Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht



Vergelijkbare documenten
Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

in Flevoland Heeft u er last van of wilt u het gebruiken?

MEMO. Datum : 28 januari Aan. Van. Afschrift. : Stedelijke commissie. : Hans van Agteren

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Voorstel voor de Raad

Raadsvoorstel. Datum raadsavond Wordt later ingevuld Programma Duurzaamheid en Mobiliteit Onderwerp Grondwaterbeleidsplan 2012 t/m 2014

Module C2500 Grondwateronderzoek. Inhoud

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

Grondwater in Delfland

datum dossiercode Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

Grondwaterbeleidsplan. Gemeente Dalfsen

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

De Veranderende Zorgplicht

Visie Grondwaterbeheer

Nieuwe riolering in uw straat

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Basisopleiding Riolering Module 1

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Grondwaterbeleidskader Stromend grondwater verbindt

Richtlijnen ter voorkoming van grondwateroverlast in nieuw bebouwd gebied

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1

Uitwerking grondwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

primaire, secundaire en tertiaire watergangen.

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Stromingsbeeld Rotterdam

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

2. Bestuurlijke aanleiding en vraag De aanleiding voor het opstellen van het Afvalwaterketenplan is

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Afsprakennotitie voor ruimtelijke plannen met mogelijk een groot waterbelang (normale procedure)

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

5.18. Grondwateronttrekkingen. Kader

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Het waterschap en Grondwater. Bewonersavond 24 maart 2016

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

Notitie. 1. Beleidskader Water

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Hoe kom ik van grondwaterproblemen af?

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN KOM NOORD, PARTIËLE HERZIENING LEEMKUUL 8

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN

4 Beleid voor afvalwater, grondwater, hemelwater en oppervlaktewater.

Beleidsnota grondwaterbeheer Delfland

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Raadsstuk. 184/ september 2008 WZ/ogv 08/ Gemeentelijk Grondwaterplan Aan de Raad der gemeente Haarlem

TOETSING VERBREED GRP

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

ONTWERPNOTA GRONDWATER

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN.

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Module A3000 Samenwerking tussen gemeente en waterschap. Inhoud

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Besluit Watervergunning

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP)

Transcriptie:

Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht GRONDWATERPLAN 2015-2018

Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel/Doelstellingen... 3 1.3 Afbakening... 4 1.4 Geldigheidsduur... 5 1.5 Procedure en tijdspad... 6 2. KADERS... 7 2.1 Inleiding... 7 2.2 Grondwaterbeheer en ruimtelijke ordening... 7 2.3 Grondwaterzorgplicht... 8 2.4 Rolverdeling... 9 3. GEMEENTELIJKE DOELSTELLINGEN... 15 3.1 Inzicht grondwaterpeil... 15 3.2 Meldpunt openbare ruimte... 16 3.3 Advisering bewoners... 16 3.4 Grondwaterstanden in relatie tot functie bodem... 17 3.5 Onderhoud drainagesystemen en grondwatermeetnet... 18 4. FINANCIËLE EN PERSONELE CONSEQUENTIES... 19 4.1. Inleiding... 19 4.2 Grondwaterloket... 19 4.3 Tegengaan grondwateroverlast... 19 4.4 Grondwatermeetnet... 20 4.5 Beheerprogramma GBI... 21 2

1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Het behoort vanouds tot de taak van gemeenten om een rioleringsstelsel aan te leggen en dit te beheren/exploiteren. Daartoe wordt stedelijk afvalwater ingezameld, getransporteerd en gezuiverd. Sinds 1 januari 2008 heeft onze gemeente door de Wet Verankering en Bekostiging Gemeentelijke Watertaken ook zorgplichten op het gebied van grondwater en hemelwater gekregen, naast de zorgplicht op het gebied van afvalwater. Deze zorgplichten zijn meegenomen bij het opstellen van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2009-2013 dat de Raad op 12 september 2008 heeft vastgesteld. Vervolgens is de Wet Verankering en Bekostiging Gemeentelijke Watertaken per 22 december 2009 opgegaan in de Waterwet. De zorgplichten op het gebied van grondwater en hemelwater blijven, naast de zorgplicht op het gebied van afvalwater, hiermee gehandhaafd in de wetgeving. Door middel van het Grondwaterplan 2010 dat de Raad op 7 december 2009 heeft vastgesteld is de invulling van de zorgplicht op het gebied van grondwater verder vormgegeven. De bovengenoemde zorgplichten zijn meegenomen bij het opstellen van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2014-2018 dat de Raad op 9 september 2013 heeft vastgesteld. Het grondwaterplan is één van de beleids- en beheerplannen die volgens het GRP dient te worden geactualiseerd. In het voorliggende Grondwaterplan 2015-2018 wordt ten aanzien van grondwater, aansluitend op het GRP, een visie en de benodigde onderzoeken en maatregelen nader geformuleerd. 1.2 Doel/Doelstellingen Met de inwerkingtreding van de grondwaterzorgplicht heeft onze gemeente een taak gekregen op het gebied van grondwater voor zover dit niet onder de verantwoordelijkheid van waterschap of provincie valt. De gemeentelijke zorgplicht heeft betrekking tot het ondiepe stedelijk grondwater. Wat hieronder wordt verstaan, wordt in paragraaf 1.3 toegelicht. Met betrekking tot grondwater is het belangrijk dat onze gemeente een goed inzicht verkrijgt in het ondiepe grondwaterpeil, met als doel zoveel mogelijk kunnen voorkomen en beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Door vaststelling van dit grondwaterplan legt de gemeenteraad het grondwaterbeleid en de financiering hiervan voor de komende planperiode vast. De zorgplicht benadrukt de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om maatregelen te nemen die grondwaterproblemen voorkomen. Dit grondwaterplan maakt duidelijk onder welke omstandigheden een bewoner van onze gemeente mag verwachten wanneer door ons maatregelen worden getroffen om 3

