Verandering in een grote scholengemeenschap met Whole Scale Change en Large Scale Intervention

Vergelijkbare documenten
VERANDERING IN EEN GROTE SCHOLENGEMEENSCHAP MET BEHULP VAN WHOLE SCALE CHANGE EN LARGE SCALE INTERVENTION.

Participatie en betrokkenheid organiseren met Large Scale Interventions. BA & O Tonnie van der Zouwen 20 september 2013

Rob de Wilde Sigma - RT BV

Verdiepingsdag werken met LSI

Lerend organiseren en veranderen

Veranderdiagnose: recht doen aan de dynamiek en de historie van organisaties 53 Maurits Jan Vink

COLLEGEREEKS BOEKEN DIE SPREKEN! 10 mei Rob de Wilde

De magie van Florerend Verkennen Geknipt om te bouwen aan zelfsturing. Intro

Leiderschapsontwikkeling: inspiratie en resultaat

Een bijsluiter voor effectief gebruik van Large Scale Interventions (LSI)

!!!! !!!! 1. Professioneel adviseren

MASTERCLASS VERANDERMANAGEMENT

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

Veranderen is een noodzaak, verbeteren is een keuze (1)

Je kunt geen problemen oplossen met dezelfde manier van denken waarmee de problemen veroorzaakt zijn

1. De methodiek Management Drives

Communicatie als strategisch instrument bij verandertrajecten in de langdurige zorg

MASTERCLASS VERANDERMANAGEMENT

COMMUNICATIE BIJ VERANDERING

Resultaten Onderzoek September 2014

Agile Organization. Ontwikkelen moet je meemaken Martien van 0627 Steenbergen

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Manifest Communities of Practices HR bedrijvennetwerk

Een kijkje bij de buren Zelforganiseren in de zorg Congres BDKO

Informatiebijeenkomst

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Opleidingsprogramma DoenDenken

Art of Hosting. organisatie en aan het grotere geheel.

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

zelf regie eigenaarschap vertrouwen

Samenvatting: Help, weer een verandering!?

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Stappenplan. Wie is wie in deze methode? #2 Stappenplan

Inleiding Hoofdstuk 3 Management en leidinggevende structuur... 35

Beweging in veranderende organisaties

Lange cursus beschrijving van de cursus: ITIL basics

Advice2Change. Juist daarvoor is Advice2Change bijzonder geschikt! Dit kan op verschillende manieren worden ingevuld:

Van transities naar fundamentele verandering in het sociale domein

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

sturen om tot te komen Rijnconsult Business Review

Iedereen sterk. Zo stimuleer je innovatief gedrag en eigenaarschap van medewerkers

Participatief leiderschap. Hoe leid je een samenwerkingsverband?

Transfomatie en Leiderschap VCK 15 September 2015 Dr. Herman Wittockx

Bijenvolk of organisatie?

Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding

Veranderen door stil te staan

POSITIEVE INTERVENTIE BRENGT GEDRAGSVERANDERING

Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: EXPEDITIE

Gesprekken zonder einde

Samenwerken met studenten van de WUR

Leraarschap en leiderschap. Marco Snoek Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding

Codesign als adviesstrategie bij curriculumontwikkeling: Fasen, hoofdvragen, belangrijkste activiteiten, beoogde resultaten en succesfactoren

Het adviseren van verdraaide zelforganisaties

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

Leermiddelenbeleid. Opzet van het leermiddelenbeleidsplan Uitgangspunt is het Vier in balans-model

Inge Andersen Hogeschool Utrecht Seminarium voor Orthopedagogiek

De interne communicatieadviseur

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

ICT in Digi-Taal Presentatie titel

70:20:10 CONSULTANT. Slimmer werken en leren met 70:20:10. Programma met certificaat van 70:20:10 Institute

Effectief investeren in mens en organisatie. Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers

Hoe schrijf je een invloedrijk advies? Of: zorg je ervoor dat de bestuurder luistert?

HET CO-CREATIEF PROCES

Strafrechtketen Versterkt en Versnelt Borging en kennisdeling. Is dat anders bij insiders dan bij toeschouwers?

Wijzer in de professionele ruimte

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

mantelzorgers/familie 2 e 2 e masterclass IVVU 23 april 2015 Will Schutte en Cecil Scholten

Van transities naar fundamentele verandering in het sociale domein

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

Effectief investeren in management

PRACTICE DEVELOPMENT: EEN BESCHRIJVING VANUIT DE THEORIE Practice Development 13 B PRACTICE DEVELOPMENT TOEGEPAST IN DE PRAKTIJK 45

2 volgens het boekje

Willen leiders leren van incidenten?

Missionstatement en core values

Effectief investeren in mens en organisatie. Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers

10/12/2015. Uit evaluaties en klachten: nog nood aan tips voor communicatie en voor mogelijke interventies nog heel wat misverstanden.

Praktische antwoorden op de complexiteit van het sociale werkveld. Bevlogenheid terug in het werk

Het Nieuwe Werken en Werken Anno Nu

STOP MAAR MET FEEDBACK GEVEN. HET HEEFT GEEN ZIN

De parels benutten! Meedoen, meepraten en meedenken! Samenspraak! Medezeggenschap en participatie van vrijwilligers in de besluitvorming!

