Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting



Vergelijkbare documenten
VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Omvang van de erfrechtelijke roeping

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen.

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

Hoofdstuk V Overige aanpassingen in het erfrecht bijzonder voor wettelijke samenwoners. Erfrecht na gewone adoptie

MAAK IK EEN TESTAMENT? Erven en onterven. Prof. Walter Pintens

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014

Rolnummer Arrest nr. 151/2013 van 7 november 2013 A R R E S T

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

HET NIEUWE ERFRECHT VAN DE WETTELIJK SAMENWONENDE

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

Je rechten bij erfenis

Hoe beveilig ik mijn partner?

Wettelijk erfrecht Duitsland

HOOFDSTUK 4. De reserve

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

Samenvatting. Familiale vermogensplanning

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat GENT

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot,

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

Stéphanie Crombez. Promotor: Prof. dr. Annelies Wylleman Copromotor: Mevr. Lies Pottier. Aantal woorden: Studentennummer:

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap?

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

De wijziging van het erfrecht: wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het erfrecht

Het bijzonder statuut van de gezinswoning: een vergelijking tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden

hoofdstuk 12 Conclusie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE VERGADERING

DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN.

Beknopte inhoudstafel

ENKELE PROBLEMEN INZAKE DE OMZETTING

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

FAMILIALE VERMOGENSPLANNING Prof. J.Bael

Commentaar bij art BW

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

Is er leven na de dood?

PLANNEN ZONDER SCHENKEN. Legal Counsel Wealth Analysis & Planning

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

Successieplanning. Jan Van Ermengem Notaris te Meerhout

Beknopte inhoudstafel

hoofdstuk 6 Huren Huren 131

FAQ Schenkingen en Legaten

De Vlaamse successierechten.

De erfopvolging. auteurs: André Culot, belastingconsulent Pierre Culot, kandidaat-notaris. Intestaat nalatenschap of ab intestato = zonder testament

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

WETTELIJKE SAMENWONING INFOBROCHURE

Deel 2 Op weg naar een gelijkschakeling, maar toch nog belangrijke verschilpunten

Samenwonen? Of toch maar trouwen?*

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

Erfrecht. Wie erft wat?

Van succes tot successie. Van Breda Advisory

ENKELE NOTIES VAN HET ERFRECHT (BURGERRECHTELIJK)

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk


HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Huwelijk, wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen voor partners met kinderen uit een vorige relatie: de voor- en nadelen afgewogen

samenlevingsvormen Voor en nadelen van uw keuze

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...

DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK

De omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenote: waarderingsperikelen

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

De gezinswoning voor 99,6 % legateren aan de langstlevende?

hoofdstuk 5 Erven ErvEn 95

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting

BEDINGEN VAN AANWAS EN TERUGVALLING

VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK

DE WEERSLAG VAN DE HERVORMING VAN HET ERFRECHT OP NIEUWE SAMENGESTELDE

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?

Deze scriptie is mede tot stand gekomen dankzij de bijstand en steun van tal van personen, die ik bij deze dan ook graag zou bedanken.

Successieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract. Brussel, 23 oktober 2010

De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen

Hof van Cassatie van België

Erfopvolging in de praktijk. Wedersamengestelde gezinnen

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis

TETRALERT FISCAAL RECHT

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

CLAUSULES - CONSULTATIES

4.1. Vooraf: soorten adoptie De adoptanten gezamenlijk Eén adoptant Wat is voogdij?... 5

FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Universiteit Gent. Academiejaar

26/02/2018. Juridisch Adviesbureau NILAN v.o.f. Schenken. ik gehuwd ben en... mijn partner overlijdt?

Vermogensplanning. Het vernieuwde erfrecht

DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT

SUCCESSIERECHTEN IN SITUATIES WAARBIJ HET NETWERK ZORGT (ZORGDE) VOOR EEN VOLWASSEN PERSOON MET EEN BEPERKING

De erfopvolging. auteurs: André Culot, fiscaal adviseur Pierre Culot, kandidaat-notaris

Transcriptie:

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Elien Hombrouckx 20044234 Promotor: Prof. dr. J. Bael Commissaris: S. Devos

Inhoudsopgave Inleiding... 1 Hoofdstuk 1: Voorwaarden om te erven... 4 Afdeling 1: Algemene voorwaarden... 4 Afdeling 2 : Bijzondere voorwaarden... 5 1) Wettelijk samenwonen... 5 2) De langstlevende wettelijk samenwonende mag geen afstammeling zijn van de vooroverleden wettelijk samenwonende... 7 Hoofdstuk 2: Wat erft de langstlevende wettelijk samenwonende partner?... 9 Afdeling 1: Anomale erfopvolging... 9 Afdeling 2: Vruchtgebruik van de gemeenschappelijke verblijfplaats en het daarin aanwezige huisraad... 10 Afdeling 3: Recht op huur van de gemeenschappelijke verblijfplaats en vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad... 14 Hoofdstuk 3: Belangrijke aspecten van het vruchtgebruik... 17 Afdeling 1: Levenslang vruchtgebruik... 17 Afdeling 2: Omzetting van het recht van vruchtgebruik... 17 Afdeling 3: Waarborgen voor de blote eigenaars... 20 Afdeling 4: Kosten... 21 Hoofdstuk 4: Verplichtingen van de langstlevende wettelijk samenwonende partner... 22 Afdeling 1: Kosten verbonden aan het vruchtgebruik... 22 Afdeling 2: Huurverplichtingen... 22 Afdeling 3: Bijdrage in de lasten en schulden van de nalatenschap... 23 Afdeling 4: Onderhoudsverplichtingen... 27 Hoofdstuk 5: Inbreng... 29 Afdeling 1: Inbreng door de langstlevende wettelijk samenwonende... 29 Afdeling 2: Inbreng door andere wettige erfgenamen... 33 Hoofdstuk 6: De reserve van de descendenten... 35 Hoofdstuk 7: De reserve van de ascendenten... 41 Hoofdstuk 8: Anomale erfopvolgers... 43 Hoofdstuk 9: Bedingen van aanwas... 45 Hoofdstuk 10: Aandachtspunten bij de opmaak van een testament... 49

