Realistische scenario s in uitzonderlijke economische omstandigheden



Vergelijkbare documenten
Reële karakteristieken van beleggingscategorieën

NEA Paper De techniek van ALM modellen. 17 December 2010 Theo Nijman, Bart Oldenkamp en Hens Steehouwer

Nieuwe inzichten voor ALM analyse naar aanleiding van de krediet crisis

vba _beleggingsprofessionals Nummer 116_winter REVIEW Korte en lange termijn gedrag van inflatie en beleggingen

Centraal Bureau voor de Statistiek TOELICHTING CONJUNCTUURKLOKINDICATOR. Floris van Ruth

Outlook Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Standpunten Beetsma t.b.v. TK hoorzitting op 18 november 2014

Presentatie beleggingsresultaten eerste kwartaal 2018 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Rapport Triple A - Risk Finance B.V. terzake Vergelijking pensioenproduct met de markt voor

Conjunctuurklok Amsterdam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1

Rendement in een laagrentende omgeving

Welkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016

Als de Centrale Banken het podium verlaten

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

Draai zelf aan de knoppen van de Nederlandse economie: Workshop DELFI-tool. Gerbert Hebbink VECON Studiedag, 22 maart 2017

Inflatie protectie: risico management of slim beleggen?

Wie krijgt de schuld van de volatiliteit?

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis

ALM & alternatieve beleggingen. Seminar IBS. 13 juni 2019 Martin Bakker

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau

Datum 6 juni 2017 Betreft Vragen van het lid Leijten (SP) over het Telegraaf artikel "ING-topman sluit spaarrente van nul niet uit"

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

Vraag Antwoord Scores

Over de interpretatie van schattingen van het private en het sociale rendement van R&D

Geboorte, relatievorming en crisis

ALM als basis van Zorgvuldig Beleggen

Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Het gemiddelde rendement als risicofactor Short Notes

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Expected Returns. Lukas Daalder, CIO Robeco Investment Solutions Amsterdam November 2015

Onderwerp van gesprek: Waar staan we nu?

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Human Action voor Pensioenfondsen. Heiko de Boer

UIT De Phillips curve in het kort

Nieuwsbrief februari 2016

Zeg rente, wat doe je met mijn spaargeld? Den Haag, 2018

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Hieronder vindt u de belangrijkste sheets uit de presentatie van Mr. Drs. J. Wijn, zoals deze zijn vertoond tijdens de 'ABN AMRO blikt

Wat u moet weten over beleggen

Time series analysis. De business controller wilt graag de prognoses weten voor de volgende vier key metrics :

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Wat betekent een stijgende rente voor het rentebeleid van pensioenfondsen? 10 mei 2017

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening?

Van ALM naar beleggingsbeleid

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

T T A M. Vandaag lijken aandelen volgens TreeTop Asset Management absoluut en relatief goedkoop.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Fiscal policy and the business cycle: the impact of government expenditures, public debt, and sovereign risk on macroeconomic fluctuations

Toereikendheid van het pensioen: Onderzoek & Beleid

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Samenvatting. (Summary in Dutch)

De staat van de Nederlandse hypothekenmarkt

Extra opgaven hoofdstuk 11

UIT groei en conjunctuur

De Ezel en de Spiegel: over disjunctie van de reële economie en financiële markten

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal

CPB Notitie 8 mei Actualiteit WLO scenario s

Automatisch Sturen - De kwantitatieve meerwaarde. Centraal Beheer APF Automatisch Sturen - De kwantitatieve meerwaarde 1

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer

Advies Commissie Parameters

Risico pariteit Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Webinar Aegon PPI: Life Cycles

Werkloosheid in : stromen en duren

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Update april 2015 Beleggen

Edelmetalen Watch. Van pessimist naar optimist. Economisch Bureau Macro & Financial Markets Research. Insights.abnamro.nl/en.

