Cursus: Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel



Vergelijkbare documenten
project: Omgaan met gedragsproblemen en stoornissen in de jeugdzorg

project: Kunst en cultuur

cursus: De cyclus van methodisch werken in de jeugdzorg

project: Problemen in de wijk

project: Behoefteonderzoek

project: Religies in de wijk

Project: Werken aan taalontwikkeling: Het Vertelspel

project: Professionalisering van de dak- en thuislozenzorg

project: Wat te doen met Oud en Nieuw?

Cursus: Veiligheid en gezond gedrag

Lesbrieven voor daltonen jenaplanonderwijs

cursus: Competentievergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

project: Pedagogische stromingen

Kom op voor het belang van je cliënt

Cursus: Plan van aanpak volgens het sociaal competentiemodel

project: Sociale kaart arbeidsparticipatie

project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg

project: Activiteit voor een moeilijk bereikbare doelgroep

project: Sociale kaart voor kindercentra

Activiteitenprogramma werk en zinvolle dagbesteding

project: Organiseren van een multicultureel event

project: Workshop BSO

cursus: Kwaliteitszorg voor PWJ

project: Themadag opzetten

training: Engels in het basisonderwijs

cursus: Evaluatiemethodes voor SCW: zijn de doelen bereikt?

project: Historie van de kinderopvang

project: Schuldhulpverlening

project: Dag overgewicht!

cursus: Van kerndoel naar handelingsplan

project: Vergaderen met de pedagogische cirkel

project: Kennismaking met jeugdzorg

Project: Activiteitenprogramma ontwikkelen

cursus: De organisatie en ik

project: Armoede in Nederland

Cursus. Autistisch spectrum

Cursus. Verdieping doelgroepen

project: We gaan op kamp

Het uiterlijk verzorgen

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

cursus: Evaluatiemethodes: zijn de doelen bereikt voor SMD?

cursus: Coachen van risicoleerlingen

project: Voorlichting geven

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

cursus: Taalontwikkeling en taalstimulering

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2

project: Doelgroepanalyse en sociale kaart - Comazuipen

project: Een spellenboek samenstellen

cursus: Interventies in de groep voor SCW en PWJ

cursus: Interventies in de groep voor MZ

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Cursus. Moeilijk bereikbare doelgroepen

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Cursus. Schuldhulpverlening (budgetteren)

Training. Observeren en rapporteren

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Cursus: Spel en spelontwikkeling

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus. Netwerk versterken

project: Peuterplusactiviteiten

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

Ondersteuning bieden bij activiteiten

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Joke Christiaans. Inhoudelijke redactie: Bapke Westhoek

> Inhoud. > Cursus: De was verzorgen 5 > Tekstbron: De was verzorgen 20 > BPV: De was verzorgen in een instelling 41. Colofon

Cursus. Schrijf een projectplan

Cursus. Chronisch zieken

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast

training: Didactische analyse

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SW

Organisatie van werkzaamheden

Cursus. Sociale kaart

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

project: Preventie jeugdcriminaliteit

cursus: Kwaliteitszorg voor SCW

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

Sociale en recreatieve activiteiten

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage

training: ICT voor SMD Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

Cursus. Dubbele diagnose

Training. Begeleiden

Cursus. Meervoudig complex gehandicapten

Cursus. Leren kun je leren

Training. Methodisch verzamelen van informatie

project: Vormen van kleinschalig wonen

Cursus. Ouderen ondersteunen om langer zelfredzaam te zijn

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Cursus. Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerk

project: Teambuilding

Cursus. Taalverwerving en meertaligheid, herkennen laaggeletterdheid ouders

project: Pleegzorg binnen de jeugdhulpverlening

Training. Verdieping gespreksvoering

Het uiterlijk verzorgen

Cursus. De wijk in beeld

Transcriptie:

Cursus: Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

> Inhoud > Over deze cursus 3 > Het sociaal-competentiemodel 5 > Beginsituatie 14 > Hulpvragen en doelen formuleren 22 > Een plan van aanpak maken 26 > Uitvoeren 28 > Evaluatie 31 > Theoriebron 1: Het sociaal-competentiemodel 32 > Theoriebron 2: Ontwikkelingsfasen 35 > Werkmodel: Doelen SMART formuleren 41 > Werkmodel: Observatieplan 43 > Werkmodel: Plan van aanpak voor de begeleiding van een cliënt 44 > Beoordeling 45 Colofon Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Daphne de Fockert, Marloes Steunebrink, Annelies Kool en ROC Mondriaan Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel Auteurs Titel Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN 978 90 3720 911 2 Copyright 2012 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

> Over deze cursus Het begeleiden van een cliënt doe je vanuit een plan: een begeleidingsplan. In de jeugdzorg wordt bij het begeleiden van jongeren vaak gebruikgemaakt van het sociaal-competentiemodel. In deze cursus maak je kennis met dit model voor het opstellen van een plan van aanpak voor de begeleiding. Alle stappen die voorkomen in een plan van aanpak komen aan bod. Je maakt het plan aan de hand van een realistische casus. Achtergronden over deze casus vind je op www.factor-e.nl. Doelstellingen Je hebt kennis van de basis van het sociaal-competentiemodel. Je kunt stressoren en protectieve factoren benoemen. Je kunt de begrippen competenties en ontwikkelingstaken uitleggen en daarvan voorbeelden noemen. Je kunt de verschillende manieren van informatie verzamelen benoemen en uitvoeren. Je kunt hulpvragen formuleren. Je kunt een plan van aanpak voor de begeleiding maken. Je toekomstige collega Naam: Leeftijd: Werkzaam als: Medewerkers: Soort werkzaamheden: Belangrijkste tool in zijn werk: Uitdaging in zijn werk: Grootste moeilijkheid: Wat er moet veranderen: Grootste blunder: Waaraan je wilt werken: Maarten Hiemstra 34 jaar Pedagogisch medewerker bij een logeerhotel voor kinderen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen In een multidisciplinair team van circa 20 medewerkers Persoonlijke verzorging, in en uit bed halen, samen eten, activiteiten organiseren en begeleiden. Kortom: een soort huiselijke sfeer creëren in een groep van 5-10 kinderen/jongeren. Inleven in de kinderen/jongeren en een veilige haven creëren Kinderen/jongeren zoveel mogelijk zelfstandig laten functioneren. De kinderen/jongeren zelf dingen laten doen, hoe moeizaam en langzaam dat soms ook gaat Niet alles overnemen van anderen (kinderen/jongeren en collega s) We hadden een nieuwe cliënt van een jaar of 15 in een rolstoel en die wilde naar bed. Anderen hadden haar al wel geholpen, maar ik dacht: dat doe ik wel even. Ik had nog niet de tijd gehad om haar informatie door te lezen dus ik vroeg haar wat er allemaal moest gebeuren. Ze had heel veel hulp nodig en moest met een tillift haar bed in. Ik was al even bezig toen een collega kwam kijken waar ik bleef. Bleek dat deze cliënt me in de maling zat te nemen. Ze kon alles zelf en zelfs kleine stukjes lopen! Een zelfstandigheidstraining voor de kinderen/jongeren. Uitgeverij Edu Actief b.v. 3

