Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Teamscan op accreditatiewaardigheid

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Christelijke Hogeschool Windesheim

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

AVANS Hogeschool, Tilburg

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool INHOLLAND, Delft

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Avans Hogeschool, Tilburg

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Rapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling. Bachelor Opleiding tot Fysiotherapeut. Internationale Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Christelijke Hogeschool Windesheim

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Opleiding tot Fysiotherapeut van Hogeschool Leiden

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Algemene informatie afstudeerfase

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

AVANS Hogeschool, Breda

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND School of Technology

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Management & Organisatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hanzehogeschool Groningen

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool Zuyd, Maastricht

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

LOI Hogeschool. Opleiding: HBO Toegepaste Psychologie, bachelor; Variant: deeltijd. Visitatiedata: 24 januari 2006 en 1 september 2006

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

AVANS Hogeschool, Academie voor Marketing, s-hertogenbosch

NSE: Van vraag naar verbetering

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hanzehogeschool Groningen

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde

Fontys Hogeschool, Venlo

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

AVANS Hogeschool, Den Bosch

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Transcriptie:

Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan Opleiding: opleiding tot fysiotherapeut Variant: voltijd Visitatiedata: Nieuwegein 13 oktober 2005 Zwitserland 25 november 2005 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, april 2006

NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 2

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 11 1.5 Oordelen per onderwerp 11 1.6 Schematisch overzicht oordelen 13 1.7 Totaaloordeel 13 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 29 Onderwerp 4 Voorzieningen 31 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 33 Onderwerp 6 Resultaten 36 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 40 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 41 Bijlage 3 Bezoekprogramma s Bezoek Thim van der Laan, Nieuwegein 13 oktober 2005 44 Bezoek Thim van der Laan, Zwitserland, 25 november 2005 45 Bijlage 4 Kengetallen 47 NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 3

NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 4

Deel A: Onderwerpen NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 5

NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 6

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van een panel dat in opdracht van NQA de opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool Thim van der Laan heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het begon in juni 2005, toen de opleiding de eerste opzet van haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding bezocht; het bezoek vond plaats op 13 oktober 2005. Het panel bestond uit de volgende personen: De heer Bart Smit (inhoudsdeskundige, voorzitter); De heer Vincent Kortleve (inhoudsdeskundige); Mevrouw Femmie Klein (studentlid); Mevrouw drs. Roelien van Empel (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen die zijn geformuleerd in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen worden gegeven met daarbij argumenten ter onderbouwing daarvan. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding In 1974 werd de Hogeschool voor Fysiotherapie Thim van der Laan opgericht door Thim van der Laan, de vader van de huidige eigenaren van de hogeschool. Bij de herstructurering van het hbo ging deze opleiding op in de voorganger van de huidige Hogeschool Utrecht. De oprichter besloot in 1991 om opnieuw een Hogeschool Thim van der Laan (TvdL) op te richten, opnieuw een particuliere hogeschool voor fysiotherapie. Deze tweede opleiding TvdL betrok aanvankelijk een opleidingscentrum in de Utrechtse binnenstad. Sinds 2001 is de opleiding gehuisvest in een nieuw pand in Nieuwegein. Bij de visitatie van de Nederlandse opleidingen Fysiotherapie in 1999 is de opleiding eveneens gevisiteerd. De resultaten van die visitatie zijn vastgelegd in het rapport Dynamiek in een veranderend decor (HBO-raad, 2000). Naar aanleiding van de resultaten van die visitatie heeft de Inspectie van het Onderwijs bezoeken gebracht aan de opleiding, in december 2000 en in april 2003. Na het laatste bezoek heeft de Inspectie de opleiding bij NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 7

brief (dd 28 april 2003) laten weten dat zij de tekortkomingen die in 1999 waren gesignaleerd acht te zijn weggenomen. De Inspectie spreekt in haar brief tevredenheid uit en constateert dat de tekortkomingen zoals geconstateerd op basis van het rapport van 2000 zijn opgeheven. In 1993 opende TvdL een dependance in Zwitserland. In deze dependance wordt Duitstalig onderwijs verzorgd voor studenten uit Zwitserland. Intussen is er een jaarlijkse instroom van 50 studenten, zowel uit Zwitserland als uit Oostenrijk. De opleiding is gericht op het bereiken van de Nederlandse landelijke eindkwalificaties. Deze wijken af van de eindkwalificaties die in Zwitserland en Oostenrijk gelden voor Physiotherapeuten. De Zwitserse en de Oostenrijkse overheid erkennen de eindkwalificaties van de opleiding, zodat de afgestudeerden in Zwitserland en Oostenrijk aan de slag kunnen. Tijdens gesprekken met vertegenwoordigers van het Zwitserse een Oostenrijkse werkveld en met studenten van de opleiding is besproken dat de Nederlandse eindkwalificaties wat betreft theorie en de verbinding tussen theorie en praktijk zwaardere eisen stellen dan de Zwitserse en Oostenrijkse eindkwalificaties. Daardoor hebben de afgestudeerden van de opleiding een sterke positie op de arbeidsmarkt in deze landen. Naast de bacheloropleiding in Nieuwegein en Zwitserland, biedt TvdL ook een masteropleiding aan, zowel in Nieuwegein als in Zwitserland. In Zwitserland is er daarnaast een fysiotherapieopleiding volgens de eindkwalificaties die in Zwitserland gelden. In 2005-2006 telde de opleiding in totaal circa 740 studenten. De verdeling over vestigingsplaats en studietraject is in onderstaande tabel weergegeven. Aantal bachelorstudenten in 2005-2006 locatie regulier voltijdtraject vrijdag/zaterdag traject Nieuwegein 300 300 Zwitserland (Landquart) 144 nvt In de Nederlandse vestiging wordt het onderwijs verzorgd door 34 docenten, met een gezamenlijke aanstellingsomvang van 25 fte. De docent-studentratio is daarmee 1: 22,8 (zie ook bij facet 3.2). In de Zwitserse vestiging wordt het onderwijs verzorgd door drie kerndocenten met daarbij 15 gastdocenten, met een gezamenlijke aanstellingsomvang van ca 7,4 fte. De docentstudentratio is daarmee 1:19,4. De laatste jaren is de jaarlijkse instroom circa 200 studenten; in 2005 was de instroom in Nieuwegein minder groot, vermoedelijk in verband met veranderingen in de arbeidsmarkt voor fysiotherapeuten in Nederland (zie ook bij facet 1.3). Studenten worden toegelaten na een intakeprocedure, waarbij onder meer wordt vastgesteld of er vrijstellingen mogelijk zijn en of er aanleidingen zijn voor individuele aanpassingen in het reguliere onderwijsaanbod. Het gaat bij de vrijstellingen met name om de vooropleiding (bijvoorbeeld bij de CIOS-instroom, de ALO-instroom). Daarnaast wordt gekeken naar NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 8