Hoofdstuk 11: Internationaal privaatrecht... 51 Besluit... 54 BIBLIOGRAFIE... 55 Wetgeving:... 55 Rechtsleer:... 55

Inleiding Op 8 mei 2007 verscheen in het Belgisch Staatsblad de wet van 28 maart 2007. Deze wet heet voluit: wet tot wijziging, wat de regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende betreft, van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet van 29 augustus 1988 op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het bevorderen van de continuïteit. Ze is op 18 mei 2007 in werking getreden. Vóór deze wet erfden wettelijk samenwonenden niet van elkaar. Ze hadden geen enkele wettelijke aanspraak op elkaars nalatenschap. Dit kon tot grote problemen leiden wanneer bijvoorbeeld de eerststervende wettelijk samenwonende partner volle eigenaar was van de gezinswoning of enige titularis was van het huurrecht op de gezinswoning. De langstlevende wettelijk samenwonende partner had in dit geval geen enkel recht op de gezinswoning met als gevolg dat hij uit de woning kon worden gezet door de erfgenamen van de decuius. 1 De wettelijke samenwoners konden elkaar wel begunstigen aan de hand van een schenking of een testament. Het nadeel van een schenking is echter dat de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak moet ontdoen. Het nadeel van een testament is dat een testament steeds herroepen kan worden. Bovendien moet men steeds rekening houden met de reserve. 2 Wanneer wettelijk samenwonende partners overgingen tot de aankoop van een onroerend goed namen ze in de overeenkomst een aanwas of tontinebeding op. Deze bedingen kunnen door de reservataire erfgenamen niet worden aangevochten wanneer zij niet worden geherkwalificeerd als schenking maar worden beschouwd als een kanscontract ten bezwarende titel en bovendien kunnen ze niet eenzijdig herroepen worden. Op deze manier werd de langstlevende wettelijk samenwonende partner beschermd bij het overlijden van zijn partner. 3 Sommige wettelijk samenwonende partners gingen na de aankoop van een onroerend goed over tot de opmaak van een testament. In het testament dat door elk van de samenwoners werd opgemaakt, legateerde elke samenwonende partner zijn onverdeelde helft in het onroerend goed aan 1 C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 186-187. 2 Artikelen 894-895 BW ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 134 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 187 ; W. PINTENS en V. ALLAERTS, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende. Een commentaar op de wet van 28 maart 2007, RW 2007-08, 258. 3 E. BUYSSE, Het onroerend goed en het beding van aanwas: het fiscaal kostenplaatje versus de burgerrechtelijke zekerheid, TFR 2008, 325 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 187 ; C. CASTELEIN, Erfrecht wettelijk samenwonenden m.i.v. alle overige wijzigingen van het erfrecht door de wet van 28 maart 2007, Gent, Larcier, 2007, 7 ; S. MAES, Bedingen van aanwas en tontine. Opnieuw rechtsfiguren uit grootvaders tijd?, NJW 2008, afl. 182, 390. 1

onterfd. 4 Aangezien de langstlevende wettelijk samenwonende partner een wettelijke erfgenaam is, is zijn partner. Zoals reeds is weergegeven, mag men in dit geval de reserve niet uit het oog verliezen. Bij overschrijding van de reserve is er een risico op inkorting. De wet van 28 maart 2007 voert een erfrecht in ten voordele van de langstlevende wettelijk samenwonende partner. De langstlevende partner is opgenomen in artikel 731 BW en wordt bijgevolg een wettelijke erfgenaam. Hij zal dus steeds erven van zijn overleden wettelijk samenwonende partner op grond van de wet. Hij wordt echter geen reservataire erfgenaam met als gevolg dat hij kan worden artikel 724 BW op hem van toepassing met als gevolg dat hij van rechtswege in bezit treedt van de goederen, rechten en rechtsvorderingen van de overledene. Dit wilt met andere woorden zeggen dat hij niet in het bezit moet worden gesteld. Hij heeft de saisine. 5 Dit erfrecht is echter wel beperkt. De langstlevende verkrijgt een recht van vruchtgebruik op het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en op het daarin aanwezige huisraad. Is het onroerend goed dat het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende, verhuurd, dan wordt het recht op huur toegekend aan de langstlevende wettelijk samenwonende, evenals het recht van vruchtgebruik op het daarin aanwezige huisraad. 6 Bovendien kan sinds de wet van 28 maart 2007 de reserve van de ascendenten worden uitgeschakeld door schenking van de eerststervende aan zijn wettelijk samenwonende partner. De ascendenten kunnen dus onterfd worden en dit ten voordele van de langstlevende wettelijk samenwonende partner. 7 4 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 19 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 141 ; E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 353 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 125 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 199 ; E. DE WILDE D ESTMAEL, La nouvelle législation sur les droits successoraux du cohabitant légal, Rec.gén.enr.not. 2007, nr. 25813, 250 ; C. DE WULF, Erfenissen in G. VERSCHELDEN, A. WYLLEMAN, C. DE WULF, J. BAEL, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 102 ; K. VAN BOXSTAEL, Wettelijk samenwonende partner nu (eindelijk) ook erfgenaam, Successierechten 2006-2007, afl. 10, 7. 5 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 162 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 127 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 197. 6 Artikel 745octies, 1 BW 7 Artikel 915, lid 2 BW ; J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 5 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 125. 2

