Primair CZS Lymfoom (PCNSL)



Vergelijkbare documenten
Primair centraal zenuwstelsel lymfoom

HOVON 105: rituximab bij de behandeling van het primair centraal zenuwstelsel lymfoom - een gerandomiseerde fase IIIintergroupstudie

Nut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk

Richtlijn: Primair Centraal Zenuwstelsel Lymfoom (PCSNL)

Titel: HOVON 105. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek

Centraal Zenuwstelsel Lymfoom Diagnostiek Therapie. Jacoline Bromberg, neuro-oncoloog Jeanette Doorduijn, hematoloog

Lymfomen in het centraal zenuwstelsel

Systemische intensieve immunochemotherapie, behandeling, bij oudere patiënten met een centraalzenuwstelsellokalisatie van een agressief B-cellymfoom

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg

Richtlijn leptomeningeale metastasen van solide tumoren

Centraal-zenuwstelsellymfomen. H. Haaxma-Reiche, G.W. van Imhoff, Ph. Poortmans, M.J. van den Bent CZS LYMFOMEN 1

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

Studie medicijnen Groningen

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Behandelresultaten en prognose bij patiënten met centralezenuwstelsellokalisaties van het non-hodgkin-lymfoom

Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Landelijk Contactdag 2017

Intensivering deel IIA en IIB (duur circa 50 dagen)

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten

Wel of Niet starten?

Nederlandse samenvatting

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

Acute myeloïde leukemie. Annoek Broers 7e nascholing hematologie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Sarcoma State of the art deel 2

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

Meer sparend bestraling van de axilla? Less is more (than enough) Nicola Russell

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Ontregeling van het immuunsysteem bij psychose

HOVON 119 (Mantelcel lymfoom, MCL) / Lymfomen & Reticuloendotheliale Tumoren, non-hodgkinlymfoom

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken

Oncologische zorg bij ouderen

2.3 Ouderen. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 91

OLIJFdag 3 oktober 2015

Bestraling met protonen

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

Radiotherapie bij prostaatkanker: een stralende toekomst. Karin Haustermans

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

Acute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen

HOVON Educational Hodgkin lymfoom Biologie & Pathologie

Nederlandse samenvatting

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Nederlandse samenvatting

Non-Hodgkin Lymfomen: naar therapie op maat?

Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2

Waldenström s Macroglobulinemia familie en secundaire maligniteiten

Als er vragen zijn over een specifieke studie neem gerust contact op met de desbetreffende contactpersoon.

Niet-cardiogeen longoedeem bij chemotherapie voor acute myeloide leukemie. MDO IC Radboud UMC. N.Postma

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers

Morbus Waldenström en IgM geassocieerde polyneuropathie. Anna van Rhenen Klinische dag NVVH

Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

HOVON 93 (Leukemie, AML) / acute myeloïde leukemie

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Richtlijn Neurologische complicaties van hematologische maligniteiten

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

DIFFUUS GROOTCELLIG B-CELLYMFOOM

chemoradiatie en chemotherapie bij het rectumcarcinoom

Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken

HOVON 130 (Non-Hodgkin lymfoom) / non-hodgkinlymfoom

Immunotherapie met CAR-T-cellen. Sébastien Anguille, MD, PhD

Universitair Medisch Centrum Utrecht NL HOVON 105 PCNSL. Patiënteninformatie behorende bij het onderzoek:

Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma. Hedwig Blommestein

Behandeling Mantelcellymfoom anno 2019

DoNaMo GU Blaascarcinoom. André Bergman & Martijn Kerst 9 september 2015 NKI-AVL

Neutropenie bij ABVD. Mirjam Oudshoorn. Co-authors Sabina Kersting, Ward Posthuma, Marjolein Donker

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tissue microarray in prognostic studies on vulva cancer Fons, G. Link to publication

Ouderen met kanker. population-based studies van co-morbiditeit uit de oncologische praktijk Jan Willem Coebergh Kankersurveillance, Erasmus MC

INFORMATIEBLAD. Beste patiënt(e),

Studies bij ouderen. Overwegingen, eindpunten en een praktijkvoorbeeld uit de regio

Heeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker?