mogelijkheden voor een versneld of aangepast studietraject (versneld studeren voor bijvoorbeeld de VWO-instroom of een aangepast studietraject voor topsporters). Hierbij is sprake van studietraject op maat door concentratie van de contacturen, bijvoorbeeld voor studenten die hun studie combineren met een werkkring (onderwijs LO of verpleging) of met topsport. Bovenstaande resulteert in een ruim aanbod van studietrajecten. Het basistraject bestaat uit de reguliere voltijdstudie met contacturen op vier weekdagen, met daarnaast zelfstudie en samenwerking van studentengroepen. Een tweede studietraject is het vrijdag/zaterdagprogramma, waarbij de contacturen op vrijdag- en zaterdag zijn geconcentreerd. Voor de studenten afzonderlijk zijn in beide studietrajecten (regulier en vr/za) verdere aanpassingen mogelijk. In beide studietrajecten is versnelling mogelijk via vrijstellingen en studietempo. Voor topsporters is er een flexibel programma zodat hun studieverplichtingen en hun trainings- en wedstrijdverplichtingen te combineren zijn (Onderwijs Op Maat, OOM). Jaarlijks maken circa 5-10 studenten gebruik van het sportersprogramma. Het vrijdag/zaterdag-programma wordt binnen de instelling ook wel aangeduid als deeltijdopleiding, aangezien deze studenten hun studie combineren met andere verplichtingen. Deze naamgeving werd ook in het visitatierapport van 2000 gehanteerd. Ook de Inspectie van het Onderwijs hanteert deze terminologie in haar brief van 28 april 2003. Dit traject is echter, feitelijk noch formeel, geen deeltijdopleiding. Het programma en de vereiste inzet door de studenten zijn gelijk aan die van de reguliere voltijdopleiding. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Uitgangspunt bij de visitatie was het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel (de agenderende audit). Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op het bezoek. In diezelfde periode (augustus en september 2005) bereidden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport en de bijlagen, formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 9

Het opleidingsmanagement had bij haar zelfevaluatierapport een korte video-impressie gevoegd waardoor het panel zich een beeld kon vormen van de accommodatie van de Zwitserse dependance. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het detailrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, met studenten, docenten, afgestudeerden en met het werkveld. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken heeft het panel haar bevindingen besproken, waarbij de voorlopige oordelen die de individuele panelleden voorafgaande aan het bezoek hadden vastgelegd opnieuw werden besproken aan de hand van de nieuw verkregen informatie. Het panel kwam daarbij tot gezamenlijke (tussen-)oordelen. Aan het einde van het bezoek heeft het panel haar definitieve oordelen gezamenlijk vastgelegd. Daarbij stelde het panel vast dat zij aanvullende informatie nodig had voordat zij haar voorlopige conclusies over de Zwitserse variant van de opleiding kon bijstellen tot definitieve conclusies In een afsluitend gesprek met het opleidingsmanagement heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. Daarbij is ook vermeld dat er mogelijk nader onderzoek nodig zou zijn in verband met de Zwitserse variant. Bij het vastleggen van haar bevindingen kwam het panel tot de conclusie dat er een aanvullend gesprek nodig was met betrokkenen bij het onderwijs in Zwitserland, aangezien bij een aantal punten de informatie nog niet volledig of niet eenduidig was. Na overleg met TvdL is besloten tot een overleg in Zwitserland. Dit overleg vond plaats op 25 november 2005, tussen enerzijds de auditor en de voorzitter van het panel en anderzijds het opleidingsmanagement en de docenten, het Zwitserse werkveld en de Zwitserse studenten. Deze gesprekken zijn door het gehele panel tezamen voorbereid. Met de verkregen informatie is het beoordelingsrapport afgerond. De fase van rapporteren Op basis van haar bevindingen heeft het panel een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2005 een concept van het facetrapport ontvangen voor controle op feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 10

