Lespakket voor groep 3, 4 en 5. www.google.nl/doodle4google
DOODLE 4 GOOGLE LESPAKKET Inhoud Vak 1: Kunst en Ontwerp 4 Vak 2: NederlandS 6 Vak 3: ICT 8 Vak 4: Wereldoriëntatie 10
DOODLE 4 GOOGLE LESPAKKET Welkom Dit lespakket is speciaal ontwikkeld voor leerlingen in groep 3, 4 en 5 van het basisonderwijs. Op de volgende pagina s staan suggesties en ideeën hoe u de tekenwedstrijd Doodle 4 Google Mijn Nederland kunt gebruiken in de dagelijkse lespraktijk. Wij hebben ervoor gekozen om alles zo uitgebreid mogelijk te beschrijven. En daarbij maken we onderscheid tussen vier vakken: Kunst en Ontwerp, Nederlands, ICT en Wereldoriëntatie. Bij elk vak komt het ontwerpen en tekenen van een doodle aan bod. U hoeft dus niet alle lessen te volgen. Kies er één (of twee) die u en de klas het leukst vinden. Wellicht heeft u uw eigen ideeën over wat u wel en niet wilt doen met de klas. Misschien vindt u een bepaald onderdeel in dit lespakket te lang of juist te kort. Geen probleem. Het lespakket dient als steuntje in de rug, het staat u vrij om er op uw eigen manier invulling aan te geven. Kijk voor meer informatie over de Doodle 4 Google tekenwedstrijd op www.google.nl/doodle4google. www.google.nl/doodle4google 3
DOODLE 4 GOOGLE LESPAKKET Vak 1: Kunst en Ontwerp Deze les duurt iets langer dan een uur. Naar eigen inzicht kan deze les worden ingekort voor een betere aansluiting op het dagelijkse lesprogramma en de maximale spanningsboog de klas. Uitgangspunten Voor deze les is het handig dat de leerlingen over de volgende vaardigheden beschikken. - Omgaan met kleur, vorm, ruimte. - Bewust (en hardop) kunnen nadenken over wat ze zien, aanraken en voelen. - Hun ideeën tot uiting kunnen brengen aan de hand van het gebruik van allerlei soorten materialen. - Een levendige fantasie en enige mate van creativiteit zijn mooi meegenomen! Leerdoelen - Creatief omgaan met kunst en ontwerp, direct gerelateerd aan hun eigen belevingswereld. - Met eigen ideeën aan het werk gaan. - Onderzoeken hoe ze hun idee het beste kunnen uitbeelden door gebruik te maken van verschillende materialen. - niet alleen hun eigen werk beoordelen maar ook dat van anderen en elkaar zo helpen tot betere resultaten te komen. Benodigdheden - Papier. - Potloden, kleurpotloden, pennen, acryl/waterverf. - Geïllustreerde kinderboeken van bekende Nederlandse schrijvers. - Foto s van steden, mensen, landschappen uit alle delen van de wereld. - Foto s van typisch Nederlandse dingen als tulpen, molens, klompen, schaatsen, bloembollen, Delfts blauw (alles wat voor hen typisch Nederlands is). - Voorbeelden van andere Doodle 4 Google tekenwedstrijden. - A4-sjablonen met het Google-logo als stippellijntje (outline).
Tijd 15 minuten Stap 1. Onderzoeken en ontwikkelen van een idee - Begin met de uitleg van de wedstrijd en laat de leerlingen de voorbeelden van doodles zien. - Bespreek de verzameling foto s van steden, mensen en landschappen uit andere delen van de wereld. (Wellicht is het een idee om de kinderen vooraf te vragen om een collage te maken van beelden uit tijdschriften en kranten.) - Vraag de kinderen of ze op basis van wat ze op de foto zien, kunnen herkennen op welke plek de foto gemaakt is. - Laat de klas de doodles van eerdere tekenwedstrijden zien. 30 minuten Stap 2. Onderzoek en creatie: kennis en begrip - Laat werk zien van succesvolle illustratoren als: Jan Steeman tekenaar van Noortje in de Tina Charlotte Dematons - Sinterklaas Joke van Leeuwen - Heb je mijn zusje gezien? Jan Kruis Jan Jans en de kinderen Max Velthuijs - Kikker - Overhandig de leerlingen de outline van het Google-logo en vraag ze na te denken over hun Nederland. Vanuit die gedachte kunnen ze het logo versieren met dingen die ze typisch Nederlands vinden. - Probeer leerlingen tijdens het tekenen bewust te maken van kleurgebruik, patronen en lijnen. 15 minuten Stap 3. Evaluatie en verdere uitwerking - Spoor leerlingen aan te praten over hun eigen werk en dat van anderen: wat waren hun ideeën, hoe kwamen ze erop en hadden ze een speciale manier van werken in gedachten. - Vraag ze wat ze het mooist vinden aan hun tekening. - Laat ze vervolgens hun tekening een naam geven. En misschien zelfs een korte omschrijving van hun tekening. Tip voor nog meer creativiteit Huiswerktip Leerlingen kunnen hun ideeën ook uitwerken op bijvoorbeeld verfdoek! Laat leerlingen foto s verzamelen uit tijdschriften die te maken hebben met het thema Mijn Nederland. En natuurlijk kunnen de kinderen thuis ook nog verder werken aan hun tekening. www.google.nl/doodle4google 5