Koers naar De Bedoeling met Haarlemmermeer. Tekst: Martine van Dijk, A+O fonds Gemeenten/ Fotografie: Kees Winkelman

Samenspel en Veranderen & leren. In voor mantelzorg congres 24 januari 2017

Whitepaper ORMIT: Ontwikkelen loont

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

Werkvorm The World Café

Innoveren als avontuurlijke tocht

Post HBO opleiding Management in Zorg en Welzijn

Conclusies veranderen van organisatiecultuur

smartops people analytics

WERKEN AAN KWALITEITSZORG

HR Performance Management

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie

Ontwikkelen van mensen en organisaties

Workshop Verwonder en Verbeter. Judith Gregoor Nico Hartwig

Transcriptie:

Plantyn Plantyn.com contact Bordboeken.be Leerrijk-Plantyn nv Verandering in een grote scholengemeenschap met Whole Scale Change en Large Scale Intervention Aanpak Rob de Wilde - Sigma - Real Time BV Trefwoorden: dialoog, instrument, interactie, Large Scale Intervention, leiderschapsontwikkeling, organisatieontwikkeling, themaontwikkeling, veranderproces, Whole Scale Change Publicatiedatum: 15/3/2013 1. SAMENVATTING Een veranderproces, bijvoorbeeld voor meer kleinschaligheid en professionele ruimte voor de docenten - dat klinkt erg aantrekkelijk, maar hoe begin je eraan? En vooral, hoe breng je het tot een goed einde? Een afdeling van een Nederlandse school koos voor de veranderkundige benadering Large Scale Intervention. In dit artikel krijgen we een korte situatieschets van de school en maken we kennis met deze benadering en de bijbehorende begrippen als Whole Scale Change en Large Group Interventions. Vervolgens lezen we hoe deze methodiek in de praktijk werd toegepast door die school in Nederland. Tot slot gaat de auteur in op enkele kritische succesfactoren voor deze veranderwijze. Een boeiend verhaal over hoe we al aanwezige zaadjes kunnen laten ontkiemen 2. EEN SCHOOL IN VERANDERING Je hoeft geen zaden voor verandering te zaaien, want die zijn er al. Het gaat om de vraag hoe je ze kunt laten ontkiemen (Kurt Lewin)

Bij een scholengemeenschap voor beroepskwalificatie, 38.475 leerlingen en 3500 medewerkers tellend (1 oktober 2012) is een grootschalig veranderproces gaande. Dit kan worden gekwalificeerd als het (weer) zoeken naar de menselijke maat, die onder druk is komen te staan als gevolg van schaalvergrotingen in de afgelopen jaren. Kleinschaligheid en meer professionele ruimte voor docenten zijn kernbegrippen in het veranderproces en moeten de basis vormen voor hoogwaardig en onderscheidend onderwijs. De directie van een van de afdelingen koos ervoor haar veranderproces uit te voeren volgens de veranderkundige benadering die bekend staat onder de naam Large Scale Intervention (De Wilde & Van Nistelrooij, 2012). Ik zal in dit artikel eerst het antwoord geven op de vraag wat de Large Scale Intervention inhoudt en welke het veranderparadigma achter de wijze van interveniëren is, dat van Whole Scale Change (De Wilde & Van Nistelrooij, 2012). Daarna werk ik de casus van de afdeling in kwestie op hoofdlijnen uit en besluit met een aantal kritische succesfactoren die bij deze veranderwijze in het algemeen en specifiek voor deze casus aan de orde zijn. De afdeling in kwestie, hier verder school genoemd, verzorgt opleidingen op het vlak van economie en management en bestaat uit 5500 leerlingen en 350 medewerkers. Als start van het veranderproces richting kleinschaligheid en meer professionele ruimte voor docenten heeft de directie een nieuwe structuur voor de (onderwijs)organisatie ontwikkeld. Deze wordt anders ingericht. Een brede basisopleiding voor alle leerlingen en differentiaties naar beroepenvelden, zodat er een betere aansluiting met de arbeidsmarkt kan komen. Er verdwijnt een tussenliggende managementlaag, er worden nieuwe teamleiders geselecteerd en aangesteld met een zwaardere functie, die van opleidingsmanager. Coördinatie moet binnen het primaire proces plaatsvinden. De teams worden kleinschaliger ingedeeld. In oktober en november 2012 zijn er een aantal werksessies belegd, interactieve bijeenkomsten, waarin op alle aspecten van het veranderproces input is gegeven. Deze input is meegenomen en heeft geleid tot meer inzicht in de weg die wij willen gaan om tot de gewenste verandering te komen. Het ging om vragen als Hoe betrekken we de docenten?, Hoe kunnen docenten en medewerkers in kleinschalige eenheden samenwerken en elkaar versterken? en Hoe krijgen we een op kwaliteit en samenwerking gerichte cultuur? De formele reorganisatie is netjes verlopen, maar de vraag Hoe verder? resteerde. In oktober 2012 vindt er een gesprek met de extern adviseur plaats en wordt de participatieve veranderbenadering van de Large Scale Intervention besproken als methodische ondersteuning van het vormgevings- en implementatieproces. De nieuw aangestelde directeur ziet de wijze waarop aan het veranderproces invulling wordt gegeven, als een groeiproces dat gezamenlijk met docenten en ondersteunende diensten als organisch proces wordt vormgegeven, zonder overdadige managementbemoeienis. Structuur is slechts een hulpmiddel is het beeld. De richting is duidelijk, maar de reis moet gezamenlijk worden gemaakt. Ik zal hieronder eerst ingaan op enkele begripsbepalingen, te beginnen met het achter de Large Scale Intervention liggende paradigma van Whole Scale Change. Whole Scale Change betreft de manier van kijken naar veranderen en vormt in wezen het veranderparadigma van waaruit de Large Scale Intervention en de bijbehorende Large Group Interventions worden toepast (Van Nistelrooij & De Wilde, 2008). 3. WHOLE SCALE CHANGE

