Financiële kengetallen vastgoed gehandicaptenzorg



Vergelijkbare documenten
Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 2

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update

Ontwikkeling van het macro budget langdurige zorg voor de gehandicaptensector

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 3

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 5

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 4

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector

De wereld van de zorg en haar NHC s voor MKW. Bram Baselmans senior adviseur

Financiële begroting 2016

Scenarioplanner zelf proberen Voorbeeld + oefeningen

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Financiële Zorgthermometer - 1 e kwartaal

Van zorginkoop naar bedrijfsvoering

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2016

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Asset management Business case: Ipse de Bruggen Roeland Brouns Ipse de Bruggen Bastiaan Roon - Fakton. 22 maart 2012

Financiële Zorgthermometer - 4 e kwartaal

Vastgoed financieren. In een commerciële omgeving. Anja van Balen Sector Banker zorg 31 oktober 2013

S N H Partners. Impairment wees voorbereid! Inleiding op impairment

-PERSBERICHT- -ZORGINSTELLING ANTICIPEREN OP EFFECTEN SCHEIDEN WONEN EN ZORG-

Beleid/ werkwijze schuldpositie gemeente Goes

Financiële Zorgthermometer - 1 e kwartaal

Financiële Zorgthermometer - 1 e kwartaal

stresstest Een financieel beeld van gemeente Geldermalsen

De uitdagingen rondom zorgvastgoed. Bestuursvergadering 14 juni 2012 (inclusief aanvullingen)

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag KM Vlissingen

Financiële Zorgthermometer - 1 e kwartaal

INTEGRALE MEERJARENRAMING

Financieel Jaarverslag 2015 en Begroting Tennisclub Ootmarsum

Landelijke sectordag GZ 29 januari 2014

samenvatting WOONZORGVISIE GEERTRUIDENBERG Woonzorgvisie Geertruidenberg 4 maart 2015 Pagina 1

financiering van werkkapitaal

JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT GEHANDICAPTENZORG

Financiële Zorgthermometer - 3 e kwartaal

Stichting Zorgboerderij BuitenGewoon 3. Jaarrekening 2017

Resultaten herbeoordeling WFZ-deelnemers 2014

Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig. Figuur 1 - Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel

Partners. Case Impairment. Verpleeg & Verzorgingsinstelling

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ZO Brabant (Kempen) WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014

Gooi- en Vechtstreek. WMO-subregio: Rapportage Zorg op de kaart per WMO-subregio Inclusief scenario s. Datum 3 november 2014

Particuliere en reguliere verpleeghuizen Een vergelijking om van te leren

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg

Compensatieregeling AWBZ/GGZ versus Compensatieregeling Ziekenhuizen

Toelichting op de waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2010 van AWBZ- en GGZ-instellingen

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Financiële Zorgthermometer - 2 e kwartaal

Financiële positie. Beheersen

Financiële Zorgthermometer - 3 e kwartaal

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Bijlagen. Bijlage 1: Resultaat 2005

Vastgoed en Ontwikkeling

Financieel Jaarverslag Stichting Hospice Lansingerland. Hospice Lansingerland Burgemeester Van Oostenweg 10 te Bergschenhoek

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed IX CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Financiële Zorgthermometer - 4 e kwartaal

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XII CV te Groningen. Over de periode 11 december 2007 t/m 30 juni 2008

Financiele gegevens Stichting Hospice Hoeksche Waard

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi

Bijlage 4. Toelichting op de financiële paragraaf

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO

Financiële Zorgthermometer - 1 e kwartaal

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Figuur 1. Aantal cliënten naar huidig en toekomstig stelsel. Aantal cliënten per stelsel nu en straks. AWBZ Wmo jeugdwet overig

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept)

Strategie & omgeving. Bram Baselmans Brenda Meusen-den Ouden

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Financiële Zorgthermometer - 3 e kwartaal

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Heerenstede Vastgoed B.V., Herengracht 562, 1017 CH Amsterdam, T , I

Zorgvastgoed. Verwachte groei op de korte en lange termijn. Matthieu Zuidema, Programmaleider Vastgoed EIB. Zorgvastgoed Delft, 8 juli

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen

Investeren en activeren

Financieel JAARVERSLAG Stichting Hospice Lansingerland. Hospice Lansingerland Burgemeester Van Oostenweg 10 te Bergschenhoek

Periodieke beoordeling WFZ-deelnemers 2017

Stichting Zorgboerderij BuitenGewoon 3. Jaarrekening 2018

Doet scheiden lijden?

