Nederlands. A Cluster periode 1

Vergelijkbare documenten
Visuele Leerlijn Spelling

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12

Spelling & Formuleren. Week 2-7

Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling

Visuele Leerlijn Taal

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Spelling. 1. Werkwoorden

Samenvatting Nederlands Spelling

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Samenvatting Nederlands Formuleren

Eigen vaardigheid Taal

Samenvatting Nederlands Correct formuleren

instapkaarten taal verkennen

6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm

Samenvatting Nederlands formuleren

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

instapkaarten taal verkennen

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld.

als iets niet letterlijk is bedoeld.

instapkaarten taal verkennen

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

i n h o u d Inhoud Inleiding

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Samenvatting Nederlands NL Blok

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

zelfstandig naamwoord

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2

Antwoorden Nederlands Ontleding

Formuleren voor gevorderden

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

1. morgen krijgen we duitsers op bezoek. 2. in onze klas zitten ook kinderen uit irak, somalië en marokko. 3. ik doe boodschappen bij de aldi.

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Samenvatting Nederlands Formuleren

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Online cursus spelling en grammatica

FORMULEREN Vragen + antwoorden

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

Samenvatting Nederlands H9 stijlfouten

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Zbeling Sbeling Speling Spelling

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Samenvatting Nederlands Over lezen

Studiewijzer TaalCompetent

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

instapkaarten taal verkennen

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

naamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling

2 hv. 1

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER

DE REFERENTIENIVEAUS. en Taal actief 4

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen

Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Samenvatting Nederlands Taalverzorging, spelling en interpunctie

instapkaarten spelling

B fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v.

Toets grammaticale termen met sleutel

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

1. Van taal naar taalwetenschap

1

Transcriptie:

Nederlands A Cluster periode 1

werkwoordspelling d/t of dt Ik loop ik antwoord Jij loopt jij antwoordt Loop jij? Antwoord jij? Loopt je zus? Antwoordt je zus? Loop eens! Antwoord eens Te en ten bij werkwoorden die in het enkelvoud eindigt op t fokschaapx Alle zwakke werkwoorden eindigen op de of den Voltooid en tegenwoordig deelwoord Voltooid deelwoord eindigt op d en in verleden op de Ook regel t fokschaapx voor te Voltooid deelwoord meestal ge. Een tegenwoordig deelwoord geeft aan dat iets nu aan de gang is en eindigt altijd op een d Lopend, fietsend Onbepaalde wijs Ieder gezegde: 1 pv + 1 voltooid deelwoord Overige werkwoorden komen in onverbogen vorm voor: onbepaalde wijs ( infinitief). Verdubbeling van d of t komt daarbij dus nooit voor De weg moet verbreed worden Verbreed is hier voltooid deelwoord Men zal die weg moeten verbreden Hier de onbepaalde wijs(infinitief) De gebiedende wijs Zonder dat hij bij het onderwerp hoort fungeert als persoonsvorm. Altijd zonder t. ook bij meervoud: Ga nu maar slapen, kinderen. MAAARR als er na het werkwoord het pers vnw U toegevoegd is dan komt er wel een t. Gaat u maar zitten Zegt u het maar Bijvoegelijk naamwoord, afgeleid van een voltooid deelwoord Voltooid deelwoord + e De fiets is verroest de verroeste fiets GEEN VERDUBBELING, ZO KORT MOGELIJK Voor uitspraak wel bij: Geredde, bezette, verpotte

Engelse woorden in NL Tegenwoordige tijd verleden tijd voltooid deelwoord Ik bingo ik bingode ik heb gebingood Jij bingoot, bingo jij bingode Jij hij,zij bingode Hij,zij bingoot wij bingoden Wij bingoën jullie bingoden Jullie bingoën zij bingoden Zij bingoën Ik rugby ik rugbyde ik heb gerugbyd Jij rugbyt jij rugbyde Hij,zij rugbyt hij,zij rugbyde Wij rugbyen wij rugbyden Jullie rugbyen jullie rugbyden Zij rugbyen zij rugbyden Die eindigen op e(racen, saven en leasen) Ik time ik timede ik heb getimed Jij timet jij timede Hij,zij timet jij timede Hij,zij timet hij,zij timede Wij timen wij timeden Jullie timen jullie timeden Zij timen zij timeden Als engels woord eindigt op f die kan uitgesproken worden als een v of een s als een z dan zijn t en d correct. Maar als er dubbele medeklinker is niet, bijv ss Ik cros, jij crost, wij crossen Ik croste, wij crosten, gecrost Ik basketbal, jij basketbalt, wij basketballen Ik basketbalde, jij basketbalde, wij basketbalden Klemtoon op de lange oo, Scoren: ik scoor (en niet :score) Promoten: ik promoot ( en niet promote) Smoken: ik smook ( en niet smoke)