Beoordeling Je wordt op verschillende punten beoordeeld. Kijk voor deze punten achter in dit boek. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen nette uitwerking van de opdrachten afgeronde processtappen voor het maken van het begeleidingsplan een bruikbaar begeleidingsplan. Beroepsproduct: Plan van aanpak voor de begeleiding van een cliënt Dit beroepsproduct inleveren voor: Tijdens deze cursus maak je kennis met Jurriaan. Jurriaan heeft een autistische stoornis en is aangemeld voor een logeerhuis. Als pedagogisch werker maak je een plan van aanpak voor Jurriaan. Dat doe je aan de hand van de opdrachten uit deze cursus. De resultaten van de opdrachten in de cursus verwerk je in een begeleidingsplan voor Jurriaan. Het plan schrijf je aan de hand van de cyclus van methodisch werken en op basis van het sociaal-competentiemodel. Processtappen Maak een planning. Maak de opdrachten in deze cursus. In een team van vier personen heb je de meeste opdrachten gemaakt. Je gaat nu alle gegevens ordenen en tot een begeleidingsplan verwerken. Dit doe je deze keer individueel. Let op dat je gebruik maakt van het sociaal-competentiemodel voor de begeleiding van Jurriaan. Laat waar nodig de processtappen goedkeuren door je docent voor je begint aan de volgende processtap. Maak een planning voor deze cursus. Maak eerst een planning voor het beroepsproduct. Werkmodel: Cursusplanning op www.factor-e.nl Eisen aan het beroepsproduct Het begeleidingsplan voor Jurriaan bevat de volgende onderdelen: de beginsituatie van Jurriaan de hulpvragen en doelen voor Jurriaan een plan van aanpak over hoe je de doelen gaat bereiken stappenplannen voor de uitvoering van het plan de evaluatie van de doelen en het plan van aanpak aanpassingen aan het plan naar aanleiding van de evaluatie (opdracht 31). Gebruik voor elk onderdeel maximaal twee A4 tjes. Taal Taal Taal Taal Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training voeg je toe aan de woordenlijst. Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio. Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl 4 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

> Het sociaal-competentiemodel Doelstellingen Je kunt aan de hand van de competentiebalans globaal omschrijven wat de principes zijn van het sociaalcompetentiemodel. Je kunt omschrijven wat wordt verstaan onder ontwikkelingstaken van een kind en een jongere en je kunt daar vier voorbeelden van noemen. Je kunt van bepaalde vaardigheden zeggen bij welke ontwikkelingstaak ze horen. Je kunt omschrijven wat stressoren zijn. Je kunt een paar voorbeelden noemen van stressoren. Je kunt de zes begrippen van het sociaal-competentiemodel benoemen. Je kunt de balans van het sociaal-competentiemodel tekenen en de zes begrippen op de goede plaats zetten. Het sociaal-competentiemodel is een methode waarmee men in veel residentiële instellingen en behandelinstellingen werkt. Het is een zeer uitgebreide methode waarmee je de zorg voor de cliënt helemaal kunt aanpassen aan wat hij nodig heeft. Je noemt dat zorg op maat. In deze cursus kijken we alleen naar de basis van dit model. Opdracht 1: Het sociaal-competentiemodel Als professional in de jeugdzorg werk je methodisch. Je zult daarbij vaak gebruikmaken van het sociaal-competentiemodel. Vul de volgende woorden in: leren, kent, vaardigheden, ontwikkelingstaken In het sociaal-competentiemodel gaat het om... die de cliënt Theoriebron 1: Het sociaal competentiemodel moet beheersen om. te kunnen doen. In het sociaal-competentiemodel is van vaardigheden belangrijk. Aansluiten bij wat de cliënt al weet en.. is belangrijk. Streep door wat niet juist is. Negatief gedrag wordt volgens het sociaal-competentiemodel meteen/niet meteen bestraft. Opdracht 2: Ontwikkelingstaken Een opgroeiend kind en een jongere worden met vele ontwikkelingstaken geconfronteerd. Lees theoriebron 2. Theoriebron 2: Ontwikkelingsfasen Werk in een drietal en zet achter elk begrip of het een ontwikkelingstaak is of een vaardigheid. Veterstrikken Zorgen voor goede conditie Vriendschappen aanknopen Rekening houden met anderen Contact kunnen maken Goed luisteren Uitgeverij Edu Actief b.v. 5

Welke ontwikkelingstaken horen bij kinderen van 4 tot 12 jaar en welke taken horen bij jongeren van 12 tot 21 jaar? Verbind hieronder de goede tekst met de goede afbeelding. Autoriteit en instanties Intimiteit en seksualiteit Een eigen woonsituatie creëren en onderhouden Gezondheid en uiterlijk Onderwijs of werk Rekening houden met anderen Vriendschappen Onafhankelijkheid Verantwoordelijkheden thuis Vrije tijd Onderwijs Veiligheid en gezondheid 6 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

