VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR Vergaderdatum: 15 december 2016 Agendapunt: 8 Onderwerp: Portefeuillehouder: Behandelend ambtenaar: Herijking GVB Openbaar Vervoer Nico van Paridon Paraaf secretaris: VAN HET DAGELIJKS BESTUUR WORDT GEVRAAGD: 1. Kennis nemen van een eerder genomen besluit van het Dagelijkse Bestuur besluit (19 november 2015) over de resultaten van de eerste inhoudelijke herijking van de concessie Amsterdam, waarin was aangekondigd dat het Dagelijkse Bestuur nader geïnformeerd zou worden over de financiële implicaties; 2. Kennis nemen dat GVB en Stadsregio ambtelijk tot afspraken zijn gekomen over de verrekening van het financiële deel van de herijking (risk& benefit afspraken) met de volgende kenmerken; a. Het aantal reizigers en daarmee samenhangend de reizigersopbrengsten van GVB is in de periode 2013/14/15 sterker gestegen dan voorzien in 2012; b. Vanwege deze groei van de opbrengsten wordt de jaarlijkse subsidie met ingang van het jaar 2016 structureel met 13,1 mln. verlaagd; c. Partijen hebben voor de risk/benefit afspraken van de komende 3 jaar (2016/2017/2018) een hogere spilkoers afgesproken zijnde een opbrengstentarget voor 2016 van 270,1 mln. (pp 2016), Voor 2017 en volgende jaren wordt de spilkoers steeds verhoogd met het percentage van de oorspronkelijke concessieovereenkomst. d. Partijen hebben additionele afspraken gemaakt over een subsidie van kosten door Stadsregio aan GVB i. In 2016: 6,0 mln. ii. In 2017: 5,5 mln. iii. In 2018: 5,0 mln. iv. Na 2018 komt deze subsidie geheel of gedeeltelijk te vervallen e. In 2018 onderzoeken partijen of, en zo voor welke bedrag, voortzetting van een vergoeding van de kosten Wet lokaal spoor door de Stadsregio nodig is; f. Partijen hebben afspraken gemaakt over verbeterde beschikbaarheid van trammaterieel en het vrij geven van open data van de beschikbaarheid van al het rollend materieel en een vergoeding van Stadsregio daarvoor; g. Partijen hebben additionele afspraken gemaakt om de exploitatiesubsidie aan te passen als gevolg van wijzigingen in het lijnennet of investeringen die door de Stadsregio zijn gedaan; i. Stadsregio vermindert de subsidie met 0,35 mln. in 2016 en 2017 en daarna met structureel 0,7 mln. vanaf 2018 vanwege het opheffen van parallelliteit in Amsterdam West en daarmee gepaard gaande stijgende opbrengsten voor GVB; ii. De subsidie wordt verder structureel met 0,15 mln. verminderd vanwege verbeterde efficiency als gevolg van investeringen van de Stadsregio in een kuilwielenbank; h. Stadsregio herbevestigt, onder het voorbehoud van goedkeuring van de Regioraad, haar bereidheid om maximaal 35 mln. van het rentevoordeel als gevolg van directe financiering van investeringen in rollend materieel, in te zetten voor nieuwe investeringen in rollend materieel. ; i. Partijen starten een gezamenlijk onderzoek naar de omvang en financiering van de investeringen in rollend materieel en een eigen bijdrage van GVB aan de bekostiging van deze investeringen, conform het besluit van het dagelijks bestuur van 3 november 2016. 1/5 DB Voorstel BBV/2016/3571
Het dagelijks bestuur zal binnen drie maanden geïnformeerd worden over de uitkomsten van het onderzoek. j. Partijen verrekenen enkele claims die er over en weer waren met gesloten beurs; k. GVB geeft uit eigen beweging een deel van het resultaat van 2015 ( 7,3 mln.) terug aan de Stadsregio. GVB vraagt daarvoor in ruil o.a. een bijdrage van circa 3,6 mln. voor de aanschaf van 9 bussen; het resterende deel kan gebruikt worden voor dekking van overige investeringen in rollend materieel; 3. In te stemmen met de afspraken met GVB zoals op hoofdlijnen weergegeven bij punt 2 en zoals die zijn vastgelegd in de bijlage die door beide partijen (ambtelijk) getekend is; 4. Verlenen van mandaat aan de portefeuillehouder Openbaar Vervoer om de Subsidie beschikking aan GVB 2016 conform bovenstaande afspraken te verstrekken; 5. Verlenen van mandaat aan de portefeuillehouder Openbaar Vervoer om, indien dat noodzakelijk is, overige juridische