Schema: Tegenwoordige tijd Zoek eerst de ikvorm ( stam van ww) Jij/je Hij/zij u/het/men /etc Jij en je ( als je JIJ betekent) achter het ww Verleden tijd/ voltooid deelwoord Zwakke werkwoorden ( dus die niet van klank veranderen Vb: verhuizen = verhuiz, niet in t kofschip dus in verleden tijd een d Vergissten= vergiss, de s wel in t kofschip, dus een t Staat er al een d of t dan krijg je 2 d s of t s ` Engelse ww: en, daarna op klank letten Voltooid deelwoord t kofschip, kunt ook langer maken: verhuisde Voltooid deelwoord altijd hulp ww nodig: worden, hebben of zijn Bijvoegelijk naamwoord Zo kort mogelijk. Bijvoegelijke naamwoorden ( van ww) komen van voltooid deelwoord. Alleen 2 d s of t s als dit nodig is voor uitspraak Bij voltooid deelwoord met en, nooit n weghalen Maken maak Vinden vind Stam+t Vb: hij maakt Zij vindt Stam Vb: denk jij? Denkt je vader? Je betekent hier geen jij t kofschipx, van hele ww en afhalen Hij verhuisde naar Frankrijk Hij is naar Frankrijk verhuisd De docent vergiste zich De docent heeft zich vergist Hij wendde zijn gezicht af Ze berichtte ons dat ze spoedig terug zou komen Finishen = s klank dus t Finishte gefinisht Hij is naar frankrijk verhuisd De deur wordt geschilderd De deur is geschilderd Hij heeft de deur geschilderd Het gelande vliegtuig De gehate man Het geredde kind De verzonden brief ( brief is verzonden) De verraden man(de man is verraden

Meervouden Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een medeklinker Slotmedeklinker wordt wel verdubbeld: Na korte klinker: Zak zakken Bos bossen Put putten Schil schillen Rem remmen Das dassen Na onbeklemtoonde is of us: Vonnis vonnissen Krokus krokussen De slotmedeklinker wordt NIET verdubbeld: Na lange klinker: Zaak zaken Paal palen Parkiet parkieten Na een onbeklemtoonde ik, es, et of el Dreumes dreumesen Perzik perziken Lemmet lemmeten Lobbes lobbesen Monnik monniken Engel engelen Na een e of i met klemtoon wordt de slotmedeklinker wel verdubbeld: Zangeres zangeressen Sigaret sigaretten Gebit gebitten Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een klinker Als die op een klinker eindigt kun je er gewoon een s achter zetten, als de uitspraak oke is Gnoe gnoes etui etuis niveau niveaus café cafés functie functies Dominee dominees Komma s na a, i, o, u en y

Opa s, taxi s, hobo s, paraplu s, baby s Woord eindigt op : uy, oy, ay of ey= s eraan vast Playboys, displays Woorden die eindigen op ee met een mv van en krijgen een trema, komt op laatste e Zeeën, ideeën, orchideeën. Woorden op ie met mv van en krijgen ook trema, maar ie+ën Kopieën, knieën Ligt klemtoon niet op ie, dan ië+n Bacteriën, oliën Vreemde meervouden Andere talen Um wordt a, musea Is wordt es, crises Cus wordt ci, musici In nl nooit z of v, maar f, terug naar mv wel weer v en z Raaf = raven, dief = dieven, buis = buizen, windhoos= windhozen Verkleinwoorden Na medeklinker je, tje, pje, etje aan het woord vast: Huisje, tafeltje, boompje, ringetje Soms 2 medeklinkers nodig voor de uitspraak: Kan: kannen Soms 2 klinkers voor de uitspraak Vat: vaatje LET OP: woorden ing = kje : koning = koninkje Na klinker, klinkerverdubbeling Oma= omaatje, taxi= taxietje, foto= fotootje y na medeklinker: y tje : baby= baby tje Ee klank: eetje: slee= sleetje, café= cafeetje Maaar diner = dinertje Tussenklanken en/ s In samenstelling hoor je vaak de tussenklank en of s Haaienvin, geluidsoverlast EN Bij woorden met altijd meervoud: kipkippen= kippenhok, peer- peren=perenboom Bij woord met meervoud op een en en s: artikelsartikelen= artikelenbundel S Je hoort een s en schrijft een s : liefdesverdriet, dorpsfeest, verlovingstijd, dorpsstraat

