maken in de tweede helft van het eerste jaar een keuze voor één van deze talen. Kennisontwikkeling vindt plaats via het onderwijs en de daarbij gebruikte vakliteratuur en via ander studiemateriaal. Het panel heeft tijdens de visitatie de literatuur en het studiemateriaal bekeken en heeft vastgesteld dat het gebruikte materiaal aan de praktijk ontleend, relevant en actueel is. De gebruikte taalverwervingsmethoden zijn uitdagend, van hoog niveau en actueel. De opleiding borgt de actualiteit en relevantie van het gebruikte materiaal via verschillende wegen. Docenten actualiseren het materiaal voor hun onderwijs en leggen deze bijstellingen voor aan de curriculumcommissie. Het panel heeft deze gang van zaken kunnen vaststellen aan de hand van de notulen van het curriculumcommissieoverleg. Daarnaast bekijkt de projectleider (verantwoordelijk voor de samenhang binnen een blok) het bij flankerend en vaardighedenonderwijs gebruikte materiaal op relevantie voor het project. Beroepsvaardigheden worden binnenschools ontwikkeld in het project-, flankerend, vaardigheden- en lintonderwijs, zo heeft het panel vastgesteld. Buitenschools leert de student de vaardigheden toe te passen in de praktijk. 20 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

In het eerste jaar brengen studenten voor het project in het vierde blok en in het kader van studieloopbaanbegeleiding bezoeken aan bedrijven. Zij kunnen zich zo, volgens eigen zeggen, afdoende oriënteren op het werkveld van de TMA er en leren via de opdrachten voor het project de organisatiestructuur van bedrijven kennen. In het tweede jaar lopen studenten in Nederland negen weken stage bij een bedrijf dat sterk gericht is op Azië. Studenten leren het bedrijf kennen en leveren een bijdrage aan bijvoorbeeld de exportplannen van het bedrijf. Tijdens de visitatie lieten de stagebedrijven weten dat zij tevreden zijn over het afgeleverde werk; het zijn producten waar het bedrijf echt iets mee kan. In het derde jaar studeren studenten een half jaar aan een universiteit of hogeschool in Azië (zie facet 2.2). In het vierde jaar lopen studenten een half jaar stage in Azië, in het land van hun taalkeuze, bij een bedrijf dat zich richt op internationale handel. Studenten worden hier tijdens hun werk geconfronteerd met de cultuurverschillen. Studenten en afgestudeerden toonden zich tijdens de visitatie enthousiast over de verplichte stage in het buitenland, omdat het leereffect erg groot is. De kwaliteit van de stageplaats en van de stagewerkzaamheden borgt de opleiding door middel van een aantal criteria waar alle bedrijven aan moeten voldoen en daarnaast beschikt de opleiding over verschillende netwerken in Azië, die zij inzet bij de beoordeling van de stageplaats. Het panel vindt dat de opleiding de stagebedrijven grondig selecteert, zeker gezien de grote (fysieke) afstand tussen de opleiding en de bedrijven. Het panel heeft vastgesteld dat het onderwijs sterk praktijkgericht is; studenten en afgestudeerden noemden praktijkgerichtheid tijdens de visitatie één van de sterke punten van de opleiding en ook uit projectevaluaties en integrale evaluaties van het curriculum (gehouden in 2001 en 2003) toonden studenten, afgestudeerden en docenten zich hier zeer tevreden over. De praktijkgerichtheid komt onder meer tot uitdrukking in: de projecten, die ontleend zijn aan de praktijk of waar externe opdrachtgevers bij betrokken zijn en waarvoor studenten bedrijfsbezoeken afleggen; het overige onderwijs waarin gewerkt wordt met aan de praktijk gerelateerde of ontleende cases; de aanwezigheid van bedrijven binnen de opleidingen door middel van gastcolleges (die volgens studenten minimaal één maal per blok aangeboden worden), vertegenwoordiging van bedrijven bij presentaties van projecten, stages, et cetera. Het panel heeft op basis van het zelfevaluatierapport, module- en projectbeschrijvingen, het studiemateriaal en de gevoerde gesprekken met studenten, afgestudeerden en werkveldvertegenwoordigers vastgesteld dat de opleiding een internationale opleiding is, die sterk gericht is op Azië. De opleiding maakt haar statement hierover waar. Uit de gesprekken met studenten en afgestudeerden en uit de project- en integrale evaluaties van het curriculum blijkt dat studenten erg tevreden zijn over het programma. De opleiding sluit goed aan op de praktijk: stagiairs en afgestudeerden kunnen met het geleerde goed uit de voeten. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 21