documenten (zoals bijvoorbeeld de uitvoeringsovereenkomst, afspraken over risk-benefit sharing) te wijzigen conform bovenstaande afspraken; SAMENVATTING 1) Besluit Dagelijkse Bestuur van 19 november 2015 over de herijking In 2015 heeft de eerste herijking plaats gevonden. Dit heeft geleid tot een beperkt aantal aanpassingen in de concessie. Het Dagelijks bestuur heeft daarover eind vorig jaar een besluit genomen. Toen is het dagelijks bestuur ook gemeld dat de financiële implicaties van de herijking 2015 pas in 2016 verwerkt kunnen worden, omdat eerst gewacht moest worden op de afronding van de jaarcijfers 2015. Deze cijfers zijn nu bekend. GVB en Stadsregio hebben daarover gesprekken gevoerd en zijn tot een pakket aan afspraken gekomen. Deze staan verwoord in de tabel bij bijlage 1. 2) De afspraken op hoofdlijnen a) Het aantal reizigers en daarmee samenhangend: de reizigersopbrengsten van GVB zijn in de periode 2013/14/15 sterker gestegen dan voorzien in 2012; In de concessie afspraken uit 2012 is er vanuit gegaan dat de reizigersopbrengsten van GVB gemiddeld met 2% per jaar stijgen. De subsidie van de Stadsregio in de periode 2013-2024 is daarop afgestemd. Verder is tussen GVB en Stadsregio afgesproken dat, indien deze groei sterkt afwijkt, en over drie jaar uitkomen boven 15 mln., partijen met elkaar in overleg treden op basis van risk benefit afspraken. Gebleken is dat het surplus aan opbrengsten (groei boven de 2% p.j.) in deze drie jaar 18,6 mln. bedraagt. Conform de risk & benefit afspraken vallen deze opbrengsten grotendeels toe aan GVB ( 15 mln.) en het restant aan de Stadsregio ( 3,5 mln.); b) Partijen spreken een nieuwe en hogere spilkoers af en maken additionele afspraken over vergoeding van kosten en terugbrengen van de subsidie De groei van de opbrengsten heeft zich niet gelijkmatig over de drie jaar voorgedaan. Het grootste deel van de groei werd in 2015 gerealiseerd. Volgens de risk benefit afspraken zou de nieuwe spilkoers voor de nieuwe driejarige periode 6,2 mln. naar boven zijn aangepast (zie vorige punt 2a). In dat geval is er voor GVB de komende drie jaar vrijwel geen enkele prikkel om de opbrengsten verder te laten groeien. Daarom hebben GVB en de Stadsregio afgesproken om de spilkoers met 13,1 mln. te laten stijgen en in lijn te brengen met het opbrengsten niveau van ultimo 2015. Dat betekent dat er extra ruimte ontstaat van circa 7 mln. per jaar voor vermindering van subsidie door de Stadsregio. Afgesproken is dat de subsidie niet met 6,2 mln. per jaar daalt, maar structureel met 13,1 mln. per jaar en dat de Stadsregio in de jaren 2016, 2017 en 2018 extra subsidie verleent aan GVB vanwege de hogere reizigersaantallen en de daaraan gerelateerde kosten (respectievelijk 4 mln., 2,5 mln., en 3 mln.), uitvoering van de Wet Lokaalspoor ( 1 mln. per jaar) en 2/5 DB Voorstel BBV/2016/3571
kosten voor materieel beschikbaarheid (respectievelijk 1 mln., 2 mln. en 1 mln.). Deze subsidie komt na 2018 geheel of gedeeltelijk te vervallen. Zie ook de financiële tabel van bijlage 1. c) Materieel beschikbaarheid Stadsregio stelt verspreid over drie jaar (2016, 2017 en 2018) 4 beschikbaar om de dagelijkse beschikbaarheid van trams te verhogen volgens een afgesproken norm. GVB betaalt de Stadsregio een malus als de dagelijkse norm niet wordt gehaald. Verder zal GVB vanaf 1 januari 2017 de beschikbaarheid van al het rollend materieel als open data beschikbaar stellen. Verder stelt de Stadsregio 1 mln. beschikbaar voor de upgrading van het interieur van M4 materieel in R-net kleurstelling. In totaal is derhalve eenmalig 4 mln. gemoeid met deze afspraken. d) Stadsregio vermindert de subsidie met 0,35 mln. per jaar in 2016 en 2017 en vanaf 2018 structureel met 0,7 mln. per jaar vanwege het opheffen van parallelliteit in Amsterdam West en daarmee gepaard gaande stijgende opbrengsten; Eerder is het Dagelijks bestuur geïnformeerd over het opheffen van parallelliteit in Amsterdam West. Dit heeft toen geleid tot een ophoging van het budget van de concessie Amstelland