Macro Visie. Belfius Research. V.S.: lagere BBP-groei in Q1 door zwakke uitvoer. 2. Eurozone: economische data evolueren beter dan het sentiment.

Vergelijkbare documenten
Macro Visie. Belfius Research. V.S.: kan de lage olieprijs zich vertalen naar sterkere groei? 2. Eurozone: economische groei beliep 1,5% in 2015.

Macro Visie. Belfius Research. V.S.: kans op renteverhoging in juni neemt toe 2. Eurozone: behoorlijke groei in eerste kwartaal 4

Macro Visie. Belfius Research

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Macro Visie. Belfius Research. V.S.: Fed maakt geen haast met hogere rente 2. Eurozone: private consumptie leverde opnieuw de grootste groeibijdrage 3

Japan: de regering Abe kondigt een nieuw hulpprogramma aan na teleurstellende macro data. 9. China: het consumentenvertrouwen slabakt.

Vastgoed Visie Q1 2017

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro Visie. Belfius Research. V.S.: consumentenvertrouwen op record hoogte. 2. Eurozone: economisch optimisme ondanks verkiezingskoorts 3

Macro-economische Ontwikkelingen

Niettemin, blijft de inflatie in de V.S. op een laag niveau en alleszins onder het FED target van 2%.

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro Visie. Belfius Research. V.S.: budgetplannen Trumpgaan ten koste van de groei op lange termijn

Een goed 2015, een aarzelend

De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei

Economie in 2015 Kans of kater?

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Macro Visie. Belfius Research. V.S.: een gunstige mix van arbeidsmarktcijfers 2. Eurozone: inflatie opnieuw negatief 3

INVINCO BENELUX. Hoe ver gaat de Euro nog zakken?

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Macro Visie. Belfius Research

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Dienstensector houdt vertrouwen

Vastgoed Visie Q1 2018

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Macro-economische Ontwikkelingen

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel

Edelmetalen Watch. Van pessimist naar optimist. Economisch Bureau Macro & Financial Markets Research. Insights.abnamro.nl/en.

Internationale varkensvleesmarkt

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Outlook Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI /02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Groei van het BBP. Kwartaal op kwartaal, geannualiseerd. Bron: IMF

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group

Update april 2015 Beleggen

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK

Licht op energie ( november)

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Marktontwikkelingen varkenssector

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Beleggingsstrategie. Zeer defensief. ingsstrategie

Macro-economische Ontwikkelingen

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Belangrijkste overwegingen voor beleggers dit kwartaal zijn onder meer:

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

De in deze pdf vermelde gegevens zijn ter informatie en onder voorbehoud van type- en schrijffouten. Afgelopen week daalde de euro flink als gevolg

BEHEERSVERSLAG Active Multi Allocation Fund september 2015

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Het cyclische herstel ombuigen in duurzame en inclusieve groei. Gouverneur Jan Smets NBB jaarverslag 2017

Financial Markets weekly 17 oktober 2011

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Macro Visie. Belfius Research. V.S.: BBP-groei stelt teleur in Q1. 2. Eurozone: stabiele groei en gunstige vooruitzichten. 3

BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund februari 2016

Marktomstandigheden In het tweede kwartaal van 2016 zijn de rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone verder gedaald. In het algemeen gold hoe langer

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07

De Ezel en de Spiegel: over disjunctie van de reële economie en financiële markten

Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Is greed good? En $4000 voor een bitcoin dan?

Economische visie op 2015

Investment Highlights week 10

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Michiel Verbeek, januari 2013

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Matige groei, grote bezorgdheid

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

Hoofdstuk 24 Valutamarkt

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Transcriptie:

april 216 Macro Visie Belfius Research V.S.: lagere BBP-groei in Q1 door zwakke uitvoer. 2 Eurozone: economische data evolueren beter dan het sentiment. 3 Japan : kans op recessie zaait twijfel over belastingverhoging. 6 Rente: politieke kritiek op de ECB zwelt aan. 7 FX: euro en yen stijgen ondanks negatieve nominale rentes. 8 Prognosetabel 1 Dr. Geert Gielens Chief Economist +32 2 222 7 84 geert.gielens@belfius.be Stefan Hulpiau Senior Economist +32 2 222 19 76 stefan.hulpiau@belfius.be Frank Maet Senior Economist +32 2 222 69 97 frank.maet@belfius.be

V.S.: lagere BBP-groei in Q1 door zwakke uitvoer. De negatieve exportcijfers zullen wegen op de Amerikaanse BBP-groei in Q1. Op het thuisfront zet het herstel van de arbeidsmarkt zich onverminderd door. Fed gouverneur Janet Yellen heeft aangegeven dat de centrale bank voorzichtig zal blijven met haar rentebeleid. Door de teleurstellende groei van de wereldhandel zit de Amerikaanse exportsector al meer dan een jaar in zak en as. Ook in januari en februari van 216 daalde de uitvoer met respectievelijk 6,7% en 4,2% vergeleken met het jaar ervoor. De negatieve exportcijfers zullen wegen op de BBPgroei in Q1. Afhankelijk van de uitvoerdata voor maart en de aanpassingen van de bedrijfsvoorraden rekenen we op een BBP-groei van 1,7 à 1,8% in Q1 in vergelijking met het eerste kwartaal van 215. Op het thuisfront zet het herstel van de arbeidsmarkt zich ondertussen onverminderd door. Dit jaar werden er maandelijks gemiddeld 225, extra jobs gecreeërd waarvan 215,8 in de privé-sector. De afgelopen zes jaar kwamen er in de V.S. ongeveer 14 miljoen nieuwe banen bij en daalde de werkloosheidsgraad van 9,5% tot 5%. Meer recent boekte de arbeidsparticipatiegraad het afgelopen halfjaar een vooruitgang van,6% tot 63%, het hoogste niveau sinds begin 214, en lijkt daarmee aan een herstel begonnen. De nominale looninflatie bedroeg in maart 2,3% maar dit is niet sterk genoeg om de Federal Reserve te doen in actie schieten. Integendeel, gouverneur Janet Yellen heeft aangegeven dat de centrale bank voorzichtig zal blijven met haar rentebeleid vanwege de turbulentie op de (olie)markten en de zwakkere groei van de wereldhandel. De vooruitzichten van de Federal Reserve tonen dat de meeste leden van het monetair comité denken dat de officiële kortetermijnrente onder de 1% grens zal blijven in 216. Dat impliceert slechts twee renteverhogingen met 25 basispunten in de loop van dit jaar, terwijl de Fed prognoses in december nog wezen op vier dergelijke renteverhogingen. Grafiek 1. V.S.: % jaar-op-jaar groei van de export en het BBP. Grafiek 2: Federal Reserve prognoses Dot Plot / Federal Open Market Committee 2

2nd/213 3rd/213 4th/213 1st/214 2nd/214 3rd/214 4th/214 1st/215 2nd/215 3rd/215 4th/215 1st/216 2nd/216 De jaar-op-jaar groei van de kredietverlening aan de privé sector is in februari gestegen tot,9% tegenover,6% in de voorgaande maand en,4% in december 215. De indicatoren van het vertrouwen deden het de voorbije maanden iets minder goed. Het economisch sentiment daalde in maart voor de derde opeenvolgende maand. Grafiek 3: evolutie van het bbp (% QoQ - % YoY),8,6 GDP (ESA21),Q-Q%ch, SA,WDA-Euro area(left) GDP (ESA21),Y-Y %ch, SA,WDA-Euro area(right) Eurozone: economische data evolueren beter dan het sentiment In het vierde kwartaal van 215 beliep de economische groei,3% op kwartaalbasis, wat de groei over geheel 215 op 1,6% bracht. Op 29 april maakt Eurostat een eerste raming bekend voor de groei in het eerste kwartaal van 216. Men mag verwachten dat dit een gelijkaardig percentage wordt op basis van de groei van de geldhoeveelheid en de kredietverlening. De groei van de geldhoeveelheid op jaarbasis, gemeten door M3, kwam in februari uit op 5,%, een zelfde percentage als in januari maar boven de 4,7% in december 215. De jaar-op-jaar groei van kredietverlening aan de privé sector (aangepast voor verkopen en effectiseringen) is in februari gestegen tot,9% tegenover,6% in de voorgaande maand en,4% in december 215. Sinds begin 214 was deze groei beginnen verbeteren. In februari is de groei (op jaarbasis) van de kredieten aan de gezinnen gestegen tot 1,6% (1,4% in januari) en ook deze van de kredieten aan de bedrijven verbeterde tot,9% (,6% in januari). Over het vierde kwartaal van 215 is nog bekend geraakt dat de spaarquote van de gezinnen licht steeg tot 12,7% van het beschikbaar inkomen tegenover 12,5% in het voorgaande kwartaal. De investeringsquote van de gezinnen (investeringen in woningen t.o.v. het beschikbaar inkomen) beliep 8,4% tegenover 8,3% in het voorgaande kwartaal en ook de investeringsquote van de bedrijven (investeringen t.o.v. de gerealiseerde toegevoegde waarde) nam toe tot 22,2% tegenover 2,%. Maar de indicatoren van het vertrouwen deden het de voorbije maanden iets minder goed. Het economisch sentiment daalde in maart voor de derde opeenvolgende maand (-,9 punten tot 13,). Dit was te wijten aan een afname van het vertrouwen bij de consumenten, in de dienstensector en in de bouwsector. In de industrie was er een stabilisatie en in de kleinhandel was er zelfs een kleine verbetering. Onder de vijf grootste economieën was er een sterke achteruitgang in Italië (-2,4) en Frankrijk (-1,8), in mindere mate in Nederland (-,9) en Spanje (-,4) en een quasi stabilisatie in 2 2 Grafiek 4: kredieten aan gezinnen en bedrijven (% YoY) EuroAreaLoans tohouseholds (%YoY) EuroAreaLoans ToNon-Financial Corporations (%YoY),4 1,5 15,2 1 1 -,2,5 5 -,4 -,6 -,8 -,5-5 24 25 26 27 28 29 21 211 212 213 214 215 3

Duitsland (-,1). In de industrie was er een ongewijzigde beoordeling van de verwachte productie en de orderbestanden. De daling bij de consumenten was een gevolg van een minder gunstige visie op de algemene economische toestand en een iets minder positieve inschatting van de financiële toestand en toekomstige spaarmogelijkheden. De recente economische data wijzen niet op een inzinking van de groei. Er zijn verschillende indicatoren die wijzen op een verbetering van de arbeidsmarkt in de eurozone. De recente economische data wijzen niet op een inzinking van de groei. In februari lag de industriële productie wel,8% lager dan in de voorgaande maand, maar in vergelijking met een jaar geleden was er een toename met,8%. De productie in de bouwsector lag in januari 3,6% hoger dan in de voorgaande maand en zelfs 6,% hoger dan in januari 215. Het volume van de kleinhandelsverkopen lag in februari,2% hoger dan in januari en in vergelijking met vorig jaar was er een stijging met 2,4%. Over de eerste twee maanden van het jaar lag de internationale handel van de eurozone met de rest van de wereld op exact hetzelfde niveau als vorig jaar en werd er opnieuw een handelsoverschot geboekt van 27 miljard euro. De handel binnen de eurozone nam toe met 1%. Er zijn verschillende indicatoren die wijzen op een verbetering van de arbeidsmarkt in de eurozone. Zo groeide de tewerkstelling in het vierde kwartaal van 215 aan met,3% tegenover het voorgaande kwartaal en in vergelijking met een jaar geleden beliep de toename 1,2%. De verbetering op de arbeidsmarkt blijkt ook uit de toename van de vacaturegraad (verhouding van het aantal vacatures tot het aantal banen plus vacatures) die in het vierde kwartaal van 215 steeg tot 1,6% tegenover 1,5% in het voorgaande kwartaal en een jaar eerder. En natuurlijk is er ook de dalende werkloosheidsgraad die in februari uitkwam op 1,3% tegenover 1,4% in januari en 11,2% een jaar geleden. Wel verloopt de verbetering slechts traag en er blijven zeer grote verschillen onder de lidstaten, want de werkloosheidsgraad ligt laag in Duitsland (4,3%) maar is zeer hoog in Griekenland (24,%) en Spanje (2,4%). Ook de jeugdwerkloosheidsgraad (15 tot 24 jaar) is dalend gericht, namelijk 21,6% tegenover 22,7% in februari 215, maar is nog zeer hoog in Griekenland (48,9%) en Spanje (45,3%) in vergelijking met Duitsland (6,9%). Grafiek 5: indicatoren van het vertrouwen (indexen) Grafiek 6: industriële productie (% YoY) 1 5 Economicsentiment indicator, Euroarea (Right) Industrial confidenceindicator, Euroarea (19countries) (Left) Consumer confidence indicator, Euro area (Left) 11 15 2 15 1 Euro Area CapacityUtilization (%) (Right) Industrial Production- EuroArea (%YoY) (Left) 86 84 82-5 1 5 8 78-1 95-5 76-15 9-1 -15 74-2 -25 85-2 -25 72 7-3 211 212 213 214 215 8-3 6 7 8 9 1 11 12 13 14 15 68 4

De meest recente prognose komt van het IMF dat een groei voorop stelt van 1,5% in 216 en 1,6% in 217. Er wordt verwacht dat de inflatie nog geruime tijd zeer laag zal blijven. Begin februari maakte de Europese Commissie haar nieuwe groeiprognoses voor 216 en 217 bekend. Het bbp van de eurozone zou met 1,7% toenemen in 216 (voorheen 1,8%) en met 1,9% in 217 (ongewijzigd). Ook de ECB maakte op 1 maart nieuwe groeiprognoses bekend. Voor 216 wordt nu een reële groei voorop gesteld van 1,4% (voorheen 1,7%) en deze zou in 217 oplopen tot 1,7% (voorheen 1,9%) en in 218 tot 1,8% (eerste raming). De meest recente prognose komt van het IMF dat een groei voorop stelt van 1,5% in 216 en 1,6% in 217. In maart is de inflatie (op jaarbasis) uiteindelijk uitgekomen op,% (-,1% bij een eerste raming) tegenover -,2% in februari. Het lage inflatiecijfer is nog steeds volledig toe te schrijven aan de energieprijzen die nu 8,7% lager liggen dan een jaar geleden. Bij de industriële goederen en diensten was er een prijsstijging van respectievelijk,5% en 1,4%. De onderliggende inflatie, zonder de prijzen voor energie en voeding, is toegenomen van,8% in februari tot 1,% in maart. Men kan dus zeker niet spreken van een algemene deflatie, maar wel wordt verwacht dat de inflatie nog geruime tijd zeer laag zal blijven. Begin maart maakte de ECB nieuwe prognoses bekend voor de inflatie in de volgende jaren. De ECB stelt nu voor 216 een HICP inflatie voorop van,1% (voorheen 1,%), die in 217 zou oplopen tot 1,3% (voorheen 1,6%) en in 218 tot 1,6% (eerste raming). 2. 19.5 19. 18.5 18. Grafiek 7: evolutie werkloosheidsgraad HarmonizedUnemployment Rate- EuroArea (Right) Numberof unemployed, ThousPersons - EuroArea (Left) 12,5 12 11,5 11 Grafiek 8: inflatie en onderliggende inflatie (% YoY) 4,5 EuroAreaHarmonized CPI (%YoY) EuroAreaCore inflation (%YoY) 4 3,5 3 2,5 2 17.5 17. 16.5 1,5 1 1,5 1,5 16. 9,5 -,5 15.5 211 212 213 214 215 9-1 211 212 213 214 215 5

Japan : kans op recessie zaait twijfel over belastingverhoging. De Tankan reeksen zijn doorgaans een betrouwbare indicator van de winstgevendheid van het Japanse bedrijfsleven. De vooruitzichten van de grote ondernemingen voor 216 zijn beduidend conservatief: er wordt een daling verwacht van de omzet en de bedrijfswinst met respectievelijk,4% en 2%. Het BBP kromp in het laatste kwartaal van 215 met,3% t.o.v. het derde kwartaal en het ziet er naar uit dat ook in het eerste trimester van 216 de output is gedaald. De slabakkende economie heeft de discussie rond de geplande verhoging van de consumptietaks in april 217 opnieuw doen losbarsten. Het economisch vertrouwen bij de grote Japanse bedrijven verzwakte tijdens het eerste kwartaal van dit jaar volgens de invloedrijke Tankanenquête. De Tankan vertrouwen index voor grote ondernemingen in de verwerkende nijverheid daalde van 12, naar 6, in Q1 onder invloed van de tegenvallende economische groei in de Aziatische groeilanden en de sterke yen die Japanse exportproducten duurder maakt. Het ondernemersvertrouwen bij de kleine en middelgrote bedrijven (die minder afhankelijk zijn van de buitenlandse vraag ) bleef stabiel in de dienstensector en wist zelfs lichtjes te verbeteren in de verwerkende industrie. De Tankan reeksen zijn doorgaans een betrouwbare indicator van de winstgevendheid van het Japanse bedrijfsleven. De vooruitzichten van de grote ondernemingen voor 216 zijn beduidend conservatief: er wordt een daling verwacht van de omzet en de bedrijfswinst met respectievelijk,4% en 2%. Het is dan ook niet verrassend dat in deze omstandigheden er weinig animo is om extra personeel aan te werven. De recentste resultaten van de vertrouwensenquête tonen aan dat de groei van de Japanse economie blijft aanmodderen. Het BBP kromp in het laatste kwartaal van 215 met,3% t.o.v. het derde kwartaal en het ziet er naar uit dat ook in het eerste trimester van 216 de output is gedaald wat zou betekenen dat Japan opnieuw een recessie (twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei) te verwerken krijgt. De slabakkende economie heeft de discussie rond de geplande verhoging van de consumptietaks in april 217 opnieuw doen losbarsten. De vorige verhoging van de verbruiksbelastingen (van 5% naar 8%) in 214 duwde de Japanse economie kopje onder en een nieuwe verhoging naar 1% in 217 riskeert een gelijkaardig effect te hebben. De voorstanders van de BTWverhoging zien dit echter als een wapen tegen de deflatie. Grafiek 9: Evolutie van het Japanse bedrijfssentiment 6

De ECB-bashing vanuit Duitsland brengt de onafhankelijkheid van de centrale bank in het gedrang. De Europese obligatiemarkten trokken zich weinig aan van het politiek gekrakeel en boekten sinds het midden van maart nieuwe koerswinsten. Rente: politieke kritiek op de ECB zwelt aan. De afgelopen weken kwam de ECB onder vuur te liggen vanwege haar uitzonderlijk gulle monetaire beleid. Zoals gewoonlijk kwam de kritiek uit Duitsland, met name van minister van financiën Wolfgang Schäuble. Hij verweet ECB-president Draghi dat zijn beleid gedeeltelijk verantwoordelijk is voor het politieke succes van de eurosceptische partij AfD in Duitsland. Het negatieve rentebeleid kreeg van de Duitse minister ook de wind van voren omdat dit volgens hem schadelijk is voor de Duitse spaarders. Draghi en Bundesbank president Jens Weidmann slaagden erin om de kritiek met de mantel der liefde te bedekken maar de ECB-bashing door de grootste lidstaat van de eurozone doet het imago van de ECB geen deugd omdat de onafhankelijkheid van de centrale bank op die manier in het gedrang komt. De Europese obligatiemarkten trokken zich weinig aan van het politiek gekrakeel en boekten sinds het midden van maart nieuwe koerswinsten. De rente op het Duits overheidspapier met een looptijd van 1 jaar daalde van,31% op 15 maart tot een dieptepunt van,9% begin april, vooraleer voorzichtige winstnemingen de 1-jaars rente opnieuw tot,15% deden klimmen. De grafiek onderaan illustreert de verschuiving van de Duitse rentecurve sinds de start van 216. Door het kwantitatieve versoepelingsbeleid van de ECB (en de Bank of Japan) en de combinatie met een schaarse aanbesteding van Europees staatspapier blijft de kans echter bestaan dat de komende weken de 1- jaars obligatierente in Duitsland onder de nul procent duikt. De Brexitvrees speelt ook in de kaart van de Duitse obligaties omdat hierdoor een sterkere vraag naar veilige haven beleggingen ontstaat. Grafiek 1: Duitse rentecurve (overheidspapier) 7

Ondanks de negatieve rentes in Japan en de eurozone verstevigden deze munten de afgelopen maand tegenover de U.S. dollar. De daling van de reële rente in de eurozone ondersteunde de afgelopen weken de EUR-USD wisselkoers. FX: euro en yen stijgen ondanks negatieve nominale rentes. De Japanse yen is tegenover de U.S. dollar sinds begin maart verstevigd van 114 yen per USD naar 18 ondanks het feit dat de Japanse overheidsobligaties een negatieve nominale rente opleveren tot en met de looptijd van 1 jaar door het agressieve monetaire beleid van de Bank of Japan. Ook in de eurozone staat het grootste gedeelte van de Duitse rentecurve (voor overheidsobligaties) onder water en toch is ook de euro de afgelopen weken flink duurder geworden t.o.v. de Amerikaanse dollar. Men hoopte wellicht stilletjes bij de ECB en de Bank of Japan dat de lage en negatieve rentes de eigen munt zouden doen verzwakken, wat tot een hogere inflatie kan leiden. Bovendien zou dit de Japanse en Europese exporteurs een hart onder de riem steken, maar jammer genoeg is het anders gelopen. De dollar verzwakte immers tot het laagste niveau van de afgelopen vijf maanden, nadat Janet Yellen, de gouverneur van de Federal Reserve, meedeelde dat de centrale bank minder renteverhogingen zal doorvoeren in de loop van 216 dan bij het begin van het jaar werd gedacht. Wanneer we rekening houden met het verschillende verloop van de inflatie in de V.S. (versus de eurozone en japan) dan is de recente daling van de dollar iets gemakkelijker te verklaren. In tegenstelling tot de eurozone, waar de kans op deflatie nog steeds reeël is, is de inflatie in de V.S. opgelopen van % in september 215 tot 1,% in februari van dit jaar. Hierdoor is de reële rente in de VS veel meer gedaald dan de reële rente in de eurozone, wat heeft gewogen op de USD. De komende maanden verwachten we geen plotse wijziging in deze dynamiek waardoor het op korte termijn moeilijk zal zijn voor de USD om terrein te winnen op de euro. Grafiek 11: Reële renteverschil 2y Ger-VS versus EUR-USD. 8

Tijdens de eerste drie maanden van 216 beleefde het Britse pond zijn slechtste kwartaal op de forex markt sinds 29. We blijven op korte termijn negatief t.o.v. het Britse pond omdat een negatief Brexit scenario nog niet volledig in de GBP/USD wisselkoers vervat zit. GBP: het slechtste trimester sinds 29 Tijdens de eerste drie maanden van 216 beleefde het Britse pond zijn slechtste kwartaal op de forex markt sinds 29.Op basis van de economische fundamentele bouwstenen lijkt het Britse pond ondergewaardeerd, vooral tegenover de euro, omdat het economisch herstel in het V.K. duidelijk verder gevorderd is dan in de meeste landen van de eurozone, maar de macro-economische argumenten worden al geruime tijd naar de achtergrond gedrukt door de vrees voor een Brexitscenario. Het pond verloor dit jaar al 7% tegenover een index van munten en tuimelde sinds de start van 216 respectievelijk 8% en 3,5% lager tegenover de euro en de Amerikaanse dollar. Versus de USD fluctueert het Britse pond sinds begin maart tussen $1,41 en $1,45. Volgens ons zit een negatief Brexit scenario (waarbij de politieke banden tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk losser worden) nog niet volledig in de GBP/USD wisselkoers vervat, zodat we op korte termijn negatief blijven t.a.v. het Britse pond. Grafiek 12: EUR-GBP en GBP-USD. 9

Belfius Macro Visie Prognosetabellen april 216 PROGNOSETABELLEN. * Vooruitzichten BBP ( % jaar-op-jaar) CPI vooruitzichten ( % jaarop-jaar) 215 216 217 215 216 217 V.S. 2,4 2,2 2,2,1 1,2 2,1 Eurozone 1,6 1,7 1,9,,1 1,3 Duitsland 1,7 1,7 1,9,1,5 1,4 België 1,4 1,5 1,7,6 1,7 1,5 Japan,5,5,5,5, 1, China 6,9 6,5 6,2 1,4 1,5 1,7 ** 2/4/16 Q2 16 Q3 16 Q4 16 Q1 17 3mnd $,62,76,9 1, 1,2 3mnd -,25 -,25 -,27 -,3 -,35 1j IRS $ 1,62 1,7 1,85 2, 2,15 1j IRS,55,5,55,7,8 EUR-USD 1,13 1,15 1,13 1,1 1,12 USD-JPY 19,5 11 112 115 117 EUR-GBP,8,83,78,75,72 *: GDP/CPI vooruitzichten zijn gemiddelden **: alle vooruitzichten van de financiële markten gelden op het einde van de periode 1

Research Disclaimer. Dit document is van louter informatieve aard, het omvat geen aanbod tot de verkoop of aankoop van financiële instrumenten, het vormt geen beleggingsadvies, noch een bevestiging van enige transactie. Alle opinies, ramingen en verwachtingen in dit document zijn die van Belfius Bank op de datum van dit document en zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. De informatie in dit document komt van diverse bronnen. Belfius Bank legt de grootst mogelijke zorg aan de dag bij het kiezen van zijn informatiebronnen en het doorgeven van de informatie. Fouten of weglatingen in deze bronnen of processen kunnen echter niet van tevoren worden uitgesloten. Belfius kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade of verlies die voortvloeit uit het gebruik van dit document. De informatie in dit document is bedoeld om de ontvanger van dienst te zijn. Er moet niet op worden gerekend als zijnde gezaghebbend of mag niet ter vervanging van het eigen oordeel van de ontvanger worden genomen.