Vergelijkbare documenten
Richtlijn: meten van milieu effecten van sportevenementen. NHTV University of Applied Sciences Breda, The Netherlands

Richtlijn onderzoek. milieubelasting

Basismodule. Basisvragen, gegevensverzameling en analyse



Notitie V4 (maart 2012) Procedure voor evaluaties van sportevenementen volgens WESP richtlijnen

De economische waarde van sportevenementen

Inspiratielijst voor het verduurzamen van festivals en evenementen in Twente

Template voor Net Promoter Score geavanceerde uitgebreide versie. Inhoudsopgave. Hoofdsectie De Net Promoter Score (vaste sectie)...

Evaluatiemethode Brabantse sportevenementen

Institute for Medical Technology Assessment. Productivity Cost Questionnaire Productivity and Health Research Group

Doelgroep Het instrument analyseert de zorg op het niveau van: met name geschikt voor Individuele basisschool Ja O O Speciale basisschool 0 Ja O

Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben over het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met Gerd Weitkamp via of

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Richtlijnenhandboek. *** Tevredenheid ***

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

BERK FLEXIBELE OPVANG

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Rapportage. Economische impactmeting Marathon Zeeland

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Resultaten enquête Uithoornlijn

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Tamboerijn ONDERNEMERSRAPPORTAGE ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID oktober 2013, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen

PF Toekomst voor jongeren in Fryslân

Veldformulier Belevingsenquête (NL)

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?

Gemeente Breda. Omnibusenquête Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Duurzame evenementen

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

CQ-Index Opvang. Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten. Levantogroep

V.o.f. transportbedrijf G.L. De Haan

Jerometer activiteit Meet de impact van je activiteit op het milieu

Wat vinden de inwoners van gemeente Westland van haar openbaar vervoer netwerk en staan zij open voor veranderingen?

Cliëntervaringsonderzoek Wmo & Jeugd 2016

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober Oktober 2014

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

De Letselschaderaad_GOMA_Tabellen Patiënten

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

Kinderdagverblijven. Kinderdagverblijven. Oudertevredenheidsonderzoek voor kinderdagverblijven

Validatiecriteria voor Huurdersoordeel 2016

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

MANAGEMENT SUMMARY SCD001. Bereiksonderzoek Schoolmagazine Mick Santifort Sandra van Laar

Rapport Onderzoek Evenementenbeleid Kampen 2015

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Oudertevredenheidsonderzoek Kinderdagverblijven Peuterspeelszalen Buitenschoolse Opvang

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012

Omnibusenquête deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Energie meetplan

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Toelichting op Medewerkeronderzoek door H&S Adviesgroep

2B2 Energie meetplan 2017

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

BURGERPANEL HUIZEN PEILING MILIEU

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

ONDERZOEK IBP COMMUNICATIE VERKEER

Energie meetplan

Privacy. Rapportage onderzoek online privacy. 10 februari Right Marktonderzoek

Rapport Klanttevredenheidsonderzoek Kredietbank Nederland 2013 / 2014 Gemeente Renkum

Review CO 2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.1

De Klanteffectvragenlijst. Handleiding

NIDAP Informatie / Audits NIDAP. Opleidingsmarktonderzoek. Informatie over onze onderzoeksdiensten NIDAP 2015

Werkinstructie PREM Fysiotherapie NIVEL, december 2016

Auteurs: Baarda e.a. isbn:

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO 2-prestatieladder 2.1

CO 2 Communicatieplan. 18 mei 2015

HypoBewust: een educatief groepsprogramma met internet voor diabetespatiënten met hypoproblematiek. Een studie naar de kosteneffectiviteit.

Energie Management Actieplan

CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: Versie: 1.0

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013

CO 2 Communicatieplan

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN EN GEMEENTELIJKE SPORTBELEID. In opdracht van NOC*NSF

Resultaten enquête evenementen Oosterpark 2012

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

INWONERSPANEL CUIJK PEILING PARKEERBELEID CENTRUM

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Energie management Actieplan

Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Met dank aan Jolanda Jansen (Ahoy), Jan van Vliet (Ahoy) en Gerda IJff (Rotterdam Topsport)

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Wat is de invloed van uw zorgverzekeraar?

Huiberts BV. Review CO 2 reductiesysteem 2.A.2_1. Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Aan de slag met de EFFECTENMONITOR. Startbijeenkomst, 19 maart 2019 Amersfoort

Communicatieplan. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van. Henzen Wegenbouw B.V.

INFORMATIEBEHOEFTEN EN INFORMATIEZOEKGEDRAG IN RELATIE TOT SPORT. In opdracht van NOC*NSF

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

2.B.2 Energie meetplan 2018

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Milieudoelen Jan Kuipers Nunspeet

Resultaten. LimeSurvey Eenvoudige statistieken Vragenlijst 'Enquête elektrische auto' Vragenlijst 36685

Vragenlijst. PREM Fysiotherapie versie 2.0. Versie ouders/verzorgers van kinderen t/m 11 jaar. Ervaren kwaliteit van de fysiotherapie Oktober 2016

Rapport. CO2-prestatieladder communicatieplan projectnaam Communicatieplan 2014 referentie AKA/003

Transcriptie:

Richtlijnenhandboek *** Milieu *** CONCEPT Richtlijn voor het meten van de milieueffecten van sportevenementen. Datum: 29 mei 2013 Auteurs: Paul Hover (Mulier Instituut), Paul Peeters (NHTV) & Desirée Verbeek (NHTV)

2

Verantwoording 4 1. Inleiding 5 1.1 Milieu 5 1.2 Leeswijzer 6 2. Wat wordt hoe gemeten? 7 2.1 Wat wordt gemeten? 7 2.2 Hoe wordt gemeten? 8 3. Interviews met organisator 9 3.1 Inleiding 9 3.2 Interview vóór evenement 9 3.3 Interview na evenement 10 4. Bezoekersenquête 13 4.1 Inleiding 13 4.2 Methoden en steekproef 13 4.3 Face to face tijdens evenement 14 4.4 Via internet na evenement 14 4.5 Uitvoering 15 5. Rekenen en rapporteren 16 5.1 Inleiding 16 5.2 Rekenen 16 5.3 Rapporteren 17 Literatuur 19 Bijlage I Deelnemers/Bezoekersenquête 20 Bijlage II Interview met organisator 23 Bijlage III Indicatoren en scores 26 Bijlage IV Landen enkele reis afstanden 33 Bijlage V Inspiratielijst 36 3

