Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 06 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73586 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Theorie Kennisbank Toepassingen Practicum Haftenlarven Wormen Oostvaardersplassen Verwerken Examenopgave Over dit lesmateriaal Pagina 1
Theorie Kennisbank Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel: KB: Voedselweb en voedselketen Test je kennis Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank. Voedselweb en voedselketen kn.nu/r7qi9 1 van 11 Welke organismen tref je altijd aan in een voedselweb? a. Planten, diereneters en schimmels. b. Schimmels, dieren en bacteriën. c. Planten, planteneters en diereneters. d. Schimmels, bacteriën en planten. 2 van 11 Planteneters en diereneters noem je ook wel... a. producenten b. consumenten c. reducenten 3 van 11 Welke van de genoemde organismen zijn reducenten? Pagina 2
Klik op de juiste organismen. a. kastanjeboom b. wolf c. aardbeiplant d. vliegenzwam e. varken f. melkzuurbacterie 4 van 11 Welke van de genoemde organismen zijn producenten? Klik op de juiste organismen. a. kastanjeboom b. wolf c. aardbeiplant d. vliegenzwam e. varken f. melkzuurbacterie 5 van 11 Welke van de genoemde organismen zijn consumenten? Klik op de juiste organismen. a. kastanjeboom b. wolf c. aardbeiplant d. vliegenzwam e. varken f. melkzuurbacterie 6 van 11 Welke dieren zijn consument van de eerste orde (planteneter)? Meerdere antwoorden mogelijk. Pagina 3
a. Ree b. Konijn c. Vos d. Muis e. Planten 7 van 11 Welke dieren zijn consument van de tweede orde (diereneter)? Meerdere antwoorden mogelijk. Pagina 4
a. Vos b. Raaf c. Zwijn d. Pad e. Ree 8 van 11 Welke dieren zijn consument van de derde orde (diereneter)? Meerdere antwoorden mogelijk a. Vos b. Zwijn c. Raaf d. Konijn e. Ree 9 van 11 Kijk naar het plaatje van het voedselweb. Een voedselweb bestaat uit veel voedselketens. Wat is een juiste voedselketen? Pagina 5
a. paardenbloem < konijn < vos b. paardenbloem > konijn > vos c. vos > konijn > paardenbloem d. konijn > vos > paardenbloem 10 van 11 Er staan hier vier organismen. Maak hiervan een juiste voedselketen. Tip! Denk aan de pijlen. vogel - boomblad - roofvogel - kever > > > > 11 van 11 Kijk nog een keer naar het voedselweb. Als je van dit voedselweb een voedselkringloop wilt maken, welke twee dingen zou je dan nog moeten toevoegen? Pagina 6
a. afvaleters b. reducenten c. producenten Pagina 7
Toepassingen Practicum Haftenlarven Haften noem je ook wel eendagsvliegen. Dit komt omdat ze als volwassene (vaak hooguit een dag) leven. De larven leven veel langer, meestal ongeveer een jaar. De volwassen mannetjes zie je weleens als een grote dansende zwerm boven het water. De paring met een vrouwtje vindt plaats in de lucht. Het vrouwtje laat haat eieren vallen terwijl ze boven het water. Uit de eieren komen haftenlarven. Haftenlarven zijn meestal herbivoor. Ze eten algen en plantenafval. Volwassen eendagsvliegen eten niet. Hun mond is daarvoor niet te gebruiken. Download nu het practicum haftenlarven Lees het practicum een keer helemaal door. Zoek de benodigdheden bij elkaar. Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze. Beantwoord daarna de vragen. a. Wat eten haftenlarven? b. Zijn haftenlarven herbivoren of carnivoren? c. Welke dieren eten volgens jou haftenlarven? Noem drie groepen dieren. Zoek het eventueel op. d. Zijn dit herbivoren of carnivoren? e. Maak drie voedselketens waarin haftenlarven voorkomen. In de eerste voedselketen gebruik je het eerste dier van vraag c. In de tweede voedselketen gebruik je het tweede dier van vraag c. In de derde voedselketen gebruik je het derde dier van vraag c. Succes. Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de natuurgetrouwe tekening. Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent. Wormen Pagina 8
In groepjes. Je onderzoekt hoe afvaleters en reducenten groente en fruitafval afbreken tot compost. Je maakt hiervoor een wormenbak. Bekijk eerst het volgende filmpje: Beantwoord de volgende vragen: a. Wat zijn de afvaleters in dit practicum? b. Wat zijn de reducenten? c. Wat is het verschil tussen een afvaleter en een reducent? Leg dit uit in je eigen woorden. Download nu het practicum wormenbak Lees het practicum een keer helemaal door. Zoek de benodigdheden bij elkaar. Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze. Beantwoord daarna de vragen. Maak van het practicum een verslag. Oostvaardersplassen Afsluitende praktische opdracht Je hebt in de opdrachten geoefend met producenten, consumenten en reducenten en kunt ze in een Pagina 9
voedselketen herkennen. Deze begrippen ga je nu toepassen. Je maakt zelf een voedselweb van de Oostvaardersplassen. Daarna leer je hoe je dit voedselweb omzet in een piramide van aantallen. Bekijk eerst als introductie het filmpje: Open het werkblad Voedselweb Oostvaardersplassen. Pagina 10
Verwerken Examenopgave Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende examenvragen. VMBO BB 2006-2 Vraag 1 VMBO BB 2006-2 Vraag 2 VMBO BB 2006-2 Vraag 4 VMBO BB 2013-1 Vraag 33 Pagina 11
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 06 April 2016 om 11:17 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Dynamisch evenwicht; Biologie; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 45 minuten Pagina 12