Ski-imitatie. 12.1 Inleiding. 12.2 Doel. 12.3 Intensiteit



Vergelijkbare documenten
introductie Doel Waar Hoe Oefeningen Bekend worden met de uitrusting, opwarmen, evenwicht Vlakke ondergrond

Kracht- en Coördinatiecircuit

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, )

Train de trainers programma SDV Barneveld Sessie 2

Statische rekoefeningen

De Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen.

WandelTrainersDag 9 april Blok 2 Nr. 11 Functionele Krachttraining voor de wandelaar Elbert van Mourik

Inleiding. Disclaimer. Mini Loops Oefeningen. Mini Loop Banded Squat

Praktijkfolder Stabiliteitstraining van de lage rug.

Rijtechniek Springen. Fases van de sprong en verlichte zit

Wandeltrainersdag 6 April Functionele Krachttraining voor de Wandelaar Elbert van Mourik. Copyright en auteursrecht 4 Fun Fit

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren

Posities van de voeten

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Train your Core Stability with energy lab

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Schaatssprongenboek. Schaatstraining advies & begeleiding Monique Vergeer-van den Heuvel

ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake

Nog even dit. Nieuwe of oude gebieden?

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.

Onderdeel 5: 25 cm of minder 3 punten; 26 t/m 30 cm = 2 punten; 31 cm of meer = 1 punt

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. C junioren

G e b r u i k s a a n w i j z i n g v o o r h e t W a v e b o a r d V a n S t r e e t S u r f i n g

1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren

Inleiding Checklist en tips

Kracht en stabilisatie

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

Algemene instructies oefeningen

Zomerfit Pagina 1 van 5

FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie -

Informatie fysiek programma

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

Stretch oefeningen. Stretch oefeningen. Kuit stretchen (uitrekken) Adductoren rekken. Aandachtspunten:

Vaardigheidstesten. Inline skaten

Programma Core Stability met accent op Side Bridge

BodyBow Gebruikersgids

Oefeningen voor de knie

6b. Naar knieënstand. 6c. Naar zijwaartse zit en lig. Steun op uw handen en ga rustig op uw zij liggen Sta via oefening 7 veilig op vanaf de grond

Door Wout Verhoeven & Maarten Thysen OPWARMING CORE STABILITY

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

TRAININGSSCHEMA 300 KILOMETER

Lenigheid en beweeglijkheid

Instructies en oefeningen voor de speedladder

Programma droogtraining inline speedskating wedstrijdgroepen zomer 2010

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

Verkoop en informatie:

Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder

Stabiliteitstraining van de lage rug

Individueel voorbereidingsprogramma

Oefeningen bij bekkenklachten

PATIËNTEN INFORMATIE. Nazorg na een behandelde. enkelbandblessure. Versterken van spieren en pezen van de enkel na een behandelde enkelbandblessure

Adviezen ter preventie van bekkenklachten

Met een sterke core neem je messcherpe bochten

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

TRAININGSPLAN. Buikspieren

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen

TRAININGSSCHEMA 500 KILOMETER

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

De 11+ Een compleet warming-up programma

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA TUSSENSEIZOEN (U14-U15-U16-U17)

Core Stability - serie 1

Cardioschema (50 minuten)

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

Trainingsopbouw na knieblessures

AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN SPRINGERSKNIE - JUMPERS KNEE - HERSTEL

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

Steptraining, deel 3: Voorbeeld krachtcircuit steptraining

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

Oefeningen dynaband. beginpositie uitvoering opbouw Voorbeeld 1. armen voorwaarts. Goed opstrekken Voeten op heupbreedte

Instructies: Instructies:

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

WandelTrainersDag 8 april Ronde 3 Nr. Titel workshop Naam presentator

Praktijktest ingangsproef voor instructeur B Beach.

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997.

Warming-up & Cooling-down

Wil je toch eens wat anders doen dan heb ik op de volgende bladzijden een paar oefeningen / trainingen uitgewerkt die je goed zou kunnen doen.

bij kniegerelateerde

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

10 minuten training 1 Total Body

De foamroll oefeningen

Warming-up vv Winsum

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag.

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening

JUMPSTRETCH flexbands

TECHNIEKLIJST v.v. DSC Kerkdriel ( ) Basistechnieken

Oefeningen voor beenspieren

bij enkelgerelateerde

Oefenprogramma revalidatie

'Core Stability' of romp-stabiliteit.