Zorg voor Uitkomst. Analyse en Rapportage. Dr. ir.w.f. (Wim) van den Bosch 7 februari Disclosure belangen van spreker

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten. 13 september 2011

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online

Transcriptie:

Primair CZS Lymfoom (PCNSL) Dit is een non- Hodgkin lymfoom, dat per definitie uitsluitend in het centrale zenuwstelsel (hersenen, leptomeningen, ruggenmerg en oog) gelokaliseerd is. De incidentie is ca 3 per 1.000.000 per jaar.1 In 95% van de gevallen is het PCNSL een B- cel lymfoom, meestal van het grootcellige type, met immunohistochemische expressie van B- celmarkers zoals CD 20 en CD 79a. Hoewel PCNSL doorgaans imponeert als een focaal of multifocaal proces wordt bij obductie vaak diffuse infiltratie van het lymfoom in de hersenen gevonden, ook in gebieden die radiologisch normaal lijken te zijn. Klinische verschijnselen De meest voorkomende lokalisatie van het PCNSL is de hersenen, waarbij het veelal een periventriculair of in het corpus callosum gelegen ruimte- innemend proces betreft dat in ca 40% van de patienten multifocaal is. Klinische verschijnselen van het PCNSL zijn doorgaans passend bij een ruimte- innemend proces in de hersenen en kunnen zowel tekenen van verhoogde intracraniële druk zijn als cognitieve of focale symptomen. Cognitieve- en gedragsstoornissen komen relatief veel voor (meer dan 50% van de patienten).2 Door snelle groei van de tumor zijn symptomen doorgaans in enkele weken snel progressief. Bij 25-40% van de patiënten is tevens sprake van een liquor lokalisatie. Dit kan leiden tot hersenzenuwuitval of radiculaire symptomen maar is meestal asymptomatisch. Een intraoculair lymfoom wordt gevonden bij 5-20% van de PCNSL patienten. Dit presenteert zich klinisch met een, meestal bilaterale, chronische uveitis met wazig zien en mouches volantes, maar is asymptomatisch in de helft van de gevallen.3 Geisoleerd intraoculair lymfoom kan maanden tot zelfs jaren voorafgaan aan symptomen van een intracerebraal lymfoom; het wordt gezien als een uiting van een PCNS lymfoom. Liquor diagnostiek De liquor is afwijkend bij 2/3 van de patienten. Bij ca 25% van de patienten kunnen lymfoomcellen worden aangetoond in de liquor met behulp van cytomorfologie en immunofenotypering.4 Bij alle patiënten met een lesie verdacht voor een PCNSL dient indien mogelijk liquoronderzoek plaats te vinden ter stadiering en eventueel voor het stellen van de diagnose. Oogheelkundig onderzoek. Met behulp van spleetlamponderzoek kan ontsteking in het glasvocht of neerslag in de cornea worden aangetoond. Voorts kunnen bij funduscopie geel- oranje subretinale infiltraten worden gezien die pathognomonisch zijn voor primair intraoculair lymfoom. Middels pathologisch onderzoek van het glasvocht na

vitrectomie kan dan soms de diagnose lymfoom gesteld worden.3 Patiënten met een laesie verdacht voor een PCNSL dienen oogheelkundig onderzocht te worden ter stadiering, soms kan hierdoor ook de diagnose gesteld worden. Omgekeerd dient bij patiënten met een primair oculair lymfoom analyse te worden gedaan naar lokalisaties elders in het centrale zenuwstelsel middels neurologisch onderzoek, MRI- hersenen en liquoronderzoek. Pathologisch anatomisch onderzoek Indien in liquor of glasvocht lymfoomcellen worden aangetoond kan een hersenbiopsie achterwege gelaten worden. In alle andere gevallen is een biopsie noodzakelijk teneinde een zekere diagnose te verkrijgen. Prognostische factoren Leeftijd en performance status zijn waarschijnlijk de belangrijkste prognostische factoren zowel voor overleving als voor late toxiciteit van behandeling.5 Verder zijn mogelijk verhoogd serum LDH, hoog liquor eiwit en diep gelegen processen slechte prognostische factoren.6 Behandeling Corticosteroiden Corticosteroiden, met name dexamethason, kunnen een gunstig effect hebben zowel op de symptomen als op de tumor zelf. Bij lymfomen kunnen steroiden een cytotoxisch effect op de tumor hebben en bij ca. 40% van de patiënten treedt binnen enkele dagen een significante afname of zelfs verdwijnen van de tumor op waardoor het soms niet meer mogelijk is de diagnose te stellen.2 Deze tumor afname is echter niet pathognomonisch voor een lymfoom: in de helft van de gevallen is sprake van een andere ziekte zoals MS, ADEM, of een inflammatoire of zelfs vasculaire aandoening.7 Bovendien is dit effect doorgaans maar kortdurend en kan het niet als behandeling gezien worden. Corticosteroiden zijn dan ook relatief gecontraindiceerd voordat een zekere diagnose gesteld is. Operatie Chirurgie heeft geen plaats in de behandeling van het PCNSL behalve voor het verkrijgen van de diagnose: resectie verbetert de duur van de overleving niet.