Hierna volgt een bespreking van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende waaraan de problematiek van inbreng en inkorting zal worden gekoppeld. 3

Hoofdstuk 1: Voorwaarden om te erven Afdeling 1: Algemene voorwaarden Dit zijn de voorwaarden die moeten vervuld zijn door elke erfgenaam. Allereerst moet men om erfgenaam te zijn de erflater overleven. 8 Bovendien mag men niet onwaardig zijn. 9 Artikel 745octies, 3 BW bepaalt dat de regels inzake het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot die zijn opgenomen in de artikel 745quater tot 745septies eveneens van toepassing zijn op het vruchtgebruik van de langstlevende wettelijk samenwonende. Dit heeft tot gevolg dat voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner dezelfde bijzondere onwaardigheidsgrond geldt als voor de langstlevende echtgenoot die is opgenomen in artikel 745septies BW. Hij kan geheel of gedeeltelijk uitgesloten of vervallen verklaard worden van zijn erfrecht indien hij geheel of gedeeltelijk ontzet is uit het ouderlijk gezag over de kinderen uit hun relatie geboren. 10 Wanneer men kijkt naar de tekst van artikel 745octies, 3 BW, dan stelt men vast dat deze grond van onwaardigheid enkel geldt ten aanzien van het vruchtgebruik dat de langstlevende verkrijgt en dat bijgevolg deze grond van onwaardigheid niet kan worden ingeroepen met betrekking tot het recht op huur. 11 BARBAIX is het hier echter niet mee eens. Volgens hem moet men de wettekst teleologisch interpreteren. Men moet kijken naar de bedoeling van de wet. De wet van 28 maart 2007 heeft tot doel de langstlevende wettelijk samenwonende partner het behoud van het gebruikelijke levenskader te garanderen, behoudens wanneer de wetgever dat niet opportuun acht, zoals in de gevallen van (algemene of bijzondere) erfrechtelijke onwaardigheid. Een onderscheid tussen het erfrechtelijk vruchtgebruik en het huurrecht is in dit verband niet verantwoord. 12 Vervolgens wijst BARBAIX op het verschil in behandeling tussen de langstlevende echtgenoot en de langstlevende wettelijk samenwonende partner indien men artikel 745octies, 3 BW volgens de letterlijke bewoordingen 8 Artikel 720 BW 9 Artikel 727 BW 10 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 20 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 125 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 189. 11 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 20; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 125 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 199 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 237. 12 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 158-159. 4

toepast. Wanneer immers de langstlevende echtgenoot uit het ouderlijk gezag is gezet, verliest hij op grond van artikel 745septies, 1 BW alle erfrechtelijk aanspraken en bijgevolg ook de aanspraak op het huurrecht terwijl de langstlevende wettelijk samenwonende partner op grond van de letterlijke bewoordingen van artikel 745octies, 3 BW enkel haar erfrechtelijk aanspraken op het vruchtgebruik verliest en dus niet haar aanspraken op het huurrecht. Dergelijk verschil in behandeling zal volgens BARBAIX niet door het Grondwettelijk Hof aanvaard worden. 13 Deze mening van BARBAIX wordt gedeeld door PUELINCKX-COENE. 14 Naar mijn mening kan het niet de bedoeling geweest zijn om alleen het vruchtgebruik te ontnemen aan de langstlevende wettelijk samenwonende partner ingeval van ontzetting uit het ouderlijk gezag. Een onderscheid maken tussen het vruchtgebruik en het huurrecht is naar mijn mening niet zinvol en niet te verantwoorden. Ik sluit mij dus aan bij de mening van BARBAIX en PUELINCKX-COENE. Afdeling 2 : Bijzondere voorwaarden 1) Wettelijk samenwonen Op grond van artikel 745octies, 1 BW verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende een erfrecht. Er moet reeds sprake zijn van wettelijke samenwoning op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap. 15 Het is dus belangrijk te weten vanaf wanneer en tot wanneer er sprake is van wettelijke samenwoning. 16 Artikel 1475 BW bepaalt dat onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476 BW. Twee personen wonen bijgevolg wettelijk samen van zodra ze een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats. Artikel 1476, 1, lid 2 BW bepaalt welke gegevens dit geschrift moet bevatten. 13 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 159. 14 M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1926. 15 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 152. 16 C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 188. 5