Verantwoording Bij de evaluatie van (sport)evenementen is het van belang een gedegen en betrouwbaar meetinstrument te hanteren. Wanneer dit meetinstrument gestandaardiseerd is en op uniforme wijze wordt toegepast, dan worden de effecten van evenementen beter vergelijkbaar en wordt een groter leereffect bereikt. Dit draagt bij aan de professionalisering en rendementsvergroting bij het organiseren van evenementen. Met de resultaten van het onderzoek zijn organisatoren en andere belanghebbenden (gemeenten, provincies) in staat om de betekenis van het evenement beter te duiden, verbeterpunten te identificeren (leereffect), de resultaten te gebruiken voor interne en externe communicatie en in het geval van herhaling van metingen ontwikkelingen te registreren. Dit richtlijnenhandboek biedt een door de WESP (Werkgroep Evaluatie Sportevenementen) erkend meetinstrument aan dat wordt aanbevolen aan partijen die belang hebben bij de effectmeting van sportevenementen. Het is een initiatief van de WESP in samenwerking met het Platform Sporteconomie en het evenemententeam van NOC*NSF. De richtlijn is bedoeld voor personen die de milieueffecten van sportevenementen willen onderzoeken. Bij het gebruik van de richtlijn en het aanvragen van een peer-review wordt gevraagd om dit te melden bij de secretaris van de WESP (Willem de Boer, 0613076024). De auteurs houden zich aanbevolen voor inhoudelijke feedback en implementatie van de richtlijn (Paul Hover,p.hover@mulierinstituut.nl), Paul Peeters (peeters.p@nhtv.nl) en Desirée Verbeek (verbeek.d@nhtv.nl). Bij het gebruik van deze richtlijn dient verwezen te worden naar voorliggend document: Evaluatie uitgevoerd volgens richtlijnenhandboek Milieu zonder toetsing. Vindt er een peerreview plaats, dan wijzigt de bronvermelding in: Evaluatie uitgevoerd volgens Richtlijnenhandboek Milieu met toetsing. Bronvermelding is verplicht bij alle communicatieuitingen, waaronder persberichten. De volgende richtlijnen vanuit de WESP zijn eveneens beschikbaar: Economische impact Prognose economische impact Bezoekersaantallen Belevingsonderzoek Bezoekersprofielen Tevredenheid Promotionele waarde Leefstijl en vitaliteit Participatie en cohesie Kijk voor meer informatie op de website van de WESP: www.evenementenevaluatie.nl. 4

1. Inleiding 1.1 Milieu Aanleiding De Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) is een samenwerking tussen kennisinstellingen op het gebied van evenementenevaluatie. De doelstelling van de werkgroep is het bieden van een ontmoetingsplek voor onderzoekers, beleidsmakers en andere geïnteresseerden in de sporteconomie en in effectmetingen van sportevenementen. De bredere missie is het stimuleren van de kwaliteit, de omvang en toegankelijkheid van het sportonderzoek mede als ondersteuning van nationaal en lokaal sportbeleid en sportmanagement. In de WESP worden richtlijnen voor de effecten van sportevenementen ontwikkeld en geborgd. De deelnemende kennisinstellingen voeren onderzoek uit volgens de WESP-richtlijnen. De WESP is sinds 2008 actief en kent inmiddels meer dan 30 leden van ruim 25 Nederlandse kennisinstellingen, evenementorganisatoren, adviesbureaus en beleidsorganisaties. Voorliggend document is een uitbreiding van deze reeks. De richtlijn is opgesteld door Paul Hover (Mulier Instituut), Paul Peeters (NHTV) en Desirée Verbeek (NHTV). Belang van milieueffecten Sportevenementen zijn een bron van amusement voor velen, waaronder bezoekers, sponsoren en deelnemers. Evenementen kennen echter ook een keerzijde. Deze lusten en lasten zijn zelden gelijk over groepen verdeeld. Bij een hardloopwedstrijd in de binnenstad ontlenen bezoekers en deelnemers veel plezier aan het plaatsvinden van het evenement. In de meeste gevallen zal dat ook voor de horecaondernemers in het betreffende gebied gelden, die voordeel hebben bij de toestroom van (extra) bezoekers. Lokale inwoners kunnen echter lasten ervaren, met name de groep die noch deelneemt, noch bezoekt. Hierbij valt te denken aan milieuaspecten waaronder afval en zwerfvuil, verkeerscongestie en geluidsoverlast. Voor organisatoren van evenementen, en hun stakeholders (o.a. overheid, sponsoren) is het van belang zicht te krijgen op de mate en aard van de milieubelasting en hoe die eventueel te kunnen reduceren. In deze richtlijn gaat over het meten van de milieugevolgen van sportevenementen met als doel deze te verminderen. Vermindering van de milieubelasting heeft betrekking op de planet, één van de drie pijlers van duurzame ontwikkeling planet, people, profit. De gedachte achter duurzame ontwikkeling is dat we de aarde zodanig achterlaten dat ook toekomstige generaties een goede economische ontwikkeling kunnen doormaken en er een goede verdeling is van de lusten en de lasten van onze gedragingen. De milieubelasting van een sportevenement hangt in sterke mate samen met de wijze waarop het evenement georganiseerd is. Sportevenementen zullen altijd het milieu belasten, maar kunnen ook aanleiding zijn voor afgeleide activiteiten op milieuvlak, die dus ook positief kunnen zijn. De Olympische en Paralympische Spelen van Seoel (1988) hebben bijvoorbeeld gezorgd voor aanleg van nieuwe watersystemen, schoonmaak van de Han rivier, openbaar vervoer en de realisatie van nieuwe parken (Preuss 2004). Dergelijke afgeleide activiteiten worden in deze richtlijn buiten beschouwing gelaten, er wordt gefocust op de directe milieubelasting van het sportevenement. 5

In deze richtlijn richten we ons aldus op de planet. De pijlers people en profit worden behandeld in andere richtlijnen (o.a. economische impact en participatie en cohesie). Volgens Coalter & Taylor (2008) kan het meten van milieueffecten worden gezien als de tegenhanger ( dark side ) van economische impactstudies. Economische impactstudies brengen in beeld welke additionele uitgaven als gevolg van het evenement gedaan worden, terwijl de milieubelasting in beeld brengt welke (schaarse) middelen daarvoor aangewend zijn. Wat verstaan we onder milieu? Bij milieu gaat het in deze richtlijn om effecten van een sportevenement op de fysieke en natuurlijke omgeving en de leefbaarheid. Daarbij speelt een groot aantal zeer verschillende effecten een rol: van geluidhinder tot afval en van energiegebruik tot landschappelijke inpassing. Niet alle effecten zijn altijd relevant voor elk sportevenement. Bij sommige is geluidhinder van groot belang bij andere juist het energiegebruik of de effecten op de luchtkwaliteit. Vliegverkeer in het kader van een sportevenement (bijvoorbeeld in geval van buitenlandse deelnemers en bezoekers) kan worden beschouwd als een factor die de belasting van het milieu erg kan opdrijven. In mindere mate geldt dat ook voor het gebruik van de auto. Voor het meten van de milieubelasting bestaan verschillende tools. Sommige daarvan zijn integraal en proberen een aantal effecten in één getal samen te vatten. De ecologische voetafdruk is er zo een die bijvoorbeeld grondgebruik, afval, energie en grondstoffen in één getal onderbrengt. Communicatief is zo n getal praktisch, maar ten behoeve van beleidsontwikkeling is meer inzicht wenselijk. Om hoeveel energiegebruik en van welke bron gaat het en hoeveel en wat voor soort afval komt er vrij? De voorliggende richtlijn is voor een belangrijk deel geïnspireerd door drie documenten, namelijk de Sustainable Sport and Event Toolkit (Duffy & Dolf 2010), de Milieubarometer voor Evenementen (Verstand 2005) en de handleiding publieksevenementen van The Green Key (Stichting Keurmerk Duurzaamheid, Veiligheid en Kwaliteit 2010). Laatstgenoemd document beschrijft de wijze waarop een evenementenorganisator in aanmerking kan komen voor een keurmerk (goud, zilver of brons). De voorliggende richtlijn leidt niet tot een vorm van certificering. Deze richtlijn kan beschouwd worden als een vereenvoudigde variant van, en mogelijk opmaat voor, het verkrijgen van het keurmerk van The Green Key. 1.2 Leeswijzer De lezer die minder interesse heeft in de achtergronden van deze richtlijn en graag meteen aan de slag wil kan het volgende hoofdstuk overslaan en desgewenst doorbladeren naar de vragenlijsten die in de bijlagen zijn opgenomen. In het volgende hoofdstuk is beschreven welke zaken met deze richtlijn worden gemeten en op welke wijze. In hoofdstuk 3 is de aanpak van de interviews met de evenementenorganisator verwoord. In hoofdstuk 4 is ingegaan op de bezoekersenquête. De gegevensverwerking, -analyse en rapportage komen in hoofdstuk 5 aan bod. De bijlagen geven ondersteunende informatie. 6