In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel gegeven over de onderwerpen en over de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in december 2005 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2005. Het visitatierapport is eveneens in december 2005 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag heeft ingediend bij de NVAO. Naar aanleiding van aanvullende vragen van de NVAO is het rapport bijgesteld (maart/april 2006) en ter verificatie aan de opleiding en het panel voorgelegd. 1.4 Oordeelsvorming In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De argumentatie is te vinden in het facetrapport. Bij enkele facetten is er aanvullende, soms afwijkende argumentatie voor het oordeel over de opleiding in Zwitserland. Indien niet specifiek anders is vermeld, geldt de zelfde argumentatie - en hetzelfde oordeel - voor de beide locaties en voor alle studietrajecten van de opleiding. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Het oordeel is voor beide locaties van de opleiding voor twee facetten goed en voor één facet voldoende. Het oordeel over de doelstellingen is derhalve voor beide locaties van de opleiding positief. 1.5.2 Programma Voor beide locaties van de opleiding is het oordeel bij zes facetten goed en bij twee facetten voldoende. Het oordeel over het programma is derhalve positief voor beide locaties van de opleiding. 1.5.3 Inzet van personeel Voor beide locaties van de opleiding is het oordeel alle drie de facetten voldoende. Het oordeel over de inzet van personeel is derhalve positief voor beide locaties van de opleiding. 1.5.4 Voorzieningen Een facet wordt bij beide locaties van de opleiding beoordeeld met een goed. Voor het andere facet is het oordeel voldoende voor beide locaties. Het oordeel over de voorzieningen is daarom positief voor beide locaties van de opleiding. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Voor beide locaties van de opleiding zijn twee van de drie facetten als goed beoordeeld en één als voldoende. Het oordeel over de interne kwaliteitszorg is daarom positief voor beide locaties van de opleiding. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 11

1.5.6 Resultaten Voor beide locaties van de opleiding is het oordeel bij één facet goed en bij het andere facet voldoende. Het oordeel over de resultaten is derhalve positief voor beide locaties van de opleiding. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 12

1.6 Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Fysiotherapie vt Zwitserland 1.1 Domeinspecifieke eisen goed goed 1.2 Niveau bachelor goed goed 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief 2.1 Eisen hbo voldoende voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud goed goed 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma goed goed 2.4 Studielast goed goed 2.5 Instroom goed goed 2.6 Duur goed goed 2.7 Afstemming vormgeving en inhoud goed goed 2.8 Beoordeling en toetsing voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief 3.1 Eisen hbo voldoende voldoende 3.2 Kwantiteit personeel voldoende voldoende 3.3 Kwaliteit personeel voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 materiële voorzieningen voldoende voldoende 4.2 Studiebegeleiding goed goed Totaaloordeel positief positief 5.1 Evaluatie resultaten goed goed 5.2 Maatregelen tot verbetering goed goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief 6.1 Gerealiseerd niveau voldoende voldoende 6.2 Onderwijsrendement goed goed Totaaloordeel positief positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5, waaruit blijkt dat het totaaloordeel voor beide locaties van de opleiding betreffende de zes onderwerpen positief is, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 13

NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 14

Deel B: Facetten NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 15

NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 16

Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen voltijd: goed Zwitserland: goed Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: TvdL heeft haar beroepsbeeld van de fysiotherapeut uitgebreid weergegeven, onder meer in haar zelfevaluatierapport, met daaraan gekoppeld haar opleidingsvisie. Ook heeft TvdL haar opleidingsprofiel beschreven; dit is de concretisering van haar opleidingsvisie. Dit profiel wordt periodiek bijgesteld. De meest recente bijstelling van het profiel dateert van 2005. Het vigerende profiel bevat twaalf opleidingscompetenties. Deze twaalf opleidingscompetenties zijn uitvoerig beschreven. De competenties zijn gegroepeerd in acht resultaatgebieden: diagnostiek & behandeling, preventie, voorlichting, organisatie, onderzoek, ontwikkeling, kwaliteitszorg en tot slot onderwijs & begeleiding. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport aangegeven welke indicatoren zij hanteert voor de twaalf competenties. Deze indicatoren zijn gedifferentieerd voor het te bereiken niveau per studiejaar. Er is een heldere omschrijving van zogeheten beroepsproducten bij die indicatoren. Voorbeelden van beroepsproducten zijn: Diagnostiek en behandeling, Preventie, Organisatie, Ontwikkeling en Kwaliteitszorg. Voor de instroom van 2003 en eerder geldt een eerdere versie van het opleidingsprofiel. Dat is het Opleidingsprofiel 1999, bijgesteld in 2002. Dit profiel uit 2002 is in veel opzichten herkenbaar als een voorloper van het vernieuwde profiel. Deze eerdere opleidingsdoelstellingen waren gegroepeerd in acht taakgebieden. In haar zelfevaluatierapport geeft TvdL overtuigend aan dat zij met haar beroeps- en opleidingsprofiel aansluit bij de landelijk geldende afspraken zoals die zijn verwoord in het landelijk vastgestelde rapport Beroepsprofiel Fysiotherapeut van 1998, opgesteld door het Koninklijk Nederlands Genootschap van Fysiotherapeuten (KNGF). Tijdens het gesprek met het opleidingsmanagement is voor het panel overtuigend bevestigd dat de opleidingsdoelstellingen van TvdL inhoudelijk aansluiten bij de landelijke doelstellingen. TvdL is op de hoogte van, en stemt in met, de nieuwe opzet van de landelijke doelstellingen die in het najaar van 2005 wordt vastgesteld. De opleiding neemt deel aan het overleg binnen het Studie Richting Overleg Fysiotherapie (SROF), waarin onder meer de ontwikkelingen in het beroep en het onderwijs worden besproken. De opleiding is op de hoogte van met het European Network Physiotherapy Higher Education (ENPHE). Daarin wordt op basis van een internationaal beroepsbeeld gewerkt aan een internationaal competentieprofiel. In 2003 is het European Physiotherapy NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 17