Het is van geen belang hoelang men wettelijk samenwoont. Men kan dus vlak voor het overlijden nog een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen met oog op het erfrecht voor de langstlevende. 17 Vervolgens is eveneens van belang te weten wanneer de wettelijke samenwoning een einde neemt. Wanneer er immers geen sprake meer is van wettelijke samenwoning op het ogenblik van overlijden zal artikel 745octies BW geen toepassing krijgen. Artikel 1476, 2 BW stelt dat aan de wettelijke samenwoning een einde komt wanneer een van de partijen in het huwelijk treedt of overlijdt, of wanneer er een einde aan wordt gemaakt. Aan wettelijke samenwoning kan een einde worden gemaakt hetzij in onderlinge overeenstemming door de samenwonenden, hetzij eenzijdig door een van de samenwonenden door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De eenzijdige verklaring van beëindiging wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand betekend binnen de acht dagen aan de andere partij bij gerechtsdeurwaardersexploot. De wettelijke samenwoning is beëindigd vanaf de overhandiging van de verklaring en niet pas op het ogenblik van betekening aangezien er in de wet staat dat aan de wettelijke samenwoning een einde kan worden gemaakt door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. 18 DE WULF en MARTENS stellen echter dat in geval van eenzijdige verklaring de wettelijke samenwoning pas een einde neemt na betekening van deze eenzijdige verklaring aan de andere partij. 19 Naar mijn mening is de meerderheidsopvatting, namelijk dat de wettelijke samenwoning is beëindigd bij overhandiging van de verklaring, de correcte opvatting. Feitelijke scheiding maakt geen einde aan de wettelijke samenwoning. In geval van overlijden van een van de wettelijk samenwonende partners zal de andere erven ook al woonden ze niet meer 17 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 6 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 153 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126 ; W. PINTENS en V. ALLAERTS, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende. Een commentaar op de wet van 28 maart 2007, RW 2007-08, 261 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1927. 18 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 6 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 154 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 189 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 233 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1928. 19 C. DE WULF, Erfenissen in G. VERSCHELDEN, A. WYLLEMAN, C. DE WULF, J. BAEL, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 101 : I. MARTENS, Het nieuwe wettelijk erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende, TVW 2007, 293. 6

samen. Wilt men dit voorkomen, dan moet men de wettelijke samenwoning beëindigen overeenkomstig artikel 1476, 2 BW. Men kan echter ook opteren voor het opmaken van een testament waarbij men de andere persoon onterft. 20 2) De langstlevende wettelijk samenwonende mag geen afstammeling zijn van de vooroverleden wettelijk samenwonende Dit volgt uit artikel 745octies, 1, derde lid BW. De langstlevende wettelijk samenwonende partner die tevens afstammeling is van de overleden partner kan niet genieten van het wettelijk erfrecht opgenomen in artikel 745octies BW. Door deze bepaling wou de wetgever voorkomen dat er afbreuk wordt gedaan aan de reservataire aanspraken van de afstammelingen. 21 De wet maakt geen onderscheid tussen afstammelingen die tot nalatenschap komen en afstammelingen die niet tot de nalatenschap komen met als gevolg dat als een kleinzoon wettelijk samenwoont met zijn grootmoeder en deze laatste sterft, de kleinzoon niks zal erven wanneer de overledene nog kinderen nalaat. Hij erft niet op grond van artikel 745octies BW omwille van de uitsluiting opgenomen in artikel 745octies, 1, derde lid BW en bovendien staan de kinderen dichter in graad dan de kleinzoon. 22 De uitsluiting geldt bijgevolg ook voor afstammelingen die niet erven omwille van het feit dat ze niet in nuttige orde en graad staan. 23 Zoals verder in dit werk besproken wordt, wordt de erfopvolging door de langstlevende wettelijk samenwonende partner door een aantal auteurs beschouwd als een anomale erfopvolging. 24 Dit heeft tot gevolg dat men de gewone nalatenschap kan verwerpen en de anomale erfopvolging kan aanvaarden. De uitsluiting geldt dan ook voor afstammelingen die de gewone nalatenschap verwerpen. 25 Wanneer in het voorgaande voorbeeld echter eerst de kleinzoon sterft, zal de grootmoeder wel erven op grond van artikel 745octies BW. De langstlevende, de grootmoeder, is immers geen 20 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 6-7 ; E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 349 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126. 21 I. MARTENS, Het nieuwe wettelijk erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende, TVW 2007, 293 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 234. 22 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 7 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126 ; C. CASTELEIN, Erfrecht wettelijk samenwonenden m.i.v. alle overige wijzigingen van het erfrecht door de wet van 28 maart 2007, Gent, Larcier, 2007, 16. 23 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 156. 24 Infra 9-10. 25 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 7. 7

afstammeling van de overledene, de kleinzoon, maar een ascendent. De uitsluiting van artikel 745octies, 1, derde lid BW geldt niet voor andere wettelijke erfgenamen, zoals de ascendenten. Zo zal de uitsluiting ook niet gelden ingeval een broer en zus of een neef en nicht wettelijk samenwonen. 26 De reden van invoering van deze uitsluiting is wellicht de bescherming van de reserve van de afstammelingen. De reserve kan sterk worden aangetast indien de langstlevende wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik erft van de gezinswoning zeker indien de nalatenschap niet veel meer bevat dan de gezinswoning. In dit laatste geval zal immers de reserve, zoals verder uitgebreid besproken wordt, herleid worden tot een reserve in blote eigendom. De reserve van de afstammelingen wordt echter niet volledig beschermd aangezien bijvoorbeeld de ouder wettelijk kan gaan samenwonen met haar/zijn zus waardoor bij overlijden van de ouder de zus het vruchtgebruik erft van de gezinswoning. 27 Wanneer men wettelijk gaat samenwonen enkel en alleen met oog op aantasting van de reserve van de kinderen, zou het naar mijn mening, mogelijk moeten zijn voor de afstammelingen om de wettelijke samenwoning nietig te laten verklaren. Een verklaring van wettelijke samenwoning kan echter niet terzijde worden geschoven enkel en alleen omwille van het feit dat men niet daadwerkelijk samenleeft ook al wordt onder wettelijke samenwoning verstaan: de toestand van samenleven van twee personen. Wanneer men immers kijkt naar het huwelijk, stelt men vast dan men nog kan huwen vlak voor het overlijden ook al kan er in dit geval geen sprake zijn van het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap wat nochtans volgens de wet de bedoeling is van het huwelijk. Strenger optreden ten aanzien van de wettelijke samenwoning dan ten aanzien van het huwelijk kan niet verdedigd worden. 28 26 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 7 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126 ; C. CASTELEIN, Erfrecht wettelijk samenwonenden m.i.v. alle overige wijzigingen van het erfrecht door de wet van 28 maart 2007, Gent, Larcier, 2007, 16. 27 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 7. 28 Artikel 146bis BW ; J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 8. 8