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Risk Control Strategy

Asset Allocatie; Beleggen in een onzekere wereld. Robert Jan van der Mark Jeroen van Wilgenburg

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Update Macro-Economie & Belangrijkste Beleggingsthema's

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Bijlage: Openstaande Kamervragen beleidsdoorlichting Risicomanagement van de staatsschuld en hoofdlijnen van het beleid

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Nederlandse samenvatting

Proefexamen Macro-economie: verbetering

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Gender: de ideale mix

Dutch Summary. Dutch Summary

IPFOS. Bestuurders Conferentie. De waarde van economische scenario s en de kijk op integraal risico Jos Berkemeijer, Managing Partner Symetrics

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Beleggen met LG Partners

Bouwaanvragen. Opbrengst bouwleges

Transcriptie:

Realistische scenario s in uitzonderlijke economische omstandigheden Het is inmiddels ruim 7 jaar geleden dat Lehman failliet ging en dat we de ergste economische crisis beleefden sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Op nooit eerder vertoonde wijzen hebben centrale banken ingegrepen in de financiële markten. Nog steeds worden op grote schaal obligaties opgekocht. Het herstel van de economie is tot op heden uitermate kwetsbaar. Veel beleggers stellen zich de vraag wat de gevolgen zijn van de huidige bijzondere marktomstandigheden voor de financiële markten. In dit artikel bekijken wij deze vraag vanuit een langetermijn perspectief. Is de huidige situatie inderdaad uitzonderlijk of kunnen we deze (deels) duiden op basis van het verleden? Wat is echt anders en wat heeft dit voor implicaties? Wat voor consequenties heeft dit voor beleggers zoals pensioenfondsen en voor ALM-modellering van scenario s? Auteurs Michael Langendoen (l) Loranne van Lieshout (m) Hens Steehouwer (r) Historisch perspectief Bij het duiden van economische omstandigheden en het maken van inschattingen voor de toekomst, is het belangrijk om eerst vast te stellen in welk aspect men is geïnteresseerd. Langetermijnontwikkelingen worden bijvoorbeeld door andere krachten gedreven dan kortetermijnontwikkelingen op de financiële markten. Een gangbaar onderscheid betreft het afzonderlijk denken over langetermijn trendmatige ontwikkelingen en middellangetermijn conjuncturele afwijkingen. In het beroemde werk van Burns en Mitchell (1946) worden conjunctuurcycli ( business cycles ) geacht een lengte te hebben tussen de 1 en 12 jaar. Ontwikkelingen in economieën en financiële markten van langere lengten kunnen als trendmatig worden aangeduid. Een overzicht van de in de literatuur geïdentificeerde cycli en hun 17