Opdracht 3: Ontwikkelingstaken en vaardigheden Hieronder staan enkele ontwikkelingstaken die belangrijk zijn bij de ontwikkeling van een kind. schrijf achter iedere taak enkele vaardigheden die nodig zijn om de taak te kunnen uitvoeren. Ontwikkelingstaak Vaardigheden Een eigen woonsituatie creëren en onderhouden Autoriteit en instanties Vriendschappen Gezondheid en uiterlijk Onderwijs Onafhankelijkheid Vrije tijd Onderwijs of werk Uitgeverij Edu Actief b.v. 7

Sociale contacten en vriendschappen Gebruik van basale infrastructuren Positie ten opzichte van ouders Veiligheid en gezondheid Rekening houden met anderen Intimiteit en seksualiteit Opdracht 4: Invloeden op de ontwikkeling In de theoriebron over het sociaal-competentiemodel zijn factoren genoemd die van invloed zijn op de ontwikkeling. Geef bij elk van de onderstaande termen aan of het een stressor, een stoornis of een protectieve factor is. ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) Lieve juf Anorexia Geen vriendjes hebben Leuke sport Laag zelfbeeld Zorgzame oma ODD (oppositional defiant disorder) Aan alcohol verslaafde moeder Normale/hoge intelligentie 8 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

Teken de balans uit theoriebron 1 hieronder en zet de termen uit de tabel op de goede plek. Vul voor jezelf een balans in op een A4 tje. Let er hierbij op dat iedereen in zijn leven te maken heeft gehad met ontwikkelingstaken en dat iedereen wel eens een stressor heeft gehad. Opdracht 5: Stoornissen Voor deze opdracht werk je in een groep van drie of vier personen. Hieronder staan enkele stoornissen. Kies er met je groepje één of twee uit. Bereid over deze stoornis(sen) een presentatie voor. De presentatie moet zo n 10 minuten per stoornis duren. Zorg ervoor dat je na de presentaties van de andere groepjes hun informatie over de stoornis krijgt. Verzamel de informatie van alle stoornissen en bundel dit samen. Dit kun je gebruiken als naslagwerk wanneer je werkzaam bent als pedagogisch werker. Kijk voor meer informatie op www.factor-e.nl Stoornissen: slaapstoornissen, eetstoornissen, hechtingsstoornissen, stoornissen in het autistisch spectrum, leerstoornissen, ADHD, gedragsstoornissen, angststoornissen, stemmingsstoornissen. Uitgeverij Edu Actief b.v. 9

Opdracht 6: Toepassen van het model Stel, een kind van 10 jaar moet opruimen nadat hij met de lego heeft gespeeld. De lego is weliswaar van de vloer, maar de bak staat niet op zijn plek en alle lego ligt door elkaar, wat daarvoor niet zo was. Theoriebron 1: Het sociaalcompetentiemodel Schrijf op welke feedback je deze jongen zou geven (zie theoriebron). Welke vaardigheid zou je verder met hem willen ontwikkelen? Waarom juist die vaardigheid? Hoe ga je dat aanpakken? Opdracht 7: Rollenspel Speel samen met je groepsgenoten twee van de volgende rollenspellen. Je behandelt daarbij de cliënt uitgaande van het sociaal-competentiemodel. Als het rollenspel is uitgespeeld, speel je deze nog een keer en wissel je van rol. Bespreek de casussen voordat je gaat spelen. Spreek met elkaar door wat er aan de hand is en hoe je vanuit het sociaal-competentiemodel hiermee om kan gaan. Kies twee casussen, verdeel de rollen en bereid je voor. Speel de rollenspellen. 10 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