2. Wat wordt hoe gemeten? 2.1 Wat wordt gemeten? De richtlijn meet de volgende twee zaken: 1. De (mate waarin en de) wijze waarop de organisator van het evenement (samen met stakeholders) heeft gewerkt aan het reduceren van de milieubelasting; 2. De mate waarin een sportevenement heeft geleid tot milieubelasting, gebaseerd op bezoekersonderzoek. Operationalisering In deze richtlijn is ervoor gekozen om te focussen op de belangrijkste milieueffecten. Dat zijn energie, broeikasgas emissies, luchtkwaliteit, afval, geluidhinder, watergebruik, afvalwater en ruimtegebruik. De aanpak van deze milieuproblemen kan worden verdeeld over vier categorieën welke de aspecten van het sportevenement weergeven waarin milieueffecten gereduceerd kunnen worden. Elke categorie kent meerdere indicatoren (zie tabel 2.1) Tabel 2.1 Categorieën belangrijkste milieueffecten en indicatoren A. Beleid, communicatie en sponsoring Milieubeleid Commitment stakeholders Interne/Externe Communicatie Sponsoring Papierverbruik B. Locatieselectie en beheer Energieverbruik Ruimte / Faciliteiten Watergebruik/afvalwater Afval Geluidhinder Luchtkwaliteit Lichthinder C. Vervoer Energieverbruik/carbon footprint Infrastructuur/bereikbaarheid D. Catering en retail Voedsel Retail 7

Gemeten wordt hoeveel aandacht de organisator van het evenement aan milieumaatregelen besteedt, en het aandeel bezoekers/deelnemers 1 dat zich bewust is van de milieumaatregelen van het evenement. Sommige sportevenementen trekken uitsluitend sporters of deelnemers, andere juist heel veel bezoekers en sommige allebei. We maken dan ook geen onderscheid tussen de twee groepen en bijvoorbeeld de enquête uit Bijlage I is voor zowel bezoekers als deelnemers. Ook wordt gemeten waar bezoekers/deelnemers vandaan komen, welke vervoerwijzen ze daarvoor gebruiken en hoeveel kilometer ze daarbij afleggen. Tevens worden indicatoren gemeten als het aandeel sponsors dat milieuvriendelijk is, het aandeel gerecycled papier, water- en energiegebruik door het evenement, de milieuvriendelijkheid van de catering en de afvalrecycling. 2.2 Hoe wordt gemeten? Twee deelprojecten De data wordt verzameld via twee verschillende onderzoeksmethoden welke aanvullend zijn aan elkaar. Dat zijn: 1. Interviews met de evenementenorganisator (voor en na het evenement); 2. Enquête onder bezoekers/deelnemers (face-to-face of via internet; tijdens of direct na het evenement). De kwalitatieve informatie die door middel van de interviews met de organisator wordt verzameld vormt de context waarbinnen de gegevens uit de bezoekers-/deelnemersenquête moeten worden geïnterpreteerd. Met de gecombineerde resultaten van beide onderzoeksmethoden kan door de onderzoekers bepaald worden of de effecten die zijn gemeten positief of negatief zijn en of ze voldoen aan de verwachtingen/eisen. Deelnemers en bezoekers We stellen voor om altijd zowel deelnemers als bezoekers in het onderzoek te betrekken. Alleen als het aantal deelnemers minder dan 2% van het aantal bezoekers is of andersom kan overwogen worden slechts de grootste groep te onderzoeken. In geval de deelnemers van over de hele wereld komen en de bezoekers juist vooral uit Nederland is het belangrijk om alle ver reizende deelnemers in het onderzoek op te nemen (bijvoorbeeld middels een deelnemerslijst). Afbakening Met het oog op de praktische uitvoerbaarheid van het onderzoek (i.c. het voorkomen van een te omvangrijk project waardoor het voor (kleine) evenementen minder aantrekkelijk is om te evalueren) is gekozen voor deze twee deeltrajecten. Tijdens het interview met de organisator van het evenement wordt het onderzoeksgebied afgebakend. Daarin wordt bepaald wat er onder het sportevenement wordt verstaan (zie paragraaf 3.2). 1 Sommige sportevenementen trekken uitsluitend sporters of deelnemers, andere juist heel veel bezoekers en sommige allebei. We maken dan ook geen onderscheid tussen de twee groepen en bijvoorbeeld de enquête uit Bijlage I is voor zowel bezoekers als deelnemers. 8

3. Interviews met organisator 3.1 Inleiding Met de evenementenorganisator zal twee keer een semigestructureerd interview plaatsvinden. Eén keer vóór het evenement en één keer na afloop van het evenement. Het interview vóór het evenement dient voor de onderzoekers met name om informatie in te winnen en zaken af te stemmen over de afbakening van het sportevenement. De organisator krijgt in dit interview een overzicht van wat hij/zij zoal kan doen op milieugebied, en van welke gegevens er na afloop van het evenement beschikbaar dienen te zijn. Het gesprek na het evenement heeft hoofdzakelijk tot doel de gegevens over het evenement te verkrijgen en te evalueren. 3.2 Interview vóór evenement Timing Het interview, bij voorkeur face to face, dient ruim voorafgaand aan het evenement plaats te vinden, zodat de organisator zich niet belast voelt door de (tijds-)druk van het naderende evenement en bovendien de milieuaspecten bij de verdere voorbereidingen mee kan nemen. We raden aan om anderhalf uur in te plannen voor het interview en om de vragenlijst voorafgaand aan het gesprek op te sturen zodat de organisator zich kan voorbereiden en eventuele gegevens alvast kan verzamelen. Definitie en basiskenmerken Van belang is het evenement goed te definiëren: wat wordt wel en wat wordt niet tot het evenement gerekend? In beginsel gaat het om het evenement zelf - de kernactiviteit - maar wanneer eventuele side events en andere afgeleide activiteiten naar verwachting een grote invloed op het milieu kunnen hebben is het goed die ook mee te nemen. Er kan dus ook besloten worden om een ruime definitie te hanteren. Onderstaande zaken dienen geregistreerd te worden: Sporttak(ken); Begroting en financiering (incl. eventuele subsidie of sponsoring); Verwacht aantal bezoekers/bezoeken en deelnemers; Duur; Frequentie (eenmalig/jaarlijks/maandelijks/etc.); Mediabereik. Gebied Teneinde de milieubelasting vast te kunnen stellen is het noodzakelijk om het gebied waarop dit betrekking heeft te definiëren. In deze richtlijn wordt uitgegaan van het terrein waarop het evenement plaatsvindt plus de zone eromheen waar redelijkerwijs merkbare effecten verwacht kunnen worden. Deze grenzen kunnen verschillen per milieu indicator. Voor geluidhinder is het van belang de zone vast te stellen waar het geluid boven het wettelijk maximum zou kunnen komen. Het gebied waar afval en parkeren een issue is, is doorgaans kleiner dan dat van verkeershinder (bijvoorbeeld meer dan 10% ten opzichte van het verkeer zonder het evenement). Bij de toepassing van de richtlijn dient in overleg met de 9