Transcriptie:

12 Ski-imitatie Hoofdstuk 12, Pagina 1 van 8 12.1 Inleiding 12.2 Doel Bij ski-imitatie oefeningen spreken we over het nabootsen van bewegingen. Tijdens de SneeuwFit les leer je niet skiën maar er worden voorwaarden geschept om sneller en beter te leren skiën in de sneeuw. Door het oefenen van skibewegingen tijdens de training SneeuwFit voelt men de bewegingspatronen beter aan en kan het leerproces versneld worden. Een bijkomend voordeel is het bekend worden met de skiterminologie. De ervaring heeft geleerd dat cursisten hun bewegingsarsenaal uitbreiden, bewegingservaring opdoen met de skibewegingen en vooral in hun benen als het ware behendiger en intelligenter worden. Onderzoek van Kornexl heeft aangetoond dat bij een grotere behendigheid het leerproces van het skiën sneller en beter verloopt. De doelen van ski-imitatie zijn: Algemeen verbeteren skispecifiek uithoudingsvermogen trainen van specifieke spiergroepen verbeteren van motorische grondvoorwaarden: lenigheid, kracht, uithoudingsvermogen, coördinatie en snelheid Specifiek bewustwording en verbetering van de skihouding de mogelijke transfer naar het echte skiën het versnellen naar het leerproces in de sneeuw het herkennen van skitechnieken het inleven van skitechnieken het aanvoelen en automatiseren van (aspecten van) de skibewegingen bekendheid met de skiterminologie, vooral voor beginners mentale voorbereiding het inleven in de sfeer van het skiën Het volgen van trainingen SneeuwFit heeft de volgende voordelen voor de wintersport: geen of minder spierpijn groter ski-rendement minder kans op blessures bekend worden met de terminologie van het skiën en het materiaal 12.3 Intensiteit Over het algemeen kunnen ski-imitatievormen op meerdere manieren worden uitgevoerd. Een verzwaring kan in de loop van het seizoen plaatsvinden, maar kan ook individueel gehanteerd worden als differentiatievorm.

Hoofdstuk 12, Pagina 2 van 8 De intensiteit kan opgevoerd worden door de volgende aanpassingen van vlak naar hellend vlak tempowisselingen low- en high-impact weerstand (bouncer, dikke mat, dynaband) gewichten Al deze vormen kunnen met licht gebogen knieën maar ook met sterk gebogen knieën worden uitgevoerd. De zogenaamde hoek tussen bovenbeen en onderbeen wordt verkleind. 12.4 Technieken In Sneeuwfit kunnen de volgende technieken en elementen aan bod komen: 1. De centrale balans 2. Ploeg, ploeg remmen, ploeg draaien, ploeg bochten 3. Grove parallebocht 4. Fijne parallebocht 5. Korte bochten 1. De centrale balans (schuss) heeft 5 aandachtspunten: - Hele voetzool belasten - Enkels, knieën, heupen licht gebogen - Armen en handen voor het lichaam - Lijn door onderbeen en bovenlichaam loopt parallel - Naar voren kijken (in de glijrichting) De basishouding komt terug in diverse skitechnieken. Deze kan verend en springend getraind worden. hoger en dieper kanten vanuit basishouding naar alpine balans* (zie volgende bladzijde) druk wisselen van ene op andere been stappen in diverse richtingen waarbij de balans wordt aangehouden. Alpine balans kan men in de training moeilijker benadrukken, het glijdende aspect wordt gemist. Alpine balans bevat 4 aandachtspunten: Centrale balans Kanthoek: enkel-kniebeweging / bochtleunen / naar binnen hangen. Stuurdruk: verhoging en verlaging van druk op de ski's ten behoeve van het uitvoeren van bochten. Vloeiend en aaneengesloten bewegen: de bochten ritmisch met elkaar verbinden.

Hoofdstuk 12, Pagina 3 van 8 2. Ploeg, ploeg remmen, ploeg draaien, ploeg bochten Kenmerken ploegstand - Centrale balans - Hakken iets naar buiten gedraaid - Duidelijke, maar lichte X stelling van de benen. - Symmetrisch houding. Kenmerken ploeg remmen Het vergroten van de ploegpositie met druk op de (ongelijke) skikanten (laag beweging) zodat men tot stilstand komt. Voorwaarde: Centrale balans Kenmerken ploeg draaien Door middel van een draaibeweging, ingezet vanuit beide voeten, licht van richting veranderd. Romp en bovenlichaam hebben een stabiliserende functie door dalgericht te blijven. Voorwaarde: Centrale balans Ploegbocht Ploegstand Kenmerken ploegbochten Tijdens de stuurfase op ongelijke kanten vindt er, samen met een draaibeweging van de voeten, een laagbeweging plaats. Hierdoor komt er meer druk op de dalski en zal er worden gestuurd. De inzet van de volgende bocht vindt plaats door een lichte hoogbeweging, waardoor de ski's minder op de kanten komen en er gemakkelijker richting vallijn wordt gedraaid. Deze technieken kunnen in de zaal of in het bos op getraind worden Hierbij kunnen de volgende variaties aangebracht worden.