Casussen: feedback geven Casus 1 Dit is een rollenspel voor vier personen. Eén pedagogisch werker en drie jongeren! Je werkt als pedagogisch werker op een intensieve behandelgroep voor jongeren van 12 t/m 16 jaar. De jongeren zijn in een baldadige bui. Ze willen niet luisteren wanneer jij ze de opdracht geeft om een half uur naar hun kamer te gaan. In plaats van naar hun kamer, gaan ze om 19.00 naar buiten en komen ze pas om 22.00 weer thuis. Je hebt een gesprek met deze jongeren. Casus 2 Dit is een rollenspel voor vier personen, twee spelen een rol en twee observeren. Na afloop wissel je. Je bent allebei pedagogisch werker. Je geeft dus feedback aan je collega. Je werkt in een logeerhuis voor kinderen van 6 t/m 12 jaar. Tijdens de vergadering hebben jullie met zijn allen besloten om vanaf nu de kinderen aan te spreken wanneer ze hun voeten op de tafel hebben. Je bent met je collega aan het werk. Jij bent druk op kantoor bezig en je ziet je collega bij de kinderen voor de tv zitten. Alle kinderen en ook je collega hebben de voeten op tafel. Je hebt een gesprek met je collega. Casus 3 Dit is een rollenspel voor vier personen. Twee pedagogisch werkers en een vader en moeder van een cliënt. Je werkt op een naschoolse dagbehandeling. De ouders van de cliënt zijn meestal erg negatief over hun kind. Zij kunnen erg goed vertellen wat er allemaal mis is met hun kind. Jullie ervaring met de cliënt tot op dit moment is dat hij met sprongen vooruit gaat. Je hebt een gesprek met de ouders. Houd er hierbij rekening mee dat de ouders erg overtuigend zijn wanneer ze het (negatief) over hun kind hebben. Casus 4 Dit is een rollenspel voor twee personen. Eén pedagogisch werker en één jongere. Je werkt op een naschoolse dagbehandeling. Je begeleidt al drie maanden een cliënt en hebt met haar een voortgangsgesprek. Hierin ga je de doelen bespreken die jullie samen hebben opgesteld. Je hebt in de afgelopen maanden gemerkt dat je cliënt vaak de kantjes ervan afloopt. Je hebt haar hier al eens eerder op aangesproken. Bespreek dit met haar. Casus 5 Dit is een rollenspel voor twee personen. Eén pedagogisch werker en één kind. Je werkt op een naschoolse dagbehandeling. Je ziet dat een cliënt tijdens de buitenactiviteit van het terrein af gaat. De cliënt weet dat dit tegen de regels is. Bespreek dit met de cliënt. Bespreek na afloop, in je groepje, de casussen die je gespeeld hebt. Bespreek de volgende vragen: Wat ging goed? Wat ging minder goed? Wat vond je moeilijk? Zou je dit zonder het sociaal-competentiemodel anders hebben gedaan? Opdracht 8: Onvriendelijke taal Je werkt op een naschoolse dagbehandeling als pedagogisch werker. Je hebt een meisje van 7 jaar op de groep en zij scheldt veel. Vooral wanneer ze jullie als leiding aanspreekt, gebruikt ze geen vriendelijke taal. Ga in op de volgende vragen en schrijf jouw reactie: Hoe ga je hiermee om? Uitgeverij Edu Actief b.v. 11

Waar zou dit gedrag vandaan kunnen komen? Welk alternatief gedrag zou je dit meisje kunnen aanleren? Opdracht 9: Stressoren Welke stressor is erg slecht voor een kind met ADHD? 0 de stoornis ADHD 0 zich niet kunnen beheersen 0 niet gekozen worden bij groepswerk 0 ouders die op wisselende tijden thuiskomen. Weetje: Een stressor heeft een negatieve invloed op de balans. Een stressor is een invloed waaraan iemand zich niet of moeilijk kan onttrekken en die een negatieve invloed uitoefent op het functioneren. 12 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