Hoofdstuk 2: Wat erft de langstlevende wettelijk samenwonende partner? Afdeling 1: Anomale erfopvolging Artikel 745octies, 1 BW bepaalt dat de langstlevende wettelijk samenwonende het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad, verkrijgt, met welke erfgenamen hij ook tot de nalatenschap komt. De langstlevende wettelijk samenwonende verkrijgt als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op de huur van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de vooroverleden wettelijk samenwonende het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en verkrijgt het vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad. Hieruit blijkt dus dat de langstlevende wettelijk samenwonende op grond van zijn wettelijk erfrecht nooit aanspraak kan maken op de gehele nalatenschap van zijn overleden partner. Hij verkrijgt dus slechts specifieke rechten op specifiek omschreven goederen namelijk het vruchtgebruik op de woning en huisraad of huurrecht. Het gaat hier met andere woorden om een anomale erfopvolging, een erfopvolging waarbij wordt afgeweken van de normale devolutieregels. 29 De langstlevende kan immers nooit de volledige nalatenschap bekomen zelfs in het geval dat de decuius geen enkele andere erfgenaam achterlaat en bovendien wordt wel rekening gehouden met de aard van de goederen en dit in afwijking van artikel 732 BW. 30 Indien bijgevolg de overledene enkel zijn partner met wie hij wettelijk samenwoonde achterlaat, dan zal deze partner het vruchtgebruik erven op de gezinswoning en het huisraad en de Staat de blote eigendom op deze goederen en bovendien de volle eigendom van de andere goederen. 31 Dit kan uiteraard niet de bedoeling zijn van wettelijk samenwonende partners. In dit geval zou de langstlevende wettelijk samenwonende alles moeten kunnen erven net zoals de langstlevende echtgenoot de volle eigendom erft van de gehele nalatenschap indien de overledene geen erfgenamen 29 H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 70 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126-127 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 194-195 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 236. 30 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 16 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 236. 31 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 137 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 70. 9

nalaat op grond van artikel 745bis, 1, derde lid BW. De stelling dat het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een anomaal erfrecht is, wordt verdedigd door zowel CASMAN, CASTELEIN, TAINMONT, PINTENS en ALLAERTS. 32 BAEL en BEGUIN nemen hierover geen stelling in. 33 Volgens BARBAIX is er echter geen sprake van anomale erfopvolging. De langstlevende wettelijk samenwonende partner is een gewone erfgenaam omdat hij is vermeld in artikel 731 BW. 34 Ook PUELINCKX-COENE deelt deze mening en wijst erop dat de titularissen van een anomaal erfrecht niet opgenomen zijn in artikel 731 BW. 35 De mening van BARBAIX en PUELINCKX-COENE wordt echter niet gevolgd door de meerderheid van de auteurs en is volgens mij ook niet correct. Er is volgens mij daadwerkelijk sprake van anomale erfopvolging aangezien er wordt afgeweken van de normale devolutieregels. Het argument dat de langstlevende wettelijk samenwonende is opgenomen in artikel 731 BW is volgens mij niet doorslaggevend. Afdeling 2: Vruchtgebruik van de gemeenschappelijke verblijfplaats en het daarin aanwezige huisraad Op grond van artikel 745octies, 1, eerste lid BW verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad met welke erfgenamen hij ook tot de nalatenschap komt. Wanneer bijgevolg het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende, volledig toebehoorde aan de eerststervende zal de langstlevende het onroerend 32 H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 70 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 126-127 ; H. CASMAN, Erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP) Clausules voor testamentaire beschikkingen, Not.Fisc.M. 2008, 178 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 194-195 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 236 ; F. TAINMONT, La loi du 28 mars 2007 relative aux droits successoraux du cohabitant légal, Rev.trim.dr.fam. 2008, 25. 33 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 16 ; E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 346-371. 34 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 161. 35 M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1934. 10

