BOM. Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom



Vergelijkbare documenten
BOM. Nivolumab gecombineerd met ipilimumab bij nietresectabel of gemetastaseerd melanoom

BOM. Ceritinib als eerstelijns en derdelijns/vierdelijns behandeling voor gemetastaseerd ALK-positief niet-kleincellig longcarcinoom

Immunotherapie bij ouderen: maakt lee4ijd uit?

BOM. PARP-remmers als onderhoudsbehandeling bij gerecidiveerd platinumgevoelig epitheliaal ovariumcarcinoom

OLIJFdag 3 oktober 2015

Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor voorschrijvende artsen. KEYTRUDA (pembrolizumab)

Lage tractus digestivus. Lieke Simkens Internist-oncoloog Máxima Medisch Centrum

Oncologische geneesmiddelen langs de lat. Anne-Marie C. Dingemans, longarts AIOS special 28 sept 2017

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Eribuline-mesylaat is een synthetisch analogon van

IMMUNOTHERAPIE BIJ LONGTUMOREN

Keytruda (pembrolizumab)

De behandelmogelijkheden van castraatrefractair

Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog

Lees de bijsluiter of neem contact op met uw arts of apotheker voor praktische informatie over het gebruik van Keytruda.

Melanoom: kantekekeningen

Een overzicht van Opdivo en waarom het is geregistreerd in de EU

Nadia Haj Mohammad Internist-oncoloog The Netherlands

BRAF mutatie en de behandeling van het melanoom. John Haanen

Pembrolizumab als monotherapie bereikte een algehele responsrate van 25 procent bij reeds zwaar behandelde patiënten

Uw brief van Uw kenmerk Datum februari Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer ZA/ mw. J.E. de Boer (020)

Samenvatting 129. Samenvatting

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Zorgverzekeraars Nederland T.a.v. mevrouw drs. A. Prenger Postbus AM ZEIST

Melanoom Systeemtherapie up-to-date

Geneesmiddelen tegen kanker, duur(zaam)?

Farmacologie van de monoklonale anti-stoffen in de oncologie

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG

Een overzicht van Opdivo en waarom het is geregistreerd in de EU

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse samenvatting

Behandelingsmogelijkheden en trials bij het oesophagus- en maagcarcinoom M. Wumkes, Medische Oncologie VUmc

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Nieuwe middelen in de oncologie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 12 januari 2010 Farmatec/FZ december 2010

Melanoom wordt onderverdeeld in 4 stadia

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Nivolumab wordt geproduceerd in ovariumcellen van de Chinese hamster met behulp van recombinant-dnatechniek.

BOM. Docetaxel toegevoegd aan androgeendeprivatietherapie. prostaatcarcinoom

Immuuntherapie bij GE tumoren: hoe werkt het? 20 september, 4e Masterclass Gastro-Enterologie, Amersfoort Miriam Koopman, UMC Utrecht

Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen

11 e Post O.N.S. Meeting. José Koldenhof Update in melanoma UMC Utrecht

Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom

Nadia Haj Mohammad GIOCA congres 19 januari 2018 The Netherlands

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

Samenvatting. vatting

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Verslag van de vergadering van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) op 30 januari e vergadering van de werkcommissie Geneesmiddelen

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity )

Nederlandse samenvatting

Avastin wordt in combinatie met andere middelen tegen kanker gebruikt voor de behandeling van volwassenen met de volgende vormen van kanker:

Behandeling op maat. Mammacarcinoom en targeted therapy 4 e mammacongres Harderwijk. Carolien P. Schröder, MD, PhD Internist oncoloog UMCG

Prostaatkanker. - Metastasen en dan? M. Berends Internist-oncoloog Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Als er vragen zijn over een specifieke studie neem gerust contact op met de desbetreffende contactpersoon.