Opdracht 10: Protectieve factoren Hieronder staan verschillende protectieve factoren voor kinderen met ADHD. normaal IQ vriendjes juf die voorleest buurvrouw ouders die van hun kind houden. Er ontbreekt een erg belangrijke factor in dit rijtje: structuur. Beschrijf waarom structuur zo belangrijk is voor een kind met ADHD. Weetje: Protectieve factoren zijn aspecten in de omgeving en/of eigenschappen van jongeren/kindere n die hen kunnen beschermen tegen de invloed van stressoren en die bepaalde uitingen van psychopathologie kunnen verzachten. Uitgeverij Edu Actief b.v. 13

> Theoriebron 1: Het sociaalcompetentiemodel Een andere manier van werken Als je jongeren wilt helpen bij hun ontwikkeling, moet je kiezen hoe je dat gaat doen. Een jongere moet bijvoorbeeld het vermogen ontwikkelen om tijdsafspraken te maken. Wat doe je als een jongere te laat thuiskomt? Ga je straffen? Als een jongere te laat thuiskomt, kun je tegen hem schreeuwen dat hij niet weer te laat moet komen en morgen een uur eerder op bed moet. Maar je kunt ook zeggen dat je blij bent dat hij weer thuis is en dat je je ongerust hebt gemaakt. Geef aan dat hij nu gauw naar bed moet gaan en dat jullie er morgen verder over spreken. De laatste manier gebruikt een pedagogisch werker die werkt volgens het sociaal-competentiemodel. Ontwikkelingstaken Het sociaal-competentiemodel (SCM) is een methode die je kunt gebruiken in de residentiële hulpverlening (residentieel = in een woonomgeving voor dag en nacht). Deze methode borduurt verder op het uitgangspunt dat kinderen bepaalde ontwikkelingstaken in hun leven moeten volbrengen. Zo n taak is bijvoorbeeld voor kinderen (4 tot en met 12 jaar) vriendjes maken of samen spelen. Bij jongeren (12 tot en met 21 jaar) kun je denken aan een eigen identiteit ontwikkelen. Vaardigheden Om een ontwikkelingstaak te kunnen volbrengen, moet je beschikken over vaardigheden. Voorbeeld: om vrienden te kunnen maken moet je beschikken over sociale vaardigheden. Doorgaans hebben kinderen genoeg vaardigheden om deze taken goed te volbrengen. Wanneer kinderen deze taken goed volbrengen, hebben zij een grote kans om later in hun leven evenwichtig te zijn. Balans De samenwerking tussen vaardigheden en ontwikkelingstaken geven we weer in een balans. Als een kind over voldoende vaardigheden beschikt, is de balans in evenwicht. Er zijn echter ook kinderen die niet genoeg vaardigheden hebben om de taken te volbrengen. Hun balans is niet goed. Door het ontbreken van die vaardigheden kunnen zij bijvoorbeeld gedragsproblemen laten zien. 32 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

Een kind kan vaardigheden missen omdat het een stoornis heeft, bijvoorbeeld ADHD. Een kind kan ook vaardigheden missen omdat het uit een gezin komt waarin veel gescholden en geslagen wordt. Dit zijn stressoren. Stressoren en stoornissen kunnen de balans verstoren. Ieder kind ondervindt wel eens stressoren. Een kind dat opgroeit in een veilige, vertrouwde omgeving kan het best tegen een stootje. Protectieve factoren, zoals een veilige thuisomgeving, hebben een gunstige invloed op de ontwikkeling. Hoe werkt het sociaal-competentiemodel? Met het SCM ga je kinderen helpen die vaardigheden aan te leren die zij nog missen. Je doet dit door positief gedrag te bekrachtigen en negatief gedrag te negeren. Vervolgens reik je de kinderen een alternatief aan voor dat negatieve gedrag. Hierover spreek je met hen. Samen stel je doelen op om aan te werken. Wat in deze methode ook van belang is, is de manier waarop je de kinderen feedback geeft. Vaak zijn mensen snel geneigd om alleen op negatief gedrag feedback te geven. Het SCM zegt dat we dat anders moeten aanpakken. Je gaat bijvoorbeeld eerst contact maken met een kind door het bij zijn naam te noemen of door oogcontact met hem te maken. Vervolgens ga je over het onderwerp van de feedback (bijvoorbeeld feedback geven op een verslag) positieve punten opnoemen. Je hoeft het dan echt niet te laten bij één punt, je mag best meer punten opnoemen. Vervolgens geef je een suggestie voor verbetering. Bijvoorbeeld: Je bent al een heel eind op de goede weg. In je volgende verslag zou ik deze puntjes ook nog meenemen, want dan heb je een geweldig verslag. Dit is een goede suggestie voor verbetering. Je praat niet over wat niet goed gaat en wat allemaal ontbreekt. Dat is namelijk helemaal niet nodig. Niemand vindt het leuk om te horen wat hij niet goed kan. Het is veel leuker om te horen wat goed gaat. En in die suggestie voor verbetering geef je tussen de regels door ook al aan wat ontbreekt. Uitleg van de begrippen Competentie We noemen jongeren competent wanneer ze over voldoende vaardigheden beschikken om de ontwikkelingstaken waarmee zij in het dagelijkse leven te maken krijgen goed te kunnen vervullen. Competentie kun je zien als een balans. Uitgeverij Edu Actief b.v. 33

