Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens



Vergelijkbare documenten
EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

Examenmatrijs kennisexamen

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

Examenprogramma Ondernemingsrecht 1

VERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar

Examenprogramma Bijzondere Overeenkomsten: Koop en Huur 1

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1

Inhoud. 1.5 Materieel en formeel recht Samenvatting 17

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Compendium van het vermogensrecht voor de rechtspraktijk

Verantwoording. Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen:

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Compendium van het Nederlands vermogensrecht

ARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

Arbeidsrecht en Sociale Zekerheid. Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Inhoud. Lijst van afkortingen 1. Volgnummers parlementaire stukken Staten 3 BOEK 1 PERSONEN- EN FAMILIERECHT 7. Inleidende opmerkingen 9.

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN Inleiding... 3

I VERBINTENISSENRECHT 17

Inhoudsopgave. Lijst van gebruikte afkortingen XXV. Hoofdstuk 1. Algemene inleiding 1

Burgerlijk recht 4 BURGERLIJK RECHT 4 (CJU16.4/CREBO:56178)

Let op!! Niet iedere handeling die rechtsgevolgen heeft, is ook een rechtshandeling. Indeling rechtshandelingen: Meerzijdig.

Inhoudsopgave. Deel I: Goederenrecht

Samenvatting Inleiding Privaatrecht

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

H4 Verkrijging van goederen

MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011

Examenprogramma Communicatieve Vaardigheden 1

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Ondernemingsrecht niveau 5 Niveau

Loonadministratie Associatie Praktijkdiploma Loonadministratie Arbeidsrecht (FAR) MBO+ Vooropleiding:BKL, MPZ; vervolgopleiding: VPS

Vermogensrecht. Bronnenboek. Mr. Lydia Janssen. Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 6 van dit boek.

overeenkomsten overeenkomsten en verbintenissen

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

College 1: Algemene inleiding:

1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht

Recht in je opleiding

INHOUD. Enige afkortingen. Verkort aangehaalde literatuur. Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1

Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht

Inleiding Privaatrecht * * Zwaartepunten van het vermogensrecht RECHTEN, JAAR 1

Samenvatting Burgerlijk recht 1. Rechtsgeleerdheid

INHOUD. Voorwoord / V. Afkortingenlijst / XXI. Verkort aangehaalde literatuur / XXIII 1. DE VERBINTENIS IN HET ALGEMEEN / 1

Zwaartepunten van het vermogensrecht O.K. Brahn. Samenvatting door A.M.I. Verbakel

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10

Verbintenissenrecht algemeen

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Monografieen Nieuw BW. Prof. mr. W.H.M. REEHUIS Hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Derde geheel herschreven druk

STANDAARDANTWOORDEN THEORIE WEEK 1/1A

Algemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 19 DECEMBER UUR

Antwoorden opgaven Inleiding recht

Praktisch Verbintenissenrecht

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

EasyLecture. STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Inleiding Privaatrecht. ONDERDEEL Samenvattingen week 1 (Goederenrecht)

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Trefwoordenregister. Boedelschuld 163, 165, 172, 173, 178, 228 Boetebeding 36, 56, 59-61, 130

Inleiding Privaatrecht voor niet-juristen

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Inleiding Hoofdstuk I. Wie kan betalen?... 13

Let op! Betaling is geen vereiste!

VOORWOORD. juni 2018 de redactie

Hypothecair Planner (LHP)

Registergoederen en verjaring. docenten: Alex Geert Castermans & Jacqueline Peter

2.3.3 Overeenkomst is in strijd met de wet, goede zeden of openbare orde 58

Saxionstudent.nl Blok1

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens BKL, MPZ, PDL

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

DEEL 2 RECHTSGEVOLGEN EN FUNCTIES VAN BEZIT EN HOUDERSCHAP EN ASPECTEN DIE DAARBIJ VAN BELANG ZIJN

Inhoud. Bevoegdheden eigenaar Misbruik van bevoegdheid. Eigendomsverkrijging Inbezitneming Vinderschap Schatvinding Natrekking.

Inleiding in het NEDERLANDSE RECHT

Hoofdlijnen Nederlands Recht

7. Goederenrechtelijke rechten in het systeem van subjectieve rechten Verdeling over Boeken 3 en 5 en verhouding met de andere boeken8

Hét Juridisch Archief

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING

ANTWOORDEN OP THEORIEVRAGEN SYLLABUS GOEDERENRECHT SYLLABUS 2152

Hét Juridisch Archief

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit.

