EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Ondernemingsrecht niveau 5 Niveau

Transcriptie

1 EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Ondernemingsrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 2-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door Bestuur Nederlandse Associatie voor Eaminering Bijzonderheden geen Pagina 1

2 Eind- en toetstermen *) = Zie toelichting 1 Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid 1.1 De kandidaat kan toelichten wat de volgende ondernemingsvormen inhouden: eenmanszaak maatschap vennootschap onder firma commanditaire vennootschap 1.2 De kandidaat kan toelichten wat de interne en eterne verhouding van de vennoten bij de maatschap en de vennootschap onder firma inhoudt. 1.3 De kandidaat kan het afgescheiden vermogen van de vennootschap onder firma toelichten. 2 Algemene bepalingen van rechtspersonen 2.1 De kandidaat kan vaststellen wanneer sprake is van doeloverschrijding van de rechtspersoon. 2.2 De kandidaat kan de rechtsgevolgen van geldige, nietige of vernietigbare besluiten van de rechtspersoon toelichten. 2.3 De kandidaat kan de omzetting van de rechtspersoon uitleggen. 2.4 De kandidaat kan aangeven op welke wijze ontbinding en vereffening van de rechtspersoon geschiedt. 2.5 De kandidaat kan toelichten wat een rechterlijke ontbinding en een ontbinding door de Kamer van Koophandel van de rechtspersoon inhoudt. 2.6 De kandidaat kan de structuurregeling toelichten. 3 Naamloze vennootschap en besloten vennootschap 3.1 De kandidaat kan de bekrachtiging van rechtshandelingen tijdens de oprichtingsperiode van een nv en bv toelichten. 3.2 De kandidaat kan de bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders 3.3 De kandidaat kan de regels van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur toepassen. 3.4 De kandidaat kan de wijze van benoeming, schorsing en ontslag van bestuurders uitleggen. 3.5 De kandidaat kan de bevoegdheden van de raad van commissarissen 3.6 De kandidaat kan de aansprakelijkheid van bestuurders toelichten. 3.7 De kandidaat kan de begrippen concern, holding, groepsmaatschappij en deelneming uitleggen. 4 Kapitaal en vermogen 4.1 De kandidaat kan de volgende regels van de kapitaal- en vermogensbescherming toepassen: volstortingsplicht van de aandeelhouder inkoop van eigen aandelen verbod op het verstrekken van leningen beperking van dividenduitkeringen vermindering en terugbetaling van aandelenkapitaal 4.2 De kandidaat kan uitbreiding van het aandelenkapitaal middels emissie van aandelen uitleggen. Ondernemingsrecht niveau 5 Pagina 2