DOODLE 4 GOOGLE LESPAKKET Vak 2: Nederlands Deze les bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is een voorbereiding op het tekenen van de doodle en duurt ongeveer een uur. Het tweede onderdeel bestaat uit het daadwerkelijke tekenen. Uitgangspunten Alle leerlingen snappen hoe een verhaaltje is opgebouwd. In groep 4 en 5 begrijpen ze ook wat een vergelijking is. Doel van de oefening Leerdoelen Leerlingen schrijven of vertellen een verhalend stukje met de titel Hoe zou ik Nederland omschrijven aan buitenaardse wezens. De klas tekent vervolgens een doodle met hetzelfde thema. De klas leert hoe ze korte, duidelijke omschrijvingen kunnen maken door gebruik van handige woorden en zinnen. Suggestie: plak post-its op het bord (of schrijf ze gewoon op) met handige woorden om de leerlingen op weg te helpen. Benodigdheden Tip - Op A3-formaat: afbeelding van een getekende hand waarbij de vingers de vijf zintuigen symboliseren (oor, oog, neus, mond, hand). - Ongeveer 7 post-it notes (of papiertjes) voor elke groep. - Papier. - A4-kopietjes van de A3-afbeelding. - Vel met het Google-logo. - Kleurpotloden. - Schaar. - Lijm. - Een boek waar het werk van de klas in verwerkt kan worden. Deel de groepjes zo in dat kinderen van verschillende niveaus elkaar kunnen helpen.
Tijd 20 minuten Laat een afbeelding zien van een typisch Nederlands tafereel. Dit beeld kiest u samen met de klas van tevoren uit. Bespreek wat er gebeurt op de foto en waarom de foto gekozen is als voorbeeld van een Nederlands tafereel. Laat vervolgens een afbeelding zien van een hand. De vijf vingers van die hand staan in deze oefening symbool voor de vijf zintuigen: zien (oog), horen (oor), ruiken (neus), voelen (hand) en proeven (mond). Laat de klas vervolgens opschrijven of vertellen wat ze mogelijk zien, horen, ruiken, voelen en proeven op de foto. 10 minuten In groepjes (4 tot 6) bedenken de leerlingen omschrijvende woorden, uitdrukkingen en zinnetjes, en schrijven die op post-its of papier. Alle vijf zintuigen komen daarbij aan bod. Na de oefening plakken de kinderen hun postits (of papiertjes) op de juiste vinger. Bespreek de resultaten met de klas. 5 minuten De klas gaat nu individueel aan de slag. Op basis van de uitkomsten van de vorige oefening, maken ze een nieuwe omschrijving van wat ze op de foto zien. 20 minuten Elk kind leest vervolgens zijn of haar omschrijving voor. Vervolgles 10 minuten Vertel over de tekenwedstrijd, laat de voorbeeld-doodles zien en bespreek ze met de klas. 45 minuten Gebruik de foto uit het begin van de les. Houd de omschrijvingen paraat. Ga vervolgens met de klas aan de slag en teken een doodle met behulp van het Google-template. www.google.nl/doodle4google 7
DOODLE 4 GOOGLE LESPAKKET Vak 3: ICT Deze les duurt iets langer dan een uur, maar kan naar eigen inzicht ingekort of uitgebreid worden. Doel Benodigdheden Het maken van een video-opname van de reacties van je klas op de vraag: Wat zou jij aan buitenaardse wezens over Nederland vertellen? Elk kind maakt een doodle op basis van dit thema. - Videocamera met statief (bediend door een vrijwilliger/collega). Plaats de camera zo mogelijk in een aparte ruimte. Voor de camera staat een stoel waarop het kind kan zitten. - Verder is het belangrijk dat iedere leerling (of groepje leerlingen) toegang heeft tot een computer met MSWord en een internetverbinding. - Papier. - Potloden. - Kleurpotloden. - Display met voorbeeld-doodles.