Hier volgen enkele kenmerken van deze veranderkundige visie. 3.1. Het gaat om de interactie tussen de delen Primaire focus De primaire focus van Whole Scale Change (WSC) ligt op het functioneren van het geheel (whole) en de interactie tussen de delen van dat geheel. We noemen dat ook het (sociale) systeem. Wat het geheel of systeem is, hangt af van de veranderkundige doel- of vraagstelling. Het functioneren van de afzonderlijke delen staat niet in de eerste plaats centraal, zoals het geval is bij de meer traditionele veranderbenaderingen. De interactie tussen de delen (functies, afdelingen, opleidingen, teams, individuen) zorgt meer voor verandering van het geheel dan de optimalisatie van de onderscheiden onderdelen, zoals in organogrammen weergegeven. Het zenden van boodschappen van het ene deel naar het andere zorgt er niet of onvoldoende voor dat mensen de wereld anders gaan zien en zich anders gaan gedragen. Enkelvoudig en meervoudig perspectief In dit verband maken we een onderscheid tussen het enkelvoudige en het meervoudige perspectief. Vanuit het enkelvoudige perspectief wordt gehandeld vanuit het idee dat het zenden van boodschappen mensen tot ander gedrag brengt. Het zenden vindt plaats via allerlei (communicatieve) instrumenten, doorgaans langs de formele lijnen van het organogram. Echter, veranderen vanuit een enkelvoudig perspectief leidt dan makkelijk tot een wij-zij-situatie ofwel veranderaar tegenover veranderden, althans zo kan het makkelijk worden gepercipieerd. En zo blijft de eilandvorming, die nu vaak juist het probleem is, in stand. Het meervoudige perspectief houdt het inzicht in dat er maar één waarheid is, namelijk dat er vele waarheden zijn. Wanneer interactie tussen al die waarheden wordt gefaciliteerd, kan er een situatie ontstaan waardoor mensen niet alleen de bomen, maar ook het hele bos gaan zien. 3.2. Het gaat om betekenisgeving Verandering is gekoppeld aan het veranderen van betekenissen die aan verschijnselen worden gegeven (o.m. Homan, 2005; Aryris, 1992). Iedereen heeft zijn eigen waarheid, zijn eigen kijk op de (organisatie)werkelijkheid. Veranderingen moeten betekenis en zin hebben in de ogen van degenen die te maken hebben met het vraagstuk of probleem. Betekenissen vallen niet te sturen en laten zich niet binden aan formele en functionele grenzen (Van Nistelrooij & De Wilde, 2008). Aan het koffieapparaat, tijdens de lunch of in de wandelgangen worden de verhalen en betekenissen uitgewisseld (Dixon, 1994). De ontvanger bepaalt de betekenis van een boodschap en niet de zender. Verandering ontstaat en bloeit op als mensen of groepen met verschillende werkelijkheidspercepties met elkaar samenwerken en interacteren en tot nieuwe gedeelde werkelijkheidspercepties komen (Homan 2005). Deze vormen de basis voor ander gedrag. 3.3. De kaart is niet het landschap; de meeste veranderingen gebeuren spontaan Het enkelvoudige perspectief op veranderen gaat doorgaans samen met geplande interventies, die in lineaire reeksen worden uitgerold. Het beeld is dat de kaart samenvalt met het landschap en omgekeerd. Echter, hiermee worden de dagelijkse dynamiek, de voortdurende en niet te sturen betekeniscreatie ontkend. Wanneer er sprake is van een bepaalde nieuwe gebeurtenis die de organisatie van buiten af noopt te veranderen, ontstaat er altijd een bepaald soort onbalans; het bestaande systeem

