Vertoont zelfinitiatief maar overziet gevolgen van eigen handelen vaak niet. Is in het gunstigste geval in staat om zelfstandig te reizen (vso)



Vergelijkbare documenten
Het leren omgaan met moderne (digitale) media vormt een nadrukkelijk onderdeel van het onderwijsaanbod.

Voor leerlingen met dit profiel is structuurverlening heel belangrijk. De omgeving moet overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt worden.

Profiel 3, VSO Arbeidsmatige Dagbesteding 1. Algemeen

Voor leerlingen met dit profiel is structuurverlening heel belangrijk. De omgeving moet overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt worden.

Het leren omgaan met de computer vormt een nadrukkelijk onderdeel van het onderwijsaanbod.

Profiel 2, VSO Activiteitengerichte Dagbesteding 1. Algemeen

Profiel 1, VSO Belevingsgerichte dagbesteding 1. Algemeen

Profiel 4, VSO Arbeid 1. Algemeen

Profiel 5, SO Diplomagericht 1. Algemeen

Profiel 2, SO Activiteitengerichte Dagbesteding 1. Algemeen

Leerling-kenmerken: sociale regels Begrijpt (sociale) afspraken niet/nauwelijks Overziet de consequenties van eigen handelen niet/nauwelijks

Kan zelf niet een verantwoorde eigen keuze

Uitstroomperspectief (UPP) Speciaal Onderwijs (SO)

Gedrag en leren van kinderen met psychiatrische problemen en/of gedragsstoornissen. Jan Bijstra (RENN4) Henderien Steenbeek (RUG)

ZML SO Leerlijn Leren Leren

Handelingssuggesties 1. Pedagogische veiligheid

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAK GEDRAG. Mozarthof school voor ZML Leerlijn Leren leren dd /6

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

Typering van de vakken die binnen het profiel Cognitief ZML en PRO worden aangeboden

Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

31 oktober Martine Joustra

Leerjaar 4, 16 jaar. Leerjaar 5, 17 jaar

Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase. Leerjaar 3, 15 Jaar. Leerjaar 4, 16 jaar

Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase. Leerjaar 3, 15 Jaar. Leerjaar 4, 16 jaar

Leerjaar 4, 8 jaar. Leerjaar 5, 9 Jaar

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren)

Informatie voor ouders over het ontwikkelingsperspectief, leerroutes en uitstroomprofielen

ZML SO Leerlijn Sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag

Groepsplan groep Vakgebied Leren Leren Tijdsvak

ZML SO Leerlijn Sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag

vaardigheden - 21st century skills

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

kempelscan K1-fase Eerste semester

Geestig Omgaan met (ongewenst) gedrag van kinderen in groep

Doelenkaart SO. Domein Sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag. Schoolstandaard van de Waterlelie

Samen laten we elke jongere groeien

ontwikkelingsperspectief

Van ontwikkelingsperspectief naar groepsplan

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Groepsplan VSO AGL Naam school: Drechtster College

Uitstroomprofiel. Bernardusschool SO 5-13-jarigen

Functionerings niveau. niveau. CED 3 (voornemen : Plancius)

Schoolondersteuningsprofiel versie 2.0

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

Curriculum Leerroute 4 en 5 Sociale en emotionele ontwikkeling

3.1 Tips voor leerkrachten in het middelbaar beroepsonderwijs Met dank aan Heleen Schoots, KPC-groep

Groepsplan Zonnehuisschool VSO dagbesteding

STANDAARDISERING DOELGROEPENMODEL (V)SO

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Stap 1 Doelen vaststellen

Schoolondersteuningsprofiel 2.0

Basisaanbod VSO Lelystad, locatie Aurum College December 2018

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Ontwikkelingslijn: Interactie Ontwikkelingsveld 1: Basiscommunicatie en schriftelijke correctie Eigenaar: Inge Kiers

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

KAD ERNO TI TI E ONDERSTEUNEN BIJ VORMGEVEN PASSENDE LEERSTOFINHOUD VOOR DE BERNARD US S CH O O L D EN HAAG UITSTROOMPROFIELEN SO. versie: 0.

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

ZML SO Leerlijn Schriftelijke taal: lezen.