overlast van grondwater te beperken of te voorkomen en onder welke omstandigheden wij iets van de bewoner mogen verwachten. Met dit grondwaterplan van onze gemeente Hendrik-Ido-Ambacht worden de volgende doelstellingen nagestreefd: 1. Inzicht geven in het grondwaterpeil binnen de gehele gemeente, met het oog op dienstverlening richting bewoners en projecten waarin grondwater een rol kan spelen. 2. Het waarborgen van een meldpunt richting bewoners en bedrijven voor vragen, opmerkingen en klachten omtrent grondwater. 3. Het adviseren van bewoners en het bevorderen van samenwerking tussen betrokken bewoners en andere belanghebbenden wanneer er sprake is van (structurele) grondwaterproblemen. 4. Waarborgen dat werkzaamheden in de bodem (zonder functieverandering van de bodem) niet leiden tot overlast door een gewijzigde grondwaterstand. 5. Waarborgen dat drainerende voorzieningen en het meetnet in goede staat verkeren. 1.3 Afbakening Dit grondwaterplan gaat over het ondiepe grondwater in onze gemeente. Dit is het grondwater dat zich in de bovenste meters van de bodem bevindt, ook wel freatisch grondwater genoemd. Het plan heeft primair betrekking op de grondwaterkwantiteit. Grondwaterkwaliteitsaspecten komen in dit plan uitsluitend aan bod in relatie tot de lozing op de riolering bij bronbemaling waarbij toetsing op grondwaterkwaliteit plaatsvindt alvorens dit naar de zuivering van het waterschap wordt afgevoerd. Grondwaterbeheer vindt zich niet op zichzelf plaats, maar heeft raakvlakken met maatschappelijke vraagstukken zoals duurzaamheid, klimaatverandering en ruimtelijke ordening. In Drechtsteden verband wordt samen met de omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid gewerkt aan het visiedocument Gegronde Drechtsteden. In het onderstaande kader wordt dit nader toegelicht. Visiedocument Gegronde Drechtsteden Het visiedocument Gegronde Drechtsteden biedt een inspiratie- en handelingskader voor iedereen die betrokken is bij een duurzame ontwikkeling van Drechtsteden. De visie biedt tevens een kennisbasis voor alle facetten van de ondergrond die in de praktijk van planvorming en projecten verzilverd kan worden. De uitdaging is om de ondergrond in al zijn facetten vroegtijdig in de planvorming mee te nemen zodat ondergrondkansen benut kunnen worden en het gebruik van de ondergrond meer dan nu duurzaam geordend kan worden. Om dit te realiseren biedt Gegronde Drechtsteden : een ondergrondagenda die dient als handelingskader inclusief checklisten ( module 1) een kennisfundament voor alle voor relevante ondergrondkwaliteiten (module 2) een aantal instrumenten die helpen de ondergrondkwaliteiten te operationaliseren (module 3) Deze visie kent dus een koppeling met de kwantitatieve aspecten van dit grondwaterplan met de regulatiekwaliteiten van de ondergrond zoals waterbergende en waterfilterende bodem vanuit de gedachtegang dat de bodem zelf een levend systeem is. Tevens wordt in de visie de productiekwaliteiten van de ondergrond in de kader van de voorraad drinkwater en grondwater beschreven vanuit de gedachte dat wij van alles halen uit de bodem. 4

In het waterbeheer wordt onderscheid gemaakt tussen het watersysteem en de (afval)waterketen. Onder het watersysteem verstaan we alle onderdelen van de hydrologische kringloop: van zee via wolken, neerslag en het land weer terug naar de zee. Met de (afval)waterketen bedoelen we het circuit van kraanwater tot afvalwater en weer terug naar oppervlaktewater of grondwater. Voor stedelijk grondwater is onderscheid te maken tussen enerzijds het grondwater in het dieper gelegen watervoerend pakket en anderzijds het grondwater in het bovenste, ondiepe pakket. Zoals genoemd in paragraaf 1.2 is dit grondwaterplan een uitwerking van de gemeentelijke zorgplicht die betrekking heeft tot het ondiepe stedelijk grondwater. De stijghoogte van het ondiepe grondwater, het grondwaterpeil, is van belang voor het grondgebruik en de te nemen maatregelen bij dit gebruik. Dit geldt voor gebouwen (kruipruimten) en voor aanleg en onderhoud van groen en wegen. Enkele hydrologische begrippen zijn schematisch weergegeven in figuur 1. Figuur 1: Schematisatie hydrologische begrippen 1.4 Geldigheidsduur Dit grondwaterplan wordt vastgesteld voor de geldende periode van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Als planperiode is de periode gehanteerd van 2015 tot en met 2018. Voor een dergelijke periode kan een overzichtelijk beeld worden geschetst van de benodigde middelen en financiering. Met behulp van operationele plannen zal het college jaarlijks gedurende de planperiode op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen 5

1.5 Procedure en tijdspad Ten aanzien van het opstellen van het grondwaterplan is de volgende procedure aangehouden: Inventariseren van gegevens Beleidsdoelstellingen opstellen vanuit GRP Opstellen ontwerp grondwaterplan Definitief grondwaterplan wordt aangeboden aan B&W en raad Toelichting bovenstaand schema: 1. De eerste stap is het inventariseren van de beschikbare gegevens en informatie op het gebied van grondwaterproblematiek. 2. Vervolgens opstellen van beleidsdoelstellingen voor de looptijd van het grondwaterplan op basis van de kaderscheppende doelstellingen uit het GRP. 3. Opstellen ontwerp grondwaterplan en ambtelijk bespreken met het waterschap Hollandse Delta en de eventuele aanpassingen die hieruit volgen, verwerken. 4. Na de collegebehandeling wordt het plan op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Het door de Raad vastgestelde plan wordt vervolgens ter inzage gelegd. 6