MEMORIE VAN TOELICHTING BOEK 6 NIEUW BURGERLIJK WETBOEK VAN SURINAME

Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap

Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 3 BEDRIJFSECONOMISCHE BEROEPSVORMING - FINANCIERING 3 (CBA10.3/CREBO:50142)

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

WOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber

Transcriptie:

Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Wijzigingen ten opzichte van het oude examenprogramma: Volmacht: gewijzigd in vertegenwoordiging; omschrijving vertegenwoordiging en lastgeving Toegevoegd: kwalitatieve rechten en verplichtingen Soorten verbintenissen vervallen, omdat deze niet meer in de literatuur voorkomen. Examenprogramma Vermogensrecht 1

1 Vermogensrecht in het algemeen 1.1 De kandidaat kan omschrijven wat onder een vermogensrecht wordt verstaan. 1.2 De kandidaat kan de volgende onderscheidingen van zaken toelichten: roerende en onroerende zaken; species- en genuszaken; deelbare en ondeelbare zaken; tegenwoordige en toekomstige zaken; zaken met en zonder publieke bestemming. 1.3 De kandidaat kan aangeven wat als bestanddeel van een zaak wordt aangemerkt. 1.4 De kandidaat kan een afhankelijk recht herkennen. 1.5 De kandidaat kan de eigenschappen van zakelijke rechten verklaren. 1.6 De kandidaat kan het recht van vruchtgebruik en het recht van gebruik en bewoning 1.7 De kandidaat kan de begrippen goede trouw, redelijkheid en billijkheid en misbruik van bevoegdheid 1.8 De kandidaat kan aangeven wat registergoederen zijn. 2 Rechtshandelingen 2.1 De kandidaat kan aangeven wanneer er sprake is van een rechtshandeling. 2.2 De kandidaat kan het onderscheid tussen eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen 2.3 De kandidaat kan het verschil tussen nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen 2.4 De kandidaat kan de verjaringstermijnen voor de vernietiging van rechtshandelingen aangeven. 2.5 De kandidaat kan de vereisten voor een rechtsgeldige rechtshandeling 2.6 De kandidaat kan de volgende wilsgebreken verklaren: bedreiging; bedrog; misbruik van omstandigheden; dwaling. 3 Vertegenwoordiging 3.1 De kandidaat kan het onderscheid tussen middellijke en onmiddellijke vertegenwoordiging verklaren. 3.2 De kandidaat kan de vereisten voor vertegenwoordiging krachtens volmacht 3.3 De kandidaat kan de gevolgen van het ontbreken van een toereikende volmacht aangeven. 3.4 De kandidaat kan de lastgevingsovereenkomst nader 4 Bezit en houderschap 4.1 De kandidaat kan de begrippen bezit en houderschap verklaren. 4.2 De kandidaat kan de rechtspositie van de houder en de bezitter 4.3 De kandidaat kan het verschil tussen bezit te goeder en niet te goeder trouw 4.4 De kandidaat kan de wijzen van bezitsverkrijging verklaren: opvolging onder algemene titel; inbezitneming; overdracht. 4.5 De kandidaat kan de volgende wijzen van bezitsverschaffing toelichten: feitelijke overgave; Examenprogramma Vermogensrecht 2