Hoofdstuk 12, Pagina 4 van 8 gewicht wisselend op rechter en linkerbeen springend of stappend, op de plaats of in een richting hoger of dieper zitten uitstappen naar rechts of links ondergrond en/of hoogte variëren: mat, schuin vlak, bank, 3. Grove parallelbocht Tijdens de uitstuurfase op gelijke kanten vindt er een laagbeweging plaats. Tijdens deze laagbeweging (drukopbouw) vindt er tevens de voorbereiding voor de stokinzet plaats. De stokinzet wordt gevolgd door een lichte hoogbeweging (drukvermindering), waardoor de ski's minder op de kanten komen en er gemakkelijker richting vallijn kan worden gedraaid. In de training is het belangrijk de cursist te laten voelen en ervaren dat de druk op de benen verhoogd moet worden vergroten van druk d.m.v. hoog-laagbeweging waarbij de voetenstand breed is bewegen met verplaatsen waarbij het accent op diep gaan ligt springend of stappen verplaatsen op vlak en verhoogd terrein 4. Fijne parallelbocht Er zal alleen een kantwissel zijn, geen indraai meer, de gehele bocht wordt gestuurd. op de plaats en met verplaatsing in diverse tempo s stappend en springend gebruik maken van 2-tallen/ 3-tallen: voorwaarts springen, zijwaarts hangen afdalingshouding in diverse tempo s en situaties trainen

Hoofdstuk 12, Pagina 5 van 8 5. Korte bochten Fijn parallel (voorheen wedelen) met korte radius. Bij korte bochten wordt voor het kanthoek nemen minder gebruik gemaakt van het bochtleunen en naar binnen hangen. Door met name gebruik te maken van beweging in enkel- en kniegewricht wordt de kortere radius gerealiseerd. Tijdens de training moet het enkel-en kniegewricht goed getraind worden lichaam laag houden en diverse stap en springvormen aanbieden afdalingshouding trainen 12.5 Functionele vaardigheden Functionele vaardigheden Dit zijn vaardigheden die gebruikt kunnen worden om te komen tot functioneel bewegen op ski s. Ze worden op bepaalde momenten gebruikt en zijn situatief bepaald. Deze technieken kunnen we in de training inbrengen. 1. Zijwaarts klimmen 2. Traveseren 3. Stembocht 4. Ausgleich 1. Zijwaarts klimmen Vanuit een positie met beide voeten (ski s) parallel aan elkaar, loodrecht op de helling, wordt de bergski als eerste naar boven verplaatst. Door te steunen op deze ski en eventueel de skistokken kan de dalski bij geplaatst worden zodat men weer in de uitgangspositie voor een volgende stap staat. Ook kan men de visgraatpas gebruiken als techniek om een berg op te lopen. Het gezicht is naar de berg toe. De voeten draaien naar buiten en men stapt omhoog. Men plaatst de voet plat of op de binnenkant. zijwaarts stappen op vlak en verhoogd vlak, bank v-stap voorwaarts als achterwaarts

Hoofdstuk 12, Pagina 6 van 8 2.Traverseren Dwars op de helling glijdend staat men in Alpine balans. Drukverdeling en breedte skivoering afhankelijk van hellingshoek piste. Hoe steiler de piste hoe meer druk op de dalski en een bredere skivoering nodig is. Voorwaarden: Centrale balans schuin voorwaarts stappen of springen met wisselen van breedtevoering 3. Stembocht Vanuit een ploegstelling wordt met stokinzet een actieve afzet gecreëerd zodanig dat de niet belaste ski (oude dalski) parallel aan de belaste ski wordt gezet. Er wordt parallel door de bocht heen gedraaid, dus op gelijke kanten. Tijdens de laagbeweging, om druk op te bouwen, zal door een balansverlies in de houding weer een ploegstelling ontstaan (niet remmend). De oude stembocht waarbij men in ploeg door de bocht stuurt wordt niet meer gebruikt in het Nederlands skileerplan. Er ontstaat een hoog-laag beweging waarbij we hoog parallel staan en laag in ploeg komen. Tijdens het skiën willen we zo snel mogelijk parallel skiën. Voor de SneeuwFit training is de ploeghouding echter wel een middel om specifieke spieren te trainen. Side-step waarbij men hoog komt wanneer het niet belaste been bijgezet wordt, stappend later springend. 4. Ausgleichen De heupen worden op 1 hoogte gehouden. De benen worden ingetrokken om te fungeren als schokbrekers. Deze techniek gebruikt men bij buckelpistes diep zitten en springen terwijl het bovenlichaam niet/weinig omhoog komt m.b.v.bouncer, dikke mat afdalingshouding trainen Naast het skiën zijn er natuurlijk nog diverse andere wintersporten de bekende voorbeelden zijn snowboarden en langlaufen maar ook telemark wordt door een steeds grotere groep beoefend. Deze technieken zijn binnen de training uitstekend bruikbaar om het aanbod van oefeningen te verbreden. Hierdoor kunnen we een nog grotere doelgroep aanspreken. Ook zijn deze technieken een goed middel ter verbetering van de conditie. Langlauf komt in certificaat 3 uitgebreid aan bod.