Ontwikkelingsperspectief in het basisonderwijs. Maart 2014

Schoolondersteuningsprofiel 2.1 CED-Groep Resultaat van uw aanbod 2019

Schoolondersteuningsprofiel versie 2.0

STOP 4-7 programma. Samen sterker Terug. Pad

Beleid Kanjertraining op De Meeander

Schoolondersteuningsprofiel Schooljaar

ARRANGEMENTKAART REKENEN DEFINITIEF VSO- AFDELING Versie April 2013

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Leerlijn Leergebiedoverstijgend Drechtster College

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Doorstroomgegevens groep 1 tot en met 8 Inhoud

2. Procedures en instructies opvolgen 2. De leerling leert instructies en procedures op te volgen Dagbesteding & Arbeid

Leerroutedocument. Leerroute 1

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

Schoolgids Deel b SO De Leeuwerik

Groepsplan Yulius Lingewaal College

Opbrengsten VSO De Kameleon Inleiding

Doel van deze presentatie is

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs

DIFFERENTIATIE op Leesontwikkeling Vaardigheden van de leerkracht

Ontwikkelingsperspectief Opgesteld door: (naam en functie)

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

Opbrengsten SO De Huifkar schooljaar

Huiswerkbeleid

De basis voor de ondersteuning van elk kind ligt gewoon in de klas.

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool

Jeugdtrainer: de spil van een vereniging. Over welke kwaliteiten dient de. jeugdtrainer dan te beschikken? Zaterdag 14 januari 2017

Schoolgids Deel b VSO t Korhoen

Groepsplan VSO AGL. Naam school: Drechtster College. Leerroute Groep/klas 1.2

Schoolbeleid gewenst gedrag van Eenbes Basisschool De Wentelwiek

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

Schoolondersteuningsprofiel 2.1 CED-Groep Resultaat van uw aanbod 2019

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG

Transcriptie:

1. Profiel 2: Algemeen Leerlingen worden onder andere in Profiel 2 geplaatst vanwege hun cognitieve niveau (35<IQ> 50/55) en het behaalde leerlijn-niveau. (aan het eind van de SO periode worden vaardigheden op niveau 6 beheerst. Het onderwijs in dit profiel bereidt leerlingen voor op arbeidsmatig werken, wonen en recreëren met begeleiding op enige afstand. Als leerlingen in dit profiel voor de leerlijnen leren leren en sociale competentie hoger scoren (rond niveau 12) is het ook mogelijk om deze leerlingen te plaatsen in het vrije bedrijf en/of begeleid te laten wonen en recreëren. De leerling met profiel 2 heeft namelijk voldoende bagage om bij uitstroom eenvoudige tekstjes te lezen en toe te passen in de praktijk. Tevens kan hij de verworven rekenvaardigheden toepassen in praktijksituaties. Doel is om de leerling zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in het toekomstige wonen, werken en recreëren. De leerlingen ontvangen een VSO-diploma, op grond van het doorlopen van de leerroute die voorbereidt op beschermd werken. Er worden kerndoelen vastgesteld voor het uitstroomprofiel beschermd werken De kerndoelen zijn gericht op praktische toepassing bij wonen, werken en vrijetijdsbesteding en bevatten ten minste de aspecten voorbereiding op arbeid, Nederlandse taal, rekenen, oriëntatie op wonen, oriëntatie op dagactiviteiten, mens en natuur, mens en maatschappij, oriëntatie op cultuur en sport en bewegen. Het leren omgaan met moderne (digitale) media vormt een nadrukkelijk onderdeel van het onderwijsaanbod. 2. Profiel 2: Leerling- kenmerken Leerling-kenmerken; Algemeen Licht verstandelijke beperking IQ bereik; 35<IQ> 50/55 Vergelijkbaar ontwikkelingsniveau: 4-7 jaar In SO en VSO: de leerlingen volgen zml onderwijs Ontwikkelingsperspectief / uitstroommogelijkheden: Na de SO periode stroomt de leerling door naar het VSO-zml. Na de VSO periode stroomt de leerling uit naar beschermd werken. Voor leerlingen met dit profiel is het van belang dat de omgeving overzichtelijk en voorspelbaar gemaakt wordt. Dit houdt in: Orden de omgeving en de lesstof Maak verwachtingen duidelijk maken Herhaal ook de reeds behaalde doelen (leerstof zakt na een tijdje weer weg) Maak gebeurtenissen voorspelbaar Maak de betekenis van dingen, gebeurtenissen, communicatie en omgangsregels duidelijk Voorzie de te verrichten handelingen duidelijk van een begin en een eind. Bekrachtig elke adequate gewenste handeling of adequaat gedrag volgens leertheoretische principes. Leerling-kenmerken: zelfstandigheid Heeft ondersteuning nodig bij het uitvoeren van meervoudige opdrachten. 1