Indicatie of de huidige schuldpositie van de gemeente gezond of risicovol is Cirkeldiagram schuldratio en solvabiliteitsratio

Financiële Zorgthermometer - 2 e kwartaal

toelichting op FINANCIËLE POSITIE FC Twente

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Financiële Zorgthermometer - 2 e kwartaal

Zorgvastgoed in een nieuw tijdperk. Bijeenkomst VGN in samenwerking met ActiZ en GGZ en KCWZ 25 september 2017

Materiële vaste activa Inventarissen Voorraden

Financiering van maatschappelijk vastgoed

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012

Ciropack Holding B.V. gevestigd te Heiloo. Publicatiestukken Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

De schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag.

- PERSBERICHT - Utrecht, 20 september FINANCIËLE ZORGEN IN DE ZORG SECTOR HOUDEN AAN -

Financiële kengetallen zorginstellingen 2013 Floor van Oers Rudi Bakker

ONDERHANDELBARE VERGOEDING HUISVESTING ONGEWENST

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D

Stichting Beheer Onroerend Goed Seinpost Slinge Het bestuur Middelharnisstraat GJ ROTTERDAM. Jaarrekening 2017

Hoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit!

Financiële kengetallen zorginstellingen 2017

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding

Stichting Het Kan Wel! Willhelminaweg BL Langbroek. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2017

Transcriptie:

Financiële kengetallen vastgoed gehandicaptenzorg Door de komst van de Wmo zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de ondersteuning van extramurale cliënten en voor de zorg voor lichte verblijfscliënten. Door de komst van de Jeugdwet zijn de gemeenten ook verantwoordelijk geworden voor grote delen van de jeugdzorg. Aanbieders van (jeugd)zorg zullen per 2015 voor een groot deel van hun zorgproductie afspraken maken met hun gemeenten. Er blijft daarnaast een doelgroep voor de zwaardere intramurale of residentiële zorg (Wlz). Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor het (vastgoed)beleid van instellingen. Het overheidsbeleid van extramuraliseren (langer thuis wonen) gaat verder dan het oorspronkelijke beleidsvoornemen van scheiden van wonen en zorg. Scheiden wonen zorg had enkele jaren geleden alleen betrekking op de huisvestingskosten (ook bij verblijf in een instelling) die een cliënt zelf zou moeten betalen. Met het langer thuis wonen komt een hele doelgroep niet meer in de instelling wonen. Daardoor komt de totale dienstverlening er anders uit te zien. Anders gezegd: het verlies op de vastgoedcomponent is slechts onderdeel van een mogelijk veel grotere daling van de omzet van een instelling (vastgoed beslaat gemiddeld tussen de 10 20% van de totale exploitatie). De VGN heeft in 2013 PwC een analyse laten maken van de mogelijke gevolgen van de stelselwijzigingen voor het (vastgoed)beleid van instellingen. PwC heeft haar analyse in een aantal rapportages weergegeven: een financiële analyse; een juridische analyse; een fiscale analyse. Ook heeft de VGN een factsheet geschreven over de gevolgen van de stelselwijziging voor het vastgoed. Tabellen met gegevens Om een indruk te geven van de hoeveelheid geld dat er in het vastgoed omgaat in onze sector (zoals bezit, huur, investeringen) zetten we enkele kengetallen (peildatum 31 december 2014) op een rij. De volgende informatie is van belang om de tabel goed te kunnen lezen: 1. De gegevens zijn voornamelijk ontleend aan de openbare gegevens uit DigiMV (peiljaar 2014) van alle instellingen die in DigiMV hebben aangegeven lid te zijn van de VGN. Van deze instellingen zijn de integrale gegevens opgenomen. Dit betekent dat indien zij ook andere activiteiten hebben dan gehandicaptenzorg (met name grotere instellingen die ook ouderenzorg e/o psychiatrie e/o jeugdzorg leveren), die gegevens integraal in de bedragen zijn verwerkt. Dat zal een lichte overschatting van de cijfers te zien geven voor wat betreft de gehandicaptensector. 2. We presenteren op de volgende pagina één tabel met globale en afgeronde cijfers. Deze cijfers zijn indicatief, om een snel en eenvoudig overzicht te kunnen bieden. In een bijlage treft u nauwkeuriger tabellen aan met de volgende indeling: a. Een specificatie van de instellingen die louter gehandicaptenzorg leveren; b. Een specificatie van de gemengde instellingen ; c. Een opsplitsing in drie klassen van de instellingen met specifiek gehandicaptenzorg (omzet < 50 miljoen, 50 150 miljoen en > 150 miljoen). 3. Na de tabel leest u een paragraaf die duiding geeft aan de cijfers: wat betekent dit nu voor de sector. En tenslotte volgen er enkele paragrafen met informatie die sterk verband houden met de ontwikkelingen in de financiering van vastgoed.