2. KADERS 2.1 Inleiding Het opstellen van een nieuw grondwaterplan is de uitwerking van een maatregel van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) waarin de hoofdlijnen met betrekking tot grondwater zijn beschreven. Het grondwaterplan is net als het GRP strategisch van aard en maakt onderdeel uit van de invulling van de wettelijke zorgplicht voor grondwaterbeheer. Het uitvoeren van maatregelen, verkrijgen van gegevens en het wijzigen van beleidslijnen kan resulteren in het actualiseren van het grondwaterplan. Het grondwaterplan is in eigen beheer opgesteld wegens de minder-meer opgave van het Bestuursakkoord Water (BAW). Deze opgave wordt nader toegelicht in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk worden de kaders van het ondiepe grondwater weergegeven. Tevens wordt de rolverdeling tussen verschillende overheden beschreven. 2.2 Grondwaterbeheer en ruimtelijke ordening Ook binnen de ruimtelijke ordening, voornamelijk binnen het toetsingskader voor de besluitvorming omtrent de inrichting van gronden, speelt grondwater een belangrijke rol. Er zijn vier verschillende fasen te onderscheiden waarin het grondwaterbelang moet worden onderkend: - grondwaterregime in de inventarisatiefase; - grondwaterregime in de bestemmingsplanfase; - grondwaterregime in de inrichtingsfase; - grondwaterregime in de beheerfase. Grondwaterregime in de inventarisatiefase In de inventarisatiefase staat samenwerking centraal. Hoewel voornamelijk Rijkswaterstaat en de waterschappen in deze fase invloed uitoefenen, spelen ook Rijk, provincie en gemeente vaak een rol in deze fase. Het gaat hierbij voornamelijk om het verkrijgen van informatie betreffende het reeds bestaande en voorzienbare toekomstige grondwatergebruik, de aanwezige grondwaterbeschermingsgebieden die door de provincie zijn aangewezen en de effecten van de ruimtelijke ontwikkelingen op het grondwatersysteem. Grondwaterregime in de bestemmingsplanfase Met het ondertekenen van het Nationaal Bestuursakkoord Water (juli 2003) hebben de betrokken partijen (het Rijk, IPO, VNG en UvW) afgesproken de watertoets toe te passen bij alle nieuwe ruimtelijke -waterhuishoudkundig relevante- plannen en besluiten op alle bestuursniveaus. De watertoets is met ingang van 1 november 2003 wettelijk verplicht voor structuurvisies, bestemmingsplannen, van de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) regelt een verplichte waterparagraaf in de toelichting bij de genoemde ruimtelijke plannen en het vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 Bro met het waterschap. In de bestemmingsplanfase wordt het grondwateraspect dus concreet gemaakt in het bestemmingsplan door middel van een watertoets en waterparagraaf. Dit geldt ook bij het wijzigen van een bestemmingsplan. 7

De watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen. De watertoets waarborgt hierdoor dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en evenwichtig in beschouwing worden genomen. Dit heeft tot doel om voorzienbare problemen met onder andere grondwater zoveel mogelijk worden voorkomen. In deze fase is het ook belangrijk dat het GRP hierin wordt meegenomen, evenals het grondwaterplan waarin de gemeentelijke grondwaterzorgplicht nader is geconcretiseerd. Het is van belang dat op een duurzame wijze grondwateroverlast in nieuw te ontwikkelen gebied wordt voorkomen. Uit landelijke ervaring is gebleken dat bij nieuw te ontwikkelen gebied wordt bezuinigd op het voldoende ophogen van de bodem, het hebben van voldoende drooglegging en het aanleggen van duurzame ontwateringmiddelen. Gevolg daarvan is dat na oplevering van de woonwijken al snel klachten kunnen ontstaan. Op basis van een programma van eisen wordt aan derden die een gebied willen ontwikkelen, gecommuniceerd wat de eisen zijn op het gebied van waterhuishouding en riolering. Deze eisen hebben ook betrekking op de ontwatering. In overleg kan eventueel hiervan worden afgeweken, mits hier goede redenen en oplossingen voor zijn en dit past binnen het juridisch kader en het beleidskader van dit grondwaterplan. Grondwaterregime in de inrichtingsfase In de inrichtingsfase zijn de meeste voorziene problemen met eventuele grondwateroverlast al in kaart gebracht. In deze fase is het daarom van belang om te voorkomen dat in de toekomst grondwaterproblemen ontstaan. Het is daarom noodzakelijk om goed in beeld te krijgen wat de afzonderlijke verantwoordelijkheden van de belanghebbenden zijn bij het bouw- en woonrijp maken van gronden. Grondwaterregime in de beheerfase Gemeenten zullen zich in de beheerfase moeten inspannen om structurele grondwaterproblemen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Het grondwaterpeil is direct of indirect afhankelijk van verschillende factoren, zoals het peil van het oppervlaktewater, de bodemopbouw, de periode van het jaar, grondwateronttrekkingen, de infiltratie van regenwater in de bodem en het vervangen van oude riolen. Deze factoren worden beïnvloed door de natuur, drinkwaterbedrijven, grondwateronttrekkende industrie, private partijen, provincie, waterschap en gemeente. Onze gemeente is dan ook niet altijd verantwoordelijk voor de gevolgen van grondwateroverlast. Op basis van de grondwaterzorgplicht zijn de taken en verantwoordelijkheden van onze gemeente afgekaderd. 2.3 Grondwaterzorgplicht De taakverdeling en verantwoordelijkheden betreffende het beheer van het ondiepe grondwater is vastgelegd in de Wet Verankering en Bekostiging Gemeentelijke Watertaken, welke per 22 december 8