Vertoont zelfinitiatief maar overziet gevolgen van eigen handelen vaak niet. Is in het gunstigste geval in staat om zelfstandig te reizen (vso) Leerling-kenmerken: zelfredzaamheid Kan zich na de kleuterperiode zelfstandig aan- en uitkleden Kan materialen zonder hulp opruimen Kan een eenvoudige boodschap overbrengen Kan eenvoudige, bekende opdrachten / taken zelfstandig uitvoeren Leerling-kenmerken: taakgerichtheid Kan gedurende steeds langere tijd zelfstandig aaneengesloten blijven werken Kan meervoudige opdrachten aan, mits deze visueel ondersteund worden Kan een bekende opdracht omzetten in uitvoering met minimale begeleiding Schakelen van de ene naar de volgende activiteit is mogelijk, mits dit goed vantevoren is doorgesproken Heeft beperkte transfer mogelijkheden van handelen bij bekende taken 3. Profiel 2: plaatsing De leerlingen worden met 4 jaar toegelaten in het SO. (Speciaal onderwijs) Zij worden dan geplaatst in de groep, met de jongste leerlingen. ( 4 6 jaar) In deze groep wordt nog geen specifieke profiel indeling gehanteerd. Met 6 /7 jaar stromen ze door naar een combinatie SO groep (7 12 jaar) waarin leerlingen met combinaties van profiel Ster,1, 2 en 3 worden geplaatst. Als een leerling mbv groepsinstructie binnen de methoden kan werken, worden de leerlingen met profiel 2 en 3 bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Hierbij wordt sterk rekening gehouden met de sociaal emotionele ontwikkeling. Op 12 jarige leeftijd worden deze leerlingen geplaatst in de VSO (Voorgezet Speciaal Onderwijs) brugklassen met het accent op cognitie. (keuze is afhankelijk van het bereikte niveau op de leerlijn schriftelijke taal) De leerlingen krijgen in de brugklas les in de eigen mentorgroep. Groepsdoorbrekende activiteiten zijn er nauwelijks. De leerlingen blijven tot 15 jaar in deze brugklas. Daarna worden ze geplaatst in in een praktijkklas van het VSO (16 17 jaar). Ze krijgen dan te maken met veel meer docenten dan in de brugklas. Verdeeld door de week kunnen ze les krijgen van 15 docenten / klassenassistenten. De stageklassen vormen de uitstroomfase. Na een aantal individuele stages stromen de leerlingen uit naar beschermd werken of een plek in een bedrijf, al dan niet met begeleiding van een jobcoach) 4. Profiel 2: (ortho ) pedagogische aanpak basisprincipes ten aanzien van structuur Structuur in begeleidingsstijl Wees duidelijk over het gewenste gedrag (benoemen) Leer adequate omgangsvormen expliciet aan. Leren vindt plaats vanuit het principe van empowerment Gebruik weinig taal Geef doe opdrachten Benadruk sterke kanten: bijv. visuele gerichtheid van de meeste leerlingen dmv visualiseren van leerprocessen /opdrachten Geef één opdracht tegelijk; meerdere opdrachten werken verwarrend (SO) in de VSO kunnen meerdere opdrachten gegeven worden, mits ondersteund door stappenplannen of een door middel van een dagschema. Gebruik duidelijke woorden. Spreek in korte, richtinggevende doe zinnen. Doe dit Pak dat.. Voor deze leerling is het belangrijk om in heldere, concrete taal te spreken en te handelen. Misschien, soms, vaak zijn woorden die zoveel mogelijk vermeden dienen te worden (zeg wat je bedoelt, en doe wat je zegt) 2