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding in de competentiematrix duidelijk zichtbaar gemaakt heeft dat het curriculum leidt tot de beheersing van de KBV s en de eindtermen. Per leerjaar is voor elk programmaonderdeel het volgende aangegeven: de eindtermen en KBV s die (gedeeltelijk) ontwikkeld worden; de vertaling van de KBV s in specifieke leerdoelen, waaruit tevens blijkt op welk van de vijf niveaus (zie facet 1.2) de KBV s behaald moeten worden. Het Toetsplan (dat op dezelfde wijze vormgegeven is als de competentiematrix) kan naast de competentiematrix gelegd worden zodat het panel in één oogopslag duidelijk is hoe de leerdoelen getoetst worden. Het panel heeft op basis van de competentiematrix vastgesteld dat KBV s adequaat vertaald zijn in leerdoelen van de programmaonderdelen. De leerdoelen lopen op in moeilijkheidsgraad. De opleiding heeft in de studiegids per programmaonderdeel aangegeven aan de ontwikkeling van welke KBV s en eindtermen deze bijdraagt en ook welke leerdoelen behaald moeten worden. Het panel heeft vastgesteld dat het programma een adequate concretisering is van de KBV s. Aan de hand van toetsen en stageverslagen heeft het panel vastgesteld dat de leerdoelen van programmaonderdelen behaald worden; door middel van projectonderwijs en stage leren studenten stapsgewijs kennis, vaardigheden, inzichten en beroepshouding geïntegreerd toe te passen en tijdens de studie in het buitenland ontwikkelen studenten zich in een internationale context. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding kan garanderen dat studenten door middel van de studie in het buitenland de hiervoor vastgestelde van de KBV s afgeleide leerdoelen bereiken. De opleiding heeft ten eerste met vijf buitenlandse universiteiten afspraken gemaakt over het te volgen studieprogramma (waarvan studenten drie onderdelen verplicht moeten volgen en een keuze moeten maken uit tien door de opleiding aangewezen onderdelen) en de opdrachten die studenten daar moeten maken. Ten tweede kunnen studenten alleen studeren in het land van hun taalkeuze. Ten derde toetst de opleiding bij terugkomst of studenten de leerdoelen ten aanzien van de taalontwikkeling alsmede het inzicht in culturele verschillen behaald hebben. Hebben studenten deze doelen niet behaald, dan volgt een intensieve training. Tijdens de visitatie heeft het panel op grond van het ter inzage gelegde materiaal, de gesprekken met studenten en met docenten vastgesteld dat dit de gang van zaken is. 22 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

De universiteiten waarmee de opleiding voor het buitenlandprogramma samenwerkt, zijn: in China: Shanghai Institute of Foreign Trade en University of International Business and Economics te Beijing; in Japan: Kansai Gaidai University te Osaka; in Indonesië: Universitas Surabaya; in Maleisië: INTI College Malaysia te Negeri Sembilan. Op basis van de notulen van het curriculumcommissieoverleg heeft het panel vastgesteld dat de opleiding de relatie tussen de KBV s en de inhoud van het programma regelmatig aan de orde stelt en borgt. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma Goed Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. De opleiding stelt zich ten doel het curriculum zodanig in te richten dat de student zich de KBV s en de bijbehorende beroepshouding op efficiënte houding kan eigen maken. Om dit te realiseren is gekozen voor het concentrische principe, waardoor alle aspecten jaarlijks in oplopende moeilijkheidsgraad terugkeren. De opleiding stelt zich daarnaast ten doel een geïntegreerd curriculum aan te bieden. De opleiding heeft dit uitgangspunt vertaald door telkens een project centraal te stellen, ondersteund door flankerend en vaardighedenonderwijs waarin studenten de benodigde kennis en vaardigheden verwerven om het project uit te kunnen voeren. Niet geïntegreerd wordt het lintonderwijs aangeboden, waarin studenten de Aziatische taal van hun keuze leren. De samenhang in het onderwijs wordt voor studenten in de studiegids geëxpliciteerd. Bij elk programmaonderdeel is aangegeven wat de relatie is met andere onderwijseenheden en bij projecten wordt daarnaast vermeld welke programmaonderdelen het flankerend onderwijs omvat. De horizontale samenhang van het curriculum wordt bewaakt door de projectleider, die ervoor zorgt dat het flankerend en vaardighedenonderwijs afgestemd is op het projectonderwijs. De verticale samenhang wordt bewaakt door de curriculumcommissie op basis van evaluatieresultaten. Het panel heeft vastgesteld op basis van de studiegids, evaluatiemateriaal en de gesprekken met studenten, afgestudeerden en docenten dat de opleiding bovengenoemde uitgangspunten in het curriculum heeft gerealiseerd. Studenten en afgestudeerden toonden zich tevreden over zowel de verticale (via de concentrische opbouw) als horizontale (via het projectonderwijs gerealiseerde) samenhang in het curriculum. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 23