Tussenklank e Met altijd meervoud op =s : asperges = aspergesoep, garages, garagedeur Woord op e en mv op en en s : gemeenten/gemeentes= gemeentegids Woord zonder meervoud, tarwemeel, rijstepap, roggestro Eerste deel geen znw: brekebeen, rodekool, goedemorgen Eerste deel is enig in zijn soort: maneschijn, koninginnedag, zonnewijzer Eerste deel wordt versterkt door 2 e deel: beregoe, reuzeleuk, apetrots 1 e /2 e woord is geen znw meer: bolleboos, marsepein Koppelteken Bij klinkerbotsing Auto ongeluk, galaavond, milieuinvoel, horlogeindustrie Geen koppelteken als de oa en ao niet samen in 1 klank zijn : radioantenne, horecaondernemer. Samenstelling aarderijkskundige naam: ZuidHolland, AmsterdamCentrum Samenstelling met een afkorting, letters of cijfers: 40+kaas, csnaar, tbcpatiënt, 90jarige, tvkijken, vwoleerling Na bepaalde voorvoegsels: in combo met oud, niet, bijna, ex, non en Sint Bijnaongeluk, nonalcohol, exechtgenoot, SintMaarten, oudstaatssecretaris, nietroker In combo van 2 functies of namen: Ministerpresident, directeur generaal, president commisaris, pianiste- componiste Namen van gehuwde vrouwen: Mevrouw Jansen Van Galen E.J. van Dalen Benjamins Het rechterdeel van een eigennaam is die de naam aanduidt van het linkerdeel De comissie Van Traa Het kabinetkok De groepakker In een woordgroep die 1 begrip is Doehetzelver Mondopmondbeademing Vreemde woorden die zelf een koppelteken hebben Layoutontwerp, knockoutoverwinning Liggend streepje als weglatingsteken

Voor en achteraan Onder en bovenkant Im en export MAAAR oude en jonge kaas Trema Botsende klinkers Trema niet nodig in Trema wel nodig in Apastrof Afkortingen met achtervoegsel Maar niet in samenstelling In mv na a, i, o, u, y voor goede uitspraak In plaats van weggelaten letters Eigennaam op klinker + bezit Voor goede uitspraak Naam op sisklank Niet in andere gevallen Verkleinwoorden op medeklinker+ y Knieën, officiële, ruïne, poëzie, beëindigen, smeuïg, naïef, variëren. Chaos, glooiing, officieel, museum, mecanicien, opticien Patiënt, conciërge Israël, pinguïn, maïs VVD er, hts en, cd s, tv tje VVDleden, cdspeler Oma s, taxi s, foto s, accu s, baby s s morgens, z n auto, 60, k zie, R dam Jo s gitaar, Nico s Fiets, Ada s kapsel Ans huis, Max drumstel, Bush regering Josés jurk, Maries ring, Roys kinderen Baby the, pony tje Hoofdletters en kleine letters Begin zin s Ochtends t Regent Eigennamen: Personen en dieren: Coen, Jan de Jong, Ans Vis van Valen Straten, plaatsen: Noordzee, Schelde Wateren: Noordzee Bergen enz: Grebbeberg, Ardennen Landen, volken, streken: België, Afrika, Kampen Gebouwen enz: Eiffeltoren Instanties enz: Consumentenbond, Lagerhuis, Rode Kruis Feestdagen: Koninginnedag, Pasen, Kerstmis Talen: Engels, Spaans Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog Geen hoofdletter: dagen, maanden, seizoenen Winstreken: noordoosten, zuiden Afgeleiden van feestdagen: kerstfeest, paasnacht Tijdperken: middeleeuwen, barok Aarderijkskundige naam als bijvoegelijk naamwoord, blijven koppelteken en hoofdletter: NoordHollandse mensen, NoordHollanders

