Artikel fysiopraxis In het kader van de beroepsopdracht hebben de studenten fysiotherapie Raymond Frans en Nils Oudhuis een onderzoek uitgevoerd naar de interesse in Orthotics onder Nederlandse fysiotherapeuten. Orthotics zijn kunststof steunzolen die in Australië al door fysiotherapeuten worden gebruikt voor het corrigeren van een standsafwijking van de voet. Nu verwijzen veel fysiotherapeuten in Nederland de patiënten met een klacht/aandoening met als oorzaak een standafwijking door naar een podotherapeut of podoloog. Aandoeningen zoals Shinsplints, Severs disease en Osgood-Schlatter, maar ook andere aandoeningen/klachten welke veroorzaakt worden door een standafwijking van de voet zouden behandeld kunnen worden met een steunzool als de Orthotic. De twee studenten hebben een enquête gemaakt met twaalf vragen waaruit naar voren komt hoeveel patiënten met een standsafwijking behandeld worden, hoeveel patiënten worden doorgestuurd en of de fysiotherapeuten zelf deze patiënten zouden willen behandelen door het aanmeten van deze steunzolen. Orthotics Met behulp van een onderzoek, waarbij wordt gekeken in hoeveel pronatie dan wel supinatie de voet staat, wordt de standafwijking bepaald. Dit wordt gedaan door in stand een lijn aan de frontale zijde van de voet/been te trekken van de basis van het Os Metatarsi II, naar het midden van het tibia. Aan de dorsale zijde van het onderbeen wordt een lijn getrokken, in stand over het midden van os calcaneus en het midden van m. Gastrocnemicus. Ook wordt gekeken naar het aantal graden dat de voet in valgus of varus staat. Dit wordt gemeten met behulp van een gradenboog en dit wordt vergeleken met normaalwaarden. Met deze gegevens wordt bepaald wat voor vorm het zooltje moet krijgen tevens wordt bepaald wat voor hardheid en maat van het zooltje nodig is voor het corrigeren van de stand van voet. De kunststofsteunzool kan verhit worden met een föhn en aangepast worden in de stand zoals gewenst is. Wij zijn naar een cursus in Engeland geweest waar ons uitgelegd werd hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden en hoe de kunststof steunzool gemodelleerd kan worden. Het is belangrijk dat de basiskennis van de fysiotherapeut over de anatomie, fysiologie en biomechanica kan worden vergroot door zich te verdiepen in het lesmateriaal dat bij de cursus meegegeven wordt. Opzet onderzoek Bij het maken van een enquête is de voorbereiding belangrijk. Je moet de juiste vragen stellen zodat er een concreet antwoord komt op de onderzoeksvraag. Door de voorbereiding wordt duidelijk welke vragen belangrijk zijn om te stellen zodat het antwoord op de onderzoeksvraag duidelijk wordt. Tevens wordt met een goede voorbereiding duidelijk met welk taalgebruik de enquête opgesteld moet worden. De onderzoeksvraag van het onderzoek luidt als volgt: Hoeveel interesse is er onder Nederlandse fysiotherapeuten naar Orthotics? Resultaten De enquête die is gemaakt bestaat uit 12 vragen en is verstuurd naar 500 fysiotherapeuten in alle hoofdsteden van de 12 provincies. 92 fysiotherapeuten hebben gerespondeerd. De respons van het onderzoek is 18,4%. Het grootste gedeelte van de respondenten (90%) was werkzaam in een particuliere praktijk de overige 10% was werkzaam in verpleegtehuizen, revalidatie, ziekenhuizen of een andere instelling. 16% van de gerespondeerde fysiotherapeuten had al eens van Orthotics gehoord of gelezen. Dit was opvallend, want in Nederland is nog weinig bekend
over dit product, er zijn nog geen cursussen gegeven en de steunzolen worden in Nederland nog niet gebruikt. Ook is de vraag gesteld of de fysiotherapeuten patiënten onder behandeling hadden met een klacht/aandoening die gerelateerd was aan een standafwijking en of ze deze mensen doorverwijzen. 89% van de gerespondeerde fysiotherapeuten behandelt mensen met een standafwijking van de voet. De meeste therapeuten hebben op dit moment 1-3 patiënten onder behandeling met een standsafwijking (afbeelding 1). 89% van de respondenten verwijzen patiënten door naar een podotherapeut of podoloog (afbeelding 2). Op de vraag of de fysiotherapeut de patiënten die ze normaal gesproken doorverwijzen nu zelf willen behandelen antwoord 56% van de respondenten met ja ( afbeelding3 ). 55% van de respondenten vindt dat het aanmeten van steunzolen hoort bij de discipline fysiotherapie. 64% van de respondenten denkt dat na een cursus de fysiotherapeut in staat een kwalitatief goede steunzool te maken. 66% is bereidt om een gratis cursus te volgen van een halve dag in het uitvoeren van een onderzoek van de voet en het leren maken van Orthotics. Hieruit blijkt uit dat van de respondenten 65% geïnteresseerd is. Wanneer we dit koppelen aan de 500 fysiotherapeuten die benadert zijn om deel te nemen en waarvan meer dan 400 niet gereageerd hebben. Kunnen we concluderen ervan uitgaande dat de gene die niet gereageerd zijn niet geïnteresseerd zijn dat 12% van de Nederlandse fysiotherapeuten geïnteresseerd is in het maken van Orthotics. Podotherapie Ook hebben Raymond en Nils een halve dag meegelopen met een podotherapeut om de verschillen in onderzoek en behandeling te zien bij deze patiëntencategorie. De podotherapeute geeft aan dat het onderzoek op een soortgelijke wijze gaat als bij het bovengenoemde onderzoek. Dit wordt aangevuld met het bekijken van de voetdruk door een spiegel waarbij een digitale foto van de voet wordt gemaakt. Daarna wordt een kort functieonderzoek uitgevoerd, waarbij vooral wordt gekeken naar de beweeglijkheid van de voet. Op de vraag wat zij ervan vindt als fysiotherapeuten in feite een deel van hun expertise uit gaan voeren door het maken van steunzolen antwoord ze zeer positief. Ze geeft aan dat fysiotherapeuten best patiënten met een standsafwijking van de voet zouden kunnen behandelen. Ze hebben al veel kennis over anatomie, fysiologie en de biomechanica van de voet. Het maken van zooltjes voor hun patiënten heeft veel voordelen voor de patiënt. Het is alleen wel belangrijk dat je bekwaam en bevoegd bent om deze patiënten te behandelen Discussie Voor het opzetten en uitvoeren van een onderzoek wordt normaliter meer tijd genomen. Ondanks dat de voorbereidingsfase en uitvoeringsfase korter zijn dan gebruikelijk hebben we een goed antwoord op de hoofdvraag kunnen formuleren en zijn er duidelijke conclusies gesteld. Vraag vier en zes hadden beter geformuleerd kunnen worden. De fysiotherapeut werd gevraagd te antwoorden op de vragen: hoeveel patiënten behandeld u met een standsafwijking van de voet en hoeveel patiënten u doorverwijst naar een podotherapeut? Deze vragen bleken niet duidelijk genoeg gesteld. Een vervolg op dit onderzoek lijkt noodzakelijk, want het is belangrijk om de behandeling van de fysiotherapeut met zoveel mogelijk wetenschappelijk bewijs te onderbouwen. Wij vinden dat er vooral meer onderzoek gedaan zou moeten worden of de werking van de steunzool evidence based is. De volgende vragen moeten zeker nog verder uitgediept worden voordat het maken van een steunzool door fysiotherapeuten verantwoord is:
- Welke aandoeningen/klachten zouden fysiotherapeuten met deze steunzool mogen kunnen behandelen? - Wat is het effect en voordeel van het gebruik van deze steunzool t.o.v andere bekende steunzolen in Nederland? - Welke verschillen en voor- en nadelen geeft de patiënt aan? - Welke kennis is noodzakelijk voor het aanmeten van een steunzool bij de patiënt? - Hoe kan een fysiotherapeut goed leren het benodigde onderzoek uit te voeren en de steunzool te maken? - Wat wordt er vergoed door de zorgverzekeraar? Een beroepsopdracht dient als professionalisering of als mogelijkheid tot het verbreden van persoonlijke interesses van de student. Bij deze opdracht hebben we veel kunnen leren hoe je een goed onderzoek uit kunt voeren, wat belangrijk is bij het maken van een enquête en hoe je de resultaten uit een onderzoek overzichtelijk kan weergeven. Raymond Frans en Nils Oudhuis
(afbeelding 1) Kunt u aangeven hoeveel patiënten/cliënten u onder behandeling heeft met een aandoening/klacht waarbij een standsafwijking van de voet mede de oorzaak is? Fysiotherapeuten 0 1 tot 3 4 tot 6 7 tot 9 9< (afbeelding 2)Verwijst u patiënten/cliënten door naar een podotherapeut/podoloog? Doorverwijzen Ja Nee
(afbeelding3) Zou u graag patiënten die u nu doorstuurt naar een andere therapeut (fysiotherapeut/podotherapeut/podoloog) zelf willen behandelen? Ja Nee