goed volledig in vruchtgebruik krijgen. Dit onroerend goed kan echter ook door beide partners aangekocht zijn met als gevolg dat dit onroerend goed aan beide partners in onverdeeldheid toebehoorde waardoor bij overlijden van een van hen de langstlevende zijn helft in volle eigendom behoudt maar bovendien het vruchtgebruik verkrijgt op de helft van de eerststervende. 36 Wat ook mogelijk is, is dat het onroerend goed of het huisraad in onverdeeldheid toebehoort aan een wettelijk samenwonende partner en een derde. Wanneer de wettelijk samenwonende partner sterft, zal de langstlevende wettelijk samenwonende partner volgens BAEL en CASMAN de verdeling moeten afwachten. 37 Wanneer het onroerend goed ten gevolge van de verdeling terecht komt in de kavel van de eerststervende zal de langstlevende wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik erven op dit goed. 38 Wanneer dit goed niet in de kavel terecht komt van de eerststervende wettelijke samenwonende maar de tegenwaarde of andere goederen zal de langstlevende volgens BAEL en CASMAN zijn vruchtgebruik niet kunnen uitoefenen. Ze baseren zich hiervoor op artikel 883BW. Dit artikel heeft tot gevolg dat het onroerend goed geacht wordt niet in de nalatenschap aanwezig te zijn geweest bij overlijden van de wettelijk samenwonende partner. 39 BARBAIX, BEGUIN, DE WILDE D ESTMAEL, DE WULF, MARTENS en PUELINCKX- COENE hebben een andere mening. 40 Lorsque l immeuble n appartient que pour moitié ou partie au 36 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 12 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 190-191 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1913. 37 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 12 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129. 38 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 12 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 76 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129. 39 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 12 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 76 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129. 40 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 149 ; E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 354 ; E. DE WILDE D ESTMAEL, La nouvelle législation sur les droits successoraux du cohabitant légal, Rec.gén.enr.not. 2007, nr. 25813, 250 ; C. DE WULF, Erfenissen in G. VERSCHELDEN, A. WYLLEMAN, C. DE WULF, J. BAEL, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 10, Brugge, die Keure, 2007, 102 ; I. MARTENS, Het nieuwe wettelijk erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende, TVW 2007, 293 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1915 en 1959. 11

défunt, le cohabitant légal survivant ne receuillera que l usufruit des droits du défunt. 41 Volgens deze auteurs verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende een recht van vruchtgebruik op het onverdeeld aandeel van de overleden wettelijk samenwonende partner met als gevolg dat volgens DE WILDE D ESTMAEL de langstlevende wettelijk samenwonende niet zal kunnen blijven wonen in het onroerend goed. 42 Volgens PUELINCKX-COENE zal de langstlevende in dit geval wel in de gezinswoning kunnen blijven wonen als hij het akkoord bekomt van de mede-eigenaars en mits betaling van een vergoeding voor het gedeelte waarop hij geen vruchtgebruik heeft. 43 Men mag echter niet uit het oog verliezen dat het mogelijk is dat in de aankoopakte van het onroerend goed een beding van aanwas of tontinebeding opgenomen was met als gevolg dat bij overlijden van één van de contractspartijen deze bedingen uitwerking zullen krijgen. Bovendien is het ook mogelijk dat de eerststervende slechts een recht van vruchtgebruik had op het onroerend goed dat door zijn overlijden aanwast bij de blote eigendom waardoor de langstlevende partner geen erfrechtelijke aanspraken meer heeft op het goed. 44 Kortom de langstlevende wettelijk samenwonende partner zal slechts erven wanneer het vruchtgebruik of het huurrecht in de nalatenschap van de overledene aanwezig is. 45 In de wet staat dat de langstlevende wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik verkrijgt van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende. Er staat niet dat het onroerend goed op het ogenblik van het overlijden moest dienen tot gemeenschappelijke verblijfplaats van het gezin. Ingeval van feitelijke scheiding zal de langstlevende bijgevolg het vruchtgebruik verkrijgen op het onroerend goed dat heeft gediend tot gemeenschappelijke verblijfplaats voor de feitelijke scheiding. 46 Volgens BAEL, DE WILDE 41 E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 354. 42 E. DE WILDE D ESTMAEL, La nouvelle législation sur les droits successoraux du cohabitant légal, Rec.gén.enr.not. 2007, nr. 25813, 250. 43 M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1915 en 1960. 44 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 13 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 69 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 191 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1911. 45 R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 135. 46 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 8 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 140 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 74 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 128 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 12

D ESTMAEL, TAINMONT kan de langstlevende enkel het vruchtgebruik verkrijgen op de laatste gemeenschappelijk verblijfplaats. 47 PUELINCKX-COENE vraagt zich af waarop deze auteurs zich baseren aangezien er daarover niks in de wet staat. 48 Het is volgens mij niet logisch dat de langstlevende in geval van feitelijke scheiding het vruchtgebruik erft van het onroerend goed dat diende als gemeenschappelijke verblijfplaats voor de feitelijke scheiding aangezien hij er op moment van het overlijden niet meer woonde. Dit strookt immers niet met het doel van de wetgever. De wetgever wou aan de langstlevende door het invoeren van een wettelijk erfrecht garanderen dat hij niet uit zijn verblijfplaats kon worden gezet door de erfgenamen van de decuius maar ingeval van feitelijke scheiding woonde de langstlevende al niet meer in het onroerend goed. Wanneer meerdere onroerende goederen dienden tot gemeenschappelijke verblijfplaats van het gezin, verkrijgt de langstlevende het vruchtgebruik van al deze onroerende goederen of enkel van de voornaamste gemeenschappelijke verblijfplaats of kan hij kiezen van welk onroerend goed hij het vruchtgebruik wilt? In de wet staat dat de langstlevende het vruchtgebruik bekomt van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende. Men spreekt dus niet van onroerende goederen. Integendeel, men maakt gebruik van het enkelvoud. 49 De langstlevende zal dus slechts één onroerend goed kunnen verkrijgen in vruchtgebruik. De vraag is nu welk onroerend goed hij verkrijgt in vruchtgebruik? Aangezien in de wet niet staat dat de langstlevende enkel de voornaamste gemeenschappelijke verblijfplaats in vruchtgebruik kan verkrijgen, moet naar mijn mening en de mening van de meeste auteurs, aangenomen worden dat de langstlevende een keuzerecht heeft maar hierover bestaat geen zekerheid. 50 Wanneer de wetgever aan de langstlevende een keuzemogelijkheid wou geven, waarom maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 200-201 ; E. DE WILDE D ESTMAEL, La nouvelle législation sur les droits successoraux du cohabitant légal, Rec.gén.enr.not. 2007, nr. 25813, 250 ; F. TAINMONT, La loi du 28 mars 2007 relative aux droits successoraux du cohabitant légal, Rev.trim.dr.fam. 2008, 11. 47 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 8 ; E. DE WILDE D ESTMAEL, La nouvelle législation sur les droits successoraux du cohabitant légal, Rec.gén.enr.not. 2007, nr. 25813, 250 ; F. TAINMONT, La loi du 28 mars 2007 relative aux droits successoraux du cohabitant légal, Rev.trim.dr.fam. 2008, 11. 48 M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1909. 49 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 9 ; M. PUELINCKX- COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1905. 50 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 9 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 139 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, 13