Monobenzone-Imiquimodcrème bij huidmetastasen melanoom

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Leven met kanker Nieuwste ontwikkelingen in de behandeling bij longkanker. Judith Herder 2017

Nederlandse Samenvatting

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Datum 7 november 2018 Betreft Pakketadvies osimertinib (Tagrisso )

2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses)

Wel of Niet starten?

Nederlandse samenvatting

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Gebruik van prognostische en predictieve factoren bij de behandeling van het colorectaal carcinoom GIOCA congres 2017

Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor de voorschrijver, apotheker en verpleegkundige. KEYTRUDA (pembrolizumab)

Neutropenie bij ABVD. Mirjam Oudshoorn. Co-authors Sabina Kersting, Ward Posthuma, Marjolein Donker

Stereotactische radiochirurgie bij hersenmetastasen in het ARTI De resultaten met betrekking tot de overleving en de mate van lokale controle

Systemische behandeling junctieen maagcarcinoom

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven

Pakketcriteria pertuzumab

Nieuwe ontwikkelingen binnen de GE Oncologie: wordt de behandeling te duur? Hanneke Wilmink Internist- oncoloog

PALLIATIEVE (CHEMO)THERAPIE JA OF NEE?

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:

Immunotherapie: nieuwe behandeloptie bij gemetastaseerd longkanker. Jeske Staal-van den Brekel, longarts

Precisie geneeskunde in de longoncologie. Michel van den Heuvel, longarts

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2

Post-ASCO. Behandeling van melanoom en niercelcarcinoom John Haanen

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG. Datum 21 december 2015 Betreft Standpunt ramucirumab (Cyramza )

Immuno-oncologie. Inleiding en toepassingen Tine Van Nieuwenhuyse UZ Leuven. 2 April 2019 PUO

Klinische implicaties van de EVOLVE studie

Onderdeel van de initiële beoordeling van specialistische geneesmiddelen. Datum 21 december 2017 Status Definitief

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG

bij patiënten met een ernstige, actieve vorm van de ziekte die nog niet eerder met methotrexaat zijn behandeld;

KEYTRUDA (pembrolizumab)

Farmacotherapeutisch rapport pembrolizumab (Keytruda ) bij de behandeling van nietkleincellig longkanker met PD-L1-expressie

Informatie verstrekt onder het gezag van het FAGG. Rechtstreekse mededeling aan de Gezondheidszorgbeoefenaars

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Janneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals

pulmo Uitslag enquête longembolieën Update agenda zorgevaluatie De langste adem Harm Jan Bogaard

Persbericht. Perscontact: Marleen Vanheel Communications Projects Manager, MSD GSM:

Transcriptie:

49 Pembrolizumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom Introductie De behandeling van niet-resectabel of gemetastaseerd (gevorderd) melanoom is in de laatste 5 jaar sterk verbeterd door het beschikbaar komen van middelen gericht op het MAPK-signaalpad (dabrafenib en vemurafenib) en immunotherapie gericht op de T-cel: de zogenaamde immune checkpoint-inhibitors (ipilimumab en nivolumab). Pembrolizumab is evenals nivolumab een antilichaam gericht op de PD-1-receptor (programmed death 1). Nivolumab werd voor de toepassing bij het melanoom recentelijk positief beoordeeld door de commissie BOM. 1 Pembrolizumab blokkeert de binding van de PD-1-receptor met programmed death ligand 1 (PD-L1) en programmed death ligand 2 (PD-L2) en onderbreekt hiermee een negatief regulerend signaal voor T-celactivatie en -proliferatie. 1. Kankersoort en lijn van behandeling Pembrolizumab is in Europa geregistreerd als monotherapie voor de behandeling van gevorderd melanoom. De aanbevolen dosis is 2 mg/kg elke 3 weken. 2. Vergelijking met de referentiebehandeling in Nederland Medicamenteuze standaardbehandelopties zijn ipilimumab, dacarbazine of nivolumab en indien er sprake is van een BRAF-V600-mutatie dabrafenib of vemurafenib. De inzet en volgorde van deze behandelopties wordt bepaald door de uitgebreidheid van het melanoom, de hoogte van het LDH en de BRAF-mutatiestatus. 3. Methode en kwaliteit van de studies In twee gepubliceerde vergelijkende studies (een grote fase II-studie en een fase III-studie) is gekeken naar de waarde van pembrolizumab bij de behandeling van gevorderd melanoom. In de Keynote-002-studie is pembrolizumab vergeleken met chemotherapie bij patiënten met progressie van ziekte na behandeling met ipilimumab. 2 In de Keynote- 006-studie is pembrolizumab vergeleken met ipilimumab. 3 Pembrolizumab versus chemotherapie na ipilimumab Keynote-002 is een 3-armige, gerandomiseerde fase II- studie (multicenter) waarin 1:1:1 werd gerandomiseerd tussen 2 doseringen pembrolizumab (2 mg/kg en 10 mg/kg elke 3 weken) en chemotherapie naar keus van de lokale onderzoeker (paclitaxel en/of carboplatine, dacarbazine of temozolomide). Randomisatie werd gestratificeerd naar ECOG-performancestatus, LDH en BRAF-mutatiestatus. De randomisatie tussen pembrolizumab en chemotherapie was open-label (geblindeerd bij centrale beoordeling). De dosis pembrolizumab (2 mg/kg of 10 mg/kg) was dubbel geblindeerd. Geïncludeerd werden patiënten met een goede performance (ECOG PS 0-1), progressieve ziekte na eerdere behandeling met ipilimumab (binnen 24 weken na de laatste gift) en (indien geïndiceerd) progressie na behandeling met een BRAF- en/of MEK-remmer. Geëxcludeerd werden patiënten met actieve hersenmetastasen, een actieve autoimmuunziekte, een actieve infectie met indicatie voor systemische behandeling, een HIV-infectie, een actieve Ò