2009 is opgenomen in de Waterwet. Ook de kaders waarbinnen de gemeentelijke zorgplicht vallen zijn in de wet opgenomen. De zorgplicht voor grondwater wordt wettelijk als volgt beschreven: Waterwet Artikel 3.6 lid 1 De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. De bewoner houdt nadrukkelijk een verantwoordelijkheid en tevens is aan de gemeente ruimte gegeven om doelmatigheidsafwegingen te maken. De zorgplicht zoals gedefinieerd in de Waterwet werkt niet met terugwerkende kracht en is dus niet van toepassing op aansprakelijkheid voor eventuele schadesituaties uit het verleden. 2.4 Rolverdeling In deze paragraaf worden de rollen van de verschillende belanghebbenden op het gebied van grondwater beschreven. Wat precies tot het grondwaterbeheer moet worden gerekend, is echter niet expliciet gemaakt in de Waterschapswet en de Waterwet, uitgezonderd de regulering van onttrekkingen en infiltraties (met het oogmerk het grondwater later weer te onttrekken) en de gemeentelijke grondwaterzorgplicht. Perceelseigenaar Ten aanzien van de verantwoordelijkheid van particulieren is niet veel gewijzigd, eigenaren dienen nog steeds zelf te zorgen voor een goede staat van de eigen percelen en gebouwen en moeten, indien nodig, zelf waterhuishoudkundige en/of bouwkundige maatregelen treffen. Op eigen terrein zijn bewoners en bedrijven zelf verantwoordelijk om eventuele grondwaterproblemen op te lossen en te voorkomen, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van een ander, particulier of overheid. Onze gemeente wil hierin een faciliterende rol op zich nemen en de bewoner het mogelijk maken deze verantwoordelijkheid te nemen. Dit zal voornamelijk bestaan uit het delen van informatie over grondwater, alsook door het (in het uiterste geval) in ontvangst nemen van overtollig grondwater indien het probleem structureel van aard is en dit de meest doelmatige oplossing is. Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Onze gemeente heeft verschillende rollen in relatie tot grondwater. Deze rollen zijn gekoppeld aan de gemeentelijke grondwaterzorgplicht. De gemeentelijke grondwaterzorgplicht heeft betrekking op het ondiepere grondwater. In dit tekstgedeelte wordt eerst de werkwijze met betrekking tot rioolvervangingen beschreven. Vervolgens de aspecten die met afvoer van grondwater samenhangen en de rol van onze gemeente in relatie tot bewoners. Afsluitend wordt de relatie tussen dit grondwaterplan en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (GRP) toegelicht. 9

Rioolvervangingen Bij rioolvervangingen worden plaatselijk de grondwaterstanden gemonitord door het uitvoeren van aanvullend grondwateronderzoek, waarbij project-peilbuizen worden geslagen (0-meting). Dit onderzoek wordt als input gebruikt om te bepalen of drainage is benodigd in het projectgebied. Tijdens en/of na uitvoering van de werkzaamheden worden de project-peilbuizen bemeten. Hieruit zal blijken of op termijn sprake is van een wijziging in de grondwaterstand. Onze gemeente zal in de gevallen van grondwateroverlast tijdens en/of na werkzaamheden besluiten om maatregelen te treffen. Bij een traditionele rioolvervanging door middel van graven wordt voor de zekerheid een drainageleiding gelegd indien dit vanuit grondwateronderzoek wordt geadviseerd. De drainage die met betrekking tot rioolprojecten wordt aangebracht, mondt uit in de watergangen. Bij rioolvervanging wordt door bodemonderzoek bepaald of sprake is van bodemvervuiling. Bij aanleg van de drainage wordt rekening met een eventuele bodemvervuiling gehouden. Voorzieningen inzameling en transport grondwater De gemeentelijke zorgplicht op het gebied van grondwater raakt op een aantal punten het taakveld van het waterschap. Immers als de gemeente bij overtollig grondwater na inzameling besluit om dit af te voeren, zal dit water hoe dan ook naar het waterschap toe komen. Het grondwater zal geloosd worden op oppervlaktewater of in sommige gevallen direct in de afvalwaterketen, waarna uiteindelijk lozing plaatsvindt in het oppervlaktewater nadat het de zuivering van het waterschap heeft gepasseerd. In alle gevallen is het waterschap belanghebbend. Conform artikel 4.22 van de Wet milieubeheer moeten voorzieningen die genomen zijn in het kader van inzameling en transport van grondwater onderdeel uitmaken van het GRP. Tijdens het opstellen van het GRP is hier aandacht aan besteed. Nadat een nieuw drainagesysteem binnen de gemeente is aangelegd, worden de revisiegegevens verwerkt in het databeheersysteem GBI. Aanvullend is met het waterschap afgesproken dat bijlage 5 van het GRP waarin lozingswerken staan vermeld gedurende de planperiode van het GRP zal worden geactualiseerd in het kader van het Besluit lozen buiten inrichtingen. Rol gemeente in relatie tot bewoners Onze gemeente heeft verschillende rollen in relatie tot bewoners die kampen met grondwateroverlast in het openbaar gemeentelijk gebied. Zo kunnen wij optreden als aanspreekpunt om bewoners te informeren en adviseren. Bij grondwateroverlast kan onze gemeente besluiten informatie over grondwaterstanden te verstrekken. In incidentele gevallen kan er, als de aard en omvang van de grondwateroverlast niet duidelijk is, nader grondwateronderzoek in de openbare ruimte worden uitgevoerd om zo bewoners en bedrijven te kunnen informeren. De uitvoerende gemeentelijke taak op het gebied van het nemen van maatregelen begint pas wanneer sprake is van structureel nadelige gevolgen door te hoge grondwaterstanden. Wat precies onder structureel wordt verstaan, kan momenteel nog niet expliciet worden gemaakt omdat hiervoor tenminste 10

