Rapportage BPV-plaatsen RBB Samenvatting In het schooljaar zijn in de regio ruim 2.100 BPV-plaatsen (BeroepsPraktijkVorming/stages) gematcht in de zorgsector door het RBB. Het gaat hier om de opleidingen zorghulp, helpende, verzorgende, verpleegkundige niveau 4 en niveau 5 en de (M)MZ opleidingen. Het gaat om studenten in de voltijdsopleidingen. De stages variëren van 5 tot 40 weken. Het aantal stages in de regio neemt de laatste jaren toe, als gevolg van een toename van het aantal studenten. De meeste stages vinden plaats in de verzorgings- en verpleeghuizen, zij hebben stagiaires van alle bovengenoemde opleidingen. In de ziekenhuizen zijn vrijwel alleen verpleegkundige stagiaires te vinden. De gehandicaptenzorg neemt een groot deel van de MMZ-stages voor haar rekening, maar hier zijn ook alle andere opleidingen te vinden. In de thuiszorg lopen relatief veel HBO-V-ers stage. Het aandeel zorghulpen en helpenden in de thuiszorg neemt de laatste jaren af door de veranderingen in aanbestedingen. Bijna een op de negen studenten heeft het afgelopen jaar stage gevolgd op een vorm van een leerafdeling in de regio. Het aantal aangeboden stageplaatsen in de regio is de afgelopen jaren redelijk gelijk gebleven, de benutting van deze plaatsen is gestegen. Voorheen werd 78 procent van de aangeboden plaatsen daadwerkelijk benut, in was dit 88 procent. Deze stijging vindt met name plaats in de V&V-sector. De aangeboden BPV-plaatsen voor verzorgende kunnen het minst vaak ingevuld worden omdat het een relatief kleine groep studenten betreft. Gemiddeld maakt een op de zeven studenten de BPV niet af. In de meeste gevallen kan de student op een andere BPV-plaats de opleiding vervolgen. De uitval in de BPV neemt af naarmate het niveau van de opleiding stijgt. 1
Rapportage BPV-plaatsen RBB Inleiding Het RBB matcht de BPV voor de volgende opleidingen van het Kellebeek College, Vitalis College en Avans Hogeschool: - zorghulp - helpende - verzorgende - verpleegkundige niveau 4 MBO - verpleegkundige niveau 5 HBO - MMZ In deze rapportage wordt beschreven welke matches zijn gemaakt in het schooljaar. Aantal matches in de tijd naar niveau In onderstaande grafiek wordt het aantal BPV-matches door het RBB aangegeven. Vanaf 2010/2011 is ook de MMZ meegenomen. De afgelopen jaren bedraagt het aantal individuele stages van studenten zorg in de regio ruim 2.100 stages per jaar. Tussen de opleidingen onderling zijn wel wat schommelingen. Afgelopen jaar zijn in de regio met name het aantal stages voor verzorgende iets gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren. Dit komt voort uit een andere organisatie van de stages (twee halfjaarstages i.p.v. een jaarstage). Ook zijn er weer meer BPV s op zowel het hoogste als laagste niveau (1, zorghulp en 5 HBO-V) beide als gevolg van een groter aantal studenten. Let wel, het gaat hier om het aantal matches, niet om het aantal studenten. Een match kan voor een periode van 5 weken zijn, maar ook voor een periode van 40 weken. Ook kan een student gestopt zijn en weer opnieuw gematcht op een andere BPV-plaats. 2
Grafiek 1: Aantal matches in de tijd naar opleiding Noot: in 2009/2010 zijn er enkele veranderingen opgetreden in de periodisering; in het tweede jaar niveau 3 en 4 zijn de stages bij Kellebeek College verlengd van 2*20 weken naar 1* 40 weken. Bij Vitalis is dit voor niveau 3 gedaan. Dit verklaart de lichte daling in 2009/2010 ten opzichte van 2008/2009. Bij Vitalis is dit met ingang van weer veranderd in twee halfjaarstages waardoor het aantal BPV van verzorgenden weer stijgt. Het aantal studenten dat in de zorg een BPV volgt is redelijk verdeeld over het jaar, met een piek in periode 3 van het jaar. Dan gaan de eerstejaars studenten van Avans op BPV. Het aantal eerstejaars studenten van Avans laat nog een stijging zien. In periode 1 zijn er relatief gezien de minste studenten omdat dan nog geen van de eerstejaars op BPV gaan. Verdeling naar sector Onderstaand schema toont het aantal plaatsingen naar sector per onderwijsinstelling en niveau. De verpleeg- en verzorgingshuizen zijn relatief gezien de belangrijkste sector voor stages. Met name voor de zorgopleidingen op niveau 1 t/m 3 is meer dan driekwart van de stages in deze sector. Voor de HBO-V en MBO-verpleegkunde volgen de ziekenhuizen op een goede tweede plaats. De MZ kent de gehandicaptenzorg als belangrijkste sector, gevolgd door de verzorgings- en verpleeghuizen. Dit beeld komt overeen met voorgaande jaren. 3