Facet 2.4 Studielast Voldoende Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel is voldoende op grond van de volgende overwegingen. De opleiding streeft ernaar studenten een efficiënte leerroute te bieden gericht op een onbelemmerde doorstroom en heeft hiertoe in het zelfevaluatierapport een aantal uitgangspunten geformuleerd: evenwichtige spreiding van de studie- en tentamenlast over kwartalen en jaren; aanbieden van voldoende herkansingsmogelijkheden; expliciteren van de ingeschatte studielast per programmaonderdeel; goedlopende onderwijsorganisatie; evaluatieonderzoek naar de studielast en de organisatie van het programma en op basis hiervan de doorstroom verbeteren. In de studiegids is per programmaonderdeel aangegeven wat de studielast is en hoeveel uren studenten aan het volgen van het onderwijs en aan zelfstudie moeten besteden. Navraag bij studenten tijdens het bezoek leerde dat zij gemiddeld 35-40 uur per week besteden aan hun studie; in het tweede en vierde jaar ligt de studielast soms boven de 40 uur vanwege het werk dat het project met zich meebrengt. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding in de module- en projectevaluaties standaard vraagt naar de feitelijke studielast. Op basis van resultaten of klachten worden aantoonbaar verbeteringen doorgevoerd. Ook klachten over de feitelijke studielast van projecten bereiken de opleiding en leiden tot verbetering. Zo zijn twee projecten uit het tweede jaar samengevoegd om de studielast te verkleinen, dit tot tevredenheid van studenten. De opleiding heeft in het programma diverse drempels ingebouwd om de volgtijdelijkheid van bepaalde onderwijseenheden te garanderen. In de studiegids wordt bij elke module aangegeven of en welke ingangseisen gelden. Ingangseisen gelden onder meer voor toelating tot de hoofdfase, de buitenlandperiode (studie en stage in het buitenland), het afstudeerproject en voor het merendeel van de modulen. Studenten gaven tijdens de visitatie aan geen studievertraging op te lopen door hun verblijf in het buitenland. Studenten en docenten gaven tijdens het visitatiebezoek en in onderwijsevaluaties aan niet tevreden te zijn over de roostering. De roostering is weliswaar verbeterd (onder meer door het instellen van een roostercommissie), maar is nog steeds voor verbetering vatbaar. De studenten bijvoorbeeld pleitten voor minder tussenuren. Zij zeiden er echter meteen bij dat de roostering geen belemmering is voor de studievoortgang. Studenten krijgen van de opleiding voldoende inzicht in hun studievoortgang. Zij kunnen op het intranet bijhouden welke resultaten zij behaald hebben. Tot tevredenheid van de studenten, zo bleek tijdens het gesprek, verloopt de cijferadministratie het laatste jaar beter dan voorheen. 24 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Het panel heeft gezien dat studenten uitgebreid geïnformeerd worden in de studiegids over de gehele gang van zaken bij de opleiding ten aanzien het onderwijsproces (onder meer de opbouw van de studie, herkansingsmogelijkheden, het didactisch concept en de implicaties hiervan voor het soort onderwijs en de houding die van de student verwacht wordt), de geldende regels (bijvoorbeeld het klachtenreglement) en praktische zaken (onder meer financiële ondersteuning bij verblijf in buitenland). Onwetendheid is voor studenten geen belemmerende factor. De studeerbaarheid van vwo-instromers wordt vergroot door het driejarig programma dat de opleiding hen aanbiedt. Zie voor een beschrijving hiervan facet 2.5. Facet 2.5 Instroom Goed Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. De opleiding streeft ernaar dat de groep instromende studenten voor minimaal 20% bestaat uit vwo-gediplomeerden en voor minimaal 20% uit hbo-studenten, die al een hbo-opleiding (deels) achter de rug hebben. De opleiding streeft