voor enkele jaren metingen door het grondwatermeetnet nodig zijn om de gemiddelde hoogste en de gemiddelde laagste grondwaterstanden te kunnen bepalen. Bij het volgende grondwaterplan zal hier aandacht aan worden besteed. Bij incidentele, aan grondwater gerelateerde, problemen heeft onze gemeente geen taak. Hiertegen zal de perceelseigenaar zelf maatregelen moeten nemen, inclusief de bekostiging hiervan. Mochten wij concluderen dat er wel sprake is van structurele problemen, dan zal bekeken worden in hoeverre en op welke wijze maatregelen genomen kunnen worden. Onze gemeente dient te allen tijde op basis van doelmatigheid te handelen. Dit betekent dat onze gemeente bij een overweging van eventueel te nemen maatregelen de omvang, duur en financiële implicaties van de problemen en de daarbij mogelijke oplossingen in ogenschouw dient te nemen. Dit kan tot gevolg hebben dat pas op langere termijn maatregelen genomen gaan worden, bijvoorbeeld gecombineerd met een rioolvervanging of andere werkzaamheden in een straat. Ten aanzien van informatie beantwoordt onze gemeente vragen van bewoners en bedrijven over grondwater(overlast) via het gemeentelijk waterloket. Het waterloket is ondergebracht in het algemene loket voor vragen en klachten over de openbare ruimte, onder het thema water via de website www.h-i-ambacht.nl. Relatie grondwaterplan met GRP In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (GRP) staan de gemeentelijke wettelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater centraal. De zorgplichten worden vertaald naar thema s. Voor grondwater worden drie thema s onderscheiden: - thema inzameling van grondwater; - thema inzicht grondwater; - thema organisatie. Per thema wordt in het GRP onderscheid gemaakt in drie niveaus die nader worden toegelicht in hoofdstuk 1 van het GRP: - Hoog: dit betekent goed onderhoud waar bijna niets op aan te merken valt en waarbij zelden overlast optreedt. - Basis: dit betekent voldoende onderhoud waar hier en daar wat op aan te merken valt en waarbij af en toe overlast optreedt. - Laag: dit betekent sober tot onvoldoende onderhoud waarbij sprake is van achterstanden. Hierbij is af en toe wat kapot en is sprake van regelmatig overlast. Bij het thema inzameling van grondwater is sprake van het niveau laag. De oorzaak van dit lage ambitieniveau zit niet in het benodigde ondergrondse inzicht en de dienstverlening die wij als organisatie willen bieden. In hoofdstuk 5 van het GRP is te lezen dat het ambitie niveau voor het thema inzicht grondwater en het thema organisatie hoog zijn. Het thema inzameling van grondwater is gericht op aansluitingen van zowel de bewoners als de openbare ruimte. Vanuit de zorgplicht hemelwater is het belangrijk dat de berging van de riolering tijdens hevige buien zo groot mogelijk is. Daarom staan wij lozen van grondwater op de riolering in 11

principe niet toe. Verder dringen wij vanuit duurzaamheid de ongewenste afvoer van relatief schoon water richting de zuivering van het waterschap terug, omdat dit verpompt en verwerkt dient te worden en dus energie kost. Op enkele locaties is het niet mogelijk om te lozen op het hemelwaterstelsel, door beperkingen met betrekking tot het singelpeil. Ondanks dat het niet is gewenst, kan in enkele gevallen toch worden besloten om grondwater van particulier terrein via de vuilwater of gemengde riolering af te voeren indien geen andere oplossingen mogelijk zijn. In enkele straten is dit het geval. Daarentegen komen lozingen van overtollig grondwater van de openbare ruimte op de riolering niet voor. Drainage van de openbare ruimte wordt niet aangesloten op de riolering. Lozingen van grondwater op de riolering, zoals bronbemaling, worden afgestemd met het waterschap waarbij ook wordt getoetst op de grondwaterkwaliteit. Indien sprake is van nieuwe lozingen op gemeentelijke riolering dienen deze bij onze gemeente te worden gemeld. Deze lozingen dienen te voldoen aan het Besluit lozen buiten inrichtingen en zullen hierop worden getoetst. Voor de desbetreffende wetgeving wordt verwezen naar bijlage 10 van het GRP. Waterschap Hollandse Delta Grondwaterlichamen maken onderdeel uit van het watersysteem en het waterschap is formeel dan ook grondwaterbeheerder; de Waterschapswet en de Waterwet zijn hier duidelijk over. Het grondwaterkwaliteitsbeheer onder regionale wateren is toebedeeld aan de waterschappen. De Waterwet biedt ruimte om dit in een provinciale verordening toe te delen aan de provincie. Het waterschap heeft een verantwoordelijkheid voor het kwalitatieve en kwantitatieve oppervlaktewater. Omdat grond- en oppervlaktewater elkaar kunnen beïnvloeden, heeft het waterschap een indirecte rol in het beheer van het ondiepe grondwater waarbij tevens sprake is van de gemeentelijke grondwaterzorgplicht. Het waterschap regelt het oppervlaktewaterpeil van de watergangen en als gevolg daarvan ook in zekere mate de grondwaterstand in het stedelijke gebied. Het waterschap is verantwoordelijk voor de afvoer van stedelijk oppervlaktewater waarop de afvoer van drainage- en grondwater door de gemeente of particulieren wordt aangeboden. Daarnaast is het waterschap verantwoordelijk voor het geven van kennis en advies, bijvoorbeeld ten behoeve van het uitvoeren van de watertoets c.q. waterparagraaf en verleent het vergunningen voor grondwateronttrekkingen kleiner dan 150.000 m³ per jaar, inclusief alle bronbemalingen. Bij deze onttrekkingen wordt ook getoetst op grondwaterkwaliteit waarbij de mogelijke invloed op de zuivering wordt meegenomen. Indien het waterschap een rol heeft met betrekking tot grondwater dat kan via het waterschapsloket contact met hen worden opgenomen. Provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland is het bevoegd gezag voor de winning van de openbare drinkwatervoorziening, industriële grondwateronttrekkingen groter dan 150.000 m³ per jaar en bodemenergiesystemen. Ook heeft de provincie een centrale rol in het grondwaterbeschermingsbeleid en op grond van de Waterwet (Kaderrichtlijn Water en Grondwaterrichtlijn) het gezag over de bescherming van de kwaliteit van het diepere grondwater dat ten behoeve van de drinkwatervoorziening 12