Bouw routines op: dingen gaan op dezelfde manier; dit geeft rust en veiligheid Bouw rituelen op: werk met werkkleding voor het vergroten competentiegevoelens Leerkrachtvaardigheden: structuur in tijd Zorg voor een visueel dagprogramma. Baken de werktijd af met behulp van een time timer Leerkrachtvaardigheden: Algemeen Laat de leerling zelf keuzes maken binnen kaders, om autonomiegevoel te ontwikkelen. Blijf aanwezig en herhaal regels meerdere keren per dag. Biedt structuur door telkens te benoemen wat je verwacht. Laat de leerling binnen duidelijke kaders en afspraken individueel taken vervullen. Leg uit waarom je handelt zoals je handelt. Zorg voor selectie en regulering van prikkels. Maak het onderwijs niet leerkrachtafhankelijk. Dit betekent dat de routine doorloopt bij afwezigheid van de leerkracht. Heb begrip voor de problemen van de leerling en het soms bizarre gedrag. (in samenhang met comorbiditeit) Wees voorzichtig met het beroep doen op gevoelsmatig inzicht. Houd distantie en hanteer een neutrale benadering. Leerkrachtvaardigheden: Leerkrachtgedrag: Pas een uitnodigende, positieve en duidelijke benadering toe in leerling-contact. Vermijd gevoelens van afwijzing, werk met positieve bekrachtigers en beloning; gewenst gedrag benadrukken, ongewenst gedrag niet teveel benadrukken. Heb respect voor de leerling en win zijn vertrouwen. Sfeer en houding bepalen de individuele relatie met de leerling. Speel flexibel in op situaties. Waardeer de eigen inbreng van leerlingen. Wees creatief in denken en doen om steeds opnieuw lesprogramma s aan te passen en/of te ontwikkelen om passend onderwijs te kunnen bieden. Wees consequent in de uitvoering van regels en afspraken. Leerkrachtvaardigheden: Communicatie Ondersteun de communicatie op concrete wijze door te werken met picto s, foto s of concrete verwijzers Gebruik niet teveel taal. Formuleer kort en bondig,. Laat vooral ook zien wat je wilt. De leerkracht is model Ondersteun sociaal gedrag door middel van stappenplannen in de vorm van foto s picto s of schrift Leerkrachtvaardigheden: Communicatie: Zorg dat je de aandacht van de leerling hebt, voordat je instructie geeft. Beperk je taalgebruik: praten is prikkelen. Daarom kort, enkelvoudig en eenvoudig formuleren. Verval niet in discussies (welles-nietes). Een gebaar maakt vaak meer indruk dan veel gepraat. Gebruik duidelijke taal, geen figuurlijke taal. De leerling ervaart de wereld namelijk op een andere manier, en kan andere betekenissen geven aan taal. Vermijd ironie en sarcasme en reflecteer na een grapje altijd even en benoem expliciet dat het een grapje was. Leerkrachtvaardigheden: Regels: Gebruik zoveel mogelijk non-verbale signalen. Structureer blijvend voor, herhaal steeds regels en afspraken. Voorkom pedagogische middelen zoals het uit de groep verwijderen, het gebruik van time-out zoveel mogelijk. Maak afspraken (contract) over wanneer welke maatregel wordt toegepast. Bij sommige 3