en de bestaande betekenisconstructies worden ontregeld. Maar het goede nieuws is in deze fase dat het systeem uiterst gevoelig is voor omgevingsinvloeden. Er wordt juist dán altijd gereageerd op verstoringen in het systeem als ze een bepaalde grenswaarde overschrijden. Coffman (1997) noemt dit proces chaordisch, omdat het kan gebeuren dat orde ontstaat uit wanorde, ook wel omschreven als de mogelijkheid tot zelforganisatie. Het gaat hier om spontane veranderingen die niet moeten en kunnen worden genegeerd, juist gefaciliteerd. We kunnen juist ons voordeel doen met de ontstane instabiliteit. Er wordt overal over gesproken, en gebeurtenissen en gedragingen worden op allerlei manieren geïnterpreteerd. Er wordt geleerd, zij het niet op een (door anderen) geplande manier. Verstoringen zijn dus (verander)kansen. Er komt energie vrij. 3.4. Weerstand hoort erbij De energie die vrijkomt, moet niet als weerstand tegen verandering worden weggeorganiseerd, maar juist gebruikt. Weerstand is uitsluitend een term van veranderaars en managers die zien dat hun plannen niet automatisch tot succes leiden. In organisaties dus ook scholen zijn permanent zelfcorrigerende krachten aan het werk, die op en neer pendelen tussen aanpassend (adaptief) en zichzelf herhalend (recursief) gedrag. Deze laatste krachten richten zich op het in stand houden en stabiliseren van de bestaande praktijken. Het zijn als het ware tegenbewegingen tegen veranderings- en vernieuwingsimpulsen (adaptieve krachten). Door veranderaars worden met name de corrigerende, recursieve krachten vaak gezien als weerstand tegen verandering. De twee krachten houden elkaar in een dynamisch evenwicht. Figuur 1 laat zien hoe bij veranderprocessen de verschillende krachten op elkaar inwerken. Figuur 1: Verschillende toestanden en faseovergangen

3.5. Je broedt een ei niet sneller uit door het te verhitten Tijd Een ander belangrijk veranderkundig aspect betreft de tijd. In de enkelvoudige geplande veranderwereld wordt bepaald wat er wanneer moet worden bereikt. Meestal wordt daar dan onze kalender voor gebruikt en bepalen we dat bijvoorbeeld voor de komende kerstperiode de cultuur moet zijn veranderd, dat we een klantgerichte en efficiënte organisatie zijn en dergelijke. Maar: de kaart is niet het landschap zoals uiteengezet. Wanneer we denken (een veranderplan door het management) en doen (uitvoering op de werkvloer) scheiden, duurt het veranderproces vaak langer dan nodig. Het is een ervaringsgegeven dat wanneer een verandering als een proces van leren en betekenisgeving wordt ingezet, er sprake is van voldoende vrijheidsgraden en dat veranderinitiatieven goed op elkaar worden betrokken, de veranderingen doorgaans sneller verlopen dan de blauwdruk-aanpakken die ogenschijnlijk in het begin vlot verlopen (een nieuw organogram is snel getekend, evenals een spreadsheet voor een project), maar onvoldoende rekening houden met het werkelijke landschap en de dynamiek daarbinnen. De juiste condities Een kipkuiken kan alleen uitkomen wanneer de broedtemperatuur 37,2 C is en de luchtvochtigheid 70 %. Anders sterft het embryo. We moeten dus de juiste condities voor groei scheppen, luisteren naar de organisatie en ervoor zorgen dat de chaordische momenten hun werk kunnen doen. Zo heeft het ook geen zin om tegen een puber te zeggen dat hij voor een bepaalde datum de puberteit achter zich moet hebben gelaten. Hoe harder je dat zou afdwingen, hoe meer verzet er zal zijn. Voor managers betekent dit vaak dat de kunst van het loslaten en ruimte bieden vóór de kunst van het sturen uit gaat. 3.6. Het gaat om de dialoog en de directe participatie Vanuit het WSC-paradigma vormt het voertuig voor verandering de dialoog. Anders dan discussie, debat en overtuigen levert de dialoog gemeenschappelijke betekenissen op. Alle betrokkenen bij het veranderkundige vraagstuk doen mee in dialogen, waarbij het principe is dat ieders waarheid waar is. Er wordt dus niet gewerkt met vertegenwoordigers van organisatieonderdelen, maar met de direct betrokkenen. Dit proces is niet hetzelfde als inspraak op voorgenomen besluiten of plannen, maar er wordt een gemeenschappelijke betekenisvolle toekomst gecreëerd, waarvan iedereen eigenaar is. Participatie is direct en niet vanuit vertegenwoordiging van anderen. 4. LARGE SCALE INTERVENTION

4.1. Verschillende veranderperspectieven en aspecten Het onderstaande model (bewerking van Homan, 2005) plaatst verschillende veranderperspectieven tegenover elkaar: gepland tegenover spontaan en het enkelvoudige perspectief tegenover het meervoudige perspectief. De Large Scale Intervention (LSI) is een systeem van meerdere participatieve, onderling samenhangende groepsinterventies, gebaseerd op het paradigma van Whole Scale Change. LSI is erop gericht alle betrokken aspecten in lijn te brengen harde en zachte, van een organisatie of gemeenschap van het veranderkundige vraagstuk. LSI is een cyclisch proces waarin alle betrokkenen in dialoog met elkaar in een overzichtelijk tempo afwisselend informatie ophalen, analyseren, bewerken en weer terugkoppelen in real time (Dannemiller, 2000). 4.2. Systeembreed Large scale betekent hier systeembreed ofwel organisatie- en gemeenschapbreed. De huidige situatie, de bestaande betekenissen vormen altijd het startpunt. Vervolgens worden er groepsbijeenkomsten (Large Group Interventions) gehouden waarin alle perspectieven vertegenwoordigd zijn en waarin gekeken wordt naar het heden, soms het verleden en altijd de toekomst (zie hiervoor de volgende paragraaf). Op basis hiervan worden collectief acties bepaald. De weg naar nieuwe betekenisconstructies kan worden ondersteund en gefaciliteerd met allerlei activiteiten, die op de huid van tijd en realiteit plaatsvinden. Ook hier vormt het principe van de interacties tussen de delen, de onderscheiden interventies een belangrijk uitgangspunt. Losstaande interventies verzanden makkelijk. Te denken valt dan aan de mogelijkheden van communities of practice (Wenger, 1999; Bood & Coenders, 2004), (kennis)markten, informele cafés, themabijeenkomsten, work-outs, open-space-bijeenkomsten, storytelling, online dialogen en wat dies meer zij. Figuur 2: Collectieve betekeniscreatie (vrij naar Homan, 2005)

5. LARGE GROUP INTERVENTIONS 5.1. Conferentieformats Large Group Interventions (LGI s) betreffen de interventiemethodieken zelf. Wetenschappers en praktijkbeoefenaars,voortkomend uit het National Training Laboratory (NTL) in Bethel, Maine en het Tavistock Institute in Londen ontwikkelden in de jaren 60 tot en met 90 van de vorige eeuw, op basis van het systeemdenken en in navolging van Lewin en Lipitt, een familie van meer of minder gestandaardiseerde conferentieformats. Bekend zijn Real Time Strategic Change (Dannemiller, 1988; Jacobs, 1994), de Future Search Conference (Weisbord, 1987, 1992), The Conference Model (Axelrod, 1992), Open Space Technology (Owen, 1992, 1997), Search Conference (Emery, 1989; Emery, 1995), Simu Real (Klein, 1992), Participative Design (Emery & Emery, 1987), ICA Strategic Planning Process (Spencer, 1989) en andere. De laatste jaren zien we ook het World Café (Brown & Isaacs, 2005) en Appreciative Inquiry (Cooperrider et al, 2003) opduiken als dialoogmethoden. Het gaat om interactieve bijeenkomsten met groepen die over het algemeen groter zijn dan die waarmee in de klassieke trainingsaanpak van zo n 10 tot 16 deelnemers gewerkt werd. Get the whole system in the room is het devies (Weisbord, 1992). LGI s zijn belangrijke momenten waarin in dialoog geleerd kan worden, waarin mensen anders naar hun organisatie en elkaar kunnen kijken en waarin plannen kunnen worden gemaakt. Die vormen dan een vruchtbare bodem voor small scale interventies zoals trainingen en workshops. Het aantal deelnemers is afhankelijk van de vraag wie er zijn betrokken bij het vraagstuk. Dat kunnen er 20 zijn, maar ook 20.000. 5.2. WSC, LSI en LGI s samen inzetten We gaan ervan uit dat de benodigde kennis in het systeem besloten zit en dat een juiste combinatie van groepssamenstelling, participatie en dialoog deze kennis ontsluit. De adviseurs spelen een faciliterende rol, gericht op het proces en niet op de inhoud. De inzet is erop gericht het handelend en lerend vermogen van het geheel groter te maken. Dit betekent dat het management gelooft in de kracht van zelforganisatie en het zelfregulerend en oplossend vermogen van medewerkers. WSC, LSI en LGI s in onderlinge afstemming inzetten, zorgt ervoor dat de betrokkenen in een organisatie of gemeenschap: deze in totaliteit leren zien en kennen, inclusief de samenhangen en relaties die er tussen onderdelen bestaan; de effecten van hun besluiten en handelingen op de gehele organisatie of gemeenschap en/of verschillende onderdelen daarvan zien en onderkennen. 5.3. Werken met ontwerpteams

Een van de grootste valkuilen bij veranderprocessen is dat opdrachtgevers denken te weten wat er in de organisatie speelt en de meningen van stakeholders te kennen (Van der Zouwen, 2011). Dit is een illusie. In de praktijk van WSC/LSI wordt meestal gewerkt met een zogenoemd ontwerpteam. Deze groep vormt een afspiegeling van het geheel en herbergt dus het meervoudige perspectief. De rol van een ontwerpteam is om vanuit een zoek- en leerproces te komen tot een valide doelstelling en programma voor een conferentie en te adviseren over het vervolg. Idealiter is het management vertegenwoordigd in het ontwerpteam. Is dit om welke reden dan ook niet het geval, dan wordt een goede linking pin georganiseerd. Het is in ieder geval noodzakelijk om bij de eerste bijeenkomst van het ontwerpteam de eindverantwoordelijke van het systeem uit te nodigen om samen met het ontwerpteam de scope te bespreken. Evenals tussentijds. De uiteindelijke doelstelling en het ruwe ontwerp voor LSI moeten te allen tijde met de opdrachtgever worden besproken. Hij dient zich hieraan te verbinden. Doet hij dat niet, dan is het beter om geen LGI te houden. 6. INTERVENTIES IN DE SCHOOL Terug naar onze school. Hieronder volgt een globale beschrijving van het proces van enkele eerste interventies. 6.1. Een stand van zaken Op het moment van dit schrijven is het interventie- en veranderproces nog in volle gang en zijn groepen druk doende om de thema s die tijdens de Large Group Intervention (die op 15 januari 2013 is gehouden) zijn ontstaan, uit te werken en te concretiseren (small scale). Tegelijkertijd zal het niet bij deze groepen blijven. Er zijn in het voorstel om de Large Scale Intervention na de eerste LGI verder vorm te geven, drie lijnen onderscheiden: de lijn van de (inhoudelijke) themaontwikkeling, de lijn van de organisatieontwikkeling en de lijn van de teamontwikkeling. In figuur 3 wordt het LSI-proces schematisch weergegeven. Gedurende het proces zal het ingestelde ontwerpteam regelmatig bij elkaar komen om de voortgang te bespreken en voorstellen te doen aan de kerngroep, waar de directie zitting in heeft.