kan worden onttrokken. Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat binnen onze gemeente sprake is een milieubeschermingsgebied op het gebied van grondwater heeft in de Crezéepolder waar het drinkwaterbedrijf Oasen grondwater onttrekt, waardoor er restricties gelden in verband met ruimtelijke ordening (zie onderstaande figuur ). Figuur 2: Topografische ligging puttenvelden en milieubeschermingsgebieden winning Hendrik-Ido- Ambacht (Oasen) Rijk Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2009-2015. Het plan beschrijft de noodzakelijke maatregelen om Nederland in de toekomst veilig en leefbaar te houden. Zo beschrijft het NWP de hoofdlijnen van het landelijk waterhuishoudkundige beleid en is er aandacht voor voldoende en schoon water. Grondwater in de waterbodem onder rijkswateren is in beheer bij de minister van Infrastructuur en Milieu (in praktijk: Rijkswaterstaat). Dit geldt voor onttrekkingen en infiltraties die plaatsvinden in oppervlaktewaterlichamen waar Rijkswaterstaat het waterkwantiteitsbeheer voert, voor zover niet de provincie bevoegd gezag is (grote industriële onttrekkingen, openbare drinkwatervoorziening en bodemenergiesystemen). 13

Conclusie Wat precies tot het grondwaterbeheer moet worden gerekend, is niet expliciet gemaakt in de Waterschapswet en de Waterwet, uitgezonderd de regulering van onttrekkingen en infiltraties en de gemeentelijke grondwaterzorgplicht. In de praktijk houdt dit in dat door de vele raakvlakken de bovengenoemde partijen met elkaar samenwerken op het gebied van grondwater. 14

3. GEMEENTELIJKE DOELSTELLINGEN Met betrekking tot grondwater is het belangrijk dat onze gemeente een goed inzicht verkrijgt in het ondiepe grondwaterpeil, met als doel zoveel mogelijk kunnen voorkomen en beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand in kwalitatieve zin. Kwalitatieve aspecten, zoals bijvoorbeeld verspreiding van een eventuele bodemvervuiling, zijn eveneens van belang ook al wordt hierop vanuit dit plan de nadruk niet op gelegd (zie kaders in hoofdstuk 1). Vanuit deze overweging worden de onderstaande doelstellingen nagestreefd. 3.1 Inzicht grondwaterpeil Doelstelling: inzicht geven in het grondwaterpeil binnen de gehele gemeente, met het oog op dienstverlening richting bewoners en projecten waarin grondwater een rol kan spelen. In het kader van de zorgplicht, geregeld in de Waterwet, dient de gemeente inzicht te hebben in de ontwateringdiepte op openbaar terrein. Meetgegevens kunnen zodoende gebruikt worden voor het informeren van burgers en bedrijven over de aanwezige grondwaterstand en het adviseren over activiteiten in relatie tot grondwater. Om de taken en verantwoordelijkheden goed uit te kunnen voeren is een adequate monitoring van de grondwaterstand nodig, inclusief een digitaal beheerprogramma en presentatiemogelijkheden. Daarom hebben wij in 2013 binnen onze gemeente een grondwatermeetnet opgezet in samenwerking met Papendrecht en Vianen, inclusief het opzetten van een digitaal beheerprogramma en een meerjarig contract voor het structureel beheren van het grondwatermeetnet. Op diverse locaties in het stedelijk gebied wordt door middel van peilbuizen globaal inzicht verkregen in de grondwaterstanden binnen onze gemeente. De dichtheid van het meetnet is afgestemd op de hydrologische situering en gebruiksfunctie van het gebied. De gegevens die hieruit naar voren komen, zijn onderdeel van een meetreeks per meetpunt. Na acht jaar kan op basis van deze gegevens worden bepaald wat de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) en de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) is. Op basis hiervan kan worden bepaald in welke gebieden sprake is van structurele grondwateroverlast waarvoor een maatregelplan kan worden opgesteld. Gezien het bovenstaande kan dit nog niet gedurende de looptijd van dit grondwaterplan worden vormgegeven. Bij het volgende grondwaterplan zal hier aandacht aan worden besteed. Tevens vinden handmatige metingen plaats in gevoelige gebieden. Ook wanneer grond een nieuwe bestemming of inrichting krijgt, is er een goede beoordeling van het grondwaterpeil, - stroming en -kwaliteit nodig. Voor een goede beoordeling hiervan is het noodzakelijk voldoende peilbuizen te plaatsen. 15

Onderstaande figuur geeft de te nemen stappen weer. Onze gemeente bevindt zich in de fase van het verzamelen van gegevens. Zoals hierboven is toegelicht, wordt in het volgende grondwaterplan aandacht besteed aan de interpretatie van meetgegevens. Figuur 3: Van ontwerp naar de interpretatie 3.2 Meldpunt openbare ruimte Doelstelling: het waarborgen van een meldpunt richting bewoners en bedrijven voor vragen, opmerkingen en klachten omtrent grondwater. Met betrekking tot de dienstverlening in verband met vragen over grondwater van bewoners streven wij een hoog kwaliteitsniveau na zoals beschreven in het GRP onder het thema grondwater organisatie. Via het meldpunt openbare ruimte van onze gemeente kunnen bewoners met meldingen en klachten over (grond)water bij ons terecht. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat het ongeveer 15 meldingen op jaarbasis betreft, sterk afhankelijk van neerslag. Aan de hand van het aantal binnengekomen klachten van bewoners en bedrijven via het meldpunt openbare ruimte worden de meetgegevens geraadpleegd. Vervolgens wordt contact opgenomen met de melder en kan eventueel een afspraak worden gemaakt om de grondwaterproblemen ter plaatse te bekijken. Vaak wordt dan duidelijk wat de mogelijke oorzaak van de grondwateroverlast kan zijn en hoe daartegen maatregelen genomen kunnen worden door de perceelseigenaar. Door middel van media zoals de gemeentelijke website en bewonersbrieven wordt over grondwater gecommuniceerd. In plaats van een communicatieplan is gekozen voor maatwerk per communicatietraject. 3.3 Advisering bewoners Doelstelling: het adviseren van bewoners en het bevorderen van samenwerking tussen betrokken bewoners en andere belanghebbenden wanneer er sprake is van (structurele) grondwaterproblemen. Onze gemeente ziet voor zichzelf een faciliterende rol weggelegd als het gaat om grondwateroverlast. Dit houdt in dat wij een luisterend oor bieden en helpen bij het zoeken naar een oplossing. Dit alles binnen de grenzen van onze bevoegdheden en de technische of financiële mogelijkheden. Naar aanleiding van binnengekomen klachten van bewoners en bedrijven via het meldpunt openbare ruimte worden de meetgegevens geraadpleegd. Er zal contact worden opgenomen met de melder en eventueel wordt een afspraak gemaakt om de grondwaterproblemen ter plaatse te bekijken. Vaak wordt dan duidelijk waar het grondwater vandaan komt en hoe daar maatregelen genomen kunnen worden. In 16