PRAKTIJK Figuur 1 Trendmatige ontwikkeling van rente, groei en inflatie 14, 12, 10, 8, 6, 4, 2, 0, 2, 1910 1925 1940 1955 1970 1985 2000 2015 4, 6, Wereldwijde rente_trend Wereldwijde groei_trend Wereldwijde inflatie_trend Toelichting bij figuur 1 Figuur 1 toont het trendmatige verloop van de wereldwijde groei, inflatie en rente vanaf 1900 tot en met augustus 2015. Hierbij is een Principale Component Analyse (PCA) gebruikt om het gezamenlijke gedrag van meerdere tijdreeksen terug te brengen tot een kleinere set van onderliggende factoren. Deze factoren zijn die lineaire combinaties van de tijdreeksen die het grootste deel van het gezamenlijke gedrag van de tijdreeksen beschrijven. Precies gezegd toont de figuur de geannualiseerde trendmatige componenten van (benaderingen van) de yield op een wereld obligatie index, de 8-jaars reële economische (log) groei in ontwikkelde landen en de 8-jaars (log) inflatie in ontwikkelde landen. De trend component bestaat hierbij uit alle fluctuaties met een lengte langer dan 16 jaar, een ruime bovengrens voor wat nog als conjunctuur kan worden aangeduid. Een observatiefrequentie van (minimaal) eens per 8 jaar is nodig om fluctuaties van 16 jaar en langer goed te kunnen observeren. lengte is te vinden in paragraaf 2.2 van Steehouwer (2005). Sommige van deze cycli vallen binnen de genoemde range van 1 tot 12 jaar, anderen hebben een langere lengte. Hoewel er over de conjuncturele situatie van dit moment veel valt te zeggen, focussen we ons in deze bijdrage op een trendmatig analyse van de huidige economische omstandigheden. We hebben hiertoe de trendmatige componenten geanalyseerd van 125 historische tijdreeksen gemeten vanaf 1900. Met behulp van filter en principale component technieken komen uit deze analyse intuïtief aansprekende drijvers van langetermijn ontwikkeling naar voren: (1) rente, (2) groei en (3) inflatie. Figuur 1 toont het trendmatige verloop van deze drie tijdreeksen vanaf 1900 tot en met augustus 2015. Wat leert figuur 1 ons? In de eerste plaats zegt zij ons iets over de huidige situatie vanuit een trendmatig perspectief bezien. De waardes per augustus 2015 bedragen 2, voor de ( wereld ) rente, 0,5% voor de ( wereld ) groei en 1,5% voor de ( wereld ) inflatie. Voor rente en groei zijn dit de laagste waardes over de afgelopen 100 jaar, voor inflatie vertoonde alleen de jaren 30 een lager niveau. Op deze wijze bezien is de huidige situatie dus uitzonderlijk te noemen, zij is nog nooit eerder voorgekomen. In de tweede plaats kunnen wij de historische trendmatige ontwikkelingen uit deze grafiek