Figuur 3: Schema Large Scale Intervention; vervolg op de eerste Large Group Intervention Themaontwikkeling De lijn van de themaontwikkeling behelst de uitwerking en concretisering van een tiental thema s die gegenereerd zijn tijdens de LGI op 15 januari 2013 die van belang werden geacht voor een succesvolle toekomst van de school. Het gaat voornamelijk om onderwijsgerelateerde issues. De ter plaatse ontstane groepen zijn daags na de conferentie bij elkaar gekomen om de samenhang van de thema s te bespreken en doelen te formuleren. Omwille van die samenhang en om te voorkomen dat de groepen gaan divergeren, is het plan om na enkele maanden een benchmarkt te organiseren, waar alle medewerkers aan de groepen feedback kunnen geven, zodat zij vanuit een gezamenlijke focus verder kunnen werken. Organisatieontwikkeling De lijn van de organisatieontwikkeling houdt in dat de gekozen hoofdstructuur zal worden verfijnd en vertaald naar de verschillende teams in samenspraak met hen. Het gaat hier ook om het (waar nodig) bijstellen van werkprocessen, op de gebieden van roostering, ICT, examinering. Het plan is om aan het eind van het voorjaar van 2013 wederom een organisatiebrede conferentie te houden, waar gezamenlijk de stand van zaken van dat moment zal worden bepaald (thermometer) en vervolgstappen zullen worden geformuleerd. Teamontwikkeling De lijn van de teamontwikkeling: de nieuw geformeerde teams met hun leidinggevenden zullen een leerproces ondergaan met als oogmerk de teams optimaal te laten functioneren. Het is van belang dat de ondersteunende diensten (alignment operations) bij dit proces goed kunnen aansluiten, omdat deze groep het primaire proces zal moeten ondersteunen. Het hele proces zal gekoppeld zijn aan leiderschapsontwikkeling, met name vanuit het paradigma van WSC.

6.2. De Large Group Intervention op 15 januari 2013 6.2.1. Uitgangspunten en doelstelling De conferentie is voorbereid door het ontwerpteam, bestaande uit 20 mensen. Het was van belang dat de groep ging inzien door het toepassen van dialoogregels dat iedereen zijn/haar eigen werkelijkheid heeft. In het begin was dat onwennig voor de leden, vooral omdat door de eerdere tamelijk rigide functiescheiding er een massief wij-zij-denken was ontstaan en van samenwerking nauwelijks sprake was. Het gaat erom dat er een eensluidende en door iedereen gedragen doelstelling wordt geformuleerd voor een eerste (large group) interventie. Dat lijkt wellicht simpel, zeker voor onderwijsmensen die gewend zijn om in termen van doelstellingen te denken, maar wanneer het hun eigen organisatie betreft, wordt het adagium als je met je neus in de pap zit, zie je de randen van het bord niet manifest. Wanneer er een doelstelling is, kan de adviseur aan het werk met het maken van een draaiboek voor de interventie. In eerste instantie zijn er door het ontwerp team enkele uitgangspunten geformuleerd en vervolgens een doelstelling voor de interventie. 6.2.2. Werkwijze Maximale mix Op 15 januari 2013 komen 245 mensen bij elkaar om te praten over de toekomst. Zij zijn verdeeld over 35 max-mix-tafels (maximale mix van het geheel), die ook weer elk zoveel mogelijk functies en perspectieven representeerden. De groepen werken als teams, vanuit een meervoudig perspectief en simultaan aan dezelfde vragen die zijn voorbereid door het ontwerpteam. De teams managen zichzelf en hebben geen aparte facilitator. Gespreksleiderschap en rapportages rouleren. Alle uitkomsten van de verschillende gespreksronden worden op een flip-over geschreven en gerapporteerd aan de hele zaal, namens de tafelgroep en niet op persoonlijke titel. Er wordt als het ware gependeld tussen individu, tafelgroep en de hele zaal.