uiterste gevallen kan er door de perceelseigenaar het initiatief worden genomen om van het water monsters te laten nemen, zodat er vastgesteld kan worden of het water afkomstig is uit de grond, uit de rioolpijp of uit de waterleiding. Blijkt uit de analyse dat het grondwater is, dan zal onze gemeente nagaan in hoeverre maatregelen genomen moeten worden en wie hiervoor verantwoordelijk is. Mocht er geen sprake zijn van grondwater, dan heeft onze gemeente aan haar plicht voldaan. De perceelseigenaar dient dan zelf verder te onderzoeken wat de oorzaak van de wateroverlast is. Voor zover de grondwateroverlast niet aantoonbaar wordt veroorzaakt door onrechtmatig handelen van de gemeente in het openbaar gebied, wordt van de perceelseigenaar verwacht dat hij of zij de vereiste waterhuishoudkundige of bouwtechnische maatregelen treft. Wanneer grondwaterproblemen in bestaande situaties zich voordoen, hebben wij de visie deze problemen in samenwerking met de particulier en mogelijke andere betrokkenen, binnen de grenzen van doelmatigheid, zoveel mogelijk te willen wegnemen. Tijdens de bewonersparticipatie die in de vorm van een enquête of bewonersavond voorafgaand aan reconstructiewerkzaamheden plaatsvindt, worden bewoners in de gelegenheid gesteld om eventuele grondwaterproblemen bespreekbaar te maken. Samenvattend is de perceelseigenaar verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast op het eigen perceel. Voor zover de grondwateroverlast niet aantoonbaar wordt veroorzaakt door onrechtmatig handelen van de gemeente in het openbaar gebied, wordt van de perceelseigenaar verwacht dat hij of zij de vereiste waterhuishoudkundige of bouwtechnische maatregelen treft. Wij kunnen, indien dit gewenst is, een adviserende rol op zich nemen richting de perceelseigenaar. 3.4 Grondwaterstanden in relatie tot functie bodem Doelstelling: waarborgen dat werkzaamheden in de bodem (zonder functieverandering van de bodem) niet leiden tot overlast door een gewijzigde grondwaterstand. In verband met de ligging van kabels en leidingen en stabiliteitsverlies, bedraagt de hoogst toelaatbare grondwaterstand onder woonstraten 0,70 meter beneden straatpeil. Dit toetsingscriterium mag tijdens natte perioden tijdelijk overschreden worden, mits het functioneren van de openbare ruimte niet in het geding komt. Functieveranderingen van de openbare ruimte mogen niet leiden tot wijzigingen in het grondwaterpeil van naastgelegen oppervlakten en werkzaamheden in de bodem mogen niet leiden tot overlast door een gewijzigde grondwaterstand. Gewijzigde grondwaterstanden kunnen ook resulteren in zogenaamde grondwateronderlast, waarbij bijvoorbeeld aantasting van houten fundering kan plaatsvinden door verlaging van grondwaterpeilen. Onze gemeente is hierdoor terughoudend met het verlagen van grondwaterstanden. De uitvoerende gemeentelijke taak begint pas wanneer sprake is van structureel nadelige gevolgen door te hoge grondwaterstanden. Wat precies onder structureel wordt verstaan, kan momenteel nog niet expliciet worden gemaakt omdat hiervoor tenminste voor meerdere jaren metingen door het grondwatermeetnet voor nodig zijn om de gemiddelde hoogste en de gemiddelde laagste grondwaterstanden te kunnen bepalen. Bij het volgende grondwaterplan zal hier aandacht aan worden besteed. 17

3.5 Onderhoud drainagesystemen en grondwatermeetnet Doelstelling: waarborgen dat drainerende voorzieningen en het grondwatermeetnet in goede staat blijven verkeren. Het is van belang dat de drainerende voorzieningen en het grondwatermeetnet in goede staat blijven verkeren. In paragraaf 2.4 is beschreven hoe de aanleg met betrekking tot drainage door ons wordt ingevuld. In paragraaf 3.1 is dit beschreven voor ons grondwatermeetnet. De benodigde financiële middelen met betrekking tot de drainagesystemen en het grondwatermeetnet komen in hoofdstuk 4 aan de orde. 18