50 BOM hepatitis B- of C- infectie, of graad 4 of langdurige graad 3 toxiciteit op ipilimumab. Responsevaluatie vond plaats na 12 weken, vervolgens elke 6 weken tot week 48 en daarna elke 12 weken. Behandeling werd gecontinueerd tot aan het optreden van ziekte progressie volgens RECIST 1.1 of onacceptabele toxiciteit. Patiënten behandeld met pembrolizumab bij wie bij evaluatie na 12 weken ziekteprogressie werd aangetoond, mochten worden doorbehandeld tot aan bevestiging van progressie op een vervolgscan. Patiënten behandeld met chemotherapie bij wie op enig moment ziekteprogressie werd aangetoond, mochten worden overgezet op pembrolizumab. Deze patiënten werden dubbelblind gerandomiseerd voor één van de twee onderzochte doseringen. Primair eindpunt van Keynote-002 bij de nog uit te voeren finale analyse is overleving (OS). De hier besproken publicatie betreft een interim-analyse en heeft progressievrije overleving (PFS) bij centrale onafhankelijke beoordeling als primair eindpunt. PFS werd ook bepaald op basis van evaluaties uitgevoerd door de onderzoekers en werd gebruikt voor sensitiviteitanalyses. Secundaire eindpunten waren responskans, responsduur, tijd van beste respons tot ziekteprogressie en veiligheid. Kwaliteit van leven wordt een exploratief eindpunt genoemd. Toxiciteit werd gescoord volgens de NCI-CTC-criteria (versie 4.0) en kwaliteit van leven volgens de EORTC QLQ-C30-vragenlijst. De grootte van de studie werd gebaseerd op de aanname van een overleving van 6 maanden in de chemotherapie-arm en een hazard ratio voor overleving tussen pembrolizumab en chemotherapie van 0,65. Om dit verschil aan te tonen met 90 procent power en een eenzijdige alfa van 2 procent moesten in elke groep 170 patiënten worden geïncludeerd. De hier besproken tweede interim-analyse was volgens protocol gepland na 210 overlijdens met een verwacht aantal recidieven of overlijdens van 270. De studie heeft dan een power van 92 procent om een hazard ratio van 0,55 voor PFS met een alfa van 0,25 procent aan te tonen tussen pembrolizumab en chemotherapie. Pembrolizumab versus ipilimumab Keynote-006 is een fase III-studie (multicenter) waarin 1:1:1 werd gerandomiseerd tussen pembrolizumab 10 mg/kg elke 3 weken, pembrolizumab 10 mg/kg elke 2 weken en 4 giften ipilimumab 3 mg/kg elke 3 weken. Randomisatie werd gestratificeerd naar ECOG-performancestatus, PD-L1-status en lijn van behandeling. Geïncludeerd werden patiënten met een gevorderd melanoom, een goede performance (ECOG 0-1) en een bekende BRAF-mutatiestatus. Eén eerdere behandellijn was toegestaan. Geëxcludeerd werden patiënten die eerder waren behandeld met een CTLA-4-, PD-1- of PD-L1-remmer, een uveamelanoom, actieve hersenmetastasen of ernstig beloop van een auto-immuunziekte in de voorgeschiedenis. Responsevaluatie werd gepland na 12 weken en vervolgens elke 6 weken. Pembrolizumab werd gecontinueerd tot ziekteprogressie volgens RECIST 1.1 of onacceptabele bijwerkingen, maximaal gedurende 24 maanden. Bij een complete respons mocht pembrolizumab worden gestaakt na het toedienen van nog ten minste 2 giften na het vaststellen van de complete respons en minimaal 6 maanden behandeling. Patiënten met radiologisch progressieve, maar klinisch stabiele ziekte mochten worden doorbehandeld tot aan bevestiging van progressie op een vervolgscan 4 weken later. Toxiciteit werd gescoord volgens de NCI-CTC-criteria (versie 4.0). Primaire eindpunten van de studie waren PFS en OS. Secundaire eindpunten waren responskans, responsduur en veiligheid. In de hier beschreven publicatie worden de resultaten beschreven van twee vooraf gedefinieerde interim-analyses. De eerste interim-analyse werd verricht na progressie van ziekte of overlijden bij ten minste 260 patiënten en een follow-up van elke andere patiënt van minimaal 6 maanden en had een eenzijdige alfa van 0,002 voor het vaststellen van een superieure PFS van één van de pembrolizumab-armen vergeleken met ipilimumab. De tweede evaluatie werd verricht na het overlijden van ten minste 290 patiënten en een minimale follow-upduur van 12 maanden en had een Pembrolizumab Zorginstituut Nederland Add-on Totale behandelkosten nog niet beoordeeld ja 8.051 per 28 dagen