Sommige familienamen hebben lidwoorden of voorzetsels als de en van, die krijgen kleine letter wanneer de voornam of een voorletter erbij staat: Jan de Jong, J. de Jong, mevrouw C. Akkerman van Vliet Gebruik je alleen de achternaam, schrijf dan het (eerste) lidwoord/ voorzetsel bij de eerste achternaam met een hoofdletter: De heer Van der Wal, de heer en mevrouw Kalsbeek van Dijk Scheidbaar samengestelde werkwoorden Karel zei, dat Jan Marie opbelde Maar kan ook los Jan belde Marie op Andere voorbeelden: wegfietsen, inrijden, aannemen, teruggeven, overhalen, uitvaren, ondersneeuwen, kwijtraken, plaatshebben, terechtwijzen, teleurstellen Alle of allen Achter woorden als alle, sommige, enkele, enige, eerste, laatste(voornaamwoorden, telwoorden) wordt een n gevoegd als ze zelfstandig gebruikt zijn en personen aanduiden. De meisjes gingen allen naar de nieuwe film van André De eersten van de marathonloop werden luidkeels toegejuicht. De twee inbrekers worden beiden morgen verhoord. Als ze zelfstandig gebruikt worden maar geen betrekking op personen hebben, dan eindigen ze op een e De koeien werden alle uit de wei gehaald Wat onze fietsen betreft, sommige stonden niet op slot Drie auto s kregen pech, maar andere haalden de eindstreep. MAAR Alle meisjes vonden hun idool geweldig, maar sommige (meisjes) vonden hem minder dan zij gehoopt hadden. Sommige als samentrekking: meisjes is na sommige weggelaten, in dit geval is sommige bijvoeglijk gebruikt en dient de n niet geschreven te worden Interpunctie Dubbele punt: Er volgt een opsomming ( die ook nadrukkelijk aangekondigd moet worden. Voor pannenkoeken heeft u nodig de volgende ingrediënten nodig: 200 g bloem, 3 eieren.. Er volgt een directe rede ( letterlijk aanhaling van wat iemand zei of schreef) Max vrouw schijnt eens gezegd te hebben : Ik wilde dat Karl eens wat meer kapitaal vergaard had in plaats van er alleen maar over te schrijven.

Sprake van andere uitleg of een oorzakelijk verband De piano is onbruikbaar: het klankbord is gebarsten Er wordt steeds meer gedronken in Nederland: sinds 1950 is het alcoholgebruik. Vaak kun je er het woordje want voor in de plaats zetten. Nooit dubbele punt na woorden als nl en o.a. De puntkomma; Zin is voltooid, mens zou ook een punt kunnen zetten De zin heeft een nauw verband met de erop volgende zin en dat verband kan niet met een dubbele punt worden weergeven Baudelaire heeft zijn korte leven lang gezocht naar de beste middelen om zijn geest te beïnvloedne; wijn was het eerste van de praktische middelen die hij gebruikte om dat doel te bereiken Hij spant zich geweldig in; helaas heeft dat weinig resultaat Aanhalingstekens: Om directe rede aan te geven, dus als men gesproken, geschreven of gedachte letterlijk in woorden weergeeft: Ik heb er bijzonder veel plezier in, zei hij, te kunnen vertellen dat ik zojuist vader ben geworden. Woord ironisch is gebruikt Het Nederlands elftal leverde een grootste prestatie door van het sterke voetballand Cyprus te winnen. Woord niet in gewone betekenis is gebruikt Wall Street is de slagader van de financiële wereld Weergeven van titels van boeken, platen, films etc. De dag van de Jakhals is de beste thriller van Frederick Forsyth De komma: Tussen woorden binnen 1 zinsdeel treft men aan in opsommingen, behalve als onderdelen van zo n inspanning verbonden zijn door en of of Gevraagd werd messen, vorken, lepels, borden en bekers mee te nemen. Opsomming van gelijke zinsdelen Het dorp ligt op 1 km van het station, op 3km van het strand en op 6 km van een van de oudste ruïnes van ons land. Rond een bijstelling Olivier B. Bommel, de bekende stripfiguur, is aan het eind van zijn lange carriére eindelijk met mejuffrouw Doddel getrouwd. Rond constructies met een voltooid of een tegenwoordig deelwoord Deze expositie, gehouden in het park Sonsbeek, trok opvallend veel bezoekers. STIJL Foutieve samentrekking Woord in 1 e en 2 e deel voorkomt, mag vaak in 2 e deel weggelaten worden Beide woorden of woordgroepen moeten dezelfde vorm en betekenis hebben Beide vervullen dezelfde grammaticale functie in de zin