Grafiek 2: BPV naar sector 800 700 Kinderopvang 600 welzijn overig 500 Kraamzorg Zorgboerderij 400 300 Verstandelijk gehandicapten zorg Verpleeg- en verzorgingshuis Thuiszorg 200 Revalidatiecentrum Psychiatrie/verslavingszorg 100 Overig 0 JGZ en GGD Lichamelijk gehandicaptenzorg Algemeen ziekenhuis hbo-v 4 3 2 1 mmz 4
In tabel 1 zijn deze gegevens vergeleken met het schooljaar 2010/2011. Voor de HBO-V is het aantal stages in verpleeg- en verzorgingshuizen gestegen, tegelijkertijd met een kleine daling voor de ziekenhuizen. De overige sectoren zijn nagenoeg gelijk gebleven. Voor niveau 4 verpleegkunde is eenzelfde trend zichtbaar. Bij verzorgenden is er een kleine daling in de thuiszorg met een stijging eveneens in de V&V sector tot gevolg. Voor helpenden en zorghulp is er een stijging in BPV-plaatsen in de kinderopvang, dit zijn voornamelijk gastouders. Voor de MMZ is er eveneens een stijging in BPV-plaatsen in de V&V sector. Tabel 1: BPV naar sector in procenten, 2010/2011 vgl met hbo-v Mboverpleegkunde verzorgende helpende zorghulp mmz 2010/ 2011/ 2010/ 2011/ 2010/ 2011/ 2010/ 2011/ 2010/ 2011/ 2010/ 2011/ 2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012 Algemeen ziekenhuis 35% 32% 32% 25% 0% 0% 2% 0% 3% 2% 0% 0% Lichamelijk 0% 0% 0% 1% 0% 1% 2% 1% 0% 2% 2% 1% gehandicaptenzorg JGZ en GGD 2% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Overig 10% 6% 3% 2% 0% 1% 5% 0% 10% 0% 4% 4% Psychiatrie/verslavingszorg 8% 11% 12% 8% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 1% Revalidatiecentrum 2% 2% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Thuiszorg 6% 6% 5% 5% 10% 6% 6% 7% 5% 0% 1% 0% Verpleeg- en 30% 37% 35% 46% 73% 79% 61% 60% 77% 73% 38% 45% verzorgingshuis Verstandelijk 8% 6% 13% 12% 14% 13% 10% 9% 3% 2% 49% 47% gehandicapten zorg Zorgboerderij 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 1% Kraamzorg 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% welzijn overig 0% 0% 0% 0% 1% 0% 1% 4% 0% 5% 1% 0% Kinderopvang 0% 0% 0% 0% 0% 0% 13% 19% 3% 16% 0% 0% Omgekeerd kijken we ook naar welke branche nu welke stagiaires heeft. Dit beeld verschilt niet met voorgaande jaren: - In de ziekenhuizen komen vrijwel alleen verpleegkundigen niveau 4 en 5 voor hun BPV. - De verpleeg- en verzorgshuizen kennen een vrij evenredige verdeling over de verschillende opleidingen. - Ook de thuiszorg is redelijk verdeeld, maar kent een relatief hoog aandeel HBO-V-ers. - De gehandicaptenzorg kent bijna 40 procent mmz, de rest is redelijk verdeeld over de verschillende opleidingen. 5
Grafiek 3: 1200 Verdeling van de BPV per opleiding over sectoren 1000 800 600 400 200 0 mmz 1 2 3 4 hbo-v Leerafdelingen Onderstaand schema toont de stand van zaken op de leerafdelingen in. In dit schooljaar zijn diverse leerafdelingen/leerteams actief in de regio. In totaal hebben dit schooljaar ongeveer 250 BOL of voltijdsstudenten op een vorm van een leerafdeling stagegelopen. Gemiddeld heeft bijna een op de negen studenten in dit schooljaar dus stage gelopen op een vorm van een leerafdeling. De laatste jaren zijn er minder leerafdelingen met niveau 2 en 3, maar juist meer voor niveau 4 en 5. De leerafdelingen in de regio verschillen van karakter en vorm. Bij enkele wordt lesgegeven op school, bij andere op de locatie. Sommige leerafdelingen werken met meerdere verschillende opleidingen of werken ook met BBL-ers. Tabel 3: Leerafdelingen Leerafdeling Welke opleidingen Aantal betrokken studenten (bij benadering) Leerafdeling GGZ Breburg Niveau 4 VC en niveau 5 50 Leerafdeling Lievensberg Niveau 4 KC 17 Leerafdeling Amphia Niveau 5 30 Leerafdeling Thebe (intramuraal) Diverse leerafdelingen op 3 locaties 76 met MMZ, helpende, verpleegkundige VC, HBO-V Leerteam Thebe (thuiszorg) Alle niveaus VC en niveau 5Avans 5 Leerafdeling Volckaert Niveau 3 en 4 VC 26 Leerafdeling Elisabeth Breda Niveau 5 30 Buiten regio leerafdeling Vivium Niveau 5 18 6