leerlingen werkt het wel goed om een time-out te nemen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen Leerkrachtvaardigheden: Positieve benadering / bekrachtiging Benoem zoveel mogelijk het gewenste gedrag. Probeer alert te zijn op positief gedrag, hoe miniem ook, en beloon dit direct. Probeer negatief gedrag te negeren voor zover dit mogelijk is. Negatieve aandacht is voor deze leerlingen vaak ook een beloning. Belonen werkt beter dan straffen. Stel samen met de leerling de beloners vast. Dit werkt motiverend. Bepaal eerst welk positief gedrag je wilt zien, voordat je het ongewenste gedrag gaat vernaderen. Besteed positieve aandacht door kleine opdrachten direct hoog te waarderen (opdrachten waarvan je zeker weet dat de leerling ze goed kan uitvoeren zodat succeservaringen verzekerd zijn). Positieve aandacht betekent ook: probleemsituaties voorzien en preventief te werk gaan. Bijvoorbeeld door de leerling van tevoren te vertellen wat er gaat gebeuren als iets van de normale dagelijkse gang van zaken afwijkt. Wees voorzichtig met het oefenen van zwakke vaardigheden. 5. Profiel 2: (ortho) didactisch aanbod Aanbod algemeen Voor de ontwikkeling van de leerlingen binnen Profiel 2 is het belangrijk dat in de SO periode de leervakken methodisch worden aangeboden. Aan het eind van de SO periode is het aanvankelijk leesproces bij de leerling met profiel 2 (bijna) afgerond. In de VSO blijft het methodisch aanbieden van lezen en rekenen in de brugklasperiode (12 15 jaar) belangrijk. Er is echter ook ruimte in deze periode voor het oriënteren op de praktijkvakken. Leerlingen met een profiel 2 kunnen over het algemeen eenvoudige zinnetjes lezen waardoor ze in staat zijn om een stappenplan van foto s en tekst te lezen en te begrijpen. Tevens zijn ze in staat om de praktische vaardigheden van het rekenen in de praktijk toe te passen. Het onderwijs in het VSO richt zich ook op het aanleren van en het vergroten van kennis van deze praktische toepassingen van het rekenen. (geldrekenen, klokkijken, meten en wegen) Na de brugklasperiode wordt het aanbod van praktijkvakken met daaraan gekoppelde beroepscompetenties steeds belangrijker. In de praktijkklassen (15/16 jaar) en de stageklassen leren leerlingen arbeidsvaardigheden in een praktijksituatie. Ook kiezen ze in deze periode voor een uitstroomrichting. Via stages vinden deze leerling een werkplek in de arbeidsmatige dagbesteding. De leerling met een Profiel 2 leert ervaringsgericht en door herhaling. Cognitieve vaardigheden staan in dienst van en ondersteunen de praktische vaardigheden. De ontwikkeling van een goede taak- en werkhouding vormt van jongs af aan een doel op zich. De ontwikkeling van de sociale competentie vaardigheden houdt onder andere een aanbod van burgerschapskunde en het leren samenwerken met anderen in. Het sociaal functioneren van de leerling in de maatschappij vormt de spil van het onderwijsaanbod bij het aanleren van deze vaardigheden. Leerlingen met Profiel 2 kunnen zich over het algemeen via gesproken taal voldoende uiten en de ander begrijpen. Bij complexere vormen van communicatie en handelen in sociale- en/of praktijksituaties is ondersteuning van een volwassene noodzakelijk. Leerkrachtvaardigheden: algemeen Er wordt lesgegeven volgens de volgende principes Deel leerstof op in overzichtelijke stappen. Maak individuele stappenplannen Visualiseer gedrag Pas positieve bekrachtiging toe Buig angstig en/of agressief gedrag om 4

Pas het ADI model toe Versterk de taakoriëntatie. (bij leerlingen met comorbiditeit een taak altijd aanbieden op dezelfde wijze) Geef lesovergangen duidelijk en tijdig aan. (leerlingen moeten zich hierop voor kunnen bereiden) Splits lesstof op in overzichtelijke deeltaken, waarbij er niet teveel verschillende opdrachten ineens gegeven worden Zorg voor veel doetijd en een korte luistertijd Besteed veel aandacht aan motivatie Zorg voor goede afwisseling inspanning en ontspanning Leerkrachtvaardigheden: Communicatie algemeen Uitgangspunt is positieve bekrachtiging. Maak contact. Geef leerlingen voldoende bedenktijd (minimaal 10 sec wachten). Spreek de leerling bij de naam aan. Gebruik een stellende, directieve, maar neutrale wijze van communicatie. (gebruik woorden nu en praat in de ik-vorm tijdens de instructie) Leerkrachtvaardigheden: communicatie tijdens de instructie / verwerking Zet stappenplannen, foto s, film etc. dagelijks in om het leerproces te ondersteunen en de dagindeling te verhelderen Verduidelijk en visualiseer de leerstof en de opdracht tijdens de les meerdere malen. Herhaling is noodzakelijk!. Ondersteun de mondelinge instructie visueel met behulp van schema s, stappenplannen, filmpjes etc. Zorg voor een rijke, didactische leeromgeving. Maak gebruik van de computer en het digibord. Deze bieden veel structuur, zijn zelfcorrigerend en geven snel feedback. Visualiseer groepsregels en hang deze zichtbaar op in de klas Controleer meerdere malen of de leerling snapt wat er van hem verwacht wordt door hem regelmatig de lesstof of de opdracht te laten samenvatten.(wat gaan we leren, wat moet je doen?) Geef niet vanuit de verte instructie (de leerkracht is nabij de leerling en zorgt voor persoonlijk (oog)contact tijdens het geven van instructie.) Leerkrachtvaardigheden: Regels: Kies samen met de leerlingen de belangrijkste regels. Regels zijn er om steun te bieden, niet om te straffen of te verbieden. Hou je zelf ook aan de regels. Hanteer regels consequent Hang de regels voor iedereen zichtbaar op. Regelkenmerken: Eenduidig Stellend en directief Positief Leerkrachtvaardigheden: Kennis: Kennis van leerlingen met een verstandelijke beperking Kennis van de invloed van psychiatrische beelden bij leerlingen met een verstandelijke beperking Kennis van verschillende syndromen en ziektebeelden Leerkrachtvaardigheden: Klassenmanagement Maak gebruik van een vast dagrooster Voorkom afleiding, zorg voor een rustige werkomgeving (indien nodig, deur dicht) Hanteer vaste afspraken bij hulp vragen Geef alles een vaste plek voorzien van labels 5