51 Palliatief, effectiviteit winst progressievrije overleving mediaan: 4,1 vs 2,8 maanden (> 8 weken e/o HR < 0,7) HR: 0,58; 95% BI: 0,47-0,72; P < 0,001 + winst totale overleving mediaan: niet bereikt? (> 8 weken e/o HR < 0,7) HR: 0,69; 95% BI: 0,52-0,90; P = 0,0036 + Bijwerkingen (verschil tussen de behandelarmen) lethaal < 5% < 1% + acuut, ernstig < 25% 10% + chronisch beperkend onbekend? Kwaliteit van leven gevalideerde tests verricht in vergelijking met chemotherapie minder verslechtering volgens + EORTC QLQ-C30-vragenlijst dan in controlearm Impact van behandeling acceptabele behandellast + Level of evidence 1 fase III-studie met een niet-geregistreerde dosis +/ Medicijnkosten kosten i.v.m. standaardbehandeling 8.051 per 28 dagen (2 mg/kg) mediane behandelduur: onbekend Tabel 1. Resultaten Keynote-006-studie (dosering 10 mg/kg; dit is niet de geregistreerde dosis). eenzijdige alfa van 0,005 voor het vaststellen van een superieure OS van één van de pembrolizumab-armen vergeleken met ipilimumab. De gepresenteerde OS-data zijn afkomstig van de tweede interim-analyse; alle andere data zijn afkomstig van de eerste interim-analyse. 4. Effectiviteit van de behandeling afgezet tegen de bijwerkingen en impact van de behandeling Pembrolizumab versus chemotherapie na ipilimumab Tussen november 2012 en november 2013 werden 540 patiënten geïncludeerd in de Keynote-002-studie: 180 patiënten in de arm met pembrolizumab 2 mg/kg, 181 in de arm met pembrolizumab 10 mg/kg en 179 in de arm met chemotherapie. De uitgangskarakteristieken van de behandelgroepen waren vergelijkbaar. Van de geïncludeerde patiënten had 83 procent stadium M1c en 40 procent een verhoogd LDH. Een kwart van de patiënten was voorbehandeld met een BRAF- en/of MEK-remmer. Op moment van analyse was er een mediane follow-up van 10 maanden. Van de 179 patiënten in de chemotherapie-arm waren 86 patiënten (48 procent) na progressie overgezet op pembrolizumab. De mediane PFS was significant langer in de arm met pembrolizumab 2 mg/kg (2,9 maanden; HR: 0,57; 95% BI: 0,45-0,73; P < 0,0001) en de arm met pembrolizumab 10 mg/kg (2,9 maanden; HR: 0,50; 95% BI: 0,39-0,64; Ò