Radiotherapie Radiotherapie verbetert de mediane overleving van 4 maanden met uitsluitend chirurgie naar 12-18 maanden, maar met slechts 3-4% 5- jaars overleving.8 Omdat PCNSL doorgaans een multifocale of diffuse ziekte is wordt de totale schedelinhoud bestraald met 40 50 Gray. Hogere bestralingsdoses en extra doses op het tumorgebied verbeteren de prognose niet.9 Belangrijkste nadeel is late toxiciteit, mn bestralingsencephalopatie. Deze wordt gezien bij 25-30% van de patiënten na 5-8 jaar, en zelfs bij 80 % van de patiënten ouder dan 60 die meer dan 1 jaar overleven na behandeling.10 Chemotherapie Patiënten tot 60 jaar Standaardbehandeling bij patiënten tot 60 jaar is vooralsnog chemotherapie met als belangrijkste bestanddeel hoge dosis methotrexaat (HD- MTX) al dan niet gevolgd door radiotherapie van de schedelinhoud.11,12 Hoewel er geen gerandomiseerde studies zijn die radiotherapie met en zonder deze chemotherapie met elkaar vergelijken, zijn in diverse multi- centre studies mediane overlevingen gevonden van 30-40 maanden met ca. 30% 5 jaars overleving en lijkt genezing in een beperkt percentage van patiënten mogelijk.12,13 Dit gaat ten koste van een behandelingsgerelateerde mortaliteit van tot 10%. Het is nog niet duidelijk wat de beste combinatie van middelen is. Het enige andere cytostaticum waarvan in een gerandomiseerde (fase II) studie aannemelijk is gemaakt dat het effectief is bij primair CZS lymfoom is hoge dosis Cytarabine of Ara- C.14Vanwege het risico op late cognitieve achteruitgang door bestralingsencephalopathie wordt in sommige, met name buitenlandse, centra, bij een goede respons de radiotherapie achterwege gelaten of uitgesteld. Gunstige overlevingspercentages zijn ook gemeld na behandeling met uitsluitend chemotherapie en het achterwege houden van radiotherapie tot een eventueel recidief optreedt.15 Een recente grote gerandomiseerde fase III studie laat zien dat bij patiënten met een complete respons na chemotherapie de mediane progressie- vrije overleving toeneemt door bestraling; wel werd daardoor meer late neurotoxiciteit gezien.16 In deze studie kon niet worden uitgesloten dat er door vroege radiotherapie een verschil in totale overleving is, al was een dergelijk effect in deze studie niet zichtbaar. Hierdoor, en doordat in eerdere studies wel aanwijzingen waren voor betere overleving wanneer chemotherapie gevolgd werd door bestraling, wordt uitsluitend chemotherapie nog niet overal geaccepteerd als standaardbehandeling.17 Een mogelijke oplossing voor dit dilemma is dosisreductie van de radiotherapie in geval van goede respons op chemotherapie om hiermee het risico van neurotoxiciteit te reduceren.

Patiënten > 60 jaar Ook bij patiënten > 60 jaar is de voorkeursbehandeling systemische HD- MTX- bevattende chemotherapie mits zij in goede conditie verkeren en er geen ernstige comorbiditeit (mn renale of cardiale dysfunctie) is. Bij patiënten met een slechte performance status is de prognose dermate slecht dat behandeling met radiotherapie, hetgeen minder belastend en op de korte termijn minder potentieel toxisch is, valt te overwegen.18 Indien een adequate respons op chemotherapie wordt verkregen, wordt bij deze patiënten radiotherapie doorgaans weggelaten vanwege het risico op late cognitieve schade dat beduidend groter is in deze leeftijdsgroep.19 Rituximab Rituximab is een chimerisch monoclonaal antilichaam tegen CD20 dat het behandelingsresultaat van het systemisch NHL aanzienlijk heeft verbeterd. De waarde van intraveneus rituximab bij het PCNSL is onbekend. Gezien de minimale penetratie door de intacte bloed- hersen- barrière is activiteit geenszins zeker. Een gerandomiseerde fase III studie (HOVON 105/ALLG NHL24) zal hierover hopelijk uitsluitsel geven. Deze zal vanaf medio 2010 lopen in diverse Nederlandse hematologische centra, waaronder het ErasmusMC. Behandeling in het Erasmus MC In het Daniel den Hoed oncologisch centrum van het Erasmus MC wordt aan patiënten tot 70 jaar in een acceptabele conditie (WHO/ECOG 0-2) deelname aan bovengenoemde HOVON 105 studie aangeboden. In deze studie zullen zij worden behandeld met 2 kuren MBVP chemotherapie volgens het EORTC schema (HD- MTX, teniposide, BCNU, prednison) gevolgd door een kuur hoge dosis Ara- C. In deze studie zal gerandomiseerd worden tussen wel of niet aanvullend behandeling met intraveneus Rituximab. Bij patiënten tot 60 jaar zal daarna radiotherapie van de schedelinhoud volgen, waarbij de dosis gereduceerd zal worden bij patiënten met een complete respons op de chemotherapie. Patiënten tussen 60 en 70 in een goede conditie worden met dezelfde chemotherapie behandeld: indien hierdoor een goede respons ontstaat wordt radiotherapie achterwege gelaten vanwege het grote risico op toxiciteit bij deze patiëntengroep. Patiënten in een matige of slechte conditie worden alleen bestraald. Patiënten in een goede conditie die besluiten niet deel te nemen aan de studie worden behandeld zoals in de controle arm van de HOVON 105 studie, met MBVP en hoge dosis ara- C chemotherapie gevolgd door bestraling afhankelijk van leeftijd en respons op behandeling.