heeft ze het dan immers niet zo verwoord? Bovendien heeft de langstlevende echtgenoot geen keuzemogelijkheid. Hij heeft een concreet reserve op grond van artikel 915bis, 2 BW dat bestaat uit het vruchtgebruik van het onroerend goed dat het gezin tot voornaamste woning diende bij het openvallen van de nalatenschap. Men kan zich afvragen waarom de wetgever aan de langstlevende wettelijk samenwonende partner een keuzemogelijkheid zou geven en aan de langstlevende echtgenoot niet aangezien de wetgever een regeling wou uitwerken voor de wettelijk samenwonende partners die gelijklopend is aan de regeling die geldt voor de gehuwden. 51 Ten slotte bepaalt artikel 1477, 2 BW dat artikel 215 BW van overeenkomstige toepassing is op de wettelijke samenwoning. Artikel 215 BW heeft betrekking op de voornaamste gezinswoning. Afdeling 3: Recht op huur van de gemeenschappelijke verblijfplaats en vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad Artikel 745octies, 1, tweede lid bepaalt dat de langstlevende wettelijk samenwonende als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op huur verkrijgt van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de vooroverleden wettelijk samenwonende het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en bovendien bekomt hij het vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad. Ingeval van feitelijke scheiding zal de langstlevende dit recht op huur niet krijgen aangezien in dit geval er geen gemeenschappelijke verblijfplaats is die gehuurd wordt bij het openvallen van de nalatenschap. 52 Kluwer, 2007, 75 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129 ; N. LABEEUW, Notariële aandachtspunten bij de implementatie van het erfrecht van de langstlevende wettelijke partner, NNK 2008, afl. 3, 64 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 239 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1905 ; K. VAN BOXSTAEL, Wettelijk samenwonende partner nu (eindelijk) ook erfgenaam, Successierechten 2006-2007, afl. 10, 7. 51 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 9 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 75 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1905-1909. 52 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 13 ; C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 201 ; M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1918. 14

Deze bepaling roept wel een aantal vragen op. Vanaf wanneer is een gehuurd goed niet meer de gemeenschappelijke verblijfplaats van de wettelijk samenwonende partners? 53 Naar mijn mening zou men moeten kijken naar de inschrijving in het bevolkingsregister. Zolang men samen ingeschreven staat op hetzelfde adres, is het goed hun gemeenschappelijke verblijfplaats. Dit zal echter in praktijk niet alle problemen oplossen aangezien men niet altijd direct de inschrijving in het bevolkingregister verandert. Vervolgens geeft de wet geen duidelijk antwoord op de vraag wat de gevolgen zijn voor het erfrecht van de langstlevende wanneer de eerststervende meer dan één gemeenschappelijke verblijfplaats huurde. Verkrijgt de langstlevende dan het recht op de huur van alle gemeenschappelijke verblijfplaatsen, verkrijgt hij een keuzerecht of verkrijgt hij enkel een recht op de huur van de voornaamste gemeenschappelijke verblijfplaats? 54 De wet spreekt van het recht op de huur van het onroerend goed dat bij openvallen van de nalatenschap van vooroverleden wettelijk samenwonende het gezin tot gemeenschappelijk verblijfplaats diende en gebruikt dus het enkelvoud. Bovendien spreekt de wet niet over de voornaamste gemeenschappelijke verblijfplaats dus naar mijn mening en de mening van de meeste auteurs zal de langstlevende een keuzerecht hebben. 55 Dezelfde redenering moet dus gevolgd worden zoals wanneer de langstlevende het vruchtgebruik erft op de gemeenschappelijk verblijfplaats. Het is ook mogelijk dat de eerststervende zowel een gemeenschappelijke verblijfplaats in volle eigendom had als een tweede gemeenschappelijke verblijfplaats huurde. Volgens BAEL is het meest billijke dat aan de langstlevende een keuzerecht wordt gegeven tussen het recht op vruchtgebruik en het recht op huur. 56 CASTELEIN stelt zich de vraag of enkel woninghuur geërfd kan worden door de langstlevende wettelijk samenwonende of ook een gemene huur, handelshuur of pacht. Hij stelt vast dat in artikel 745octies, 1, eerste lid BW niet staat dat het goed uitsluitend moet dienen als gemeenschappelijke 53 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 13. 54 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 13. 55 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 14 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 139 ; H. CASMAN, Erfrecht voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner in X., Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte, Mechelen, Kluwer, 2007, 75 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129 ; N. LABEEUW, Notariële aandachtspunten bij de implementatie van het erfrecht van de langstlevende wettelijke partner, NNK 2008, afl. 3, 64 ; W. PINTENS, De langstlevende vanuit Europees perspectief in W. PINTENS (ed.), De vereffening van de nalatenschap, Antwerpen, Intersentia, 2007, 239. 56 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 14. 15