Neem een centrale plek in als leerkracht Hanteer vaste looproutes Leerkrachtvaardigheden: feedback geven Geef direct eenduidige en heldere feedback op gewenst en ongewenst gedrag Wees kort en duidelijk in je reacties Leg niet uit wat er mis is gegaan maar benoem welk gewenst gedrag ervoor in de plaats moet komen Bekrachtig onmiddellijk het gewenste gedrag, zodra je dit waarneemt. Maak bij comorbiditeit - gebruik van een beloningssysteem 6. Profiel 2: kernleerlijnen en vakaanbod in de SO (4 12 jaar) Aanbod SO afdeling 1. De nadruk van het onderwijsaanbod in de SO ligt op aanleren van voorbereidend en aanvankelijk lees- en rekenonderwijs, vaardigheden op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling, het aanleren van een juiste taak- werkhouding en het vergroten van de (zelf)redzaamheid van de leerling. Taal en rekenonderwijs wordt methodisch en op niveau aangeboden. Leerlingen die in het aanvankelijk leesproces zitten, krijgen lezen aangeboden met behulp van de aanvankelijk leesmethode VsV,VIS en VLL. Voor de leerlingen waar het leesproces niet op gang komt, wordt de methode Leespraat aangeboden. Rekenen wordt aangeboden met behulp van de methoden Rekenboog, RekenZeker.. Spelvaardigheden worden aangeboden in de vorm van fantasiespel en gezelschapsspelen, waarbij het accent ligt op het leren wachten op je beurt, leren omgaan met winst en verlies en uiteraard het plezier hebben in het samenspel met andere leerlingen. 2. Wat betreft het vergroten van de sociaal emotionele ontwikkeling richt het onderwijs in de SO zich op het vergroten van het zelfvertrouwen, de zelfredzaamheid en de weerbaarheid van de leerling. Het spelend leren krijgt hierbij ruim aandacht. De spanne van zelfstandig werken wordt in hele kleine stapjes uitgebouwd, door te werken met een time timer en een dobbelsteen volgens een schoolbreed afgesproken beleid. De leerling leert om hulp te vragen, aan te geven wanneer hij een probleem heeft, Maar ook om aan te geven dat hij bang, boos of verdrietig is en hoe hij hiermee om moet gaan. De sova methode STIP biedt lessen en oefenmateriaal voor het aanleren van vaardigheden. 3. Het rekenonderwijs en het onderwijs in schriftelijke taal is voor leerlingen met profiel 2 gericht op het aanvankelijk lezen en rekenen. De methoden VsV/VIS/VLL en Rekenboog/RekenZeker worden hiervoor ingezet. Daarnaast is aandacht voor het verwerven van praktisch toepasbare reken- en taal vaardigheden. Klokkijken, geldrekenen en meten /wegen worden methodisch aangeleerd en geoefend. Het schrijven wordt methodisch d.m.v. de methode Schrijven op Maat aangeleerd. 4. Wonen: In de SO groepen wordt ook aandacht besteed aan het aanleren van woonvaardigheden die nodig zijn om later zo zelfstandig mogelijk mee te kunnen participeren in de toekomstige woonvorm. Denk daarbij aan zelfstandig aan- en uitkleden, boodschappen doen, boodschappenbriefje maken, zoeken van producten in de winkel etc. Doordat de leerlingen huishoudelijke taakjes volgens een rooster krijgen, maken zij kennis met deze vaardigheden. Onderwijs aanbod gerelateerd aan de kern leerlijnen en de belangrijkste methodes in schematisch overzicht Leerlijn: niveau 6 onderdeel Belangrijkste methodes Schriftelijke en mondelinge taal De leerling switcht tussen verschillende sprekers (in kringgesprek). Begrijpt zinnen met aanduidingen als wanneer en erna (eerst mag Stan, jij mag erna). Legt een logische reeks van vier plaatjes Peuterplein Kleuterplein VsV/VLL Schrijven op Maat Taal op Maat 6