52 BOM P < 0,0001) ten opzichte van de chemotherapie-arm (2,7 maanden). De PFS na 6 maanden was respectievelijk 34 procent (27-41 procent), 38 procent (31-45 procent) en 16 procent (10-22 procent). De studie was niet gepowered om een verschil in PFS tussen de twee pembrolizumabarmen aan te tonen. De superioriteit van pembrolizumab ten opzichte van chemotherapie met betrek king tot PFS werd bevestigd wanneer deze werd beoordeeld door de onderzoekers en werd aangetoond in alle vooraf gedefinieerde subgroepen. Respons werd vast gesteld na onafhankelijke centrale beoordeling bij 38 patiënten (21 procent) in de arm met pembrolizumab 2 mg/kg, bij 46 patiënten (25 procent) in de arm met pembrolizumab 10 mg/kg en bij 8 patiënten (4 procent) in de chemotherapie-arm. De incidentie van graad 3-4 toxiciteit was lager bij patiënten behandeld met pembrolizumab (respectievelijk 11 en 14 procent voor de groepen behandeld met 2 mg/kg en 10 mg/kg) dan bij patiënten behandeld met chemotherapie (26 procent). De meest voorkomende bijwerkingen (incidentie van graad 1-4 toxiciteit hoger dan 8 procent) bij pembrolizumab waren: moeheid, jeuk, huiduitslag, misselijkheid, verminderde eetlust en diarree. Bij 8 procent van de patiënten behandeld met pembrolizumab (beide armen) moest de behandeling tijdelijk worden onderbroken vanwege bijwerkingen. De behandeling werd definitief gestaakt vanwege bijwerkingen bij 3 procent van de patiënten met 2 mg/kg pembrolizumab en 7 procent van de patiënten met 10 mg/kg pembrolizumab. Immuungemedieerde bijwerkingen waren zeldzaam en goed te hanteren. Bij start van de behandeling waren de kwaliteit van levenscores in de 3 behandelarmen vergelijkbaar. In week 12 waren de kwaliteit van leven-scores verslechterd in alle drie de behandelarmen, maar significant minder verslechterd in de pembrolizumab-armen dan in de chemotherapie-arm. Pembrolizumab versus ipilimumab Tussen september 2013 en maart 2014 werden 834 patiënten geïncludeerd in de Keynote-006-studie: 279 patiënten in de arm met tweewekelijks pembrolizumab, 277 in de arm met driewekelijks pembrolizumab en 278 in de arm met ipilimumab. De uitgangskarakteristieken van de behandelgroepen waren vergelijkbaar. Van de geïncludeerde patiënten had 65,8 procent niet eerder systeemtherapie voor melanoom ontvangen, 65,3 procent had stadium M1c en 32,4 procent een verhoogd LDH. Bij 36,2 procent van de patiënten was een BRAF-V600-mutatie vastgesteld; ongeveer de helft hiervan was eerder behandeld met een BRAF-remmer. De mediane PFS bij de eerste interim-analyse was significant langer in de tweewekelijkse pembrolizumab-arm (5,5 maanden; HR: 0,58; 95% BI: 0,46-0,72; P < 0,001) en in de driewekelijkse pembrolizumab-arm (4,1 maanden; HR: 0,58; 95% BI: 0,47-0,72; P < 0,001) dan in de ipilimumab-arm (2,8 maanden). De PFS na 6 maanden was respectievelijk 47,3 procent, 46,4 procent en 26,5 procent. Op het moment van de tweede interim-analyse waren 289 patiënten overleden. De mediane OS werd in geen van de studie-armen bereikt. De 1-jaarsoverleving was significant langer in de tweewekelijkse pembrolizumab-arm (74,1 procent; HR: 0,63; 95% BI: 0,47-0,83; P < 0,0005) en driewekelijkse pembrolizumab-arm (68,4 procent; HR: 0,69; 95% BI: 0,52-0,90; P = 0,0036) dan in de ipilimumab-arm (58,2 procent). Meerwaarde voor zowel PFS als OS van de twee pembrolizumab-armen ten opzichte van ipilimumab werd gevonden in alle vooraf gedefinieerde subgroepen. De incidentie van graad 3-5 toxiciteit was lager in de beide pembrolizumab-armen (13,3 en 10,1 procent) dan in de ipilimumab-arm (19,9 procent). Ook het aandeel patiënten dat definitief stopte met de behandeling vanwege bijwerkingen was lager in de pembrolizumab-armen (4,0 en 6,9 procent) dan in de ipilimumab-arm (9,4 procent). De meest voorkomende bijwerkingen (elke graad) in de pembrolizumabarmen waren vermoeidheid, diarree, huiduitslag en jeuk. De meest voorkomende immuungerelateerde bijwerkingen in de pembrolizumab-armen waren hypothyreoïdie (8,7-10,1 procent), hyperthyreoïdie (3,2-6,5 procent), colitis (1,8-3,6 procent) en hepatitis (1,1-1,8 procent). Discussie Bij patiënten met een reeds met ipilimumab behandeld gevorderd melanoom geeft pembrolizumab 2 mg/kg elke 3 weken in vergelijking met chemotherapie een 0,2 maanden langere mediane PFS en een 18 procent betere PFS na 6 maanden (HR: 0,57; 95% BI: 0,45-0,73; P < 0,0001) met minder toxiciteit. Deze resultaten zijn afkomstig van de Keynote-002-studie, die is aangeduid als een fase II-studie. Keynote-002 is zodanig opgezet dat een betrouwbare vergelijking op