Benchmark Statement vastgesteld. Dit wordt door de SROF gebruikt bij de hierboven genoemde bijstelling van het landelijke competentieprofiel. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding periodiek twee keer per jaar overlegt met het werkveld, evenals met de samenwerkingspartners van de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit van Lissabon. Er is eveneens contact met de afzonderlijke stagebiedende instellingen (zie ook bij 2.1). Het doel van deze contacten is dat men over en weer op de hoogte blijft van ontwikkelingen in de beroepsuitoefening en in het onderwijs bij de opleiding. Er is een werkwijze vastgesteld voor de beroepenveldcommissie, die voorziet in structureel overleg twee keer per jaar. Tijdens het bezoek in Nieuwegein bleken enkele leden van deze commissie zich wel als gesprekspartner te zien van de opleiding, maar niet als lid van een formele beroepenveldcommissie. Het panel stelt daarom vast dat de opleiding vaste gesprekspartners heeft gevonden in een aantal stagebieders en alumni maar dat er nog geen beroepenveldcommissie functioneert. Over de opleiding in Zwitserland: Het Zwitserse werkveld herkent zich in de formeel vastgelegde werkwijze van de opleiding, waarbij het werkveld twee keer per jaar wordt betrokken bij overleg over concretisering van de opleidingsdoelstellingen in het curriculum en bij fundamentele gesprekken over de aard van de opleidingsdoelstellingen. Facet 1.2 Niveau bachelor voltijd: goed Zwitserland: goed Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: In haar zelfevaluatierapport heeft TvdL een uitvoerige en inzichtelijke vergelijking opgenomen van de twaalf opleidingscompetenties met de vijf Dublin-descriptors voor het Hbo-niveau. Uit dat overzicht blijkt dat het hbo-niveau verankerd is in de opleidingsdoelstellingen. Dit geldt eveneens voor de eindkwalificaties volgens het oude profiel, die de basis vormen voor de opleiding van de instroom van 2003 en eerder. Daarbij heeft het panel wel geconstateerd dat de competentie leervaardigheden wat al te impliciet in de opleidingsdoelstellingen is opgenomen. Echter, bij de concretisering van de opleidingsdoelstellingen in het curriculum, is er op overtuigende wijze aandacht voor deze Europese hbo-competentie, te weten in het studieonderdeel Engine (zie ook bij facet 2.2 en 4.2). De alumni en afgestudeerden, met wie het panel heeft gesproken, gaven aan dat zij de opleidingsdoelen vinden passen bij het gewenste hbo-niveau en bij de eisen die in het werkveld worden gesteld. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 18

Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor voltijd: voldoende Zwitserland: voldoende Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: De opleiding kiest, in overleg met haar stagebieders, voor een brede basis voor haar beroepsopleiding waarin alle aspecten van het beroep aan de orde komen (Opleidingsprofiel 2005). Het nieuwe opleidingsprofiel bevat op dit punt een bijstelling van het eerder profiel. Daarmee reageert de opleiding op de resultaten uit haar eigen onderzoek, waaruit zij onder meer afleidt dat afgestudeerden vonden dat zij op het terrein van resultaatgericht onderzoek slecht scoren. Om hierin verbetering te brengen, heeft de opleiding minors opgezet om onderzoek en innovatie een grotere plaats te geven in de opleiding (zie 2.2). Er worden drie rollen onderscheiden, met daarbij behorende competenties. Die rollen zijn: zorgverlener, manager en innovator. De eindkwalificaties geven duidelijk weer wat afgestudeerden ten minste moeten kennen en kunnen om een goede start te maken in het beroep, in de drie rollen. Uit het Opleidingsprofiel is af te leiden dat de opleiding tot doel heeft dat de afgestudeerden als beginnend beroepsbeoefenaar inzetbaar zijn binnen het werkveld van de fysiotherapie. Zij moeten de basistaken van de fysiotherapeut kunnen uitvoeren: fysiotherapeutische zorgverlening, voorlichting en preventieve zorgverlening, administratie en beheer, organisatie, onderzoek, ontwikkeling en kwaliteitszorg. De opleiding heeft tot doel dat de afgestudeerden in staat zijn om praktijkervaring en theoretische onderbouwing met elkaar te verbinden en nieuwe ontwikkelingen te initiëren, te volgen en na kritische beschouwing in het fysiotherapeutisch handelen te integreren. Zij moeten in staat zijn wetenschappelijke inzichten te vertalen naar en toe te passen in de praktijk. TvdL houdt zicht op de ontwikkelingen in het werkveld. In verband met veranderende vergoedingsregelingen voor fysiotherapie is verandering in de arbeidsmarkt denkbaar. Dit is een punt van overleg binnen TvdL, zoals blijkt uit verslagen die het panel heeft ingezien. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 19

Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo voltijd: voldoende Zwitserland: voldoende Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: Het panel heeft kunnen vaststellen dat TvdL zorgt voor de praktijkoriëntatie in de curricula. Tot het studiejaar 2004-2005 liet TvdL de programma s per studiejaar uitwerken in zogeheten jaargroepen, waarin naast de betrokken docenten ook vertegenwoordigers uit het beroepenveld zitting hadden. Intussen is deze structuur met jaargroepen vervangen door curriculumontwikkeling in het zogeheten kernteam. Dat team bestaat uit docenten uit de vroegere afzonderlijke jaargroepen, die zich gezamenlijk beraden over de inhoud van praktijkcomponenten in de opleiding. Dit gebeurt in overleg met vertegenwoordigers uit het werkveld. In dit kernteam wordt ook het studiemateriaal besproken dat, per studieonderdeel, wordt ontleend aan de praktijk. TvdL houdt zicht op interne en externe ontwikkeling in het beroep, onder meer door: - participatie in landelijke vernieuwingsprojecten, zoals de ontwikkeling van competentieprofiel/beroepsprofiel van de fysiotherapeut in SROF/KNGF-verband; - werkbezoeken aan instellingen en organisaties in de gezondheidszorg door stagedocenten, die daarvan rapporteren aan de collega s die betrokken zijn bij de klinische fase; - uitwisselingen met internationale partners van de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit van Lissabon; - researchstages in verband met afstudeerwerk aan de VU Amsterdam en het revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht; - lidmaatschap van de beroepsvereniging KNGF, bijhouden van vakliteratuur en deelname aan congressen, waaronder het verzorgen van lezingen; - de ervaringen van een deel van de docenten vanuit hun eigen praktijk (zie ook 3.1); - de door TvdL, in opdracht van de KNGF, verzorgde en deels ontwikkelde cursus Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie. Deze cursus wordt door medewerkers van TvdL gegeven aan fysiotherapeuten. Het panel heeft vastgesteld dat TvdL bij haar oriëntatie op de veranderingen alert is op kwesties als verandering van de rol van de fysiotherapeut, herstructurering van de eerste lijnsgezondheidszorg, de marktwerking in de zorg en veranderingen in de financiering van de zorg. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 20

TvdL zet voor haar praktijklessen structureel echte patiënten in, bij de afronding van ieder blok van het centrale vak fysiotherapie en tijdens de themaweken. Dit zijn patiënten uit de eigen fysiotherapiepraktijk van de opleiding. Aan de oriëntatie op de praktijk wordt in het programma verder zorggedragen door vijf jaarlijkse themaweken. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding bij haar onderwijs gebruik maakt van adequate en actuele literatuur. De basisliteratuur is opgenomen in de verplichte literatuurlijst. Iedere student heeft deze in zijn eigen bezit. De aanbevolen literatuur is via de bibliotheek beschikbaar. Daarbij wil het panel opmerken dat de aanbevolen literatuur niet altijd voldoende beschikbaar is in de bibliotheek (door uitleen aan studenten; zie ook bij 4.2). In het gehele curriculum zijn in totaal vijf werkveldstages opgenomen. In de propedeuse en in de hoofdfase betreft het een stage van een week; in de klinische fase gaat het om drie stages van vier maanden per periode. Het panel concludeert uit gesprekken met de studenten dat zij in deze stages leren om hun kennis en beroepsvaardigheden toe te passen. Afstudeeropdrachten komen deels uit het werkveld, zo heeft het panel kunnen vaststellen. Er zijn echter ook afstudeeropdrachten die buiten het directe domein van de fysiotherapie vallen, zag het panel, zoals een werkstuk over fysiotherapieonderwijs, geïllustreerd door het ontwerp van een onderwijsmodule paardenfysiotherapie. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding aandacht besteedt aan het zoeken en interpreteren van wetenschappelijke informatie. Men hanteert daartoe het model van Mulrow. Dit beschrijft de evidence, patient/physician factors en de constraints. In het gesprek met het docenten team bleek de rol van de zogeheten patient values en de clinical expertise onderbelicht. Het panel stelt vast dat de sterke band tussen TvdL en haar alumni, die op zich een bijzondere en positieve kwaliteit biedt aan de opleiding, er in resulteert dat een te belangrijk deel van de werkveldoriëntatie bestaat uit contacten met de eigen afgestudeerden (zie ook bij 1.1 en 1.2). Het panel heeft vastgesteld dat er weinig intramurale stageplaatsen zijn en dat een intramurale stage niet verplicht is. Het panel acht het voor het bereiken van de volle breedte van de eindkwalificaties nodig dat de studenten ook verplicht intramurale ervaring opdoen tijdens hun opleiding. Wat betreft de opleiding in Zwitserland: Het panel heeft vastgesteld dat de kwaliteit van de vakliteratuur, de relatie met de beroepspraktijk in het studiemateriaal, de aard van de relatie met het werkveld en de relatie tussen beroepsvaardigheden en beroepspraktijk bij de Zwitserse opleidingsvariant niet of nauwelijks afwijkt van die bij de varianten in Nederland. De verschillen die het panel zag betreffen de specifieke eisen die het Zwitserse werkveld stelt. Dat betreft onder meer een korte kennismaking met diverse massagetechnieken, in aansluiting op de typen behandelingen die in de Zwitserse gezondheidszorg geaccepteerd zijn. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 21

Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma voltijd: goed Zwitserland: goed Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: In het curriculumoverzicht, met de beschrijving van de inhoud van de opleiding per fase, is te zien dat de opleidingsdoelstellingen alle worden geconcretiseerd in moduledoelstellingen. Dit geldt ook voor de wat impliciete opleidingsdoelstellingen over leervaardigheden (zie ook bij 1.1 en 1.2). In een van modulen in de propedeutische fase wordt de studenten voldoende informatie geboden over de rechten en plichten van de fysiotherapeut en van de cliënten (Wet BIG). Na een voorbereidingsperiode van twee jaar, is TvdL in het studiejaar 2005 begonnen met het invoeren van minoren die leiden tot enkele specifieke studietrajecten. Dat zijn: management, wetenschap, sport en onderwijs. Onder meer tijdens de Engine-lessen (zie ook bij 4.2) hebben de studenten de mogelijkheid om onder begeleiding in een echte situatie te werken aan persoonlijke ontwikkelpunten. De klinische fase, het laatste studiejaar, is de afronding van de opleiding. De drie stages, van elk vier maanden, en de begeleiding zijn er op gericht de studenten te ondersteunen bij het doorgroeien tot zelfstandige, beginnende professionals. Reflectie op ervaringen die de studenten opdoen in praktijksituaties staat centraal. Het gaat vooral om training in de beroepspraktijk, in toenemende zelfstandigheid, met praktijkbegeleiders en schoolbegeleiders als coaches en monitors. De begeleiding heeft tijdens deze periode de vorm van coaching op afstand, met daarbij bezoeken op de stageplaats door de begeleider vanuit de opleiding. Ook is er begeleide intervisie en onderlinge coaching tussen de studenten door het contact tijdens terugkomdagen op de opleiding. Wat betreft de opleiding in Zwitserland: Het panel heeft vastgesteld dat de structuur van het curriculum overeenstemt met die in Nederland. Ook de curriculuminhoud komt overeen. De verschillen die er zijn, naast hetgeen bij 2.1 is vermeld, vinden hun oorzaak in de andere didactische benadering en worden daar besproken (zie 2.5 en 2.7). NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 22

Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma voltijd: goed Zwitserland: goed Criterium: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: De programma s bieden een voldoende samenhangende en gestructureerde concretisering van de doelstellingen: - De curricula kennen drie fasen, dat zijn de propedeutische fase (1 jaar), de hoofdfase (2 jaar) en de klinische fase (1 jaar). - De propedeuse betreft een oriëntatie op het beroep, waarbij het beeld van het beroep en plaats van fysiotherapeuten binnen de gezondheidszorg duidelijk worden geschetst. De studenten ontwikkelen kennis, begrip en vaardigheden waardoor zij inzicht krijgen in hun persoonlijke geschiktheid voor het beroep. De vorming van de studenten als fysiotherapeut staat centraal, met de vakdocenten als bron van voorbeelden en als deskundige die reflecteert op de ontwikkeling van de studenten. - In de hoofdfase krijgen de studenten inzicht in beroepsspecifieke kennis, begrip en vaardigheden. Zij leren beroepsmatige handelingen uit te voeren op een kwalitatief hoog niveau en zelfstandig eenvoudige transfers te maken naar beroepsspecifieke situaties. - De klinische fase is de afronding van de opleiding, waarin de studenten laten zien dat zij zich ontwikkelen tot professionele fysiotherapeuten. De opleiding heeft de relatie tussen het afstudeerwerkstuk en het klinisch jaar recentelijk veranderd. Een deel van de huidige afstuderende studenten werkt tijdens het klinisch jaar aan hun afstudeerwerkstuk; de volgende cohorten zullen voorafgaande aan hun stagejaar een werkstuk afronden als eerste onderdeel van hun afstudeerproces. Het doel van deze verandering is dat er hierdoor meer rust is in de studie tijdens de klinische periode; de studenten beginnen bovendien in theoretisch opzicht wat beter toegerust aan hun klinische jaar. Het panel is het hierover eens met de opleiding. Herkenbare lijnen in de curricula als geheel zijn het Centraal vak Fysiotherapie (CVF) en Theorie Fysiotherapie, evenals als het vak Engine (reflectie en leren leren ). Dit wordt herkend door de studenten en door de docenten, zo bleek het panel tijdens haar bezoek. Het CHOICE Onderzoek 2004 geeft aan dat de studenten van TvdL de samenhang in het programma als beter waarderen dan studenten van bekostigde instellingen en van andere niet bekostigde instellingen. Ook tijdens de gesprekken met de studenten bleek deze uiterst positieve waardering onder de studenten. Per studiefase zijn de studieonderdelen niet gebonden aan een vaste volgorde. In de Engine-lessen (zie ook 2.7 en 4.2) wordt tussen de betreffende student en de studiebegeleider een optimaal studietraject op maat afgesproken. Waar nodig stappen de studenten over tussen de verschillende studietrajecten (regulier programma of vrijdagzaterdagprogramma, driejarig of vierjarig traject). Dit is mogelijk aangezien de studietrajecten op dezelfde curriculuminhoud zijn gebaseerd. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 23