in tijdopbouw op volgorde. Begrijpt de hoofdzaak in een mondelinge tekst. Vertelt over iets dat hij heeft beleefd en hoe hij zich daarbij voelde (ik zag een spin en was bang). blijft bij het onderwerp van het gesprek Leest op AVI-Start - beheersing Leest op AVI-M3 - instructie Leest vlot MKM wisselrijtjes waarbij het laatste cluster gelijk is. Voegt losse klanken van twee- en drieletterwoorden samen tot een woord. Cat 3.Klankzuivere MKM woorden van 2 en 3 klanken van medeklinker(s) en klinkers die door 2 verschillende letters worden weergegeven (tweeklanken;pijn, huis). Cat 4: Klankzuivere woorden met combinatie van 2 medeklinkers vooraan of achteraan (bloem, kast). Verklankt alle letters correct en vlot (einddoel kern 6) CITO: M3:D Rekenen en wiskunde Sociaal emotionele vaardigheden Leren leren Heeft de doelen van de methode RekenZeker 3B behaald CITO: M3:D Aanvaardt excuses van een ander. Deelt uit zichzelf iets met een ander (schuift op, deelt iets lekkers). Vertelt van welke specifieke situaties hij boos, verdrietig of bang wordt (bang voor een hond, verdrietig omdat papa niet thuis is). Verplaatst zich in de gevoelens van een ander (toont medeleven, lacht mee, troost). Zegt het als hij wordt overgeslagen of als iets dat beloofd is vergeten wordt. Vertelt dat hij een andere keuze wil maken dan een ander (hij wil naar buiten, ik niet). Durft zichzelf te laten zien in een bekende situatie (komt zeker de klas inlopen, kijkt niet weg). Rondt een taak af als de tijd verstreken is, bij een afgesproken tijdsplanning Oplossingsgericht werken: Weet wat hij moet doen als hij vastloopt (hanteert de afgesproken regel in plaats van afwachtende houding aan te nemen) Controleert achteraf of zijn werk aan 1 concrete (objectieve) eis voldoet Samenwerken: Werkt 10 minuten met een andere leerling samen aan een bekende taak, op basis van een gegeven Peuterplein Kleuterplein Rekenboog RekenZeker Peuterplein Kleuterplein Stip BZL volgens afspraak op schoolniveau 7

Motorische ontwikkeling taakverdeling Probeert zijn taak nog een keer als het de eerste keer niet lukt Bedenkt vooraf wat hij/zij wil maken en blijft bij zijn/haar idee Speelt tikkertje met 2 tikkers Peuterplein Kleuterplein Leerlijn bewegingsonderwijs WAVL Zie voor een meer gedetailleerde beschrijving van de diverse vakken in het SO de website van de school: www.wavanlieflandschool.nl (groepsplannen, leerlijnen en vakaanbod). 7. Profiel 2: Ontwikkelingsperspectief en uitstroom De WA van Lieflandschool hanteert leerlijnen om de ontwikkeling van haar leerlingen te volgen en inzichtelijk te maken. Leerlijnen zijn onderverdeeld in 12 leerstof niveaus, waarin de moeilijkheidsgraad van de leerstof langzamerhand oploopt van basaal (niveau 1) naar een complexer (niveau 12) De leerlingen met Profiel 2 ontwikkelen zich volgens onderstaand schema. De leerlingen ontwikkelen zich op het ene leergebied anders, dan op het andere. De van Lieflandschool streeft ernaar om het hoogst haalbare uit haar leerlingen te halen. Op deelgebieden zullen de leerlingen met het Profiel 2 zich verder ontwikkelen dan het roze schema en op deelgebieden minder ver. Streefniveau is niveau 6 van de CED leerlijnen op de belangrijkste kernleerlijnen bij het afsluiten van de SO periode en niveau 9 bij het afsluiten van de VSO periode (zie voor opgave van deze leerlijnen bij 7 : leerstofaanbod en leerlijnen) Het ontwikkelingsperspectief met het daaraan gekoppelde uitstroomniveau wordt mede bepaald door het behaalde niveau op de leerlijnen. Als leerlingen nog heel jong zijn, kan dit nog niet precies bepaald worden. Naarmate de school doorlopen wordt, kan het perspectief scherper worden omschreven. Leerlingen met overwegend Profiel 2 (roze) stromen door naar de VSO afdeling van het ZMLonderwijs. Zij kunnen vanaf 18 20 jarige leeftijd uitstromen naar dagbesteding; beschermd werken. Bijv. werken bij de Jumbo onder de paraplu van een zorginstelling. Leerlingen die hoger uitkomen op de leerlijnen sociale competentie en leren leren, kunnen ook uitstromen naar arbeid. In de schoolgids kunt u lezen waar de schoolverlaters uiteindelijk uitstromen in het hoofdstuk leeropbrengsten. Leeftijd Profiel 2 CITO SO CED doelen Taal Rekenen 4 jaar 1 <M1 M1, E1 5 jaar 2 <M1,M1 E1,M2 6 jaar 3 7 jaar 4 8 jaar 4 M2: C M2: C 9 jaar 5 10 jaar 5 8