Aanbod versus geplaatst Zorgorganisaties geven elk jaar in het voorjaar aan wat hun aanbod is voor BPV-plaatsen. RBB geeft vooraf zoveel mogelijk aan hoeveel studenten er zijn en wat de vraag is naar BPVplaatsen. Uiteindelijk worden niet alle plaatsen benut. Dit heeft verschillende redenen: - te weinig studenten op het gevraagde leerjaar en opleiding, - een mismatch in woonplaats van studenten en locatie - te hoog aanbod in een bepaalde branche In is gemiddeld 88 procent van de aangeboden BPV-plaatsen benut. Dit is een forse stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Het aantal studenten is toegenomen terwijl het aantal aangeboden plaatsen licht is gedaald. De stijging van het aantal studenten is daarbij hoger dan de daling van het aantal plaatsen. Tabel 4: Aandeel benutte plaatsen ten opzichte van aanbod opleiding 2010/2011 HBO-V 82% 90% Helpende Zorg&Welzijn 80% 87% Verpleegkundige 83% 94% Verzorgende 62% 82% Zorghulp 98% 94% MMZ 72% 84% aandeel Gemiddeld 88% Gemiddeld 2010/2011 78% Gemiddeld 2009/2010 79% Gemiddeld 2008/2009 77% De stijging van het aantal benutte BPV-plaatsen komt met name voor rekening van een hogere benutting van plaatsen in de V&V sector. Waar in voorgaande jaren minder dan 70 procent van deze plaatsen werd benut, is dit nu 85 procent. Stoppers De uitval in de BPV blijft een aandachtspunt. De BPV-uitval is de laatste jaren gestegen. In het schooljaar maakte 14 procent van de studenten zijn BPV niet af, vergeleken met 11% in 2008/2009. Deze stijging komt met name voor rekening van de zorghulpen en helpenden. Voor verpleegkundigen is de uitval in de BPV juist afgenomen. Uitval in de BPV betekent niet noodzakelijk uitval uit de opleiding. Een deel van deze studenten heeft een nieuwe BPV-plaats gekregen om daar alsnog de studie te vervolgen. Wel is het zo dat organisaties steeds kritischer worden in het aannemen van studenten die elders zijn gestopt. Vaak hebben studenten hierdoor enkele weken geen BPV-plaats. 7
Tabel 5: Stop in de BPV Aandeel stop in BPV 2008/2009 Aandeel stop in BPV 2010/2011 Aandeel stop in BPV Aandeel stop in BPV Opleiding 2009/2010 zorghulp n/a 21% 21% 29% helpende n/a 16% 16% 22% verzorgende n/a 16% 19% 21% verpleegkundige n4 n/a 10% 16% 12% HBO-V n/a 8% 7% 6% (M)MZ Niet gemeten Niet gemeten 14% 13% Gemiddeld 11% 12% 13% 14% Er zijn enkele verschillen in de uitval naar branche. Deze geven we hieronder weer: Helpende zorg en welzijn studenten in de kinderopvang vallen vaker uit dan gemiddeld. Bijna een op de drie studenten in de kinderopvang valt uit. De uitval in de gehandicaptenzorg, ziekenhuizen en de GGZ is lager dan gemiddeld. In de V&V sector en de thuiszorg is de uitval hoger dan gemiddeld. Binnen de verschillende sectoren zijn enkele verschillen te zien tussen opleidingen. In de GGZ is de uitval van verpleegkundigen niveau 4 hoger dan die van niveau 5 In de gehandicaptenzorg is de uitval onder helpenden en verzorgenden hoger dan gemiddeld, van andere opleidingen (VP, (M)MZ), juist lager dan gemiddeld. In de V&V sector is de uitval in de BPV onder verpleegkundigen niveau 4 en 5 het laagst, binnen andere opleidingen juist hoger dan gemiddeld. In de ziekenhuizen is de uitval onder mbo-ers verpleegkunde duidelijk hoger dan onder HBO-ers. Tabel 6: stoppers naar sector Sector Gestopt Totaal aantal Aandeel Gehandicaptenzorg 35 315 11% Overig 4 49 8% Verzorgings/verpleeghuis 182 1125 16% Ziekenhuis 29 337 9% School 2 18 11% Buitenland 26 0% Thuiszorg 16 108 15% Kdv (alleen helpenden) 27 87 31% Jeugdgezondheidszorg 0 3 0% GGZ 10 114 9% 8