Tijd 10 minuten Vraag de klas: Hoe zou jij Nederland aan een buitenaards wezen omschrijven? De leerlingen mogen een minuut overleggen met het klasgenootje dat naast hem/haar zit. 30 minuten Een aantal kinderen zal zeker een antwoord op de vraag hebben geformuleerd. Bespreek de antwoorden met de klas. Herhaal de vraag opnieuw, en film dit keer de antwoorden van elk kind in de klas. Bespreek tijdens dit onderdeel de Google-doodles die als voorbeeld dienen en vraag aan de klas hoe het Google-logo versierd kan worden met het thema: Wat zou jij aan buitenaardse wezens over Nederland vertellen? 5 minuten Vraag de klas om een lijstje op te stellen van benodigde foto s en plaatjes om een Google-doodle te kunnen ontwerpen. Gewoon aan elkaar vertellen kan natuurlijk ook. 5 minuten Laat de kinderen beelden zoeken op internet die ze voor hun doodle willen gebruiken. Geschikte sites zijn: www.holland.com, www.netwijs.nl, www.kennisnet.nl 20 minuten Met behulp van een template van het Google-logo kunnen de kinderen de gevonden plaatjes gebruiken om een doodle te tekenen. www.google.nl/doodle4google 9
DOODLE 4 GOOGLE LESPAKKET Vak 4: Wereldoriëntatie Deze les duurt ruim anderhalf uur en kan naar eigen inzicht ingekort of uitgebreid worden. Uitgangspunten Doel De klas heeft ervaring met het voeren van een kringgesprek en begrijpt hoe een discussie werkt. Onze verschillen en overeenkomsten onderzoeken. Een doodle tekenen waarin de diversiteit van Nederland tot uiting komt. Benodigdheden Leerdoelen - Een zelfgemaakte display met Google-doodles (richt bijvoorbeeld een tafeltje in met voorbeeld doodles). - Templates van het Google-logo. - Potloden. - Kleurpotloden. - Papier. De klas leert: - verschillen en overeenkomsten tussen mensen te herkennen en respecteren. - om de beurt het woord te nemen en op gepaste wijze te reageren op anderen. - dat ieder kind, waar het ook woont, hoe groot, klein, slim, of anders het ook is, dezelfde rechten en basisbehoeften heeft als iedereen. - hoe om te gaan met vooroordelen, discriminatie en racisme en andere kinderen te helpen die daarmee geconfronteerd worden.
Tijd 5 minuten Leg de kinderen de basisregels uit van het voeren van een discussie. De klas zit in een kring. De leerlingen bespreken onderlinge verschillen en gelijkenissen. 5 minuten De leerkracht zegt: Kom in de kring zitten en hou handjes vast als je... lang haar hebt, al je hele leven in dezelfde stad woont, als je Arabisch spreekt, als je familie in een ander land hebt, enz.). Ga net zolang door tot alle kinderen in de kring zitten. Eindig deze activiteit met: Kom in de kring als je allemaal in groep 3 (of 4 of 5) zit! 10 minuten Elk kind maakt een tekening van een postzegel met daarin een onderwerp waarvan het vindt dat het bij hem of haar hoort. 10 minuten - optioneel In groepjes van twee bespreken de leerlingen de dingen die ze gemeenschappelijk hebben, maar ook de verschillen. Ze gaan in op behoeften die we allemaal hebben (eten, drinken, een dak boven je hoofd). Vervolgens schrijven ze de uitkomsten op en maken ze ook een lijstje van verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld hoe mensen er anders uit kunnen zien, welke talen ze spreken en wat hun interesses en hobby s zijn. 15 minuten Elk kind tekent een zelfportret met een tekstballonnetje waarin het iets over zichzelf zegt. Daarna maken ze een tekening van een vriendje/vriendinnetje in de klas (of van het kind dat naast hen zit). Vervolgens vergelijken ze de verschillen en de overeenkomsten tussen de twee tekeningen. 30 minuten Laat de klas voorbeelden zien van Google-doodles en leg uit wat ze vandaag hebben geleerd over verschillen en overeenkomsten tussen mensen in Nederland. Met de kennis die ze eerder hebben opgedaan, gaan ze nu aan de slag met het tekenen van de doodles. Met de bedoeling de diversiteit van de klas, hun stad en heel Nederland naar voren te laten komen. 10 minuten Laat het resultaat aan de klas zien. De kinderen mogen een toelichting geven op hun doodles. Andere oefeningen De klas zit in een kring. Vraag de klas: Loop door de kring als je geen sokken aanhebt, een huisdier hebt, het niet leuk vindt als iemand je uitlacht, een klasgenootje zou helpen als hij of zij ongelukkig was. Laat de kinderen vervolgens in groepjes van twee met elkaar discussiëren over wat je zou doen als iemand jou of jouw familie zou uitlachen. In groepjes van twee maken de kinderen een lijstje met dingen die ze niet leuk vinden op school (gepest worden, niet mee mogen doen). Bespreek vervolgens klassikaal zaken die verkeerd zijn en ook waarom ze verkeerd zijn (bijvoorbeeld: het is verkeerd iemand te plagen omdat hij of zij er anders uitziet of iets niet kan, want we zijn allemaal uniek en speciaal). De klas maakt een lijstje met dingen die je kunt doen om elkaar blij en vrolijk te maken (bijvoorbeeld iets delen, een praatje maken met iemand in de klas die eenzaam is, of die niemand heeft om mee te spelen). De klas maakt een Klas-kaart en gebruikt afbeeldingen en/of woorden uit hun lijstjes. www.google.nl/doodle4google 11
www.google.nl/doodle4google