Inhoud Vechten voor wie je bent! Illustratie van een docent 11 Leidinggevende wie ben je? Inleiding op het centrale thema 13 Dolf van den Berg, namens alle auteurs en andere betrokkenen Wie is het die leiding geeft? 13 Persoonlijke en professionele ontwikkeling van alle medewerkers 14 Een postmodern perspectief op leidinggeven: naar een herschepping 15 Opbouw van het boek 16 Referenties 19 Hoofdstuk 1 Een postmodern toekomstperspectief op leidinggeven 21 Dolf van den Berg 1.1 Introductie 21 1.2 Behoefte aan postmoderne ruimte in leidinggeven 22 1.3 De Nieuwe Orthodoxie in het onderwijs 26 1.4 Referenties 34 Hoofdstuk 2 Vijf basisprincipes die leiden tot dimensies van excellent leiderschap 37 Dolf van den Berg 2.1 Introductie 37 2.2 Zoeken naar nieuwe basisprincipes voor interveniëren 38 2.3 Eerste basisprincipe: je bent maar gedeeltelijk maakbaar 40
6 Leidinggevende, wie ben je? 2.4 Tweede basisprincipe: minder denken vanuit deficiënties en meer sturen op onderliggende overtuigingen en drijfveren 44 2.5 Derde basisprincipe: mensen construeren hun eigen betekenissen 49 2.6 Vierde basisprincipe: naar een houding van Ik doe er toe 52 2.7 Vijfde basisprincipe: kwaliteitsbeleving als belangrijk aspect van kwaliteitszorg 55 2.8 Elf dimensies van excellent leiderschap als resultante van de basisprincipes 58 2.9 Referenties 62 Brief aan de minister van Onderwijs: Krijg ik straf? Illustratie van een directeur ROC onderwijscluster 67 Hoofdstuk 3 Verandert leiderschap? Op zoek naar de professionele ruimte! 69 Portret van het Titus Brandsmalyceum op basis van dialoogsessies Dolf van den Berg in samenwerking met Peter de Roode en medewerkers van het Titus Brandsmalyceum 3.1 Situering van de dialoogsessies 69 3.2 De basisvraag en de gevolgde methodiek 73 3.3 De gevalsbeschrijvingen 75 3.3.1 Eerste casus: het ervaren van professionele ruimte 75 3.3.2 Tweede casus: professionele ruimte in relatie tot het dragen van verantwoordelijkheid 76 3.3.3 Derde casus: het bij conflicten wegnemen van je autonomie 77 3.3.4 Vierde casus: het nemen van verantwoordelijkheid door het ontwikkelen van een nieuw vakgebied 78 3.3.5 Vijfde casus: zoeken naar een groter vertrouwen in jezelf als docent, mede op basis van feedback 79 3.3.6 Zesde casus: meer behoefte aan beslissingsbevoegdheid 80 3.3.7 Zevende casus: professionele ruimte versus ongewilde afhankelijkheid van de methode 81 3.3.8 Achtste casus: je gekend weten, daar groei je persoonlijk van! 82 3.3.9 Negende casus: vergroting van het speelveld van het team. Vertrouwen geeft autonomie 83 3.3.10 Tiende casus: toestemming vooraf of verantwoording achteraf? Het risico een speelbal te worden van de omgeving 84 3.3.11 Elfde casus: behoefte aan persoonlijke ontwikkeling 85 3.3.12 Twaalfde casus: veiligheid en vertrouwen in de groep als voorwaarden voor autonomie 87