ernaar dat het aantal instromende studenten in het eerste jaar jaarlijks rond de honderd ligt. Deze (ambitieuze) streefcijfers zijn nog geen realiteit (zie ook facet 6.1). De opleiding voert beleid dat gericht is op (verbetering van) de aansluiting van opleiding op de vooropleiding en andere relevante kenmerken van instromende studenten. Zij heeft daarvoor in het zelfevaluatierapport verschillende criteria geformuleerd, waaronder: het geven van goede voorlichting over de opleiding aan toekomstige studenten waarbij extra aandacht wordt besteed aan de vereiste instroomkwalificaties; studieproblemen en deficiënties onderkennen en aanpakken; werkvormen hanteren in het eerste jaar die aansluiten op de vooropleiding van studenten. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding voldoet aan genoemde criteria, zie de nu volgende bewijslast hiervoor. Studenten gaven tijdens de visitatie aan dat de opleiding goede voorlichting verzorgt, waarin gehamerd wordt op het feit dat het een economische opleiding is. Hierdoor weten studenten echt waar ze aan beginnen. In de studiegids en de voorlichtingsbrochures vermeldt de opleiding de toelaatbaarheidsvoorwaarden. Studenten met een havo-, vwo- of mbo-diploma worden zonder meer toegelaten als zij economie 1 in hun profiel hebben gehad. Studenten zonder economie 1 in hun vakkenpakket dienen de deficiëntiecursus te volgen die de opleiding aanbiedt. Studenten met buitenlandse diploma s worden toegelaten nadat de toelatingscommissie het buitenlandse diploma gelijkwaardig heeft bevonden aan het NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 25

Nederlandse diploma. Daarnaast moeten buitenlandse studenten in het bezit zijn van het NT2-diploma. Studenten zonder de vereiste diploma s kunnen als zij 21 jaar of ouder zijn een toelatingsonderzoek doen, waarbij hun kennis van het Nederlands, Engels, economie en handelswetenschappen op mavo 4-niveau getoetst wordt. Alle instromende studenten wordt bij instroom een test afgenomen waarin de kennis van Engels, Nederlands en bedrijfseconomie getoetst wordt. Studenten kunnen naar aanleiding hiervan (of moeten van de opleiding verplicht) een deficiëntiecursus volgen. Studenten gaven tijdens de visitatie aan het goed te vinden dat deze test afgenomen wordt, gezien het economische karakter van de opleiding, waar sommigen moeite mee hebben. De test van het Nederlands is volgens studenten vooral belangrijk omdat sommige Aziaten het Nederlands in schrift onvoldoende blijken te beheersen. Studenten vinden dat de opleiding inhoudelijk en qua onderwijsvorm goed aansluit op de vooropleiding, hoewel sommigen wel moeite hebben met het niveau van bedrijfseconomie waarop de opleiding start. Deze studenten zijn blij met de mogelijkheid de deficiëntiecursus (in hun vrije keuzeruimte) te volgen. De opleiding sluit aan op aanwezige talenkennis door voor het Aziatisch taalonderwijs onderscheid te maken tussen de groep studenten die al een Aziatische taal van huis uit spreekt en de groep die nog niet bekend is met een Aziatische taal en daardoor meer tijd nodig heeft om de taal te leren. Ongeveer 50% van de instromende studenten heeft een Aziatische (meestal Chinese) achtergrond. Het merendeel hiervan spreekt reeds Kantonees en kiest op de opleiding voor Mandarijn. De onderwijs- en examencommissie van de opleiding verleent studenten vrijstelling van programmaonderdelen op grond van inhoudelijke argumenten. Het panel heeft tijdens de visitatie (op basis van notulen van onderwijs-en examencommissievergaderingen) kunnen constateren dat vrijstellingen inderdaad alleen verleend worden als studenten de te verwerven leerdoelen en KBV s al eerder verworven hebben. Sinds september 2003 biedt de opleiding studenten die een vwo-diploma behaald hebben een versnelde route van 3 jaar aan. De eerste twee jaar worden gecomprimeerd tot één jaar, waarvoor de studielast wordt verminderd door studenten vrijstellingen te verlenen op grond van assessments. Daarnaast worden 20 EC s doorgeschoven naar het derdejaar om de studielast in balans te brengen. Studenten die deze route volgen, stromen na dit traject in het reguliere derde jaar in. De versnelde route wordt vanuit haalbaarheidsoogpunt samen met de twee andere opleidingen van de Rotterdam Business School (International Business and Languages en International Business and Management Studies) aangeboden. Het programma bestaat daardoor uit een algemeen en een opleidingsspecifiek deel. Studenten die deze route volgen kunnen niet kiezen uit een van de vier Aziatische talen; de taal waarvoor de meeste belangstelling bestaat wordt hier (vanuit haalbaarheidsoogmerk) gedoceerd. Tijdens de visitatie bleek dat de vwo-instromers (tot nu toe drie) van de versnelde route nog geen gebruik hebben gemaakt, vanwege de verminderde keuzevrijheid. 