Literatuur 1. van der Sanden GA, Schouten LJ, van Dijck JA et al. Primary central nervous system lymphomas: incidence and survival in the Southern and Eastern Netherlands. Cancer. 2002; 94:1548-1556 2. DeAngelis LM. Primary central nervous system lymphoma. Curr Opin Neurol. 1999; 12:687-691 3. Ferreri AJ, Blay JY, Reni M et al. Relevance of intraocular involvement in the management of primary central nervous system lymphomas. Ann Oncol. 2002; 13:531-538 4. Balmaceda C, Gaynor JJ, Sun M et al. Leptomeningeal tumor in primary central nervous system lymphoma: recognition, significance, and implications. Ann Neurol. 1995; 38:202-209 5. Abrey LE, Ben- Porat L, Panageas KS et al. Primary central nervous system lymphoma: the Memorial Sloan- Kettering Cancer Center prognostic model. J Clin Oncol. 2006; 24:5711-5715 6. Ferreri AJ, Reni M, Pasini F et al. A multicenter study of treatment of primary CNS lymphoma. Neurology. 2002; 58:1513-1520 7. Bromberg JE, Siemers MD, Taphoorn MJ. Is a "vanishing tumor" always a lymphoma? Neurology. 2002; 59:762-764 8. Rampen FH, van Andel JG, Sizoo W et al. Radiation therapy in primary non- Hodgkin's lymphomas of the CNS. Eur J Cancer. 1980; 16:177-184 9. Nelson DF, Martz KL, Bonner H et al. Non- Hodgkin's lymphoma of the brain: can high dose, large volume radiation therapy improve survival? Report on a prospective trial by the Radiation Therapy Oncology Group (RTOG): RTOG 8315. Int J Radiat Oncol Biol Phys. 1992; 23:9-17 10. Omuro AM, Ben Porat LS, Panageas KS et al. Delayed neurotoxicity in primary central nervous system lymphoma. Arch Neurol. 2005; 62:1595-1600 11. Bessell EM, Hoang- Xuan K, Ferreri AJ et al. Primary central nervous system lymphoma: biological aspects and controversies in management. Eur J Cancer. 2007; 43:1141-1152 12. Batchelor T, Loeffler JS. Primary CNS lymphoma. J Clin Oncol. 2006; 24:1281-1288 13. Poortmans PM, Kluin- Nelemans HC, Haaxma- Reiche H et al. High- dose methotrexate- based chemotherapy followed by consolidating radiotherapy in non- AIDS- related primary central nervous system lymphoma: European Organization for Research and Treatment of Cancer Lymphoma Group Phase II Trial 20962. J Clin Oncol. 2003; 21:4483-4488 14. Ferreri AJ, Reni M, Foppoli M et al. High- dose cytarabine plus high- dose methotrexate versus high- dose methotrexate alone in patients with primary CNS lymphoma: a randomised phase 2 trial. Lancet. 2009; 374:1512-1520

15. Pels H, Schmidt- Wolf IG, Glasmacher A et al. Primary central nervous system lymphoma: results of a pilot and phase II study of systemic and intraventricular chemotherapy with deferred radiotherapy. J Clin Oncol. 2003; 21:4489-4495 16. Thiel E, Korfel A, Martus P et al. High- dose methotrexate with or without whole brain radiotherapy for primary CNS lymphoma (G- PCNSL- SG- 1): a phase 3, randomised, non- inferiority trial. Lancet Oncol. 2010; 11:1036-1047 17. Bessell EM, Lopez- Guillermo A, Villa S et al. Importance of radiotherapy in the outcome of patients with primary CNS lymphoma: an analysis of the CHOD/BVAM regimen followed by two different radiotherapy treatments. J Clin Oncol. 2002; 20:231-236 18. Schuurmans M, Bromberg JE, Doorduijn J et al. Primary central nervous system lymphoma in the elderly: a multicentre retrospective analysis. Br J Haematol. 2010; 151:179-184 19. Abrey LE, DeAngelis LM, Yahalom J. Long- term survival in primary CNS lymphoma. J Clin Oncol. 1998; 16:859-863