Inhoud 7 3.4 Terug naar de dimensies van excellent leiderschap 88 3.4.1 Het krijgen en geven van ruimte voor jouw eigen en andermans ontwikkeling, inclusief de mogelijkheid eigen keuzes te maken (eerste dimensie) 88 3.4.2 Het niet ongewild afhankelijk zijn: de behoefte aan een diepe autonomie (tweede dimensie) 89 3.4.3 Het aanbieden van de juiste ervaringen voor een verrijkende ontwikkeling van professionals: het bevorderen van een juiste competentie-ondersteunende context (derde dimensie) 90 3.4.4 Het niet werken vanuit deficiënties, maar meer sturen op onderliggende capaciteiten, overtuigingen en drijfveren (vierde dimensie) 90 3.4.5 Het bij jezelf en anderen een houding creëren van Ik doe er toe : het laten beleven van persoonlijke doelmatigheid en het bijdragen aan een vergroting van het eigen kunnen (zesde dimensie) 91 3.4.6 Het voldoen aan de feedbackvraag om zelfbevestiging als een aspect van het gevoel van eigenwaarde (achtste dimensie) 92 3.5 Reflectie: het belang van transformationeel leiderschap 93 3.6 Referenties 96 Hoofdstuk 4 Illustraties van dimensies van excellent leiderschap 97 Portret van het Titus Brandsmalyceum op basis van interviews en beschrijvingen Dolf van den Berg in samenwerking met Ton van Roosmalen en medewerkers van het Titus Brandsmalyceum 4.1 Inleiding en opzet 97 4.2 Beschrijving van de elf dimensies van excellent leiderschap 98 4.2.1 Eerste dimensie: het krijgen en geven van ruimte voor jouw eigen en andermans ontwikkeling, inclusief de mogelijkheid eigen keuzes te maken 98 4.2.2 Tweede dimensie: het niet ongewild afhankelijk zijn: de behoefte aan een diepe autonomie 100 4.2.3 Derde dimensie: het aanbieden van de juiste ervaringen voor een verrijkende ontwikkeling van professionals: het bevorderen van een juiste competentie-ondersteunende context 102 4.2.4 Vierde dimensie: het niet werken vanuit deficiënties, maar meer sturen op onderliggende capaciteiten, overtuigingen en drijfveren 104
8 Leidinggevende, wie ben je? 4.2.5 Vijfde dimensie: het leveren van een bijdrage aan het expliciteren van kernwaarden van personen binnen jouw organisatie 106 4.2.6 Zesde dimensie: het bij jezelf en anderen een houding creëren van Ik doe er toe : het laten beleven van persoonlijke doelmatigheid en het bijdragen aan een vergroting van het eigen kunnen 107 4.2.7 Zevende dimensie: het gezamenlijk geïnspireerd worden door een missie/visie en het onderwijs beschouwen als een belangrijk zingevend element in je eigen functioneren en dat van anderen 109 4.2.8 Achtste dimensie: het voldoen aan de feedbackvraag om zelfbevestiging als een dimensie van het gevoel van eigenwaarde 113 4.2.9 Negende dimensie: het bevorderen dat jij en jouw collega s het onderwijs zien als een weg om betekenis te geven aan jouw eigen leven en dat van anderen (in de vorm van gedeelde betekenisgeving) 115 4.2.10 Tiende dimensie: in de vorm van een dialoog een bijdrage leveren aan jouw professionele leergemeenschap door middel van inspireren en motiveren van collega s en leerlingen 119 4.2.11 Elfde dimensie: op een andere wijze leren kijken naar kwaliteit en wel in de vorm van kwaliteitsbeleving 121 4.3 Reflectie: Competentie en vertrouwen als centrifugerende krachten 123 Bijlage: Onderzoeksprotocol: wijze waarop de dimensies van excellent leiderschap in de interviews aan de orde zijn gesteld 128 Hoofdstuk 5 De rijkdom van het onvoltooide 131 Reflecties op de twee portretten Dolf van den Berg in samenwerking met medewerkers van het Titus Brandsmalyceum 5.1. Inleiding 131 5.2 Situering van de terugkoppeling naar de rector, de teamleiders, de docenten en het ondersteunend personeel 132 5.3 