Hoofdstuk 12, Pagina 7 van 8 Enkele voorbeelden zijn: 1. Langlauf diagonaalpas Een brede stand waarbij een voet voorwaarts staat en een voet achterwaarts, zogenaamde schaarbeweging. De armen bewegen diagonaal mee. 2.Langlauf dubbelpool Bewegingsomschrijving Vanuit centrale balans 2 armen achterzwaaien, waarna een voetafzet volgt. 3.Snowboardhouding Bewegingshouding Sta met een voet voor, knieën gebogen. Verplaats het gewicht van hiel naar tenen. Spring in deze houding (met draai) omhoog. 12.6 Organisatievormen In de lessen Sneeuwfit wordt gebruik gemaakt van verschillende organisatievormen Het is belangrijk om ski-imitaties veel en vaak te oefenen, wanneer dit in verschillende situaties gebeurt blijven de trainingen interessant en aantrekkelijk.. De volgende organisatie vormen kunnen gebruikt worden: 1. Plaatsgebonden ski-imitaties Deze vorm wordt voornamelijk in kern 1 gebruikt (aanleren ski-imitaties). Er wordt klassikaal gewerkt. Alle aandacht zal gericht zijn op het voorbeeld van de trainer: Voorbeelden: centrale balans, op een of twee benen ploegstand, belast rechts, links of beide ploegremmen, in sprong of om en om stappend parallelbocht, verend of springend, breedte- en dieptevoering varieert 2. Voortbewegende ski-imitaties Alle variaties waarbij men de plaats verlaat Voorbeelden: loopvormen met op teken/ of op een afgesproken plaats een ski-imitatievorm (bijv. centrale balans, ploeg etc.) aerobicsvormen, zie hoofdstuk ski-aerobics Tijdens het aanleren van ski-imitaties kan ook gebruik worden gemaakt van stokken. Het doel hiervan is om het enkel/ kniegewricht te versterken. Daarnaast wordt het bovenlichaam voorover gebogen. Waardoor de rug / buikspieren belast worden. Voorbeelden: 1 stok in de lengte voor je vasthouden, in centrale balans en afwisselend in hoog en laagbeweging

Hoofdstuk 12, Pagina 8 van 8 idem maar voortbewegen terwijl men laag blijft 1 stok in de breedte met de handen bij elkaar, in centrale balans, ploeg ed. 2-tallen, stokken langs het lichaam en al voortbewegend in ploeg, parallel of langlauf met 2-tal 1 stok, gezichten naar voren, beide gaan hangen in grove parallelhouding gebruik 2 stokken en oefen met stokinzet, centrale balans, ploeg al springend naar voren Ook banken kunnen tijdens de SneeuwFit-les goed gebruikt worden. Voorbeelden a. stepvorm: breedte : basis op, centrale balans, basis af (ploeg, parallel of afdalingshouding) lengte : op bank staan, in ploeg afstappen en weer opstappen b. in stroomvorm over de bank in centrale balans lopen c. Ski-imitatie op schuine banken deze kunnen in het wandrek of in een kastdeel geplaatst worden. Voorbeelden: zijwaarts klimmen op een bank, bij twee andere afdalingshouding omlaag zijwaarts klimmen met zijn twee synchroon ploeg omlaag (op 2 banken) visgraat bij twee banken omhoog, bij enkele bank centrale balanshouding omlaag met dikke mat over 3 banken 2-tal oefent parallel 3. Circuitvorm De circuitvorm is een goede training om te werken met niveauverschillen. Als trainer kun je persoonlijk corrigeren. De verschillende ski-imitaties moeten wel bekend zijn en technisch goed uitgevoerd kunnen worden. Waardoor ze al oefenend getraind kunnen worden. Een circuitvorm is geen aanleerfase maar een individueel trainingsmoment. Voorbeelden zijn: 4- hoeken circuit rijencircuit stroomcircuit (zie verder ook hoofdstuk circuitvormen)