Figuur 4: Max mix Common ground Tijdens de gespreksronden ligt het accent vooral op het zoeken naar common ground. Dit betekent dat verschillen in inzicht worden gerespecteerd, maar niet worden benadrukt. Het gaat erom de wereld (ook) door de ogen van anderen te zien en accepteren dat er vele waarheden zijn. Er worden geen plenaire of forumdiscussies gevoerd. Context Veranderprocessen vinden altijd plaats binnen een bepaalde context. Om die reden wordt er op gezette tijden de context ofwel het perspectief van afnemers van diensten in het geval van de school in het proces betrokken. In dit geval zijn twee ondernemers en twee alumni uitgenodigd, die vanuit hun perspectief hun ervaringen met de school hebben gedeeld. Bij LGI s vanuit het paradigma van WSC wordt er gewerkt met korte inputsessies van hooguit 10 minuten die bedoeld zijn om kennis uit te wisselen en niet om anderen te overtuigen. Tempo Het tempo tijdens de bijeenkomst is hoog. Enerzijds vanwege de doelstelling (eerste ideeën) en anderzijds om ervoor te zorgen dat het energieniveau de hele dag hoog blijft. Na de conferentie wordt verder de diepte in gegaan door zelfgeselecteerde groepen en de nieuwe teams. De tijden voor de gespreksronden zijn gegeven en de plenaire rapportages zijn kort en bondig. De regie op het proces is strak. Logistiek

Alle tafels beschikken over een flip-over, waarop de uitkomsten van de gesprekken worden opgeschreven. Al die uitkomsten worden uitgewerkt, zodat er niets verloren gaat. Deels worden deze uitwerkingen meteen gekopieerd en uitgedeeld aan de tafels. Ze vormen verder de input voor het verslag en de basis voor het vervolgproces. Er is tijdens grote conferenties een logistiek team aanwezig dat zorgt voor een optimale organisatie ter plaatse, zodat deelnemers zich daar geen zorgen over hoeven maken. Alle tafelwerken worden meteen uittypt. Foto 1: Logistiek team De begeleider van het groepsproces stuurt niet op de inhoud, maar faciliteert het proces vanuit een onafhankelijke rol. 6.2.3. Programma Het programma zag er als volgt uit.

6.2.4. Resultaten en evaluatie Er is door alle deelnemers met veel inzet gewerkt aan de bovenstaande onderwerpen en gesteld is dat de doelstelling is gehaald, zij het dat het langetermijneffect sterk afhangt van de opvolging van alle uitkomsten.

Foto 2: Large Group Intervention De evaluatie middels een evaluatieformulier levert een satisfactiescore van gemiddeld 7,5 op en is door 126 mensen ingevuld. Als hoogtepunt van de dag wordt door velen de dialoog met alumni en ondernemers gezien. Van buiten naar binnen kijken levert veel bruikbare informatie op, waarmee het werken naar de toekomst gevuld kan worden. Verder wordt het door alle deelnemers zeer waardevol gevonden dat ze met elkaar in dialoog zijn geweest. Figuur 5: Gegeven cijfers bij de vraag: Geef een cijfer voor vandaag (1 t/m 10) De laatste vraag op het evaluatieformulier betreft wat men voor het vervolg na de conferentie belangrijk vindt. Op deze vraag komen de in de tabel genoemde onderwerpen regelmatig voor. De opmerkingen over de tweetaligheid slaan op het feit dat er in de school tweetalig onderwijs zou moeten worden

gegeven; er loopt een Engelstalige opleiding, bemenst door Engelstalige docenten, die zich enigszins gediskwalificeerd voelden doordat de voertaal tijdens de conferentie het Nederlands is. Figuur 6: Belangrijke aandachtspunten voor na de conferentie 7. CONCLUSIE Een goed begin Het begin van het veranderproces is hoopgevend. Gezien de diverse top-down reorganisaties in het verleden van de school en met name de toenemende ontwikkeling naar grootschaligheid, maakten dat er in de aanloop naar de conferentie veel docenten waren die sceptisch stonden tegenover dit proces, zich min of meer hadden teruggetrokken in hun eigen klas of opleiding, nauwelijks meer geïnteresseerd waren in een collectieve toekomst en of er iets met hun ideeën en meningen zou worden gedaan. Dit werd enigszins versterkt door een licht teruglopend leerlingenaantal. Het heeft enorm geholpen dat er in de tweede helft van 2012 een nieuwe directie is gekomen, die de weg naar kleinschaligheid en een grotere professionele ruimte voor docenten voorstond en daar zelf ook naar handelde. Kritische succesfactoren In het algemeen en in deze school is er nog wel een aantal kritische succesfactoren aan de orde, die in de advisering voortdurend op tafel moeten worden gehouden: Het management moet niet terugvallen in besluiten die op enkelvoudige gronden worden genomen. De winst van deze conferentie is nog precair, omdat het systeem nog niet in balans is en zich na de conferentie in een chaordische toestand bevindt. Terugschieten in oud gedrag ligt dan altijd op de loer, vooral omdat het allemaal wat onbeheersbaar aanvoelt. Het is van belang om ruimte te geven aan het zoeken naar zelforganisatie, en bij fouten die hier onvermijdelijk bij horen niet te snel ingrijpen en