Meerlanden, waarover u eind 2015 een besluit heeft genomen. Er is u toegezegd dat de tegenhanger, een neerwaartse aanpassing van de subsidie van de concessie Amsterdam, op een later moment aan u wordt voorgelegd. Daar geven wij met deze afspraak met GVB invulling aan. e) De subsidie wordt verder structureel met 0,15 mln. per jaar vermindert vanwege verbeterde efficiency als gevolg van investeringen van de Stadsregio in een kuilwielenbank; GVB kan efficiënter werken als gevolg van een investering vanuit de Stadsregio. Dat voordeel wordt met deze afspraak verrekend. f) Stadsregio herbevestigt, onder het voorbehoud van goedkeuring door de Regioraad, haar bereidheid om maximaal 35 mln. van het rentevoordeel als gevolg van directe financiering van investeringen in rollend materieel, in te zetten voor nieuwe investeringen in rollend materieel; In het DB besluit van 19 november 2015 is toegelicht dat GVB extra investeringen in rollend materieel naar voren heeft gebracht die in 2013 niet voorzien waren. Deze additionele investeringen werden in november 2015 ingeschat op een bedrag van circa 93 mln. Stadsregio en GVB hebben onderzocht op welke manier er binnen het OV systeem middelen vrij gespeeld kunnen worden. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het vermijden van rentelasten. Dat was een belangrijke reden voor het dagelijks bestuur om investeringen in rollend materieel voortaan niet meer door middel van een lening, maar door middel van directe financiering te dekken. Stadsregio herbevestigt, conform het eerder genomen besluit, dat zij bereid is om een deel van het rentevoordeel dat dit oplevert (tot 35 mln.) in te zetten voor investeringen in rollend materieel. De Stadsregio bepaalt per aanvraag het subsidie bedrag en kan uiteraard voorwaarden stellen aan een subsidie. Voor de initiële afspraken over Activa wordt verwezen naar onderdeel C 1 t/m C3 van het DB besluit van 19 november 2015 over de resultaten van de herijking. g) Partijen starten een gezamenlijk onderzoek naar de omvang en financiering van de investeringen in rollend materieel en een eigen bijdrage van GVB aan de bekostiging van deze investeringen; Partijen constateren dat door de groei van het openbaar vervoer in de concessie Amsterdam fors geïnvesteerd moet worden in o.a. nieuw materieel. Deze investeringen gaan in omvang en in de timing de budgetten van de Stadsregio te boven. Om de investeringen mogelijk te maken is het daarom noodzakelijk dat gekeken wordt naar alternatieve vormen van bekostiging en financiering. Zowel in de herijkingsafspraken van november 2015 als in de update daarvan die nu aan u 3/5 DB Voorstel BBV/2016/3571
wordt voorgelegd hebben GVB en Stadsregio geconstateerd dat het nuttig is onderzoek te doen naar o.a. andere vormen van bekostiging en financiering en een eigen bijdrage van GVB in activa investeringen. Dit is vastgelegd in punt 20 van bijlage 2. Deze afspraak is overeenkomstig uw eerder genomen besluit over een onderzoek bij de budgetreservering voor het M7 materieel. h) Partijen verrekenen enkele claims die er over en weer waren met gesloten beurs Afgelopen periode zijn er over en weer dossiers gevormd waarbij partijen van mening waren dat er nog een financiële verrekening moest plaats vinden met de andere partij. Voor de opsomming van deze dossiers verwijs ik u naar punt t van de overwegingen van bijlage 1. Van de meeste dossiers is afgesproken dat er over en weer geen verrekening plaats vindt. Partijen hebben dit met gesloten beurs opgelost. i) GVB geeft uit eigen beweging een deel van het resultaat van 2015 ( 7,3 mln.) terug aan de Stadsregio. GVB vraagt daarvoor in ruil o.a. een bijdrage van circa 3,6 mln. voor de aanschaf van 9 bussen. Het resterende deel kan gebruikt worden voor de dekking van overige investeringen in rollend materieel; Bij brief van 18 maart 2016 heeft GVB gemeld dat zij voornemens is om een deel van de winst van 2015 aan de Stadsregio beschikbaar te stellen. De Stadsregio heeft aangegeven dat zij dit aanbod van GVB zal betrekken bij de vaststelling van de subsidie 2015. GVB stelt aan de Stadsregio voor om deze middelen als volgt in te zetten: Aanschaf 9 bussen 3,6 mln. Overige activa investeringen 1,7 mln. Bekostiging BORI 2,0 mln. Zowel de teruggave van de winst, als de subsidie beschikking van de 9 extra bussen, dienen nog geformaliseerd te worden. Verder heeft de portefeuillehouder Verkeer nog niet ingestemd met de aanwending van de 2 mln. voor het BORI budget. 