Resultaten 136 5.3.1 De eerste onderzoeksvraag: Geven de rapportages een goed (valide) beeld van het TBL? Is dit nu onze (mijn) werkelijkheid? Klopt het wat de portretten laten zien? Welke betekenissen hebben de portretten voor mij? 136 5.3.2 De tweede onderzoeksvraag: Wat kunnen de leidinggevenden hiervan naar jullie mening leren? Bij het stellen van deze vraag gaan wij ervan uit dat jullie als docenten en ondersteunend personeel ook verantwoording dragen voor een goed proces van leidinggeven 140
Inhoud 9 5.3.3 De derde onderzoeksvraag: Wat kunnen wij zelf als docenten of ondersteunend personeel hiervan leren? Bij deze vraag veronderstellen wij dat een aantal geschetste dimensies van leiderschap ook van belang zijn voor jullie werk in de school om de beste resultaten te behalen 142 5.4 Interpretaties en perspectief 145 5.5 Referenties 152 Wat me drijft in mijn werk! Illustratie van een teamleider 155 Hoofdstuk 6 Pedagogisch leiderschap 157 Luc Stevens 6.1 Inleiding 157 6.2 Waarom pedagogisch leiderschap bij de schoolleider? 159 6.3 Management en leiderschap 163 6.4 De pedagogisch leider als authentiek leider 166 6.5 School wie ben je? De pedagogisch leider als verantwoordelijk kompas 168 6.6 Spanning tussen leefwereld en systeem, normatieve professionaliteit 170 6.7 Maatschappelijke betekenis van pedagogisch leiderschap 175 6.8 De eerste verantwoordelijkheid van pedagogisch leiderschap: het zekeren van de zin in de school 179 6.9 Kwetsbaarheid, reflectie en verantwoording 182 6.10 Ontwikkeling van pedagogisch leiderschap, een voorbeeld 184 6.11 Moed! 186 6.12 Referenties 187 Over de noodzaak van een pedagogisch fundament. Illustratie van een docent 191 Hoofdstuk 7 Een basisschool leiden in Vlaanderen: zoeken naar een evenwicht tussen regelgericht macrobeleid en geëngageerd leiderschap 193 Roland Vandenberghe 7.1 Inleiding 193 7.2 Een school leiden in een turbulente beleidsomgeving 194 7.3 Conflicterende verwachtingen 198
10 Leidinggevende, wie ben je? 7.4 Over de veel geprezen autonomie van scholen 204 7.5 Wat stimuleert schoolleiders? 211 7.6 De kern van leiderschap: professionele relaties opbouwen 213 7.7 Verder zoeken naar de kern van leiderschap 215 7.8 Referenties 218 Hoofdstuk 8 Directeuren Basisonderwijs in Vlaanderen aan het woord 223 Goede dagen op school Roland Vandenberghe 8.1 Situering van het onderzoek 223 8.2 Aanleiding tot de activiteit 225 8.3 Wat heeft u gedaan? 228 8.4 Inspiratie en ondersteuning 234 8.5 Belangrijkste resultaten 237 8.6 Waarom is deze activiteit geslaagd? 240 8.7 Advies voor toekomstige directeuren 244 8.8 Suggesties voor beleidsmakers 251 8.9 Over goede dagen op school en geëngageerd leiderschap 258 Bijlage: Ik als schoolleider: over de goede dagen op school 263 Ik heb een andere taal nodig dan cijfertaal! Illustratie van een leraar 265 Hoofdstuk 9 Leidinggevende, wie ben je? Naschrift 267 Dolf van den Berg De plek der moeite 267 De ontdekkingsreis naar het Zelf 269 De groeibriljant van betekenisgeving 273 Organisaties zijn meer dan een stilleven 274 Tegen de stroom in willen zwemmen 276 Van vasthouden naar loslaten. Illustratie van een voorzitter van een College van Bestuur 277 Trefwoordenregister 279 Over de auteurs en medewerkenden 283