De 2 delen van de zin hebben een vergelijkbare zinsbouw ( met name volgorde van ow en pv) de minister zat de kabinetsperiode uit als aangeschoten wild en (de minister) verdween daarna uit de actieve politiek. Bepaalde taalfouten worden vaak gemaakt, maar merkt men in de praktijk zelden op Bepaalde taalfouten 1 e deel onderwerp, 2 e deel is het het lijden voorwerp, dus kan niet Foutieve beknoping In de bijzin ow en pv weg of vervangt de pv door deelwoord of door te+ onbepaalde wijs. Mag alleen na Als bijvoegelijke bepaling direct na het antecedent waarop die bepaling betrekking heeft Indien het geïmpliceerde onderwerp van de beknopte bijzin identiek is aan het ow van de hoofdzin. Discongruentie Ow en pv dienen altijd in persoon en in getal met elkaar overeen te stemmen. Een troep soldaten marcheerde over de hei Troep is enkelvoudig dus marcheerde moet ook enkelvoudig Asymmetrie Gelijkheid in de bouw en in de vorm van de zin noemen we symmetrie, sprake van als in een zin onderdelen staan die Dezelfde vorm hebben ( bijv 2 voornaamwoorden in dezelfde persoon enkelvoud) Op dezelfde manier zijn opgebouw ( bijv 2 bijzinnen) Men zegt dat pindakaas kankerverwekkend is, maar men zegt zoveel Men zegt dat pindakaas kankerverwekkend is, maar ze zeggen zoveel ( klopt dus niet) Foutieve inversie In een zin het onderwerp achter de persoonsvorm, dit mag alleen als: Vraagzinnen In zinnen waarin een zinsdeel (evt in de vorm van een bijzin) voor de persoonsvorm staat) Zoals hier: Morgen ontbijten we om acht uur. Verkeerde woordvolgorde: woorden die bij elkaar horen, moeten zo dicht mogelijk bij elkaar: NIET ALLE bejaarden houden van het leven in bejaardenflats ALLE bejaarden houden NIET van het leven in bejaardenflats Onoverzichtelijke zinnen: Lang en ingewikkeld, komt meestal doordat: Dingen die bij elkaar horen, te ver uit elkaar zet ( waardoor je niet op woordvolgorde let)

Teveel mededelingen in 1 zin propt Verwijswoorden Hen,Hun en Ze Hun: alleen als meewerkend voorwerp, en dan uitsluitend als je er geen aan of voor voor zet. Hen: alleen als meewerkend voorwerp waar wel aan of voor staa, in het algemeen na een voorzetsel en als lijdend voorwerp Ze: in plaats van hun en hen kun je ook ze gebruiken HEN: iedere avond hoor je hen stampen en schreeuwen HUN: als je de buren ziet, moet je hun vragen of ze voortaan s avonds niet zo n herrie willen maken. DAT EN WAT WAT: dit is iets wat ik niet had verwacht. Dat: waar is het boek dat ik gisteren aan het lezen was? Wat gebruik je: Als het op de hele zin terugslaat Als het terugslaat op een van de woorden : alles, dat, datgene, niets, iets en veel Na een overtreffende trap Na een voorzetsel VOEGWOORDEN Maar: houdt een tegenstelling in, moet ook uit zin blijken Een schilderachtige beek slingerde zich door het landschap, maar er lag wel een enorme gifbelt onder de grond. FOUT: een schilderachtige beek slingerde zich door het landschap, maar (EN) er waren ook romantische weiden met pasgeboren kalveren. MITS EN TENZIJ Mits: drukt voorwaarde uit, je kunt mits altijd vervangen door : als, indien of op voorwaarde dat Ik kom, mits ik word uitgenodigd. Tenzij is een ontkenning met de betekenis als niet Ik kom op tijd, tenzij het school vroeg begint ( als het schoolfeest niet vroeg begint) Omdat doordat Doordat: oorzaak gevolg relaties Doordat het zo glad was, slipte ik en reed ik tegen een boom Omdat: bij reden gevolg

Omdat het ijzelt, ga ik vandaag niet naar mijn werk Contaminatie Woorden en uitdrukkingen op verkeerde manier gebruiken: Mag ik even voorbij passeren? (voorbij gaan + passeren) We doen dit overnieuw. (over + opnieuw) Pleonasme en tautologie Pleonasme: 2 keer hetzelfde zeggen door bij synoniemen Sinterklaas rijdt op een witte schimmel. Tautologie: herhaal je de inhoud, 2 keer eenzelfde woordsoort gebruikt: Enkel en alleen met hem wil ik op stap Bang en angstig zaten de kindertjes naar de griezelfilm te kijken.