het stuur overnemen. Alle medewerkers moeten voortdurend aangesloten blijven bij alle ontwikkelingen en worden uitgedaagd mee te blijven denken. Op het moment van dit schrijven is er een communicatieplan in ontwikkeling dat hierin moet voorzien, waarin een e-magazine, een interactieve website en online dialogen als instrumenten worden genoemd. Daarnaast zijn levende dialogen, al dan niet in de informele ruimte, noodzakelijk. Er is een proces gaande richting centralisatie van ondersteunende diensten (operations), met bijbehorende standaardisering van processen, terwijl bij het primaire proces er sprake is van flexibilisering en zelforganisatie. Het zal ten eerste zaak zijn dat de directie hierover voortdurend in dialoog is met de omringende wereld van de scholengemeenschap als geheel. Ten tweede zullen management en medewerkers van operations voortdurend moeten worden betrokken om hen ook mede-eigenaar te houden van het proces. Het is zaak dat de praktijk van dialoog, zelforganisatie en meervoudigheid, die tijdens interventies aan de orde is, geleidelijk aan congruent wordt met die van de dagelijkse praktijk. Anders worden de interventies culturele eilanden en verliezen ze hun kracht. Het is nodig dat medewerkers voldoende worden gemandateerd om tijd en energie in het veranderproces te steken. Een veranderproces als dit is niet iets wat mensen er even tussendoor kunnen doen. Alle veranderinitiatieven moeten uitdrukkelijk op elkaar worden betrokken om te voorkomen dat er sprake zal zijn van losse vliegwielen. Dat zou gaan leiden tot een gebrek aan eigenaarschap van de medewerkers, omdat men door de bomen het bos niet meer zal zien en geen zicht meer heeft op de samenhang. Sommige veranderingen laten zich weliswaar goed als project behandelen, zoals een hoger niveau van wiskunde (een van de uitkomsten van de conferentie), maar andere zoals cultuurverandering volstrekt niet. Dat laatste zal gaandeweg moeten groeien, in dialogen. 8. VERDERE STUDIE Voor meer informatie over Whole Scale Change en Large Scale Intervention rob@sigma-rt.nl www.sigma-rt.nl www.largescaleinterventions.com Literatuur Argyris, C. (1992). On organizational learning (2 ed.). Oxford: Blackwell. Axelrod, D. (1992). Getting everyone involved: How one organization involved its employees, supervisors and managers in redesigning the organization. Journal of applied Behavioral Science, 28 (4), p. 499-509. Bood, R. & Coenders, M. (2004). Communities of Practice, bronnen van inspiratie. Den Haag: Lemma.

Brown, J. & Isaacs, D. (2005). The World Café: Shaping the Future through Conversations that Matter. San Francisco: Berrett-Koehler. Coffman, B.S. (1997). The transition of ventures Part 1, 2 en 3. Journal of Transition Management, July, z.p. Cooperrider, D., Whitney, D. & Stavros, J. (2003). Appreciative Inquiry Handbook. Bedford Heights: Lakeshore Communications, inc. Dannemiller, K.D. (1988). Teambuilding at a Macro Level, or BenGay for Arthritic Organizations. In W.B. Reddy en K. Jamison (red.), Teambuilding: Blueprints for Productivity and Satisfaction. Alexandria: Virginia NTL Institute. Dannemiller, K.D. (2000). Principles behind Whole Scale Change. www.consultingtoday.com de Wilde, R. & van Nistelrooij, A. (2012). Large Scale Intervention; werken aan verbinding en verandering met Whole Scale Change principes en technieken. Alphen aan de Rijn / Deventer: Kluwer. Dixon, N. (1994). The Organizational Learning Cycle: How can we learn collectively. Columbus OH: McGraw Hill. Dixon, N. (1997). The Hallways of Learning. Harvard Business Review, spring. Emery, M. (1989). Introduction. In M. Emery (red.), Participative Design for participative Democracy. Canberra: Australian National University, Centre for Continuing Education. Emery, F. (1995). Participative Design: Effective, Flexible and Succesfull, Now! Journal for Quality and Participation, January/February. Homan, T. (2005). Organisatiedynamica; theorie en praktijk van organisatieverandering. Den Haag: Academic Service. Jacobs, R.W. (1994). Real Time Strategic Change, how to involve an Entire Organization in Fast and Far Reaching Change. San Francisco: Berrett-Koehler. Klein, D. (1992). Simu Real: A Simulation Approach to Organizational Change. The Journal of Behavioral Sciences, Vol. 28, no. 4, 566-578. Owen, H. (1992). Open Space Technology: A Users Guide. Potomac MD: Abbott. Spencer, L.J. (1989). Winning through Participation. Dubuque IA: Kendall/Hunt. van der Zouwen, T. (2011). Building an evidence based practicval guide to Large Scale

Interventions; towards sustainable change with the whole system. Delft / Zutphen: Eburon. van Nistelrooij, A. & de Wilde, R. (2008). Voorbij verandermanagement; Whole Scale Change, de wind onder de vleugels. Alphen aan de Rijn / Deventer: Kluwer. Weisbord, M.R. (1992). Discovering Common Ground; how Future Search Conferences Bring People Together to Achieve Breakthrough Innovation, Empowerment, Shared Vision, and Collaborative Action. San Francisco: Berrett-Koehler.