analyseren. Als we uitgaan van de assumptie dat historische data ons iets kunnen leren over de toekomst, ook voor dit soort langetermijn trendmatige ontwikkelingen, dan kunnen we deze informatie als één van de elementen gebruiken om inschattingen over de toekomst te maken. Een diepere analyse 2 van deze data inclusief historische data voor andere variabelen levert de volgende waardevolle inzichten: rente, groei en inflatie zijn op de lange termijn positief met elkaar gecorreleerd; rente, groei en inflatie zijn belangrijke drijvers van de trendmatige ontwikkelingen in andere belangrijke variabelen als aandelenrendementen, grondstofprijzen, volatiliteiten, enzovoort; gemiddeld hebben rente, groei en inflatie ongeveer 25 jaar nodig om een ander trendmatig niveau te bereiken, en dergelijke transities worden door groei geïnitieerd (grote innovaties, structurele hervormingen, enzovoort) en gemiddeld gezien volgt zo n 10 à 15 jaar later inflatie en nog weer eens 5 jaar later de rente. Het duurt dus enkele jaren voordat marktpartijen een ander inflatieniveau verdisconteren in de rente. Als we iets willen zeggen over de toekomstige ontwikkeling van deze variabelen kunnen we de trendmatige ontwikkeling doortrekken naar de toekomst. Het is echter ook zinvol om vanuit een economisch perspectief te beoordelen of er sprake zal zijn van een voortzetting van de huidige trend, een terugkeer naar een historisch niveau ( mean reversion ) of een transitie naar een nieuw niveau. De volgende paragraaf beschrijft gangbare opvattingen over de stand van de economie vanuit een langetermijn perspectief. Zelfs in de huidige uitzonderlijke financieel/ economische situatie, kunnen historische verbanden inzicht geven in de toekomst Economische duiding In de voorspelling van toekomstige trendmatige economische ontwikkelingen zijn twee populaire opvattingen van belang. De eerste opvatting gaat ervan uit dat de lage rente en economische groei structureel zijn. Deze visie werd door Larry Summers (2013) verwoord via de term secular stagnation. De tweede opvatting legt de nadruk op de invloed die monetaire autoriteiten hebben op rente en groei. Het huidige lage niveau is in deze visie niet per se een structureel fenomeen, maar wordt vooral veroorzaakt door de combinatie van de financiële crisis en een verruimend monetair beleid. Deze visie wordt uiteengezet door Borio (2012) en duiden we als de financiële cyclus. Secular stagnation Secular stagnation duidt op een trendmatig lagere economische groei en lage zelfs negatieve reële rentes, gecombineerd met lage inflatie. Er zijn JOURNAAL 18