Omzet in de gehandicaptensector (incl. gecombineerde instellingen, met VVT e/o GGZ e/o Jeugdzorg) 2014 2014 2013 2013 10.7 miljard 10.5 miljard Waarvan de omzet van instellingen die alleen gehandicaptenzorg leveren 6,0 miljard 5.9 miljard Ter vergelijking: contracteerruimte + kapitaallasten (langdurige zorg, begroting VWS) 26.1 miljard 25.8 miljard Saldo van de winst-/verliesrekeningen Balanstotaal Eigen Vermogen Solvabiliteit: Eigen vermogen irt het balanstotaal Exploitatieresultaat, uitgedrukt als percentage van de totale opbrengsten, bron WfZ Weerstandsvermogen, uitgedrukt als percentage van de totale opbrengsten, bron WfZ 218 miljoen 151 miljoen 8.1 miljard 7.9 miljard 76% 2.6 miljard 2.4 miljard 25% 33% 30% nnb 1.5% nnb 24% 1.4% 75% 23% Aanschafwaarde vaste activa (90% vastgoed) Investeringen in gebouwen en terreinen Boekwaarde vaste activa (90% is vastgoed) Langlopende schulden 10.4 miljard 632 miljoen 5.6 miljard 2.8 miljard 97% 6% 53% 26% 10.4 miljard 769 miljoen 5.6 miljard 2.9 miljard Financiering tov boekwaarde 50% 5 Rentelasten 111 miljoen 117 miljoen Aflossingsverplichtingen 197 miljoen 208 miljoen Afschrijvingskosten 513 miljoen 501 miljoen 5% Extra afboeking (impairment) 70 miljoen 75 miljoen DSCR: Netto winst + afschrijving en rente 2,7 2,4 gedeeld door rente en aflossing 99% 7% 54% 27% 5% Duiding en context van de cijfers Algemeen Deze cijfers wekken de indruk dat de sector er financieel redelijk goed voor staat. Met het oog op de toekomst is dat verklaarbaar. Veel instellingen hebben in de afgelopen twee, drie jaar bewust met innovatief beleid voorgesorteerd en geanticipeerd op ontwikkelingen die komen: de kortingen in de Wlz, die de overheid reeds heeft aangekondigd voor 2017. Nog afgezien van de

huidige kortingen die in 2015 en 2016 (nog niet verwerkt in peiljaar 2014 van deze tabel) in het kader van de Wmo en de Jeugdwet door de gemeenten zijn opgelegd. Bij de tweede regel in de tabel (het saldo van de winst-/verliesrekeningen) moet het volgende worden opgemerkt: in het resultaat over 2014 () is een eenmalig effect verwerkt van circa 0,5% in verband met het vervroegen van de inhaalindexatie. Dat betekent ter vergelijking dat de resultaten over 2013 en 2014 met respectievelijk 1,4% en 1,5% feitelijk dichter bij elkaar liggen dan de tabel laat zien. Een flinke reserve is voor de instellingen die meer en meer risicodragend worden een noodzakelijke voorwaarde. Vanwege de toenemende risico s voor instellingen en vanwege de toenemende eisen die aan de solvabiliteit van banken worden gesteld, neemt de noodzaak van een flink eigen vermogen zelfs toe. Waar in het verleden 8% -15% normatief was voor toetreding tot het Waarborgfonds, is nu sprake van een ontwikkeling naar 20-25% of zelfs nog hoger. Ook kijken banken naar de balans tussen risico s en de mate waarin de instelling die kan beheersen. De solvabiliteitspercentages liggen in de marktsector aanzienlijk hoger (richting 40%) maar worden dan veelal als percentage van het balanstotaal berekend (in onze sector peiljaar 2014: 33%). Gangbaar in de zorgsector is de budgetratio (eigen vermogen in relatie tot de totale opbrengsten, in onze sector peiljaar 2014: 25%). Indirect is er ook nog een extra reden voor een goede reserve: het effect vanwege de ontwikkeling dat Banken en het WfZ niet meer 100% van de nieuwe investeringen willen financieren (borgen). Daarmee is een deel van het eigen vermogen ook nodig om met een eigen aandeel de investeringen zelf mee te financieren. Vastgoed Wat opvalt is dat de boekwaarde van de materiële vaste activa slechts voor 50% is gefinancierd met langlopende leningen. De sector blijkt in staat om de andere helft met eigen vermogen te financieren. De gemiddelde dekking van de rente- en aflossingsverplichtingen (DSCR, de laatste regel in de tabel) bedraagt 2,7. Dat is relatief hoog. Banken vragen over het algemeen een DSCR die ruim boven de 1 ligt; in onze sector is sprake van een factor die de 3 nadert. Door het overheidsbeleid inzake langer zorg aan huis leveren, daalt de benodigde omvang van de huisvesting voor de lichte ZZP s. De vraag is in welke mate die huisvesting nog rendabel kan worden ingezet voor verhuur aan zelfstandig wonende cliënten of aan andere doelgroepen, dan wel ingezet kan worden voor zwaardere ZZP s. De sector lijkt in financieel opzicht redelijk goed voorgesorteerd op de uitdagingen die als gevolg van dit beleid voortvloeien uit de ontwikkelingen vanaf 2015.