3) In te stemmen met de afspraken met GVB zoals op hoofdlijnen weergegeven bij punt 2 en zoals die zijn vastgelegd in de bijlage die door beide partijen (ambtelijk) getekend is; U wordt verzocht in te stemmen met de set van besluiten die beschreven staan bij punt. 4) Verlenen van mandaat aan de portefeuillehouder Openbaar Vervoer om de Subsidie beschikking aan GVB 2016 conform bovenstaande afspraken te verstrekken; Tot nu toe is er over 2016 geen beschikking verstrekt aan GVB, hangende de besprekingen over de herijking. Nu deze zijn afgerond kan de beschikking door de portefeuillehouder verzonden worden. 5) Verlenen van mandaat aan de portefeuillehouder Openbaar Vervoer om, indien dat noodzakelijk is, overige juridische documenten (zoals bijvoorbeeld de uitvoeringsovereenkomst, afspraken over risk-benefit sharing) te wijzigen conform bovenstaande afspraken; Bovenstaande afspraken hebben ook impact op bijvoorbeeld de eerder overeengekomen risk benefit afspraken. Hiermee geeft u de portefeuillehouder OV mandaat deze afspraken te wijzigen conform de inhoud van dit besluit van het dagelijks bestuur. MEEGEZONDEN STUKKEN 1. Overeenkomst inzake Risk& Benefit, exploitatiesubsidie, activa investeringen en enige daarmee samenhangende onderwerpen (niet meegezonden maar beschikbaar en opvraagbaar bij de Stadsregio); met als bijlage het Financieel overzicht herijking GVB Stadsregio (NB: de ongetekende versie is mee gezonden. Tussen de verzending aan het DB en bespreking in het DB zal de ambtelijke tekening plaats vinden). 4/5 DB Voorstel BBV/2016/3571
BESLUITVORMINGSPROCES De concept afspraken zijn besproken in de staf met de portefeuillehouder van o.a. 10 oktober 2016 Financiële Paragraaf De herijkingsafspraken leiden tot een positieve bijstelling van de meerjarenraming van het programma Openbaar Vervoer. Daarbij zal de positieve bijstelling voor de jaren 2016-2018 zeker zijn omdat hierover concrete afspraken zijn gemaakt met GVB. Of het positieve effect na 2018 gehandhaafd blijft hangt af van de groei van de opbrengsten van GVB in de komende drie jaar. Blijven de opbrengsten zich volgens prognose ontwikkelen of groeien zij harder dan voorzien, dan zal de positieve bijstelling van de meerjarenraming zich blijven voordoen, danwel nog verder in positieve zin aangepast worden. Gelet op de aanhoudende groei van het toerisme naar Amsterdam en de huidige en geplande groei van de woningbouw, is het aannemelijk dat deze ontwikkeling zich voor doet. Een (sterke) terugval in de opbrengsten in de komende drie jaar zou vanaf 2019 aanleiding kunnen zijn de subsidie wederom aan te passen (of het aanbod aanpassen aan een lagere vervoervraag). Dat zal zich pas voordoen als de som van de opbrengsten in totaal ruim 15 miljoen lager is dan nu voorzien. De uitwerking van de risk-benefit afspraken heeft dus een positief effect hebben op de meerjaren reeks. De effectuering van de risk-benefit legt een stevige bodem voor de jaren daarna. Het (gegarandeerde) positieve financiële effect voor de jaren 2016-2018 is mede ingezet om de (gedeeltelijke) bekostiging van het nieuw aan te schaffen metromaterieel M7 mogelijk te maken. Daarover heeft het dagelijks bestuur op 3 november 2016 een besluit genomen. Het overige deel voor de periode vanaf 2019 kan ingezet worden voor bijvoorbeeld de groei in het Amsterdamse openbaar vervoer en de groei die samenhangt met de opening van de Noordzuid lijn. Concrete besluiten daarover zullen t.z.t. aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd. BESLUIT DAGELIJKS BESTUUR (in te vullen na besluitvorming): 5/5 DB Voorstel BBV/2016/3571