26 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Facet 2.6 Duur Goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel is goed op grond van de volgende overweging. De opleiding voert een studieprogramma uit met een duur van 240 EC s (1 European credit = 28 studiebelastinguren). De EC s zijn in de studiegids verantwoord. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. De opleiding heeft haar visie op het onderwijs neergelegd in de Uitgangspuntennota van de opleiding Trademanagement gericht op Azië. Samengevat wil de opleiding dat onderwijs beroepsgericht, studentgericht en competentiegericht is. Concreet betekent dit dat het onderwijs achtereenvolgens praktijkgestuurd is (realistische leersituaties zoals projecten, stages en afstudeeronderzoek), kennisgestuurd (concepten, vaardigheden) en studentgestuurd (studieloopbaangebegeleiding, bijspijker-, keuzeen differentiatieonderwijs). De onderwijsvisie vereist een actieve, zelfstandige, initiatiefrijke en zelfverantwoordelijke houding van de student. Behalve bij de onderwijsvisie sluit deze houding ook aan op wat de beroepspraktijk tegenwoordig van professionals verwacht, zo betoogt de opleiding in de studiegids, omdat men in staat moet zijn snel kennis en vaardigheden te verwerven. De opleiding geeft aan dat haar uitgangspunten al grotendeels overeenkomen met die van het Rotterdams onderwijsmodel (ROM), het onderwijsconcept dat op dit moment hogeschoolbreed geïmplementeerd wordt. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding bovengenoemde uitgangspunten in de praktijk brengt door haar keuze voor projectonderwijs, ondersteund door hoorcolleges, werkcolleges, simulaties van praktijksituaties, casusonderwijs uit het flankerend en vaardighedenonderwijs, waarin de kennis en kunde aangeleerd worden die de student nodig heeft om de projecten uit te voeren. Daarnaast zijn confrontaties met de praktijk via colleges van gastdocenten, bezoeken aan bedrijven, werken in opdracht van een externe opdrachtgever en bovenal stages erg belangrijke concretiseringen. De opleiding geeft de vereiste en verwachte studenthouding vaste vorm door studenten bij de studieloopbaanbegeleiding zelf het leerproces ter hand te laten nemen en hen te leren kritisch de eigen ontwikkeling te laten beschouwen. Zie hiervoor ook facet 4.2. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 27

Studenten uitten tijdens de visitatie hun tevredenheid over de werkvormen. Ze vinden de werkvormen praktijkgericht en herkennen er het streven van de opleiding in om competentiegericht op te leiden. Afgestudeerden noemden de praktijkgerichtheid en hierdoor de aansluiting van de opleiding op de praktijk unaniem als sterk punt van de opleiding. Tijdens de visitatie toonden de stagebedrijven hun tevredenheid over de zelfstandige en initiatiefrijke houding van de stagiairs. Dit toont aan dat de opleiding erin geslaagd is haar visie aangaande de houding van studenten om te zetten in resultaat. Het panel heeft vastgesteld dat de onderwerpen die in projecten behandeld worden beroepsgericht en gerelateerd aan de praktijk zijn. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Criteria: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel is goed op grond van de volgende overwegingen. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding beschikt over een gedegen Toetshandboek TMA, waarin de uitgangspunten voor toetsing (meten van KBV s en kerncompetenties; meten van integratie van theorie, praktijk, vakdisciplines, kennis, vaardigheden en attitude; vraaggericht en procesgericht toetsen) en voor kwaliteit de leidraad zijn de wijze waarop toetsing gestalte heeft gekregen. Het toetsbeleid bevat onder meer een verantwoording van de gekozen toetsvormen en kwaliteitscriteria voor en -bewaking van toetsen. Het Toetshandboek TMA heeft handen en voeten gekregen door de Toetsplannen en de Toetsmatrix, waarin per leerjaar, per kwartaal voor elk programmaonderdeel opgenomen is met welke toetsen de in leerdoelen vertaalde KBV s getoetst worden. Daarbij