verschillende mogelijke oorzaken te benoemen die tot een structureel lagere groei zouden kunnen leiden: een lagere bevolkingsgroei betekent minder vraag naar nieuwe producten en arbeid; minder technologische ontwikkeling vermindert de productiviteitsgroei van arbeid en kapitaal; meer ongelijkheid in inkomen en vermogen leidt tot afnemende vraag, aangezien mensen met een hoger salaris een relatief kleiner deel van hun inkomen uitgeven, of de toenemende vraag van centrale banken naar safe assets, waardoor de vergoeding hiervoor steeds lager wordt. Ervan uitgaande dat secular stagnation een probleem is, kunnen volgens Teulings e.a. (2014) twee typen maatregelen een oplossing bieden: 1) preventie en 2) symptoombestrijding. Ten eerste kan de potentiële langetermijn groei worden verhoogd via structurele hervormingen in o.a. onderwijs en arbeidsmarkt. Ten tweede kan de rente verder worden verlaagd in combinatie met het stimuleren van een hogere inflatie, waardoor de reële rente lager wordt. Het doorbreken van het nulniveau van de rente hoeft hierbij geen belemmering te vormen. De vraag is in hoeverre deze maatregelen nog het gewenste effect hebben en op de langere termijn geen financiële instabiliteit creëren. Critici van secular stagnation, zoals Mokyr (2014), betwijfelen de aanname van minder technologische ontwikkeling. Zij beargumenteren dat er geen reden is om te veronderstellen dat er in de toekomst minder innovaties zullen zijn dan in het verleden. Sterker nog, veel van de huidige technologische ontwikkelingen worden wellicht niet goed meegerekend in de gehanteerde productiviteitsmaatstaven, die nog veelal op oude economie zijn gericht. Financiële cyclus Volgens Borio (2012) wordt de reële rente enerzijds beïnvloed door de centrale bank, welke de korte rente op de curve bepaalt, en anderzijds door de financiële markten die een visie voor de langere rente op de curve weergeven. De huidige rente is hierdoor een samenspel tussen het beleid van de centrale bank en de overtuiging van de financiële markten. Het beleidsmodel van centrale banken is gebaseerd op diverse output variabelen zoals werkloosheid, potentiële productie en de huidige rente. De toekomstvoorspellingen voor deze variabelen zijn erg modelafhankelijk. Borio (2012) beweert dat het huidige beleidsmodel van centrale banken stuurt op te onzekere variabelen en op te korte termijn, gericht op de conjunctuurcyclus. Het meenemen van variabelen uit de financiële cyclus geeft duidelijker de stand van de economie en financiële markten weer. De financiële cyclus wordt gevormd door een combinatie van risicoperceptie, waarderingen en kredietverstrekking. Deze cyclus vertaalt zich in booms en busts. Tijdens de boomfase is sprake van een lage risicoperceptie en hoge mate van kredietverstrekking. De prijzen van financiële assets zoals vastgoed stijgen en de schulden nemen toe ten opzichte van het nationaal product. De boom wordt gevolgd door een bust waarin de prijs van de beleggingen ineenzakt. De cumulatieve opbouw van schuld, samen met de misallocatie van kapitaal, kan voor een langere tijd zorgen voor balansherstel en uitstel van investeringen. De lengte en omvang van financiële crises hangen grotendeels af van beleidsmaatregelen. Hierbij kan worden gedacht aan financiële, monetaire en reëel economische maatregelen. Zo kan de lengte en omvang van de financiële cyclus groter worden door financiële liberalisatie, ruim monetair beleid en globalisatie van de reële economie. Drehman e.a. (2012) onderzocht de lengte van de cyclus voor zes financiële variabelen in zeven landen. De lengte van de gemiddelde cyclus sinds 1960 is 16 jaar, echter cycli die piekten na 1998 kennen een gemiddelde lengte van 20 jaar. Daarnaast toont onderzoek aan dat de productiviteit van een economie voor een lange periode lager kan worden in de nasleep van een financiële crisis. De trend van steeds lager wordende reële rentes geeft dus niet per se alleen de onderliggende macro-economische trend weer, maar beïnvloedt deze ook. Een lage rente omgeving kan hierdoor ook de input zijn voor booms en busts. De mate van leverage, welke afhankelijk is van de hoogte van de reële rente, kan de uitslagen van financiële cycli vergroten en de economie wegdrijven van een duurzaam groeipad. Het filteren van data naar frequenties biedt de mogelijkheid om scenariosets te maken waarin verschillende economische wereldbeelden voorkomen Uit de meest recente financiële crisis is een balansrecessie ontstaan. Doordat bedrijven via deleveraging balansherstel toepassen, ontstaat er geen normale recessie die alleen door de conjunctuur gedreven wordt. Monetair beleid wordt in - effectief, omdat er geen vraag is, zelfs niet bij lage rentes. Sterker nog: monetaire verruiming vertraagt en vergroot enkel de bust. Er moet sprake zijn van kredietloos herstel waarbij banken niet veel meer krediet gaan verlenen, zoals bijvoorbeeld in de jaren negentig in Scandinavië is toegepast. De autoriteiten hebben in dit voorbeeld snel balansherstel afgedwongen door tijdelijk eigenaar te worden van financiële instellingen, slechte leningen af te schrijven en overtollige capaciteit te verminderen. 19