overeenkomst van bezitsoverdracht; levering constitutum possessorium; traditio brevi manu; traditio longa manu. 4.6 De kandidaat kan aangeven in welke gevallen van bezitsverlies sprake is. 5 Goederenrecht 5.1 De kandidaat kan omschrijven wanneer sprake is van eigendom. 5.2 De kandidaat kan de beperkingen op het eigendomsrecht aangeven. 5.3 De kandidaat kan de kwalitatieve rechten en kwalitatieve verplichtingen 5.4 De kandidaat kan de actie tot opvordering (revindicatie) verklaren. 5.5 De kandidaat kan de begrippen verkrijging onder algemene titel en onder bijzondere titel 5.6 De kandidaat kan de volgende wijzen van eigendomsverkrijging verklaren: onder algemene titel: erfopvolging; boedelmenging; fusie van een rechtspersoon; splitsing van een rechtspersoon. onder bijzondere titel: overdracht; verjaring; onteigening; toeëigening; vinderschap; schatvinding; natrekking; samensmelting; vermenging; zaaksvorming; vruchttrekking; aanwas; zaaksvervanging. 5.7 De kandidaat kan de regels van het burenrecht omschrijven 5.8 De kandidaat kan aangeven wat onder mandeligheid wordt verstaan. 5.9 De kandidaat kan de beperkte rechten en afhankelijke rechten 5.10 De kandidaat kan de volgende zakelijke rechten verklaren: recht van erfdienstbaarheid; recht van erfpacht; recht van opstal. 5.11 De kandidaat kan de vereisten voor een rechtsgeldige eigendomsoverdracht aangeven. 5.12 De kandidaat kan de leveringsformaliteiten voor roerende zaken, registergoederen en vorderingsrechten 5.13 De kandidaat kan derdenbescherming bij verkrijging van goederen aangeven. 6 Verjaring 6.1 De kandidaat kan de begrippen bevrijdende verjaring en verkrijgende verjaring 6.2 De kandidaat kan de algemene alsmede de bijzondere verjaringstermijnen aangeven. 6.3 De kandidaat kan aangeven wat onder stuiting en verlenging van de verjaring wordt verstaan. Examenprogramma Vermogensrecht 3

7 Zekerheidsrechten 7.1 De kandidaat kan de soorten pandrecht 7.2 De kandidaat kan de kenmerken van het pandrecht aangeven. 7.3 De kandidaat kan de wijze waarop het pandrecht kan worden gevestigd, 7.4 De kandidaat kan de rechten en verplichtingen van de pandhouder 7.5 De kandidaat kan aangeven wanneer het pandrecht tenietgaat. 7.6 De kandidaat kan het recht van hypotheek 7.7 De kandidaat kan de kenmerken van het hypotheekrecht aangeven. 7.8 De kandidaat kan toelichten op welke wijze het hypotheekrecht wordt gevestigd. 7.9 De kandidaat kan aangeven wanneer het hypotheekrecht tenietgaat. 7.10 De kandidaat kan de hypotheekbedingen 7.11 De kandidaat kan omschrijven wat onder royement wordt verstaan. 8 Verhaalsrecht op goederen 8.1 De kandidaat kan de gronden voor voorrang bij verhaal aangeven. 8.2 De kandidaat kan de bevoorrechte vorderingen op bepaalde goederen herkennen. 8.3 De kandidaat kan het recht van retentie 8.4 De kandidaat kan de voorrechten op het hele vermogen 8.5 De kandidaat kan de rangorde bij verhaal 8.6 De kandidaat kan de positie van preferente schuldeisers verklaren. 8.7 De kandidaat kan aangeven wat onder concurrente crediteuren wordt verstaan. 9 Verbintenissenrecht in het algemeen 9.1 De kandidaat kan de kenmerken van de verbintenis 9.2 De kandidaat kan de vereisten voor een rechtsgeldige verbintenis aangeven. 9.3 De kandidaat kan de bronnen van verbintenissen herkennen. 9.4 De kandidaat kan de natuurlijke verbintenis 9.5 De kandidaat kan de rechtsfiguren pluraliteit van schuldenaren en hoofdelijke verbondenheid 9.6 De kandidaat kan de pluraliteit van schuldeisers verklaren. 10 Overeenkomsten 10.1 De kandidaat kan de precontractuele verhoudingen 10.2 De kandidaat kan aangeven wat onder een obligatoire overeenkomst wordt verstaan. 10.3 De kandidaat kan de beginselen van het overeenkomstenrecht verklaren. 10.4 De kandidaat kan de onderscheiding van de volgende obligatoire overeenkomsten toelichten: onbenoemde, benoemde en gemengde overeenkomsten; consensuele, reële en formele overeenkomsten; wederkerige en eenzijdige overeenkomsten; overeenkomsten om niet en onder bezwarende titel; vergeldende en kansovereenkomsten; voorbijgaande en voortdurende overeenkomsten; principale en accessoire overeenkomsten. 10.5 De kandidaat kan de totstandkoming van de overeenkomst aangeven. 10.6 De kandidaat kan de algemene gronden voor nietigheid en vernietigbaarheid van overeenkomsten 10.7 De kandidaat kan de ontvangsttheorie 10.8 De kandidaat kan de wilsgebreken bij de totstandkoming van een overeenkomst aangeven. Examenprogramma Vermogensrecht 4