Door de decentralisaties verschuift een deel van de bekostiging van het vastgoed naar de gemeenten. Dit betreft met name de jeugdzorg en de dagbesteding. De vraag is of hier structureel voldoende bezetting en adequate tarifering kan worden gerealiseerd. Eind 2015 kunnen we nog geen inschatting maken over de vraag of en hoeveel inkomsten de instellingen mogelijk derven als gevolg van de overheveling naar de gemeenten (Wmo en Jeugdwet). Een interessante vraag voor de brancheorganisatie is hoe de financieringsbehoefte in de sector er voor de toekomst uitziet. Door de voortgaande nieuwbouw en renovatie veronderstellen we () dat het over honderden miljoenen euro s gaat. Dat geeft positie ten opzichte van de banken. Dit is echter een specifiek instellingsgebonden gegeven, dat nauwelijks op geaggregeerd niveau te verkrijgen is. De VGN heeft geen beeld van de individuele prognoses die instellingen maken. Ook is er geen beeld van te krijgen hoeveel elke instelling zelf kan of wil financieren en hoeveel er dus van de banken geleend moet worden. In de tabel nemen we daarom geen kengetal financieringsbehoefte op. De NHC bepaalt in 2015 50% van de kapitaallastenvergoeding; dit loopt op naar 100% in 2018, waarbij tot die tijd het tarief is gegarandeerd. Maar vanaf 2018 is het tarief onderhandelbaar. De vraag is dan in hoeverre de tarieven vanaf die tijd nog jaarlijks volledig geïndexeerd worden en/of jaarlijks voor 100% kunnen worden afgesproken. In de afgelopen jaren hebben veel instellingen geïnvesteerd in nieuwbouw en verbouw. Dat werd om reden van kwaliteit van de woonomgeving, maar ook in opdracht van de overheid gedaan. Deze operatie staat bekend onder de naam wegwerken van rode en oranje gebouwen. Bij onvoldoende aanpak door de instelling dreigde de toelating te worden ingetrokken. Voor veel instellingen betekent dit dat gedurende de eerste tien jaren na de verbouw de kosten van rente en aflossing relatief hoog liggen (de eerste 10 jaar hogere lasten dan de laatste 20 jaar van een lening). Deze kostenpost staat bekend onder de naam badkuip (je moet eerst door een diep aflossingsdal, alvorens je de investering rendabel kunt maken). Instellingen hebben hun vastgoedbeleid aangepast en streven naar optimalisering van het gebouwenbestand en verlaging van de bouwkosten. Daarbij is momenteel nog sprake van een voor instellingen gunstige ontwikkeling van de rente en de bouwkosten. Ook nieuwe bouwconcepten kunnen leiden tot lagere bouwkosten. Waardering van vastgoed Bij de waardebepaling van het vastgoed gaat het in de kern om de vraag of instellingen hun vastgoed waarderen op reële bedrijfseconomische grondslagen. De vraag daarbij is steeds welk waardebegrip relevant is (marktwaarde? bedrijfswaarde? WOZ-waarde? boekwaarde?). Uitgangspunt vormt de Regeling Jaarverslaggeving WTZi, die in essentie niet afwijkt van de regelgeving in de overige bedrijfstakken. Een instelling moet toetsen of de boekwaarde van de gebouwen terugverdiend kan worden (de zogenoemde impairment-toets). Het gaat er niet alleen om hoeveel NHC-tarief en nacalculatie een instelling krijgt, maar het gaat ook om de vraag of de business case stabiel en toekomstbestendig is. Is de balans met het werkelijke vermogen in evenwicht en is er voldoende solvabiliteit en/of liquiditeit? De banken zullen steeds kritischer worden, niet in het minst vanwege de strengere regels van de toezichthouders

(Europese regelgeving) op de financiële positie van de banken zelf. Dit vertaalt zich in een steeds kritischer wordende controle van de banken op met name de zorginstellingen. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) is de brancheorganisatie die opkomt voor de belangen van aanbieders in de gehandicaptenzorg. De 165 instellingen die bij ons zijn aangesloten, variërend van klein tot groot, bieden zorg en ondersteuning aan mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking.