Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Krachten 4

Vergelijkbare documenten
krachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Practicumverslag ingeleverd op

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Oefentoets krachten 3V

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

Inleiding kracht en energie 3hv

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

Krachten (4VWO)

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

Verslag Natuurkunde De uitrekking van veren

Veerkracht. Leerplandoelen. Belangrijke formule: Wet van Hooke:

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

MBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

3 havo krachten. Saskia Franken. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen

Kracht en Energie Inhoud

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Samenvatting Techniek H3 Hefbomen

natuurkunde vwo 2017-I

Leerstofvragen. 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten

Proefopstelling Tekening van je opstelling en beschrijving van de uitvoering van de proef.

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

Deel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht Soorten krachten

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Toegepaste wiskunde. voor het hoger beroepsonderwijs. Deel 2 Derde, herziene druk. Uitwerking herhalingsopgaven hoofdstuk 7.

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis)

Krachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 3 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 14

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Wisselwerking en Beweging 2 Energie en Beweging

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel

Samenvatting Natuurkunde 1. Kracht en Evenwicht

2. Bereken elk moment in de volgende drie tekeningen. Geef ook aan of het moment linksdraaiend of rechtsdraaiend is.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4

3.1 Krachten en hun eigenschappen

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen.

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

1 Krachten. Krachten om je heen. Nova. Leerstof. Toepassing

Uitwerking examen e tijdvak

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Arbeid & Energie. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts

NATUURKUNDE. Figuur 1

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO

K RAC HTEN. 2.1 De dynamometer

BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing

Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

jaar: 1990 nummer: 06

1 Inleiding van krachten

1.0 Kracht

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)

Snelheid en kracht. 4.1 Inleiding. 4.2 Soorten krachten

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

Wisnet-HBO update nov. 2008

Begripsvragen: Elektrisch veld

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

6,1. Samenvatting door een scholier 2375 woorden 5 december keer beoordeeld. Natuurkunde Natuurkunde overal. Natuurkunde Overal vwo deel 1

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Herhalingsopgaven 6e jaar

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

Een lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn.

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

1.0 Kracht

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Advanced Creative Enigneering Skills

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen Momenten R.H.M.

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Opgave 2 Caravan. Havo Na1,2 Natuur(kunde) & techniek 2004-II.

Samenvatting NaSk Hoofdstuk t/m 4.5

verbrandingsgassen uit. Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu?

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Elektro-magnetisme Q B Q A

Trillingen... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer II... 5

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Transcriptie:

1. Aan welke 4 zaken herken je dat er een kracht op een voorwerp werkt? Verandering van richting, vorm, snelheid of het houdt iets op zijn plaats. 2. Welke 3 eigenschappen heeft een Vector aangrijppunt, richting en grootte 3. Onderstaande vector heeft een krachtschaal waarbij 1 cm =^ 500 N Hoe groot is de kracht die hier een rol speelt. l = 8,1 cm F = 8,1 x 500 = 4050 N 4. Teken een kracht van 1250 N. Vermeld er bij welke krachtschaal je hebt gebruikt. 1 cm 100 N =^ vector is 12,5 cm 5. Een kracht F1 met een grootte van 8 N staat loodrecht op een kracht F2 die 6 N groot is. Gebruik een schaal van 1cm = 2N. a Teken beide krachten en bepaal de grootte van de somkracht. Laat zien hoe je aan je antwoord komt. F2 Fres= 9,6 N F1 b Leg uit hoe groot een kracht F3 moet zijn die je moet uitoefenen om evenwicht te krijgen. Tegengesteld zie oranje vector

Er zijn twee mogelijkheden voor de beweging van een voorwerp wanneer zoals in vraag b er evenwicht van krachten is. c Welke twee mogelijkheden zijn dat? 1) staat stil 2) constante snelheid d Teken de somkracht, uit vraag a, als de hoek tussen de twee krachten 55 is. F2 Fres=. N F1 6. Een veer van 25 cm hangt aan een haak. Er wordt een massa van 25 kg aan gehangen en de veer rekt uit t/m 37,5 cm.. Bereken de veerconstante m = 25 kg Δl = 37,5 25 = 12,5 cm C =? F = m x g F = 25 kg x 10 N/kg F = 250 N C = F / Δl C = 250 N / 12,5 cm C = 20 N/cm

7. Een veer van 25 cm hangt aan een haak. De veer heeft een veerconstante van 25 N/cm. Bereken de lengte van de veer als er een massa van 25 kg aan gehangen wordt. g = 10 N/kg. m = 25 kg l =? C = 25 N/cm F = m x g F = 25 kg x 10 N/kg F = 250 N Δl = F / C Δl = 250 N / 25 N/cm Δl = 10cm l = 25 cm + Δl l = 25 cm + 10 cm = 35 cm Een veer van 25 cm hangt aan een haak. De veer heeft een veerconstante van 25 N/cm. Bereken de massa die aan de veer hangt als deze 37,5 cm uitrekt.. m =? Δl = 37,5 cm C = 25 N/cm F = C x Δl F = 25 N/cm x 37,5 cm F = 937,5 N m = F / g m = 937,5 N / 10 N/kg m = 94 kg

8. Twee leerlingen, Erin en Elise, vertellen elkaar hoe zwaar ze zijn. Elise zegt dat ze 523 N zwaar is en Erin beweert dat zij 53 kg zwaar is. ( g = 9,81 N/kg) a Welke grootheid bedoelt Erin? massa b c Over welke grootheid spreekt Elise? Kracht Bereken de massa van Elise; rond af op een geheel getal. m =? F = 523 N g = 9,81 N/kg m = F / g m = 523 N / 9,81 N/kg m = 53 kg d Bereken de kracht waarmee de aarde aan Erin trekt. Rond weer af op een geheel getal. m = 53 kg g = 9,81 N/kg F = m x g F = 53 kg x 9,81 N/kg F = 520 N e f Welk meetinstrument heeft Erin gebruikt? Balans Hoe heet het meetinstrument dat Elise heeft afgelezen? Veerunster

9. Een duiker staat op de duikplank met een massa van 75 kg a. Bereken de zwaartekracht als hij op de duikplank staat. m = 75 kg Fz =? Fz = m x g Fz = 75 kg x 10 N/kg Fz = 75 N b. Bereken het gewicht als hij op de duikplank staat. Fg = Fz = 75 N c. Bereken de zwaartekracht als hij duikt Fz = 75 N Zie a d. Bereken zijn gewicht als hij duikt Fg = 0 N (geen hang en steunpunt) 10. Een kist met een massa van 300 kg valt uit een vliegtuig met een constante snelheid van 160 km/h naar beneden. a. Wat weet je van de zwaartekracht op de kist? Fz = m x g b. Wat weet je van de resultante kracht op de kist Fres = 0N (1 ste wet van Newton) c. Wat weet je van het gewicht van de kist. Fg = 0N (Geen hang en/of steunpunt) 11. Een auto met een massa van 1350 kg wordt met een constante snelheid naar de garage getrokken met een kracht van 300 N. Teken de auto met de krachten die er op werken.

Δl in cm Er wordt een experiment uitgevoerd met een veer. De resultaten staan in onderstaande tabel F in N 0 1 3 5 8 20 Δl in cm 0 5 15 25 40 100 a. Teken het diagram (grafiek) 120 100 Veerconstante 80 60 40 20 0 0 5 10 15 20 25 F in N b. Bepaal uit de grafiek de uitrekking als de veer belast wordt met 12,5 N. 63 cm c. Bereken de veerconstante F = 20 N 0 N = 20 N Δl = 100 cm 0 cm = 100 cm C =? C = F / Δl C = 20 N / 100 cm C = 0,2 N/cm