4. FINANCIËLE EN PERSONELE CONSEQUENTIES 4.1. Inleiding Voor de bekostiging van de gemeentelijke watertaken, waar de zorgplicht grondwater onder valt, is een heffingsbevoegdheid gecreëerd in de Gemeentewet, artikel 228a. De uitgaven worden gedekt vanuit de rioolheffing die door de bewoners en ondernemers in onze gemeente bijeen wordt gebracht. Hieronder is een overzicht gegeven van de investeringen die moeten worden gedaan naar aanleiding van de gestelde doelen in dit grondwaterplan. Deze bedragen zijn reeds gedekt door het GRP 2014-2018 dat op 9 september 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. Ditzelfde geldt voor de personele inzet. Dit betekent dat momenteel geen extra financiële middelen en personele inzet in het kader van de grondwaterzorgplicht noodzakelijk zijn. Door het Bestuursakkoord Water (BAW) hebben gemeenten en waterschappen een gezamenlijke taakstelling gekregen om door samen te werken en door innovaties tot een gezamenlijke kostenbesparing van 380 miljoen euro te komen in 2020. Naar aanleiding hiervan zijn wij een samenwerkingsverband aangegaan met het waterschap Hollandse Delta, Dordrecht en Zwijndrecht waarbij Alblasserdam recent is aangehaakt. Autonome besparingen binnen gemeenten in de rioleringszorg kunnen ook als besparing worden ingeboekt om de gezamenlijke doelstelling van het Bestuursakkoord Water te halen. Naar aanleiding van het Bestuursakkoord Water denken wij een besparing te hebben gevonden op het onderhoud van drainagesystemen. Nadere informatie is te vinden bij paragraaf 4.4. 4.2 Grondwaterloket In 2009 hebben wij in het Drechtstedenverband een éénmalige investering gedaan voor een nieuw klachtenregistratiesysteem. Via het gemeentelijk meldpunt kunnen bewoners met meldingen en klachten over (grond)water terecht. Door middel van media zoals de gemeentelijke website en bewonersbrieven wordt over grondwater gecommuniceerd. In plaats van een communicatieplan wordt gekozen voor maatwerk per communicatietraject. Hierbij zijn onze communicatieadviseurs betrokken. 4.3 Tegengaan grondwateroverlast Grondwateroverlast kan op verschillende manieren worden tegengegaan. Aanleg van drainage wordt als een doelmatige maatregel gezien. Momenteel beschikt Hendrik-Ido-Ambacht over ongeveer 3 kilometer drainage die ten behoeve van rioolreconstructies is aangelegd. 19

Drainage uitbreidingsplannen De kosten voor de aanleg van drainagesystemen in nieuwbouw plannen worden in de grondexploitatie van deze plannen mee genomen. Drainage bestaande gebieden De kosten voor aanleg van drainagesystemen bij rioolvervangingen worden gedekt door het algemene investeringen budget riolering. Ten behoeve van rioolvervangingen wordt grondwateronderzoek uitgevoerd. Tot nu toe blijkt dat altijd drainage benodigd was gedurende de planperiode van het Grondwaterplan 2010. In het volgend grondwaterplan zal stil worden gestaan bij deze werkwijze. Indien uit de beschikbare meetgegevens blijkt dat gebieden kunnen worden aangewezen waarbinnen sprake is van grondwaterproblematiek, dan kan op termijn worden besloten om in deze gebieden standaard een drainagesysteem aan te leggen. Aanleg voorzieningen tegengaan grondwateroverlast De kosten voor de aanleg van voorzieningen om grondwateroverlast tegen te gaan, worden gedekt door middel van het investeringsbudget riolering. Daarnaast hebben wij ook beperkt budget voor incidentele gevallen. Voorbeelden zijn pompen en drainagesystemen. Jaarlijkse kosten aanleg voorzieningen 25.000,- 4.4 Grondwatermeetnet Met betrekking tot het grondwatermeetnet wordt onderscheid gemaakt in aanlegkosten en exploitatiekosten. Aanlegkosten grondwatermeetnet Het grondwatermeetnet is in 2013 aangelegd in samenwerking met de gemeente Papendrecht en de gemeente Vianen en kan op afstand worden geraadpleegd. Het grondwatermeetnet heeft een verwachte levensduur van 5 jaar. Gepland is dat in 2018 het grondwatermeetnet wordt vervangen. Vervanging grondwatermeetnet 100.000,- Onderhoud drainage en exploitatie grondwatermeetnet Door het Bestuursakkoord Water (BAW) hebben gemeenten en waterschappen een gezamenlijke taakstelling gekregen om door samen te werken en door innovaties tot een gezamenlijke kostenbesparing van 380 miljoen euro te komen in 2020. Naar aanleiding hiervan zijn wij een samenwerkingsverband aangegaan met het waterschap Hollandse Delta, Dordrecht en Zwijndrecht waarbij Alblasserdam recent is aangehaakt. Autonome besparingen binnen gemeenten in de rioleringszorg kunnen ook als besparing worden ingeboekt om de gezamenlijke doelstelling van het Bestuursakkoord Water te halen. 20

Naar aanleiding van het Bestuursakkoord Water denken wij een besparing te hebben gevonden op het onderhoud van drainagesystemen. Dit heeft als consequentie dat in plaats van structureel onderhoud incidenteel onderhoud zal worden uitgevoerd, indien hier aanleiding toe bestaat. Het risico dat hiermee gepaard gaat, is te verwaarlozen. Bij problemen wordt overwogen om de hoeveelheid zand in de drainage putten te controleren. Hieruit kan in bepaalde gevallen geconcludeerd worden of het drainage systeem nog naar behoren functioneert. Indien dit niet het geval is, dan kan het systeem alsnog worden doorgespoten. Als beslispunt wordt voorgesteld om het huidige budget voor het beheer en onderhoud van het grondwatermeetnet, inclusief het onderhoud van drainagesystemen, jaarlijks te verlagen van 27.500,- naar 17.500,-. Dit bedrag kan worden ingeboekt als een autonome besparing in het kader van het Bestuursakkoord Water van 10.000,- per jaar. Dit sluit ook aan bij het Coalitieprogramma 2014-2018 om goede afwegingen te maken met betrekking tot de beschikbare financiële middelen om lastenstijgingen richting de bewoner zoveel mogelijk te voorkomen. Bij het opstellen van het GRP 2019-2023 zal dit verder worden meegenomen. Jaarlijkse kosten onderhoud drainage en exploitatie grondwatermeetnet 17.500,- 4.5 Beheerprogramma GBI De revisietekeningen van de drainagesystemen die zijn aangelegd in het kader van rioolvervangingen dienen te worden opgenomen in het beheerprogramma GBI. Deze kosten worden gedekt door het rioolbudget dat is gereserveerd voor het beheerpakket riolering. Dit budget betreft het verwerken van alle rioolobjecten in GBI. Drainage maakt hier onderdeel van uit. Jaarlijkse kosten beheerpakket riolering 32.500,- 21