Ontwikkelingstaken Een taak is een opdracht waarvoor de cliënt gesteld wordt met de bedoeling deze uit te voeren. Tijdens de ontwikkeling krijgt elk kind te maken met bepaalde taken. Bijvoorbeeld zindelijk worden of vriendjes maken. Vaardigheden Een vaardigheid is een handeling die de cliënt moet uitvoeren om een taak te kunnen volbrengen. Voorbeelden van vaardigheden zijn: sluitspieren beheersen, sociale vaardigheden. Stoornis Voorbeelden van stoornissen kunnen zijn: depressie, ADHD, autisme. Stressoren Invloeden waaraan men zich niet of moeilijk kan onttrekken en die een negatieve invloed uitoefenen op het functioneren. Voorbeelden van stressoren zijn: sterfgeval, ziekte, onderdrukt worden. Protectieve factoren Protectieve factoren beschermen mensen tegen de invloed van stressoren en stoornissen. Voorbeelden van protectieve factoren zijn: een veilige en vertrouwde omgeving, een positief zelfbeeld. Wat erg belangrijk is om te onthouden wanneer je werkt met het sociaalcompetentiemodel, is dat je altijd uitgaat van het positieve! Je beloont positief gedrag en negeert negatief gedrag. Een kind gedraagt zich misschien negatief omdat het zich nooit anders heeft leren gedragen. Je biedt dus een alternatief aan voor het negatieve gedrag. Wat ook erg belangrijk is, is dat je een kind of jongere niet per se iets nieuws gaat aanleren, maar dat je bestaande vaardigheden verder gaat ontwikkelen. Dan is er een grotere kans op een succeservaring. 34 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

> Beoordeling Naam deelnemer: Namen groepsleden: Groep: Docent: Blok/periode: Onderwerp: Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende Actieve deelname De student was voldoende aanwezig. De student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. De student leverde een actieve bijdrage aan de les. Beroepsproduct Taalgebruik Plan van aanpak voor de begeleiding: de beginsituatie van Jurriaan de hulpvragen en doelen voor Jurriaan een plan van aanpak over hoe de doelen worden bereikt stappenplannen voor de uitvoering van het plan de evaluatie van de doelen en het plan van aanpak aanpassingen aan het plan naar aanleiding van de evaluatie. Mondeling taalgebruik Mondeling taalgebruik algemeen was correct. Taalgebruik in demonstratie was passend bij de rol (begeleider was professioneel, cliënt gedroeg zich volgens de casus). Schriftelijk taalgebruik De schriftelijke producten zijn in correct Nederlands geschreven. De woordenlijst is correct ingevuld. Overig De toets is met een voldoende beoordeeld. Eindbeoordeling Onvoldoende Voldoende Goed > Uitgeverij Edu Actief b.v. 45

Datum:... Paraaf docent: Paraaf deelnemer: 46 Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel