«aad d.d."3liolt2.. Aan de gemeenteraad G E M E E N T E Roden, 26 september 2012 T NOORDENVELD Agendapunt: 5.3/03102012 Documentnr.: RV12.0484 Onderwerp erfgoedverordening en archeologische beleidsadvieskaart Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma: cultuur Productnaam: monumentenzorg Voorstel De concept-erfgoedverordening Noordenveld 2012 vaststellen, inclusief de daarvan integraal deel uitmakende gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart zoals gedefinieerd in artikel 1 e van genoemde verordening alsmede het convenant archeologisch erfgoed in landbouwkundig gebruik als kader voor het gemeentelijke archeologiebeleid Inleiding/probleemstelling Erfgoedverordening Op grond van de Monumentenwet 1988 moet elke gemeente beschikken over een monumentenverordening. Daaraan voldoet onze gemeente middels de verordening van 2005, maar deze is sterk verouderd door met name de wijzigingen in het ruimtelijk recht (termijnen e.d.) en door het ontbreken van een archeologieparagraaf. De VNG heeft een nieuwe modelverordening ontwikkeld onder het label 'erfgoedverordening'. Met het begrip 'erfgoed' is aansluiting gezocht bij het lopende moderniseringtraject van de monumentenzorg (MoMo - Modernisering Monumentenzorg) waarin verschuiving van objectbescherming van gebouwd erfgoed (de vertrouwde rijks- en provinciale monumenten) naar structuurbescherming van alle erfgoed (gebouwd en ongebouwd, onder en boven de grond) een van de leidende thema's is. Archeologie Met de inwerkingtreding van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg op 1 september 2007 zijn de gemeenten bevoegd gezag geworden voor wat betreft de archeologie, daarvoor een Rijkstaak in combinatie met de provincies. Omdat er op dat moment nog geen beleid op gemeentelijk schaalniveau ontwikkeld was, is het vigerende provinciale beleid (verwoord in de brief van GS van 3 juli 2007) in eerste instantie het beleidskader binnen de Drentse archeologiepraktijk gebleven. Gemeentelijk beleid wordt veelal ontwikkeld middels archeologische beleidsadvieskaarten. Ook in Drenthe is via het voertuig van de Culturele Alliantie deze lijn gevolgd. Middels cofinanciering werden gemeenten in staat gesteld dergelijk kaarten te maken, waarbij de provincie desgewenst RV12.0484 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
ook de proces- en inhoudelijke begeleiding voor zijn rekening nam. Voorwaarde was dat de provinciale kwaliteitseisen werden gevolgd om een zo uniform mogelijke provinciebrede dekking van archeologische beleidskaarten te bewerkstelligen. Zoals uw raad bekend is, heeft ook onze gemeente van deze provinciale faciliteit gebruik gemaakt. Hoe bereiken we het doel/lossen we het probleem op? De voorliggende conceptverordening volgt de modelverordening van de VNG, in een op de Noordenvelder situatie toegesneden redactie. Voor wat betreft het gebouwde erfgoed wijkt de essentie niet af van de vorige verordening. Omdat onze gemeente tot nu toe geen gemeentelijke monumenten heeft aangewezen maar inzet op planologische bescherming heeft dit gedeelte goeddeels een pro forma-karakter. Anders ligt dat ten aanzien van de archeologie. De erfgoedverordening is een goed instrument om het gemeentelijk archeologiebeleid te verankeren. Hoofdstuk 5 van de verordening voorziet daarin door de archeologische beleidsadvieskaart voor wat betreft het toetsingsgedeelte deel uit te laten maken van de erfgoedverordening (concreet betreft dat het achtergrondrapport en de beleidsadvieskaarten 3 en 3A). Langs deze weg wordt geborgd dat indien een bestemmingsplan niet of onvoldoende voorziet in bescherming van het archeologisch bodemarchief, de erfgoedverordening repareert. Alleen in geval van strijdigheid gaat het bestemmingsplan voor. Bij nieuwe bestemmingsplannen wordt het beleidskader van de beleidsadvieskaart rechtstreeks doorvertaald, waarmee de bescherming conform het dan geldende gemeentelijke beleid ook is geborgd. Archeologische beleidsadvieskaart inhoudelijk Zoals gezegd was het archeologiebeleid tot nu toe gebaseerd op het provinciale beleid, met als onderleggers waardestellende kaarten van het rijk en de provincie. Al met al een tamelijk grofmazig beleidsinstrumentarium. De grote winst van archeologische beleidsadvieskaarten is dat door grondige analyse van beschikbaar materiaal veel fijnmaziger uitspraken kunnen worden gedaan over de verwachte archeologische waarden, wat onnodige onderzoekskosten voorkomt. Verder kan door de verfijning van de verwachting in diverse categorieën, al vroegtijdig veel beter worden ingeschat wat voor type onderzoek noodzakelijk is. De archeologische beleidsadvieskaart introduceert dus niet zozeer nieuw beleid, maar is veelmeer een verbeterslag op de bestaande praktijk Vrijstellingen De wet bevat een zeer stringente algemene vrijstellingsnorm van 100 m 2 maar biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om een ruimere vrijstellingsregeling te hanteren. In het eerder gememoreerde provinciale beleid wordt een vrijstellingsnorm van 500 m 2 toegepast en voor historische kernen met de aanduiding 'hoge archeologische waarde' 70 m 2. Omdat archeologie niet onredelijk bezwarend moet zijn voor de burgers dient ons inziens gezocht te worden naar het beste evenwicht tussen het archeologische belang en het belang van de initiatiefnemer. In goed overleg met de provincie wordt daarom in het voorliggende beleidskader een wat ruimere vrijstellingsregeling geïntroduceerd, van 1000 m 2 respectievelijk 100 m 2. Naar onze mening wordt daarmee de beste balans bereikt tussen het sectorale archeologiebelang en het belang van de initiatiefnemer die de kosten van onderzoek draagt. Want zoals u bekend zal zijn bepaalt de wet dat degene die het bodemarchief aantast staat voor de kosten van archeologisch onderzoek. Convenant betreffende archeologisch erfgoed in landbouwkundig gebruik
Hetzelfde belangenconflict speelt rond de a^wmsfche sector. Wat in den lande tot de nodige problemen heeft geleid rondom gemeentelijke ancweologische beleidsadvieskaarten. Zoals wij u bij brief van 7 december 2011 (kenmerk U11^^174) gemeld hebben, is dat in Drenthe reden geweest om over deze problematiek in gespreklte gaan met LTO Noord Drenthe, hetgeen heeft geresulteerd in eërtconvenant waarin gbéde ajfspraken zijnlnëërgelegd over watïn het kader van de archeologie wordt verstaan onder 'normaal agrarisch gebruik'. Hiermee wordt de landbouwsector de zekerheid geboden dat bescherming van het bodemarchief geen onredelijke belemmering is bij de reguliere uitoefening van agrarische werkzaamheden. Dit convenant maakt integraal deel uit van de voorliggende conceptverordening en wordt daarmee ook op bestemmingsplanniveau geïmplementeerd. Resultaat ter inzage legging De Monumentenwet bepaalt in artikel 38 dat op een erfgoedverordening waarin archeologische bepalingen worden opgenomen de procedure afd. 3.4 Awb van toepassing is. Hetgeen kort gezegd inhoudt dat de erfgoedverordening 6 weken ter inzage gelegd wordt en eenieder zienswijzen kan indienen. Wat tevens van toepassing is op de archeologische beleidsadvieskaart omdat die deel uitmaakt van de verordening. De erfgoedverordening met alle bijlagen heeft op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen, en wij kunnen u melden dat geen enkele zienswijze is ingebracht. Maatschappelijk draagvlak Zoals boven gememoreerd is de agrarische sector nauw betrokken geweest (middels het Drentse koepeloverleg) met de redactie van de archeologische beleidsadvieskaarten waaronder die van onze gemeente, wat zijn beslag heeft gekregen in een convenant met LTO Noord afdeling Drenthe. Hierover bent u bij brief van 7 december 2011 met kenmerk U11.14174 separaat geïnformeerd. Ter inzage liggende stukken - Collegeadvies nr. BW12.0329; - Collegeadvies nr. BW11.1007; - Collegeadvies nr. BW10.0353 (vertrouwelijk); - Concepterfgoedverordening; - Concept gemeentelijke archeologische beleidskaart, - Convenant LTO Noord afdeling Drenthe; - Bijlage 1B 'archeologische waarnemingen' (vertrouwelijk) Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld, J.H. van der Laan, burgemeester A.H. Doornbos,secretaris
Overleg Raadscommissie Dit voorstel is besproken in de vergadering van de Raadscommissie van 19 september 2012. De Commissie kan zich met het voorstel verenigen. Dit voorstel wordt als een niet te bespreken voorstel geagendeerd voor de raadsvergadering van 3 oktober 2012. M. Brink - Veerman, voorzitter W.F.C. Damman, griffier
No: 5.3/03102012 Onderwerp: erfgoedverordening en archeologisfelas'beleidsadvieskaart jgisbhs'b De Raad van de gemeente Noordenveld, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 juli 2012; gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Monumentenwet; BESLUIT - De erfgoedverordening gemeente Noordenveld 2012 vast te stellen, met de daarvan integraal deel uitmakende archeologische beleidsadvieskaart zoals gedefinieerd in artikel 1 e van genoemde verordening alsmede het convenant archeologisch erfgoed in landbouwkundig gebruik, als kader voor het gemeentelijk archeologiebeleid. Roden oktober 2012 Voorz ittér