PRAKTIJK Figuur 2 Frequentiedecompositie historische rente via filtering 16% 1 jan-70 jan-75 jan-80 Decompositie 10-jaars rente US jan-85 jan-90 jan-95 jan-00 jan-05 Totaal Trend Business Card Maand Toelichting bij figuur 2 Figuur 2 toont een decompositie van de US 10-jaars rente naar verschillende frequenties. De historische data (donkerblauwe lijn) is gedecomponeerd in een langetermijn trend (grijze lijn), een middellangetermijn ofwel business cycle component (lichtblauwe lijn) en een kortetermijn ofwel maandcomponent (groene lijn). De grijze lijn, lichtblauwe lijn en groene lijn vormen samen de donkerblauwe lijn. jan-10 jan-15 Koo (2011) onderschrijft hetzelfde beeld. In een bust waarin de private sector bezig is met balansherstel, is er geen ruimte voor monetaire maatregelen. Vooral overheidsuitgaven kunnen de economie draaiende houden. Pas na deleveraging, wanneer er weer vraag naar krediet is, kan monetair beleid weer effectief zijn. Scenario modellering Hoe kunnen we nu de bevindingen uit de trendanalyse op historische data combineren met de macro economische ontwikkelingen zoals beschreven in de vorige paragraaf? Bij het maken van strategische keuzes is het immers van belang om een zo goed mogelijke inschatting te maken van mogelijke toekomstpaden en de onzekerheid hieromheen. De historische analyse heeft ons geleerd dat er bepaalde langetermijn verbanden en volgordelijkheden bestaan tussen de variabelen groei, rente en inflatie. Daarnaast laat de historische analyse zien dat er transities mogelijk zijn in het trendmatige niveau van deze variabelen. De economische duiding heeft ons geleerd aan wat voor type transities we kunnen denken voor de toekomst. Bovendien is de impact van het toekomstige beleid van centrale banken duidelijk geworden. Voor institutionele beleggers die hun beleggingsbeleid mede baseren op ALM-analyses, zijn de scenario s die als input worden gebruikt voor deze analyses van cruciaal belang. Wij formuleren hieronder twee belangrijke aanbevelingen voor deze scenariosets. Ten eerste moeten de scenario s die worden gebruikt voor de ALM-analyses rekening houden met mogelijke structurele wijzigingen in de economische variabelen. Dit betekent dat de onderliggende modellen ook de langetermijn trendmatige bewegingen moeten meenemen. Een goede manier om dit te doen is via het filteren van data naar verschillende componenten, zoals ook door Borio (2012) en Steehouwer (2005) toegepast. Figuur 2 geeft een voorbeeld waarin historische data van de US rente is gedecomponeerd in een langetermijn trend (vergelijkbaar aan de trend in figuur 1), een business cycle component en een kortetermijn component. Zowel de trendcomponent als de business cycle vertonen een duidelijke daling. De maandcomponent kan vanuit het oogpunt van een langetermijn belegger gezien worden als ruis. 3 Vervolgens kan per component een model worden geschat, waardoor zowel de korte- als de langetermijn dynamiek van variabelen behouden blijft. Figuur 3 geeft hiervan een voorbeeld. De scenario s voor de US rente zijn opgebouwd uit een trendcomponent, een business cycle component en een maandcomponent. Met rood en blauw zijn twee scenario s weergegeven die een ander wereldbeeld weerspiegelen. De blauwe lijn kan worden gezien als secular stagnation, waarin de rente langdurig laag blijft. De rode lijn kan worden gezien als een reguliere financiële cyclus, waarin de rente langzaam terugkeert naar een hoger niveau. Door de opsplitsing naar verschillende frequenties komen beide wereldbeelden voor binnen deze scenarioset. Zonder deze opsplitsing zouden de scenario s veel sneller terug gaan naar hun langetermijn gemiddelde (vergelijkbaar met de business cycle component). Een gestructureerd proces van scenariogeneratie helpt om betere strategische beslissingen te nemen en hierover beter verantwoording af te leggen Ten tweede moet in de scenario s rekening worden gehouden met elementen die niet in de historische data aanwezig zijn, maar wel de toekomst bepalen. Omdat ze niet gebaseerd zijn op historische data zijn deze elementen subjectief en spreken we over views of visie. Hoewel veel pensioenfondsen een zo neutraal mogelijke visie willen hanteren bij het vaststellen van hun strategie, is het onontkoombaar om een bepaalde mate van visie te definiëren. Denk hierbij aan een langetermijn visie over de toekomstige economische groei. Hiervan kan worden verwacht dat deze lager is dan historisch, vanwege de lagere bevolkingsgroei. Op korte termijn kan worden gedacht aan een visie op het beleid van centrale banken en de impact hiervan op o.a. rentes. In figuur 3 wordt de langetermijn visie zichtbaar in het JOURNAAL 20