11 jaar RekenZeker: 3A VsV/VLL: kern 3 12 jaar RekenZeker: 3B VsV/VLL: kern 6 Uitstroom naar VSO: Uitstroom bestemming: M3: D M3: D Brugklas, gericht op Profiel 1 en 2 onderwijsaanbod of Brugklas, gericht op Profiel 2 en 3 onderwijsaanbod Dagbesteding: Beschermd werken 8. Profiel 2: Leerlingvolgsysteem en toetsing De ontwikkeling van de leerling wordt bijgehouden in Parnassys. Dit is het digitale leerlingvolgsysteem van de school. In dit leerlingvolgsysteem zijn alle leerlijnen, met de daarbij behorende doelen opgenomen. Na een lessencyclus waarbij de leerstof gericht op het behalen van een specifiek doel wordt aangeboden, noteert de leerkracht het leerresultaat in het leerlingvolgsysteem. Het beoordelen of doelen behaald zijn vindt plaats op 3 verschillende manieren: 1. Door het afnemen van (ZML)-Cito toetsen (bij een bepaald leerlijn niveau wordt een bepaalde Cito toets afgenomen.) Een Cito toets is een onafhankelijke, genormeerde toets. Hiermee kun je de resultaten van de leerling vergelijken met een gemiddelde basisschoolleerling. Dit geeft ouders en leerkrachten een aanduiding van het functioneringsniveau van de leerling in vergelijking met basisschoolleerlingen. Niveau 9 van de CED leerlijnen komt gemiddeld overeen met het ontwikkelingsniveau van een basisschoolleerling in klas 4 van de basisschool. Hierbij horen de CITO toetsen M4 (Midden leerjaar 4) 2. De kleuters (leerlingen t/m 6 jaar) worden in principe met de ZML-CITO toetsen getoetst. Als de scores op de ZML-CITO toetsen volgens het toetsbeleid hoog zijn, wordt overgegaan op de reguliere CITO-(kleuter)toetsen. 3. Door het afnemen van methode gebonden toetsen. (bijv. de leesmethode VLL toetst na elk leerstofblok de vaardigheden mbv een toets) 4. Door het observeren van leerlingen in de klas. Bijv. doel: half uur zelfstandig aan een taak werken. Dit kan de leerkracht observeren in de dagelijkse klassensituatie Per leerling wordt een toetsoverzicht gemaakt, waarin visueel wordt aangegeven hoe de ontwikkeling verloopt per kernleerlijn. Dit toetsoverzicht geeft de volgende informatie a. Welk niveau van de leerlijn de leerling voldoende beheerst. b. Welk niveau van de Cito toets voldoende wordt beheerst. Tijdens de evaluatie besprekingen wordt dit toetsoverzicht gebruikt om het leerniveau en het leerresultaat inzichtelijk te maken voor ouders. Dit is tevens het evaluatieformulier van het OPP (Ontwikkelings Perspectief Plan) 9