opdrachtgever en evenementenorganisator besloten worden welk gebied per milieu indicator wordt toegepast. Doorlopen van de belangrijkste milieu indicatoren Het interview vóór het evenement heeft, naast het definiëren en afbakenen van het evenement, vooral als doel de organisator van het evenement te informeren over de mogelijke milieueffecten van sportevenementen en over de maatregelen die genomen kunnen worden om deze milieueffecten te verkleinen. Hoe eerder daarover wordt nagedacht, hoe makkelijker en goedkoper maatregelen zijn te nemen. Onderzoeker en organisator doorlopen gezamenlijk een checklist, zie BBijlage II. Zo weet de organisator tijdig welke gegevens na afloop van het evenement beschikbaar moeten zijn. Om de milieubelasting van een evenement zo laag mogelijk te houden is het zinvol om een milieubeleidsplan op te stellen. Een dergelijk plan kan in een uitgebreide vorm de elementen bevatten die zijn opgesomd in Bijlage II. In het interview vóór het evenement kunnen onderzoeker en organisator tevens afspreken welke milieu indicatoren worden meegenomen en welke niet. Deze keuze hangt ervan af of verwacht wordt dat het evenement er een duidelijke invloed op zal hebben en of het praktisch haalbaar is de meting te doen. Voorts wordt voor elke milieu indicator afgesproken welke informatie door wie wordt verzameld voor, gedurende of na het evenement. Afstemmen bezoekersenquête Ten slotte dient in het voorgesprek met de organisator stil gestaan te worden bij de keuze tussen een face to face interview met bezoekers, een papieren enquête onder bezoekers of een online variant daarvan (de afwegingscriteria komen in het volgende hoofdstuk aan bod). De onderzoeker heeft hierin een sterk adviserende rol. Ook dient afgestemd te worden wat van de organisator verwacht wordt om de bezoekersenquête succesvol te laten verlopen. In veel gevallen voorziet de organisator enquêteurs van kleding (pet, T-shirt) en/of een badge waaruit blijkt dat zij bij het evenement betrokken zijn. Met een organisator dient ook de tijd en plaats van enquêteren afgestemd te worden. Inspiratielijst Aanbevolen wordt om samen met de organisator de zogenaamde inspiratielijst door te nemen en daarvan een fysiek of digitaal exemplaar te overhandigen. Deze lijst bevat praktische adviezen om positieve effecten op het vlak van leefstijl en gezondheid te bevorderen. Deze is opgenomen in bijlage V. 3.3 Interview na evenement Timing Na afloop van het evenement vindt nogmaals een interview plaats met de organisator. Dit interview heeft een meer evaluerend karakter. Ook hier geldt dat dit interview bij voorkeur face-to-face plaatsvindt en dat er anderhalf uur wordt ingepland. Het verdient de voorkeur om het interview met de organisator te plannen wanneer de resultaten van het bezoekers-/deelnemersonderzoek beschikbaar zijn. Deze kunnen dan worden besproken en kunnen, samen met de organisator, verbanden worden gelegd tussen 10

de organisatie van het evenement enerzijds en de resultaten van het bezoekersonderzoek anderzijds. Met name wanneer een externe projectleider bij de organisatie betrokken is, is het van belang het gesprek goed te timen. Zij zullen namelijk kort na het evenement hun taken afronden en dan mogelijk niet meer beschikbaar zijn voor het gesprek. Zorg ook dat er altijd iemand van de organisatie zelf bij is. Gespreksonderwerpen In dit interview dient informatie te worden verkregen over (voor een deel ook op basis van de enquête): Milieubeleidsplan; Communicatieplan; Vervoersplan; Inkoopbeleid; Aantal bezoekers en deelnemers van het sportevenement; 2 Afgelegde afstand en vervoermiddelgebruik van de bezoekers en deelnemers; Energieverbruik, waterverbruik, hoeveelheid afval, inzet van klachtmeldpunten voor hinder; Eventuele bijzondere omstandigheden die de onderzoeksresultaten sterk beïnvloed kunnen hebben (zoals extreme weersomstandigheden of het samenvallen van het evenement met een onvoorziene andere gebeurtenis). Een checklist voor het interview is opgenomen in Bijlage II. Praktisch: onderzoek Er moeten afspraken worden gemaakt over de rapportage en verspreiding van de resultaten. De organisator en de onderzoeker bepalen wanneer alles afgerond moet zijn en op welke manier betrokken stakeholders (waaronder de geënquêteerden) geïnformeerd worden. Tot slot In de voorbereiding op de interviews is het handig om de volgende checklist na te lopen: Informeer de geïnterviewde over het doel van het gesprek. Bevestig de datum, tijd en locatie van het interview per mail. Stuur de vragenlijst ter voorbereiding alvast op. Vraag naar aanleiding daarvan of alle juiste personen zijn uitgenodigd voor het gesprek. Indien een extra persoon/personen moeten worden uitgenodigd, licht hen in en maak eventueel een nieuwe afspraak. Geef duidelijk aan welke voorbereiding (verzamelen van welke gegevens) gewenst is. 2 Indien er sprake is van ticketverkoop en een gesloten evenemententerrein dan is het vaststellen van het aantal bezoekers eenvoudig. Wanneer het evenement echter in de openbare ruimte plaatsvindt, dan moet er bezoekersregistratie plaatsvinden. Is dat niet mogelijk, dan zal er een schatting gemaakt moeten worden. Startpunt kan een indicatie van de organisator zelf zijn. Deze kan vervolgens in perspectief worden geplaatst door ervaringen van de onderzoeker(s) en door het inwinnen van informatie van derden (zoals politie of betrokken gemeenteambtenaren) en door tellingen tijdens het evenement. 11

Geef vooraf aan op welke manier beide interviews verwerkt zullen worden in de uiteindelijke rapportage. Biedt daarbij aan om een gespreksverslag te maken dat de geïnterviewde kan nalezen voor publicatie. 12

4. Bezoekersenquête 4.1 Inleiding Er dient, samen met de evenementenorganisator en eventuele (andere) opdrachtgevers, een keuze te worden gemaakt voor het face to face enquêteren van bezoekers/deelnemers en/of het enquêteren van bezoekers/deelnemers via post of internet. In alle gevallen wordt een identieke gestructureerde vragenlijst gebruikt. Face to face enquêteren vindt direct na afloop van het evenement plaats. Bezoekers/deelnemers dienen bij het verlaten van de evenementenlocatie geënquêteerd te worden. Bij de online of post-variant ontvangen bezoekers/deelnemers bij het verlaten van het evenement een papieren enquête of ontvangen ze direct na afloop per mail een link naar de online vragenlijst. De bezoekers/deelnemers van het sportevenement vullen de vragenlijst in dat geval na het evenement thuis in. 4.2 Methoden en steekproef De voornaamste voor- en nadelen van de methoden zijn in tabel 4.1 beknopt weergegeven. Een nadeel van het inzetten van beide methoden is dat bezoekers/deelnemers twee maal voor medewerking aan het onderzoek benaderd worden, hetgeen mogelijk tot wrevel kan leiden en dus een geringere response. Het verdient de voorkeur te kiezen voor één van de twee methoden. Tabel 4.1 Voor- en nadelen per methode datacollectie Online/Post Face to face Grip op steekproefomvang - + Feeling bij evenementbeleving - + Vragen toe kunnen lichten - + Persoonlijk - + Mogelijkheid meeluisteren organisator - + Representatief a - + Kostenefficiency (data-entry) + - Minder sociaal wenselijke antwoorden + - Respondent kan tijdstip zelf bepalen + - Complexe vragenlijst mogelijk + - Snelle verwerking van gegevens + - a Niet elke doelgroep is in dezelfde mate online actief. De post-variant ondervangt dit nadeel. Wanneer er face to face geënquêteerd wordt en de antwoorden worden tijdens het gesprek meteen digitaal verwerkt (enquêteur vult antwoorden in via een app of via een online antwoordformulier), dan vervallen twee nadelen van deze methode (kostenefficiency en snelle verwerking van gegevens). Het belangrijkste criterium voor de keuze tussen face to face en/of online enquêteren is de beschikbaarheid van deelnemers en bezoekersgegevens. Als e-mailadressen van alle bezoekers/deelnemers van het evenement geregistreerd worden, dan biedt dat goede mogelijkheden om hen via een e-mail uit te nodigen voor een online enquête. Indien die niet 13

voorhanden zijn, dan heeft face to face enquêteren de voorkeur. Alles bij elkaar genomen zullen face to face enquêtes vaak de voorkeur hebben. Er dienen minimaal 385 compleet en correct afgeronde enquêtes gerealiseerd te worden. Wanneer er weinig bezoekers/deelnemers zijn (bijvoorbeeld minder dan 2.000) dan kan volstaan worden met een kleinere steekproef. Met dit aantal kunnen redelijk nauwkeurige resultaten gepresenteerd worden, en zijn er doorgaans voldoende mogelijkheden om resultaten van deelgroepen (bijvoorbeeld jong en oud) te presenteren. De steekproefgrootte is van groot belang, maar de samenstelling van de steekproef (beïnvloed door de manier van steekproeftrekken dan wel de selectie van respondenten tijdens het veldwerk) is minstens zo belangrijk. Bij de planning van het veldwerk dient er daarom voldoende aandacht uit te gaan naar het selecteren van respondenten (bezoekers/deelnemers). Aandachtspunten hierbij zijn spreiding over dagen (bij meerdaagse evenementen), tijden van enquêteren tijdens het evenement (verspreid over de dag) en de selectie van potentiële respondenten (bijvoorbeeld elke derde passant). 4.3 Face to face tijdens evenement Het face to face onderzoek tijdens het evenement moet tot in detail gepland worden. De enquêteurs moeten gebriefd (en gedebriefd) worden, zij moeten herkenbaar zijn en precies weten waar ze moeten staan en hoeveel goed ingevulde enquêtes ze ten minste moeten opleveren. De enquêteurs moeten geïnstrueerd worden over de wijze van benaderen van de respondenten. Ook vooraf moet het draaiboek concreet gemaakt worden met taken, namen en telefoonnummers. Voor het veldwerk moet duidelijk zijn, wie waar en wanneer een bepaald aantal goed ingevulde enquêtes moet kunnen leveren. 4.4 Via internet na evenement De vragenlijst dient voor deze methode van gegevensverzameling te worden geprogrammeerd op een website. Onderzoekers kennen de mogelijkheden. 3 Het verdient de voorkeur om de bezoekers per e-mail persoonlijk uit te nodigen. Ook is het verzenden van een reminder na een week tot tien dagen aan te bevelen (bij voorkeur aan degenen die op dat moment nog geen volledige vragenlijst hebben afgerond). De periode van gegevensverzameling bedraagt doorgaans twee tot drie weken. De vragenlijst op een (openbare) website ter beschikking stellen verdient niet de voorkeur omdat deze dan ook beschikbaar is voor personen die niet tot de onderzoeksdoelgroep (evenementenbezoekers) behoren. 3 Enkele voorbeelden zijn: SurveyMonkey, Enalyzer, Survio en ThesisTools. Desgewenst kan bij de auteurs hierover advies ingewonnen worden. 14

4.5 Uitvoering Aanbevolen wordt om respons verhogende maatregelen te treffen. Bijvoorbeeld het uitreiken of verloten van een prijs onder respondenten. Het kan voordelen bieden om het onderzoek (deels) te laten verzorgen door een onderwijsinstelling met ervaring op het gebied van evenementenevaluaties. Dit kan kostenbesparend werken omdat de inzet van studenten (begeleid door docenten) vaak goedkoper is dan de inhuur van professionals van een (commercieel) onderzoeksbureau. 4 Samenwerking met een onderwijsinstelling stelt daarentegen wel meer eisen aan (voorbereidings-)tijd, afstemming, begeleiding en kwaliteitscontrole. De ervaring leert dat het uitvoeren van deze onderzoeken door studenten als zeer waardevol wordt beschouwd. Onderzoekservaring in de praktijk is een goede aanvulling op de theorie. Bovendien staat het meewerken aan een dergelijk onderzoeksproject mooi in een portfolio van studenten. De vragenlijst is opgenomen in Bijlage I. Deze kan (beperkt) worden uitgebreid, maar pas op dat de vragenlijst niet te lang wordt. 5 4 Commerciële onderzoeksbureaus beschikken doorgaans ook over ervaren enquêteurs, al dan niet gecertificeerd door MOA, Center for Information Based Decision Making & Marketing Research (de vereniging van bedrijven en instellingen in Nederland die zich bezighouden met marktonderzoek). 5 Een richtlijn die gehanteerd kan worden is dat het afnemen van de enquête niet langer dan acht minuten mag duren. 15

5. Rekenen en rapporteren 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de de verzamelde gegevens omgezet kunnen worden in een score die inzicht geeft in het milieueffect ( rekenen ). Ook wordt een voorstel gedaan voor de opbouw van het rapport waarin verslag wordt gedaan van het onderzoek ( rapporteren ). 5.2 Rekenen Om de verzamelde gegevens naar resultaten om te zetten waardoor inzichtelijk wordt hoe het sportevenement scoort op milieuaspecten ten opzichte van andere sportevenementen, en hoe het sportevenement scoort op de verschillende categorieën (beleid, communicatie en sponsoring; locatieselectie en beheer; vervoer; en catering en retail), leggen we in deze paragraaf uit hoe u dit kunt berekenen. Een belangrijk milieueffect van sportevenementen vormt de invloed op klimaatverandering, uitgedrukt in de carbon footprint. Deze is echter niet direct te meten, maar kan worden berekend op basis van een aantal wel gemeten indicatoren. De CO 2 uitstoot van het sportevenement kan bijvoorbeeld berekend worden via de website van Milieu Centraal. Ga naar onderstaande link en kies voor de knop Advies op maat in het midden van deze pagina. http://www.milieucentraal.nl/themas/klimaat-enmilieuproblemen/klimaatverandering/klimaatcompensatie/bereken-uw-co2-uitstoot Hoewel deze webtool bedoeld is voor huishoudens, leent ze zich ook als instrument om de footprint van een sportevenement te bepalen. Vul de volgende gegevens in: totaal kwh energieverbruik, totaal m 3 gasverbruik, totaal aantal kilometers dat bezoekers/deelnemers per auto hebben afgelegd (ga uit van een middenklasse auto die op benzine rijdt), totaal aantal kilometers dat bezoekers/deelnemers per trein hebben afgelegd, totaal aantal kilometers dat bezoekers/deelnemers per bus hebben afgelegd, totaal aantal kilometers dat bezoekers/deelnemers per tram/metro hebben afgelegd, aantal bezoekers/deelnemers dat per vliegtuig naar het evenement is gereisd (binnen Europa, of op kleine/middellange/lange/zeer lange afstand van Europa). Vervolgens berekent de website de totale uitstoot van het evenement. Vul het resultaat in onder B9 in Bijlage III. De uitstoot wordt voorzien van een toelichting en een advies om de CO 2 uitstoot te verlagen. Dat laatste is op huishoudens gericht en minder relevant voor een sportevenement. Milieu Centraal biedt op haar website ook informatie over de mogelijkheden van klimaatcompensatie (zie www.milieucentraal.nl). De totale score van het evenement die de milieubelasting weergeeft wordt berekend aan de hand van de tabel in Bijlage III). Dat gaat als volgt. 16

1. Tel per onderdeel (A, B, C en D) de scores op die u heeft genoteerd in de kolom score. Vul de som van die cijfers in bij initiële score, dat is in de op twee na onderste rij van de tabel. 2. Tel ook per ingevuld onderdeel (A, B, C en D), dus waar géén n.v.t. is geantwoord, wat de maximale score op dat onderdeel in theorie is c.q. maximaal zou kunnen bedragen. Vul de som van die cijfers in bij maximale score voor de ingevulde onderdelen, dat is in de op één na onderste rij van de tabel. 3. Bereken nu de waarde in de kolom Definitieve score' door de initiële score te delen door de maximale theoretische score. Door te vermenigvuldigen met 100% komt een percentage tot stand. 4. De totale milieubelasting die in één cijfer wordt uitgedrukt is het gemiddelde van de definitieve scores per onderdeel. Als u de score van de totale milieubelasting vergelijkt met die van andere evenementen die ditzelfde meetinstrument gebruikt hebben, heeft u inzicht in de milieuvriendelijkheid van uw sportevenement ten opzichte van andere sportevenementen. Vanzelfsprekend kan de analyse ook meerdere malen bij hetzelfde evenement worden toegepast, waardoor de ontwikkeling van milieubelasting in de tijd zichtbaar wordt. 5.3 Rapporteren De hoeveelheid gegevens die met het interview en de enquêtes wordt gegenereerd biedt veel analysemogelijkheden. Ieder onderzoek kan daarin zijn eigen keuzes maken en accenten leggen. Ten behoeve van de rapportage kunnen er echter op voorhand belangrijke kernresultaten geïdentificeerd worden. Geadviseerd wordt om deze resultaten en uitkomsten in een rapportage op te nemen. We presenteren een inhoudsopgave met korte toelichting. 17

Hoofdstuk 1 INLEIDING 1. Aanleiding onderzoek (eventueel opdrachtgeverschap, doel onderzoek) 2. Onderzoeksverantwoording (methodebeschrijving waarin onder andere uitvoerende partijen, keuze voor face-toface interviews of digitaal, respondenten interviews organisator, respons, manier van data-analyse) 3. Leeswijzer Hoofdstuk 2 CONTEXT 1. Beschrijving evenement (onder andere type, bezoekersaantallen, financiering, stakeholders, gebruikte definitie evenement in onderzoek) 2. (eventuele) Doelstellingen milieubelasting 3. Verloop evenement (eventuele bijzondere omstandigheden) Hoofdstuk 3 RESULTATEN 1. Resultaten beleid, communicatie en sponsoring 2. Resultaten locatieselectie en beheer 3. Vervoer 4. Catering en retail 5. Complete tabel uit bijlage III en de uitkomst van de Carbon Footprint met het Milieu Centraal tool Hoofdstuk 4 CONCLUSIE 1. Conclusie (op basis enquêtes en interviews samen. Wat zijn de milieueffecten? Wat zijn de kritische succes- en eventueel faalfactoren? Welke verbanden zijn er eventueel te zien?) 2. Aanbevelingen BIJLAGEN 1. Vragenlijsten (enquête en interviews met organisator) Afhankelijk van eventuele doelstellingen van de organisator kunnen bepaalde onderdelen meer of minder aandacht krijgen. Wanneer er bijvoorbeeld een duidelijke doelstelling is om het gebruik van openbaar vervoer te bevorderen, kan daar in de analyse en rapportage meer aandacht aan worden besteed. Peer-review Optioneel is het onderzoeksproces en de rapportage te laten beoordelen voor een expert. Dit gebeurt door middel van een peer-review. Deze wordt uitgevoerd door een lid van de WESP. De opdrachtgever en/of opdrachtnemer (uitvoerder onderzoek) geven de reviewer onvoorwaardelijk inzicht in c.q. toegang tot alle gegevens (o.a. databestanden en tussentijdse resultaten). Afspraken over de publicatie en het gebruik van de data worden voorafgaand aan de review gemaakt. Delen van resultaten Het is gewenst dat de WESP een rapport van het onderzoek ontvangt, zowel op papier als digitaal. Indien mogelijk geldt hetzelfde voor het databestand. Het rapport kan dan op de website van de WESP worden geplaatst, hetgeen de verspreiding van kennis ten goede komt. 18

Literatuur Coalter, F. & Taylor, J. (2008). Large Scale Sports Events: Event Impact Framework. Report to UK Sport. Stirling: University of Stirling. Duffy, A. & Dolf, M (2010). Sustainable Sport and Event Toolkit (SSET). Lausanne: International Academy of Sports Science and Technology. Preuss, H. (2004). The Economics of Staging the Olympic Games: A Comparison of the Games 1972-2008. Cheltenham: Edward Elgar Publising. Stichting Keurmerk Duurzaamheid, Veiligheid en Kwaliteit (2010). The Green Key. Handleiding publieksevenementen (jaarlijks terugkerende). 2011 t/m 2012. Driebergen: Stichting Keurmerk Duurzaamheid, Veiligheid en Kwaliteit. Verstand, D.J. (2005). Milieubarometer voor Evenementen. Driebergen: Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit. 19

Bijlage I Deelnemers/Bezoekersenquête Voordat de enquête gebruikt wordt dient het volgende besloten en in de vragenlijst aangepast te worden: Omschrijving van de maatregel die de respons bevordert (of die optie verwijderen); Vragen verwijderen die voor het evenement in kwestie niet van toepassing zijn; Definitie van het evenement. Andere aandachtpunten: Elke vragenlijst moet worden voorzien van een unieke code (bijvoorbeeld de initialen van de enquêteur en een (volg)nummer); Bij digitale enquête: zorg dat alle (belangrijke) vragen verplicht moeten worden beantwoord (anders loop je risico op teveel half ingevulde en daarmee onbruikbare vragenlijsten). Wanneer de vragenlijst wordt toegepast op deelnemers in plaats van bezoekers kan waar bezoeker staat vervangen worden door deelnemer. Als extra vraag kan toegevoegd worden een omschrijving van die deelname (welke activiteit) De vragenlijst kan worden uitgebreid met een aantal open vragen. Die vragen leveren kwalitatieve data op. Dat kost meer tijd in de analyse en er moet vooraf besloten worden of daar tijd en ruimte voor is. Een optie is bijvoorbeeld om aan het einde van de vragenlijst ruimte te geven voor opmerkingen (zoals vragen aan bezoekers op welke wijze volgens hen het milieu (nog) meer ontzien kan worden). De vragenlijst kan worden uitgebreid met een aantal gesloten vragen. In het geval van gesloten vragen kan de enquêteur de respondent de antwoordmogelijkheden voorleggen (zoals een schaal; zeer mee eens zeer mee oneens). Goedendag mevrouw/meneer, Wij willen u graag namens <opdrachtgever/evenement> enkele vragen stellen over uw bezoek aan <evenement>. Het duurt ongeveer vijf minuten en u kunt anoniem meedoen. Doet u ook even mee? U maakt dan kans op <incentive>. Een korte toelichting. Deze vragenlijst gaat over <evenement>. Hieronder wordt verstaan <definitie van evenement>. Tenzij anders aangegeven is er één antwoord op de vraag mogelijk. 1. Bent u op de hoogte gebracht van de milieumaatregelen die voor dit sportevenement getroffen zijn? (bijvoorbeeld waterbesparende maatregelen, energiebesparende maatregelen, het afvalbeleid) ja nee 20

2. Heeft u voorafgaand aan het sportevenement informatie ontvangen over milieuvriendelijke manieren om naar het sportevenement te reizen? ja nee 3. Welke afstand heeft u vanaf uw woonadres afgelegd (enkele reis) om naar dit sportevenement te reizen? Als u de afstand niet weet, geeft u dan in ieder geval plaats, land en postcode. Plaats: Land: Postcode: Aantal kilometers enkele reis: 4. Met welk vervoermiddel bent u naar dit evenement gereisd? Indien u meerdere vervoermiddelen heeft gebruikt, dan graag uitgaan van het vervoermiddel waarmee u de grootste afstand heeft afgelegd. lopend fiets auto tram of bus trein vliegtuig anders, namelijk 5. Heeft u gebruik gemaakt van de shuttles of de hybride/elektrische/milieuvriendelijke auto s die de organisator ingezet heeft? ja nee niet van toepassing (er waren geen shuttles of milieuvriendelijke auto s) 6. Heeft u gekozen voor het biologische, lokale of vegetarische aanbod van de catering? ja nee niet van toepassing (er waren geen biologische, lokale of vegetarische producten) 7. Heeft u een milieuvriendelijk souvenir van het sportevenement aangeschaft? ja nee niet van toepassing 8. Wat is uw geslacht? Man Vrouw 21

9. Wat is uw geboortejaar? Geboortejaar: 10. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? Geen onderwijs / basisonderwijs / cursus inburgering / cursus Nederlandse taal LBO / VBO / VMBO (kader- of beroepsgerichte leerweg) / MBO 1 (assistentenopleiding) MAVO / HAVO of VWO (eerste drie jaar) / ULO / MULO / VMBO (theoretische of gemengde leerweg) / voortgezet speciaal onderwijs MBO 2, 3, 4 (basisberoeps-, vak-, midden-kader- of specialistenopleiding) of MBO oude structuur (vóór 1998) HAVO of VWO (overgegaan naar de 4 e klas) / HBS / MMS / HBO propedeuse of WO propedeuse HBO (behalve HBO-master) / WO-kandidaats of WO-bachelor WO-doctoraal of WO-master of HBO-master / postdoctoraal onderwijs 11. Welke situatie is het meest van toepassing op u? Zelfstandig ondernemer Werkzaam in loondienst Werkzaam bij de overheid Arbeidsongeschikt Werkloos / werkzoekend / bijstand Gepensioneerd of VUT Studerend / schoolgaand Huisvrouw / huisman Anders 12. Wilt u kans maken op <incentive>? Ja, ik maak graag kans op een van die tien prijzen en ik vind het goed dat het mijn e- Nee mailadres voor de verloting wordt opgeslagen. Mijn e-mail adres is Ter informatie voor de onderzoeker geeft onderstaande tabel de link aan tussen de vragen in de bezoekersenquête en de indicatoren van het invulschema in Bijlage III: Vraag Indicator 1 A6 2 C5 3 C2 4 C3 5 C4 6 D5 7 D7 22

Bijlage II Interview met organisator INTERVIEW VOORAF Basiskenmerken sportevenement Wat voor type sportevenement is het? (eenmalig of jaarlijks terugkerend, top en/of breedtesport) Welke sporttak(ken) wordt(en) er beoefend? Hoe lang duurt het sportevenement? Wat zijn de verwachte aantallen bezoekers/deelnemers? Waar is dat op gebaseerd? Wie worden er verwacht? Hoe ziet de begroting & financiering eruit? (incl. eventuele subsidie en sponsoring) Wat is de schaalgrootte/reikwijdte van het sportevenement? (lokaal, regionaal, nationaal, internationaal) Wat is het (verwachte) mediabereik? Worden er side-events georganiseerd? Zo ja, omschrijf het aantal en type afgeleide evenementen en activiteiten. Welke definitie hanteren we in dit onderzoek voor het begrip sportevenement? (alleen het hoofdevenement, of ook (enkele) side-events) Stakeholders en samenwerking Wie zijn de belangrijkste stakeholders? Omschrijf de relatie van de stakeholders met het sportevenement en onderling. (denk aan overheden, maatschappelijk partners, sportbonden, lokale sportaanbieders, bedrijfsleven, sponsoren etc.) Doelstellingen op het gebied van milieu Zijn er doelstellingen om de milieueffecten te verlagen? Zo ja, welke? Zijn er activiteiten/side-events gekoppeld aan deze doelstellingen? Zo ja, graag omschrijven. Verwachtingen Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de milieudoelstelling(en)? Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van het totale evenement? Wat zijn de verwachtingen met betrekking tot dit onderzoek? Wat moet het opleveren? In welke behoefte moet het voorzien? Praktisch Hoe moet de data verzameld worden? (face to face enquêtes of via post/internet na afloop) Wat kan er vanuit de evenementenorganisatie worden bijgedragen aan respons verhogende maatregelen? (zoals cadeaubonnen, gadgets, etc.) Wie gaat de enquêteurs benaderen, inlichten en aansturen? Kunnen zij rekenen op kleding of een badge van het sportevenement waaruit blijkt dat zij betrokken zijn? Hoe verloopt het contact tussen organisator en onderzoeker(s)? Wat wordt de definitieve vragenlijst? Afspraken maken over tussentijds contact, aansturing, tweede interview, aanleveren data, conceptrapport en definitieve rapport. 23

Wordt het rapport openbaar en zo ja, hoe koppelen we de resultaten terug aan stakeholders en respondenten? INTERVIEW NA AFLOOP Basiskenmerken Hoe is het evenement verlopen? (algemeen en daarna: financieel, mediabereik, sfeer, prestaties (Nederlandse) topsporters, verloop side-events) Wat zijn de daadwerkelijke bezoekersaantallen? (vergelijk met de verwachte aantallen en ga in op eventuele discrepanties) Is er sprake geweest van bijzondere omstandigheden die de onderzoeksresultaten kunnen beïnvloeden? Zo ja, welke? Milieuaspecten A. Beleid, communicatie en sponsoring (A1 t/m A5, A7, A8) 1. Is er een schriftelijke beleidsverklaring voor een milieuvriendelijk sportevenement? Kunt u die laten zien? Mag ik daar een kopie van meenemen? 2. Zijn de belangrijkste stakeholders (financiële instellingen, Nationale Federaties, sponsors, lokale partners, overheden) op de hoogte van deze milieubeleidsverklaring? 3. Was er voldoende geld, tijd, personeel, werkruimte en technologie beschikbaar om het milieubeleid te implementeren? 4. Is er mondelinge en schriftelijke informatie over milieumaatregelen gegeven aan planningsteam, sportorganisaties, accommodatie/locatie, personeel, vrijwilligers? 5. Is er mondelinge en schriftelijke informatie over milieumaatregelen gegeven aan sponsors, leveranciers, bezoekers, sporters, media, overheid? 7. Hoeveel sponsors heeft dit evenement? Hoeveel van deze sponsors hebben een milieuvriendelijke missie/visie? 8. Hoeveel kilo papier dat verbruikt is in de voorbereiding en communicatie van dit evenement was gerecycled / FSC-papier? B. Locatieselectie en beheer (B1 t/m B9) 1. Wat is het energielabel van de locatie waar het sportevenement plaatsvond? 2. Wat was het energieverbruik van de locatie gedurende het sportevenement? (in Kilowatt) 2. Wat was het gasverbruik van de locatie gedurende het sportevenement? (in m3) 3. Wat was het volume van het waterverbruik gedurende het sportevenement? (m3) 4. Was er een afvalwaterlozingsvergunning voor het sanitair en andere voorzieningen aanwezig? Kunt u die laten zien? 5. Hoeveel kilo afval is er tijdens het evenement geproduceerd? Hoeveel kilo afval is er daarvan gerecycled? 6. Was er een officieel klachten-/informatiepunt voor geluidsoverlast en hoeveel klachten over geluidsoverlast zijn er geregistreerd? 7. Was er een officieel klachten-/informatiepunt voor luchtoverlast en hoeveel klachten over luchtoverlast zijn er geregistreerd? 24

8. Was er een officieel klachten-/informatiepunt voor lichtoverlast en hoeveel klachten over lichtoverlast zijn er geregistreerd? 9. Wat was de carbon footprint (te berekenen op basis van energiegebruik van het evenement en vervoer van de bezoekers/deelnemers)? C. Vervoer (C1, C4, C5) 1. Is er voor het evenement een vervoersplan geschreven? 1. Is er met lokale overheden, bus- en treinmaatschappijen samengewerkt om openbaar vervoer mogelijkheden te garanderen? 4. Zijn er milieuvriendelijke shuttles, hybride, elektrische of andere groene auto s ingezet? 4. Zijn er fietsen aangeboden en waren er voldoende goede fietsenstallingen? 4. Was er een parkeerbeleid? Extra parkeervoorzieningen? Betaald parkeren? 5. Zijn deelnemers en bezoekers van informatie voorzien over hoe ze milieuvriendelijker kunnen reizen door gebruik te maken van OV, fiets, of carpoolen? 5. (Bij meerdaags sportevenement): Zijn deelnemers en bezoekers van informatie voorzien over overnachtingsmogelijkheden in de buurt van het evenement zodat er minder heen en weer gereisd hoeft te worden? D. Catering en retail (D1 t/m D4 + D6) 1. Is er een milieuvriendelijk, biologisch, fair trade, ecologisch inkoopbeleid? Kunt u dat document laten zien? 2. Wat was het percentage biologische en fair trade voedingsproducten in het totale catering-assortiment gemeten in inkoopwaarde? 3. Wat was het percentage lokale/regionale voedingsproducten in het totale cateringassortiment gemeten in inkoopwaarde? 4. Wat was het percentage vegetarische voedingsproducten in het totale cateringassortiment gemeten in inkoopwaarde? 5. Wat was het percentage milieuvriendelijke producten in uw retail-assortiment (souvenirs) gemeten in inkoopwaarde? 25

Bijlage III Indicatoren en scores A Beleid, communicatie en sponsoring Wat Indicator Meting Score berekenin g A1: Een Is er een schriftelijke Ja/Nee/n.v.t 2= Ja beleidsverklarin beleidsverklaring voor. 0= Nee g gericht op een een milieuvriendelijk milieuvriendelijk sportevenement? sportevenement A2: Zijn de belangrijkste Ja/Nee/n.v.t 2= Ja Commitment stakeholders. 0= Nee van de (financiële instellingen, belangrijkste Nationale Federaties, stakeholders sponsors, lokale aan een partners, overheden) milieuvriendelijk op de hoogte van de sportevenement milieubeleidsverklaring? Scor e Informatie uit Gespre Enquêt k e A3: Beschikbare Zijn geld, tijd, Ja/Nee/n.v.t 2= Ja middelen personeel, werkruimte. 0= Nee management en technologie beschikbaar om het milieubeleid te A4: Interne communicatie implementeren? Mondelinge en schriftelijke informatie Ja/Nee/n.v.t. 2= Ja 0= Nee over milieumaatregelen is gegeven aan planningsteam, sportorganisaties, terrein/lokatie, A5: Externe communicatie personeel, vrijwilligers Mondelinge en schriftelijke informatie Ja/Nee/n.v.t. 2= Ja 0= Nee over milieumaatregelen is gegeven aan sponsors, leveranciers, bezoekers, sporters, media, overheid 26

A6: Effect externe communicatie Zijn deelnemers/bezoekers op de hoogte van milieumaatregelen sportevenement? % op de hoogte 0= <10% 1= 10-50% 2= >50% A7: Percentage sponsors 0= <10% Milieuvriendelijk met een 1= 10-50% e sponsors milieuvriendelijke 2= >50% missie/visie % A8: Percentage gerecycled 0= <10% Papierzuinige en FSC-papier van het kg 2= 10-50% bedrijfsvoering totale aantal kilo s totaal 4= >50% papierverbruik. % FSC papier Initiële score Maximale score voor de ingevulde onderdelen (waar niét n.v.t. geantwoord is) Definitieve score onderdeel A (Initiële score/ maximale score *100%) 27

B Locatieselectie en beheer Wat Indicator Meting Score berekenin g B1: Energielabel van het A/B/ 0= Energiezuinig gebouw C/D/E/ energielabel e locatie F/G/H F, G, H selecteren 2= energielabel C, D, E 4= energielabel A, B B2: Energieverbruik in 0 = geen Energiezuinig Kilowatt gedurende het getal e locatie evenement, en uitgedrukt _ ingevuld selecteren. in kwh per kwh/dag/per 1 = één bezoeker/deelnemer per s getal dag. ingevuld Gasverbruik in m 3 2 = beiden gedurende het _ ingevuld evenement, en uitgedrukt m 3 /dag/pers in m 3 per bezoeker/deelnemer per dag B3: Efficiënt Volume van waterverbruik 0 = geen watergebruik in m 3 gedurende het getal van de evenement, en uitgedrukt _ ingevuld locatie in m 3 per bezoeker per m 3 /dag/pers 2 = getal dag. ingevuld B4: Is een Ja/Nee/n.v.t. 2= ja Afvalwater afvalwaterlozingsvergunni 0= nee ng voor het sanitair en andere voorzieningen aanwezig? B5: Afval Kilogram geproduceerd 0= <10% afval kg 2= 10-50% % Afvalvolume dat is totaal 4= >50% gerecycled. Afvalvolume dat is gestort. % recycled Scor e Informatie uit Gespre Enquêt k e 28

B6: Geluid Hoeveel klachten zijn er 0= er is geregistreerd bij het klachtenpunt voor geluidsoverlast als gevolg van het sportevenement? geen klachtenpun t 1= 25 klachten 2= <25 klachten B7: Lucht Hoeveel klachten zijn er 0= er is geregistreerd bij het geen klachtenpunt voor _ klachtenpun luchtverontreiniging als t gevolg van het 1= 25 sportevenement? klachten 2= <25 klachten B8: Licht Hoeveel klachten zijn er 0= er is geregistreerd bij het geen klachtenpunt voor _ klachtenpun lichtoverlast als gevolg t van het sportevenement? 1= 25 klachten 2= <25 klachten B9: Carbon Geef hier de berekende Carbon 0= >30 footprint carbon footprint in kg per footprint: kg/p bezoeker/deelnemer-dag 3= 10-30 weer. kg kg/p aantal 6= <10 bez/deeln: kg/p Initiële score Maximale score voor de ingevulde onderdelen (waar niét n.v.t. geantwoord is) Definitieve score onderdeel B (Initiële score/ maximale score *100%) 29