Figuur 3 Opbouw rentescenario s op basis van verschillende frequenties 1 Trendcomponent Business Cycle component 6% Maandcomponent 10-jaars rente US 1 6% Toelichting bij figuur 3 Figuur 3 toont de verdeling van mogelijke toekomstscenario s voor de US 10-jaars rente voor de komende 30 jaar. De verdeling is opgebouwd uit de verdelingen voor de onderliggende frequenties trend, business cycle en maand. De som van de eerste drie figuren vormen samen de laatste figuur. De input voor het model is alleen de historische data en een gemiddelde langetermijn waarde voor de rente. De informatie in de historische data is leidend voor hoe de overgang van de huidige situatie naar de langetermijn waarden verloopt, zowel qua verwachting als in termen van onzekerheid. niveau waarnaar het gemiddelde scenario convergeert. Iemand die sterk gelooft in secular stagnation zal bijvoorbeeld het langetermijn niveau van de rente naar beneden bijstellen. Hierdoor wordt de kans op secular stagnation verhoogd, zonder dat de mogelijkheid van een terugkeer naar een hoger langetermijn renteniveau wordt uitgesloten. De kortetermijn visie wordt zichtbaar in het pad dat het gemiddelde scenario volgt naar het langetermijn gemiddelde. Iemand die gelooft dat centrale banken hun verruimende beleid nog lange tijd voortzetten zal bijvoorbeeld het pad van rentestijging wat vertragen. Conclusie Op basis van een analyse van historische data is de huidige financieel/economische situatie als uitzonderlijk te benoemen. Er zijn echter wel historische verbanden te vinden die ook voor de toekomst realistisch lijken. Bij het construeren van economische scenario s ten behoeve van ALManalyses is het belangrijk om mogelijke transities naar een ander economisch wereldbeeld mogelijk te maken. Het filteren van data naar verschillende frequenties helpt om een scenarioset te construeren waarin verschillende economische wereldbeelden voorkomen. Daar waar de historische data onvoldoende informatie biedt voor de toekomst, kan gebruik worden gemaakt van visies op de economische variabelen. Dit leidt tot een gestructureerd proces van scenariogeneratie en stelt pensioenfondsen niet alleen in staat om betere strategische beslissingen te nemen, maar ook om hierover beter verantwoording af te leggen naar de achterban. Referenties Borio, C. (2012), The financial cycle and macroeconomics: What have we learnt?, BIS Working Papers 395 Drehmann, M., C. Borio and K. Tsatsaronis (2012): Characterising the financial cycle: Don t lose sight of the medium term!, BIS Working Papers 380 Burns, A.F. and W.C. Mitchell (1946), Measuring business cycles, New York: National Bureau of Economic Research Richard C. Koo, (2011), The world in balance sheet recession: causes, cure, and politics, Nomura Research Institute Mokyr, J. (2014), Secular Stagnation? Not in your life, Hoofdstuk 6 in Secular Stagnation: Facts, Causes and Cures, Centre for Economic Policy Research Steehouwer, H. (2005), Macroeconomic Scenarios and Reality: A Frequency Domain Approach for Analyzing Historical Time Series and Generating Scenarios for the Future, Free University of Amsterdam (gratis download van http://dare.ubvu.vu.nl/ handle/1871/9058). Summers, L (2014), Reflections on the New Secular Stagnation Hypothesis, Hoofdstuk 1 in Secular Stagnation: Facts, Causes and Cures, Centre for Economic Policy Research Teulings, C. and R. Baldwin (2014), Secular Stagnation: Facts, Causes and Cures, Centre for Economic Policy Research Noten 1 Drs. Michael Langendoen MSc RE is Consultant bij Ortec Finance, drs. Loranne van Lieshout RBA is Senior Consultant bij Ortec Finance en Dr. Hens Steehouwer is Head of Research bij Ortec Finance. 2 Concreet is hier in de eerste plaats gekeken naar de traditionele (auto- en kruis)correlatie structuur van de data op een 8 jaars observatiefrequentie. In de tweede plaats is de dynamiek van een Vector AutoRegressief (VAR) model van orde 1 op een 8 jaars observatiefrequentie bestudeerd met behulp van Spectraal Analyse methoden welke de correlaties verder kunnen ontleden in een absolute samenhang enerzijds en lead-lag relaties (verschuivingen in de tijd) anderzijds. Als input voor de analyse hebben 140 financieel economische tijdreeksen gediend vanaf 1900 tot nu. Uit een PCA analyse (inclusief Varimax rotatie methoden) blijkt dat rond de 8 van de (trendmatige) variantie van deze reeksen verklaard kan worden uit 3 factoren die sterk lijken op rente, groei en inflatie. 3 Voor kortetermijn beleggers of beleggers met actieve dynamische strategieën kan de maandcomponent juist belangrijke empirische kenmerken ( stylized facts ) als return reversal en momentum beschrijven. 21