3 *) = Zie toelichting 4.3 De kandidaat kan aangeven wat de volgende aandelen inhouden: aandeel aan toonder aandeel op naam onderaandeel prioriteitsaandeel preferent aandeel cumulatief preferent aandeel bonusaandeel certificaat van aandeel obligatie 5 Fusie en splitsing 5.1 De kandidaat kan de volgende vormen van fusie uitleggen: aandelenfusie bedrijfsfusie juridische fusie 5.2 De kandidaat kan de juridische splitsing uitleggen. 5.3 De kandidaat kan de fusiegedragsregels uitleggen. 6 Vereniging, coöperatieve vereniging en onderlinge waarborgmaatschappij 6.1 De kandidaat kan de oprichting van de vereniging toelichten. 6.2 De kandidaat kan de bevoegdheden van de ledenvergadering 6.3 De kandidaat kan de beëindiging van het lidmaatschap 6.4 De kandidaat kan de benoeming en het ontslag van het bestuur 6.5 De kandidaat kan aangeven wanneer bestuurders hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. 6.6 De kandidaat kan de regels van de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij de vereniging toepassen. 6.7 De kandidaat kan de regels met betrekking tot het toezicht op het bestuur bij de vereniging toepassen. 6.8 De kandidaat kan de verschillende vormen van aansprakelijkheid van de leden van de coöperatieve vereniging toepassen. 6.9 De kandidaat kan de onderlinge waarborgmaatschappij uitleggen. 7 Stichting 7.1 De kandidaat kan de oprichtingsvereisten voor de stichting 7.2 De kandidaat kan de bevoegdheden van en toezicht op het stichtingsbestuur toelichten. 8 Geschillenregeling en recht van enquête 8.1 De kandidaat kan de functie van de ondernemingskamer uitleggen. 8.2 De kandidaat kan de geschillenregeling toepassen. 8.3 De kandidaat kan het verloop van de enquêteprocedure 8.4 De kandidaat kan de voorzieningen van de ondernemingskamer toelichten. 9 Faillissementsrecht 9.1 De kandidaat kan de voorwaarden voor een faillietverklaring toelichten. 9.2 De kandidaat kan aangeven wie een faillissement kan aanvragen. 9.3 De kandidaat kan de rechtspositie van de gefailleerde toelichten. 9.4 De kandidaat kan de positie van de curator en de rechter-commissaris 9.5 De kandidaat kan de positie van separatisten bij faillissement 9.6 De kandidaat kan de procedure ten aanzien van de verificatie van schuldvorderingen toelichten. 9.7 De kandidaat kan de taak van de verificatievergadering toelichten. 9.8 De kandidaat kan de wijzen van beeinidiging van faillissement Ondernemingsrecht niveau 5 Pagina 3

4 *) = Zie toelichting 9.9 De kandidaat kan de rangorde van de vorderingen in geval van faillissement toelichten De kandidaat kan de wijze van vereffening van de boedel toelichten De kandidaat kan de rechtspositie van de gefailleerde na afloop van het faillissement toelichten. 10 Surseance van betaling 10.1 De kandidaat kan het verloop van de surseance van betaling toelichten De kandidaat kan de rechtspositie van de schuldenaar 10.3 De kandidaat kan toelichten wat de gevolgen zijn van surseance van betaling ten aanzien van: gelegde beslagen positie van separatisten concurrente vorderingen 10.4 De kandidaat kan de wijzen van beeindiging van een surseance van betaling 11 Schuldsanering natuurlijke personen 11.1 De kandidaat kan de schuldsaneringsregeling toepassen. Ondernemingsrecht niveau 5 Pagina 4

5 TOETSMATRIJS Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Ondernemingsrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Ondernemingsrecht niveau 5 Versie 2-0 Geldig vanaf Toetsvorm online Toetsduur 2 uur (120 minuten) Totaal aantal vragen 29 Geslaagd bij 55% van het totaal aantal te behalen punten *) Toegestane hulpmiddelen woordenboek rekenmachine niet-geannoteerde wettenbundel Burgerlijk Recht Eindterm Toetsterm(en) %age pnt min %age pnt ma Vraagsoort **) open vragen en open vragen 2 2.1, 2.2 en open vragen 2 2.3, 2.4 en open vragen 3 3.1, 3.3 en open vragen 3 3.2, 3.4, 3.5 en open vragen open vragen en open vragen t/m open vragen 6 6.1, 6.6, 6.7 en open vragen 6 6.2, 6.3, 6.4, 6.5 en open vragen open vragen 7 en 8 7.2, 8.2 en open vragen en open vragen 9 9.1, 9.3, 9.6, 9.7, 9.9, 9.10 en open vragen 9 9.2, 9.4, 9.5 en open vragen en open vragen en open vragen open vragen Verdeling beheersingsniveaus in percentage van het aantal punten: De verdeling in punten en beheersingsniveau kan 5% afwijken van de opgegeven waarden. *) Iemand met 54,99% van het totaal aantal te behalen punten is niet geslaagd. **) Een open vraag is een vraag waarbij een kandidaat zelf een antwoord moet formuleren. Bij een gesloten vraag maakt een kandidaat een keuze uit gegeven opties. Voor een voorbeeld van door de Associatie gebruikte vraagsoorten, klik hier. Pagina 5