verblijfplaats met als gevolg dat de kwalificatie van de huurovereenkomst van geen belang is. 57 Onder meer BAEL en BEGUIN volgen de mening van CASTELEIN. 58 Volgens PUELINCKX-COENE is het echter logisch dat de langstlevende wettelijk samenwonende enkel een huurovereenkomst die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats kan erven. 59 Het huurcontract kan echter intuïtu personae gesloten zijn of er kan in het contract bepaald zijn dat het contract eindigt bij overlijden van de huurder. In deze gevallen zal de langstlevende geen recht op huur erven aangezien in deze gevallen geen recht op huur in de nalatenschap aanwezig is. 60 57 C. CASTELEIN, De wet van 28 maart 2007 tot invoering van een erfrecht voor wettelijk samenwonende partners en andere erfrechtelijke innovaties, T.Fam. 2007, afl. 9, 192. 58 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 15 ; E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 356. 59 M. PUELINCKX-COENE, Bedenkingen bij de integratie van het bescheiden erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende in het bestaande erfrecht, TPR 2007, 1919. 60 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 15 ; R. BARBAIX, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner: parlementaire voorbereidende werken, gecoördineerde wettekst en commentaar, Mechelen, Kluwer, 2008, 136 ; E. BEGUIN, Le cohabitant légal survivant: cohabitation versus mariage: vers un mariage bis..., Rev.not.b. 2007, 356 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 130 ; C. CASTELEIN, Erfrecht wettelijk samenwonenden m.i.v. alle overige wijzigingen van het erfrecht door de wet van 28 maart 2007, Gent, Larcier, 2007, 28-29 ; W. PINTENS en V. ALLAERTS, Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende. Een commentaar op de wet van 28 maart 2007, RW 2007-08, 268. 16

Hoofdstuk 3: Belangrijke aspecten van het vruchtgebruik Afdeling 1: Levenslang vruchtgebruik In principe erft de langstlevende wettelijk samenwonende partner dus een levenslang vruchtgebruik van de gemeenschappelijke verblijfplaats en het huisraad. Wanneer men echter wilt dat de langstlevende dit vruchtgebruik verkrijgt voor slechts een bepaalde duur of wanneer men wilt dat de langstlevende zijn vruchtgebruik verliest wanneer hij bijvoorbeeld hertrouwt, dan moet men een testament opmaken. 61 Men kan dus door gebruik te maken van een testament modaliteiten verbinden aan het vruchtgebruik. Men kan zelfs het vruchtgebruik ontnemen van de langstlevende aangezien deze geen reservataire erfgenaam is. 62 Afdeling 2: Omzetting van het recht van vruchtgebruik Artikel 745octies, 3 BW stelt uitdrukkelijk dat de regels inzake het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot die zijn opgenomen in de artikelen 745quater tot 745septies ook van toepassing zijn op het vruchtgebruik van de langstlevende wettelijk samenwonende. De artikelen 745quater tot 745sexies BW regelen de omzetting van het vruchtgebruik maar ook het recht van de langstlevende om de overdracht van de blote eigendom te eisen tegen geld wanneer de langstlevende in samenloop komt met andere personen dan afstammelingen. De belangrijkste bepaling is artikel 745quater, 4 BW aangezien dit artikel bepaalt dat het vruchtgebruik van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap het gezin tot voornaamste woning diende, en van het daarin aanwezige huisraad niet kan worden omgezet dan met instemming van de langstlevende echtgenoot/wettelijk samenwonende partner en de langstlevende wettelijk samenwonende partner juist het vruchtgebruik op deze goederen erft. Er is echter een probleem. Artikel 745octies, 1 BW bepaalt dat de langstlevende het vruchtgebruik erft op het onroerend goed dat het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende tijdens het samenwonen en artikel 745quater, 4 BW spreekt van het onroerend goed dat bij openvallen van nalatenschap het gezin tot voornaamste woning diende. De vraag is of dat men artikel 745quater, 4 BW ook kan inroepen met betrekking tot het vruchtgebruik dat de langstlevende wettelijk samenwonende partner heeft geërfd op het onroerend goed dat tijdens het samenleven diende als gemeenschappelijke verblijfplaats als dit goed op het ogenblik van het overlijden van de eerststervende niet meer diende als 61 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 10. 62 J. BAEL, Erfrecht van de wettelijk samenwonenden, in J. BAEL, K. BERNAUW, B. VAN BAEVEGHEM, M. TISON en C. ENGELS, Rechtskroniek voor het notariaat. Deel 11, Brugge, die Keure, 2007, 10 ; H. CASMAN, Wet van 28 maart 2007 tot regeling van het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende een eerste commentaar, Not.Fisc.M. 2007, 129. 17