Facet 2.4 Studielast voltijd: goed Zwitserland: goed Criterium: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: De opleiding slaagt er in om haar studenten diverse studietrajecten te bieden (regulier voltijd en vrijdag-zaterdagtraject, driejarig en vierjarig traject; zie ook bij 2.5), met per blok gelegenheid om gemiste lessen in te halen. Informatie over roostering van lessen en lesruimten is steeds beschikbaar zowel via het intranet van de hogeschool als in papieren versie in de hal van de hogeschool. Dit geldt ook voor tentamens/examens en de locatie daarvan. Naast de genoemde studietrajecten biedt de opleiding ook meer individuele faciliteiten voor topsporters: de opleiding slaagt er in om deze groep studenten een studeerbaar programma aan te bieden. Dit werd bevestigd tijdens de gesprekken met de studenten. De hogeschool streeft naar tijdige bekendmaking van toetsresultaten, zodat studenten genoeg tijd hebben voor voorbereiding op een herkansing. TvdL slaagt er in dit doel te bereiken, zoals bleek uit de gesprekken met de studenten en de alumni. De opleiding bevraagt de studenten over de studieonderdelen (inhoud en moeilijkheidsgraad) en onderneemt acties om klachten weg te nemen. Ook dit bleek uit de gesprekken met de studenten en de alumni. De opleiding hanteert een aanwezigheidsverplichting van 90 % bij alle werkgroepen, colleges, bedrijfsbezoeken etc. Met studenten die niet aan deze norm voldoen in een blok, wordt in een gesprek tijdens de Engine-lessen besproken wat de belemmeringen zijn en hoe die kunnen worden weggenomen. Zoals het panel vernam van studenten, kan dit leiden tot aanpassingen in het studietraject (zie ook bij 2.3 en 4.2). Het opleidingsmanagement bevestigde dat deze aanwezigheidsverplichting is ingesteld met het oog op de wenselijkheid van vroegtijdige onderkenning van mogelijke problemen in de studievoortgang. De aanwezigheidsverplichting is daartoe in 2005 verscherpt van 80% naar 90 %. Voor studenten die topsport bedrijven (circa 5-10 per jaar), is er de mogelijkheid van een tijdelijk aangepast rooster voor het volgen van onderwijs en voor tentamens/herkansingen. Wat betreft de opleiding in Zwitserland: De studenten met wie de delegatie van het panel heeft gesproken, betoonden zich zeer tevreden met de studeerbaarheid van het programma. Zij gaven aan tijdig te weten wat er van hun wordt verwacht, de roostering van onderwijs, toetsen en herkansingen is goed en tijdig bekend; toetsresultaten zijn tijdig bekend en worden inzichtelijk besproken. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 24

De studenten gaven aan dat zij op vier weekdagen naar de opleiding komen voor een lesdag van 8 uur; op de vijfde werkdag bereiden zij het huiswerk voor, individueel of in groepen. Zij vinden de opleiding zwaar, maar goed te doen. Facet 2.5 Instroom voltijd: goed Zwitserland: goed Criterium: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport en in de overige documentatie duidelijk aangegeven hoe de instroom verloopt. De jaarlijkse instroom was in de periode na 2000 gemiddeld circa 200 studenten; in 2005 lag de instroom wat lager, met 118 studenten. De opleiding vermoedt dat de veranderingen in de arbeidsmarkt voor fysiotherapeuten daarbij een factor is. De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen. Kort gezegd komt dat neer op het volgende. Kandidaat-studenten met een havo- of vwo diploma kunnen zonder verdere eisen aan hun eindexamenprofiel of hun vakkenpakket worden toegelaten. Ook mboafgestudeerden zijn toelaatbaar (de opleiding Fysiotherapie kent geen verwante mboopleiding). Studenten die niet voldoen aan de vooropleidingseisen en die ouder zijn dan 21 jaar, kunnen instromen na intake-onderzoek. De opleiding hanteert geen numerus fixus. Alle kandidaat-studenten hebben een intakegesprek met het opleidingsmanagement. Bij dat gesprek wordt onder meer de studiemotivatie besproken. Op de website van de opleiding is aangegeven wat het intakegesprek inhoudt. De intakeprocedures zijn afgerond vóór mei. In geval van afwijzing hebben kandidaatstudenten daardoor de gelegenheid om eventueel mee te loten voor een andere opleiding. De studenten en recentelijk afgestudeerden met wie het panel heeft gesproken, gaven aan dat de opleiding goed aansluit op de vooropleiding. Dat blijkt ook uit de geringe propedeuse-uitval van ongeveer 20% na één studiejaar (zie ook 6.2 en bijlage 4). Bij de intakeprocedure wordt vastgesteld of er aanleiding is voor vrijstellingen of voor individuele aanpassingen in het reguliere onderwijsaanbod. Het gaat bij de vrijstellingen onder meer om elders verworven competenties op basis van de vooropleiding (bijvoorbeeld bij de CIOS-, ALO- en HBO-V-instroom) en om de mogelijkheden tot het versneld doorlopen van sommige studieonderdelen (bijvoorbeeld voor de VWO/WOinstroom). Een ander gesprekspunt is de eerder vermelde mogelijkheid voor het vrijdag/zaterdag-traject met concentratie van contacturen op vrijdag en zaterdag. Tijdens de gesprekken met de studenten en de afgestudeerden bleek dat het veelvuldig voorkomt dat studenten tijdens hun opleiding veranderen van studietraject, als gevolg NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 25

van ontwikkelingen in hun werk of in hun privé-leven. Deze veranderingen vinden steeds plaats in nauw overleg met het opleidingsmanagement. In de praktijk komt het er op neer dat de studenten gedurende het verloop van hun studie steeds worden begeleid in een voor hun situatie passend studietraject. Het panel oordeelt positief over de instroomprocedure en stelt vast dat het intakegesprek aan de opleiding en aan de studenten de gelegenheid biedt voor een goed begin van de studie. Wat betreft de opleiding in Zwitserland: Het panel heeft vastgesteld dat de begeleiding van de studenten voor, tijdens en na de instroom overeenstemt met die in Nederland. De opleiding sluit in haar onderwijs en de instroom- en onderwijsbegeleiding aan bij de instroomkwalificaties van de studenten. De instroom bestaat uit studenten zowel uit het Kanton Landquart als uit de grensregio van Oostenrijk. In verband met het feit dat de instromers in hun vooropleiding voornamelijk gewend waren aan frontaal klassikaal onderwijs, is het onderwijs wat meer klassikaal en wat minder projectgericht dan in Nieuwegein (zie 2.7). Facet 2.6 Duur voltijd: goed Zwitserland: goed Criterium: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: Het curriculum voor alle studietrajecten omvat 240 european credits (EC s), waarbij 1 EC staat voor 28 uren studie voor een gemiddelde student met een havo-diploma. Per studiejaar kunnen er 60 EC s worden behaald. In de Studiegids (2005-2006) geeft de opleiding de verdeling van de studiepunten over de onderwijseenheden weer voor het curriculum. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voltijd: goed Zwitserland: goed Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: De opleiding heeft haar didactisch model beschreven in de vorm van een acronym, T.H.I.M. waarmee de oprichter van de hogeschool wordt herdacht. Deze letters staan NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 26

voor de volgende uitgangspunten van het onderwijs: Teamwork, Human interest, Innovative capacity en Movement disorders. Het didactisch concept is in algemene zin afgeleid van het PGO-model. In het onderwijs ligt een sterke nadruk op reflectie en op zelfwerkzaamheid. Deze twee competenties worden via het studieonderdeel Engine aan de studenten aangeboden. Engine: de student is de motor, de opleiding en de praktijk leveren de brandstof. De uitwerking van het model in het onderwijs resulteert in sterke structuur en sturing in het begin van de opleiding. Dat uit zich onder meer in de aanwezigheidsverplichting van 90%. De verschillende studietrajecten worden bevorderd door een roostering waarin inhalen van lessen optimaal mogelijk is, doordat studieonderdelen meerdere keren per week worden aangeboden voor studenten van de verschillende studietrajecten. Dit wordt door studenten bevestigd. In de loop van de studie verschuift de nadruk van structuur en sturing naar begeleiding en zelfstandiger leeractiviteiten. Het vermogen tot teamgericht werken en werken binnen een organisatie wordt geoefend door samenwerkings- en presentatieopdrachten. In de propedeuse en in de hoofdfase (studiejaar 1, 2 en 3) jaar worden kennis en vaardigheidsontwikkeling geïntegreerd. Het onderwijs vindt plaats in modulen, waarin de leerstof geïntegreerd wordt aangeboden aan de hand van aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek, praktijkopdrachten, vakliteratuur, patiëntdemonstraties, colleges, snuffelstages, excursies en overige buitenschoolse activiteiten. In de laatste fase, het klinisch jaar, is er verdere kennis- en vaardigheidsontwikkeling in drie praktijkstages van elk vier maanden. Voorafgaande aan de instap in de stages, ronden de studenten hun scriptie af (ook wel afstudeerwerkstuk, zie 2.3). De gerichtheid op de praktijk van het onderwijs is onder meer waarneembaar door de patiëntcasussen, waarbij de studenten individueel of in groepen hun onderzoek en behandeling moeten beargumenteren en toelichten. Dit is een concrete invulling van de integratie van theoretisch en vaardigheidsonderwijs. Het panel oordeelt positief over het didactisch concept, met name over de zorgvuldige uitwerking van Engine. Wat betreft de opleiding in Zwitserland: De opleiding sluit in haar werkvormen aan op de instroomkwalificaties wat leren betreft bij de Zwitserse studenten. De Zwitserse studenten hebben in hun vooropleiding weinig samenwerkingsoefening ervaren, zo stelt de opleiding. Ook wat betreft leren leren, en zelfstandigheid, zijn er verschillen. Daardoor ligt de nadruk bij het Zwitserse onderwijs wat meer op klassikaal onderwijs; er wordt in het verloop van de studie steeds meer toegewerkt naar projectwerk. De Enginelessen vinden ook hier plaats, zij het in een aangepaste vorm, aangezien de competenties wat betreft reflectie en wat betreft samenwerking/groepswerk meer geleidelijk door de studenten worden ontwikkeld. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 27

Facet 2.8 Beoordeling en toetsing voltijd: voldoende Zwitserland: voldoende Criterium: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumentatie: Het toetsbeleid is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding. De opleiding maakt gebruik van een variatie aan toetsvormen. Dat zijn onder meer praktijktoetsen (aan de hand van een casus), presentaties (individueel of per groep), casusanalyses, schriftelijke rapportages, schriftelijk tentamens en praktijktentamens. Bij de Engine-lijn houden de studenten een portfolio bij, met daarin reflectieverslagen. Deze verslagen worden door de docenten met de studenten besproken. De toetsvormen, toetscriteria en -normen zijn per module vermeld in de moduleboeken. Het panel heeft na het inzien van toetsmateriaal vastgesteld dat de toetsen aansluiten op de leerdoelen. Voor de stagebeoordeling heeft de opleiding een beoordelingsformulier ontwikkeld dat is opgenomen in de Stagehandleiding. De beroepstaken worden daarmee systematisch geëvalueerd. Het afstudeerexamen bestaat uit meerdere onderdelen: een scriptie (ook wel afstudeerwerkstuk genoemd, zie 2.3 en 2.7), een assessment binnen de opleiding, waarbij de student een van vijf voorgelegde stellingen dient te verdedigen en tot slot een arbeidsproef. Deze arbeidsproef vond tot het studiejaar 2004-2005 plaats aan de hand van een casus op de laatste stageplaats. Die opzet is enigszins bijgesteld. Voortaan wordt de beroepsopdracht juist niet meer gebonden aan de laatste stageplaats. Het doel van deze verandering is dat de afronding van de opleiding een breder karakter krijgt. Bovendien wil de opleiding hiermee voorkomen dat de relatie tussen afstuderende en de werkplekbegeleider op het laatste stageadres van invloed is op het resultaat van de arbeidsproef. De studenten met wie het panel heeft gesproken, gaven aan dat de theoretische tentamens aansluiten op de leerstof. In het gesprek met studenten bleek tevredenheid over de toetsing. NQA visitatie Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan, hbo-bachelor Fysiotherapie 28