10.9 De kandidaat kan de vereisten voor rechtsgeldige algemene voorwaarden 10.10 De kandidaat kan de vernietigbaarheid van bedingen (grijze lijst en zwarte lijst) in algemene voorwaarden 10.11 De kandidaat kan de rechtsgevolgen van de overeenkomst 10.12 De kandidaat kan de volgende verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst toelichten: zaakwaarneming; onverschuldigde betaling; ongerechtvaardigde verrijking. 11 Onrechtmatige daad 11.1 De kandidaat kan de voorwaarden voor een actie uit onrechtmatige daad 11.2 De kandidaat kan de rechtvaardigingsgronden verklaren. 11.3 De kandidaat kan de rechtsvorderingen uit onrechtmatige daad aangeven. 11.4 De kandidaat kan het verschil tussen risicoaansprakelijkheid en schuldaansprakelijkheid aangeven. 11.5 De kandidaat kan omschrijven wat onder kwalitatieve aansprakelijkheid wordt verstaan. 11.6 De kandidaat kan de kwalitatieve aansprakelijkheid voor personen en zaken 11.7 De kandidaat kan de regels met betrekking tot de productaansprakelijkheid 11.8 De kandidaat kan de volgende bijzondere vormen van schade door onrechtmatige daad toelichten: ideële schade; letselschade; overlijdensschade. 11.9 De kandidaat kan de begrippen eigen schuld en medeschuld kunnen hanteren. 11.10 De kandidaat kan de voordeelstoerekening verklaren. 11.11 De kandidaat kan aangeven wanneer sprake is van misleidende reclame. 11.12 De kandidaat kan de rechtsvorderingen uit misleidende reclame verklaren. 12 Niet-nakoming van de verbintenis 12.1 De kandidaat kan aangeven wanneer sprake is van toerekenbare nietnakoming (wanprestatie). 12.2 De kandidaat kan de rechtsgevolgen van overmacht aangeven. 12.3 De kandidaat kan toelichten wanneer een ingebrekestelling is vereist. 12.4 De kandidaat kan de vereisten voor opschorting aangeven. 12.5 De kandidaat kan de rechtsvorderingen bij toerekenbare niet-nakoming aangeven. 12.6 De kandidaat kan de ongedaanmakingsverbintenissen na ontbinding 12.7 De kandidaat kan de volgende wijzen van tenietgaan van verbintenissen verklaren: betaling; verrekening; vermenging; afstand; tenietgaan van de verschuldigde prestatie; bevrijdende of extinctieve verjaring; in vervulling gaan van een ontbindende voorwaarde; nietigheid of vernietiging. Examenprogramma Vermogensrecht 5

Diplomalijn Examen Versie 1.0 Juridisch Vermogensrecht Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Toetsvorm Toetsduur Toegestane hulpmiddelen Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Schriftelijke examen 120 minuten Niet-geannoteerde wetboeken: burgerlijk wetboek voor het onderdeel vermogensrecht en bijzondere overeenkomsten. Basiswoordenboek Nederlands zonder aantekeningen of markeringen Woordenboek Nederlands-vreemde taal/vreemde taal- Nederlands zonder aantekeningen of markeringen Rekenmachine Toetsmatrijs K= Kennisvragen B= Begripsvragen T= Toepassingsvragen Eind term Toetsterm 1 t/m 3 1.1 t/m 1.8 2.1 t/m 2.6 3.1 t/m 3.4 Puntenverdeling in % Aantal vragen Vraagsoort min max min max % % % 0 10 0 3 Casuïstiek 4 4.1 t/m 4.6 8 20 2 5 Casuïstiek 5 t/m 6 5.1 t/m 5.13 6.1 t/m 6.3 7 t/m 8 7.1 t/m 7.11 8.1 t/m 8.7 9 t/m 10 9.1 t/m 9.6 10.1 t/m 10.12 8 40 2 10 Casuïstiek 8 20 2 5 Casuïstiek 20 60 5 15 Casuïstiek 11 11.1 t/m 11.12 8 20 2 5 Casuïstiek 12 12.1 t/m 12.7 8 20 2 5 Casuïstiek totaal 100 25 10* 10* 80* * Met een marge van plus of min 5%. Examenprogramma Vermogensrecht 6