53 effectiviteit en toxiciteit tussen de armen met pembrolizumab en de arm met chemotherapie mogelijk is. Echter: omdat het een fase II-studie betreft, kan deze studie formeel niet volgens de PASKWIL-criteria worden beoordeeld. In de Keynote-006-studie geeft pembrolizumab (10 mg/kg elke 3 weken) in vergelijking met ipilimumab een significant langere PFS (mediaan: 4,1 versus 2,8 maanden; HR: 0,58; 95% BI 0,47-0,72; P < 0,001) en OS (mediaan: niet bereikt; HR: 0,69; 95% BI: 0,52-0,90; P = 0,0036). Behandeling met pembrolizumab leidt tot minder toxiciteit dan behandeling met ipilimumab. Deze uitkomsten kunnen worden beoordeeld volgens de PASKWIL-criteria en leiden tot een positief advies. Echter: de European Medicines Agency (EMA) heeft op grond van retrospectief geformuleerde en uitgevoerde analyses van de hier besproken Keynote-002-studie en Keynote-006-studie, de hier niet beschreven fase I-studie Keynote-001 en aanvullende, door de fabrikant aangeleverde analyses geconcludeerd dat er geen klinisch relevant verschil is in effectiviteit tussen een dosering van 2 mg/kg en 10 mg/kg. De door de EMA aanbevolen dosering is 2 mg/kg elke 3 weken. 4 De in Keynote-006 gebruikte dosering pembrolizumab was 5 tot 8 keer hoger. Het is opvallend dat de EMA met betrekking tot de toe te dienen dosis pembrolizumab enerzijds concludeert dat een dosisresponsrelatie ontbreekt over een zeer breed interval, maar anderzijds wel adviseert om te doseren op gewicht (waarmee lijkt te worden aangegeven dat er wel een dosisresponsrelatie is). Er zijn geen resultaten gepubliceerd van een studie waarin deze aanbevolen dosering pembrolizumab wordt vergeleken met ipilimumab. Het is daarom dus niet mogelijk om de klinische meerwaarde van pembrolizumab 2 mg/kg elke 3 weken ten opzichte van ipilimumab te beoordelen volgens de PASKWIL-criteria. 5. Kosten De behandeling met pembrolizumab 2 mg/kg kost bij een gewicht van 70 kg (totaal 140 mg, 3 flacons à 50 mg) 6.038 euro per behandelcyclus van 21 dagen (8.051 euro per 28 dagen) (bron: www.medicijnkosten.nl d.d. 6 december 2015). De mediane behandelduur is niet bekend. Patiënten die responderen worden gedurende maximaal 24 maanden behandeld. Conclusie Pembrolizumab resulteert bij patiënten met niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom na eerdere behandeling met ipilimumab in vergelijking met chemotherapie in een toegenomen progressievrije overleving (mediaan: 0,2 maanden; HR: 0,57; 95% BI: 0,45-0,73; P < 0,0001). Deze resultaten zijn afkomstig uit een fase II-studie en kunnen daarom formeel niet worden beoordeeld conform de PASKWILcriteria. Pembrolizumab 10 mg/kg elke 3 weken resulteert in vergelijking met ipilimumab bij patiënten met een gevorderd melanoom in een toegenomen progressievrije overleving (mediaan: 1,3 maanden; HR: 0,58; 95% BI: 0,47-0,72; P < 0,001) en overleving (mediaan: niet bereikt; HR: 0,69; 95% BI: 0,52-0,90; P = 0,0036). Deze resultaten voldoen aan de PASKWIL-criteria voor een positief advies, maar de onderzochte dosering pembrolizumab (10 mg/kg) komt niet overeen met de bij registratie aanbevolen dosering pembrolizumab (2 mg/kg). De waarde van pembrolizumab voor de bij registratie aanbevolen dosering van 2 mg/kg elke 3 weken in vergelijking met ipilimumab is niet onderzocht en kan derhalve niet worden beoordeeld conform de PASKWIL-criteria. Ñ Referenties 1 Kerst JM, Eskens FALM, Beerepoot LV, et al; NVMO-commissie BOM. Nivolumab als monotherapie bij niet-resectabel of gemetastaseerd melanoom. Med Oncol 2015;18(6):43-6. 2 Ribas A, Puzanov I, Dummer R, et al. Pembrolizumab versus investigator-choice chemotherapy for ipilimumab-refractory melanoma (KEYNOTE-002): a randomised, controlled, phase 2 trial. Lancet Oncol 2015;16(8):908-18. 3 Robert C, Schachter J, Long GV, et al; KEYNOTE-006 investigators. Pembrolizumab versus ipilimumab in advanced melanoma. N Engl J Med 2015;372(26):2521-32. 4 European Medicines Agency. European public assessment report (EPAR) for Keytruda. Londen, juli 2015 (www.emea.europa.eu).