is ook opgenomen hoe het eindoordeel per onderdeel tot stand moet komen (weging van deeltoetsen) en wat de uitgangseisen van de deeltoetsen en van de complete toets dienen te zijn (compensatie). Tevens is aangegeven wat de ingangseisen voor het programmaonderdeel zijn, hoeveel EC s het omvat en wanneer de herkansing plaatsvindt. De onderwijs- en examencommissie is eindverantwoordelijk voor de organisatie en de kwaliteit van de toetsen. Studenten kunnen met klachten over de toetsing dan ook terecht bij deze commissie (en doen dat ook een enkele keer, heeft het panel vastgesteld op basis van de notulen). De kwaliteitsbewaking van de toetsen wordt actief ter hand genomen door de Toetsadviescommissie, bestaande uit (zoveel mogelijk) docenten. Deze commissie heeft in de afgelopen jaren voor alle soorten toetsen beoordelingsformulieren gemaakt aan de hand waarvan de kwaliteit van elke toets beoordeeld dient te worden. De toetsen worden daarnaast altijd (zei het achteraf) door een collegadocent beoordeeld. 28 NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië

Het panel heeft tijdens de visitatie op grond van het materiaal (het toetshandboek, de toetsplannen en toetsmatrix) en de gesprekken met afgestudeerden, studenten en docenten vastgesteld dat bovengenoemde instrumenten en overleggroepen in de praktijk functioneren zoals beschreven. De toetsen voldoen met andere woorden aan de gestelde criteria en de kwaliteit ervan wordt actief bewaakt. Het panel heeft daarmee ook kunnen vaststellen dat de kwaliteit, het niveau en de inhoud van de toetsen goed zijn. De opleiding hanteert verschillende soorten toetsen passend bij de verschillende leerdoelen. Een voorbeeld van het feit dat de opleiding de toetsen gebruikt om te beoordelen of studenten de leerdoelen behaald hebben, is de diagnostische taalvaardigheidstoets en deficiëntietoets die studenten na terugkeer van hun studieperiode in Azië moeten doen. Hebben studenten de leerdoelen niet gerealiseerd, dan moeten ze een deficiëntiecursus volgen. In de praktijk haalt een klein deel van de studenten de taalvaardigheidsleerdoelen door middel van de buitenlandstudie niet. Studenten bevestigden deze gang van zaken. De opleiding gebruikt ook zogenoemde duotoetsen. Hiermee toetst zij de mondelinge beheersing van de Aziatische talen Bahasa en Mandarijn in het eerste en tweede jaar. De studenten oordelen positief over deze toetsen vanwege het leereffect. Het panel is kritisch over de stageverslagen, die een verschil in beoordeling ten opzichte van elkaar laten zien. Navraag bij studenten leert dat de beoordeling docentafhankelijk is: de ene studieloopbaanbegeleider vraagt meer inzet van de student dan de ander. Studenten gaven tijdens de visitatie aan tevreden te zijn over de toetsen en over de informatievoorziening hierover. In de studiegids is bij elke modulebeschrijving opgenomen met welke toetsvormen het onderdeel wordt afgesloten, welke beoordelingscriteria gelden en hoe de deeltoetscijfers gewogen worden bij de totstandkoming van het eindoordeel. Bij de beoordeling van stageopdrachten, afstudeerwerkstukken, vaardighedenassessments (bijvoorbeeld onderhandelingsvaardigheden en account & sales) en soms bij de presentaties naar aanleiding van de projecten worden externe deskundigen betrokken. Studenten gaven tijdens de visitatie aan deze medebeoordeling door externen als positief en stimulerend te ervaren, aangezien de onderwijsleersituatie hierdoor zeer realistisch wordt en zij bovendien een goed beeld krijgen van wat het bedrijfsleven van hen verwacht. Studenten gaven aan tevreden te zijn over de wijze waarop beoordeeld wordt: door het onderbouwde cijfer kunnen zij zien hoe het cijfer tot stand is gekomen. Daarnaast krijgen zij gezamenlijk feedback op de toetsen en opdrachten bij teruggave. Ook zijn studenten meestal tevreden over de termijn waarop de uitslag bekend is; sommige docenten laten echter langer op zich wachten. Afgestudeerden gaven aan dat in het verleden sprake was van meelifters bij (groeps)projecten. De opleiding heeft dit inmiddels aangepakt door het invoeren van peer assessment. De onderlinge verschillen worden nu zichtbaar gemaakt in het cijfer. Studenten ervaren het werken met peer assessment als prettig en rechtvaardig en vinden het goed omdat ze op deze manier onderbouwde feedback op elkaar leren geven. NQA - visitatie Hogeschool Rotterdam opleiding Trademanagement gericht op Azië 29