BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund februari 2016

Transcriptie

1 BEHEERSVERSLAG Transparantinvest Portfolio Fund februari 2016 Macro & Markten 1. Macro-economische vooruitzichten De volgende twee weken zullen de centrale bankiers in belangrijke mate het nieuws en de financiële markten domineren. Eerst valt te bekijken of de Europese Centrale Bank de hooggespannen verwachtingen kan inlossen om bijkomende stimulerende maatregelen te nemen ten einde een krachtiger economisch herstel in Europa te bewerkstelligen. Op 15 en 16 maart, vergadert dan de Amerikaanse Federal Reserve. Daar zal dan een antwoord komen op een vraag die de financiële markten koortsachtig bezig houdt: komt er een vervolg op het ingezette pad van verhogingen van de Beleidsrente in de V.S.? De recentste macro-economische indicatoren blazen warm en koud tegelijk en de FED-voorzitter liet niet in haar kaarten kijken de laatste weken. Alhoewel de financiële markten de kans klein achten dat tijdens de komende vergadering de Beleidsrente verder wordt verhoogd is dit verre van zeker... VS Grafiek 1: Evolutie werkloosheidsgraad (blauw) en groeiritme lonen (rood) V.S.: Afgelopen vrijdag werden belangrijke cijfers gepubliceerd: de Amerikaanse werkloosheidsgraad bleef weliswaar op 4,9% maar het aantal nieuwe gecreëerde jobs was hoger dan verwacht, vooral in de dienstensector. Gelukkig was het groeiritme van de loonstijgingen wat lager waardoor de looninflatievrees wat afnam. 1

2 Grafiek 2: Evolutie van de loonstijgingen V.S. (groen) en specifiek de dienstensector (blauw): De loonstijgingen in de dienstsector nemen af wat een gevolg is van, onder meer, een lagere vacaturegroei (zie hieronder). In het algemeen resulteerde dit in een afname van het groeiritme van de loonstijgingen in de V.S. Dit is zonder meer een positief element wat ervoor pleit om de Beleidsrente in de V.S. niet te verhogen. Grafiek 3: Vacaturegroei V.S.: De vacaturegroei is richtinggevend voor de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid, echter met een vertraging van 9 maanden. Derhalve verwachten we geen sterke groei in de werkgelegenheid de 2

3 volgende maanden en zal het effect op het groeiritme van de lonen beperkt blijven, zoals de laatste cijfers ook aangeven. Wat de FED wellicht wél zorgen baart, is de ontwikkeling van de kerninflatie. Het deflatoire effect van de extreem lage energieprijzen is welbekend. Als dit element uit de index wordt genomen, komt de inflatie boven het FED target van 2% uit. Het is dan ook de taak van de centrale bank om dit niet verder te laten ontsporen en derhalve het rentewapen aan te wenden. De positieve kant aan dit verhaal is evenwel dat de Amerikaanse ondernemingen hogere prijzen hanteren wat positief is voor de ontwikkeling van hun bedrijfswinsten. Grafiek 4: Kerninflatie in Duitsland (blauw) en de V.S. (rood) De lage werkloosheidsgraad en de toename van de loonmassa doet de Amerikanen meer consumeren. De interne markt in de V.S. is nog steeds goed voor >70% van het BBP. De toegenomen consumptieve bestedingen zijn dan ook goed nieuws voor de verdere ontwikkeling van de Amerikaanse economie. 3

4 Grafiek 5: Kleinhandelsverkopen Europa (blauw) en V.S. (rood): De toegenomen kerninflatie, de sterke werkgelegenheidscijfers en de toegenomen consumptie zijn een gevolg van de sterk presterende dienstensector de afgelopen jaren. Ondertussen kan men echter vaststellen dat het groeitempo van de dienstensector afneemt. De index van aankoopdirecteuren (ISM) wijst op een duidelijke afkoeling. Daarnaast zit de industriële component al enkele maanden in een fase van contractie. Gelukkig zijn voor de industrie de eerste tekenen van herstel waarneembaar. Het lichte herstel van de energie- en grondstoffensectoren laat zich voelen. Grafiek 6: ISM-index industrie (oranje) en diensten (groen) V.S. : 4

5 De afkoeling van de dienstensector tempert de looninflatieverwachtingen. Gecombineerd (industrie 30% en diensten 70%) groeit de Amerikaanse economie op een lager dan gemiddeld groeitempo. De kans op een toename van de inflatoire spanningen is dan ook eerder beperkt. Er is geen enkele sprake van oververhitting van de Amerikaanse economie, evenmin van enig recessiegevaar. Het is dan ook moeilijk te voorspellen welke economische indicatoren voor de FED de doorslag geven in de bepaling van hun rentebeleid. Dit verklaart dan ook waarom de financiële markten terughoudend blijven na de publicatie van de mooie werkgelegenheidscijfers en het lager dan verwachte groeiritme van de lonen. Ze nemen een afwachtende houding aan tot de centrale banken de volgende twee weken duidelijkheid hebben verschaft. De langetermijnrente daarentegen is duidelijk wat gestegen na de extreem lage rendementen van de laatste weken. Grafiek 7: Duitse (rood) en Amerikaanse (blauw) langetermijnrente: 5

6 Europa De verwachtingen voor de aanstaande ECB vergadering zijn minimaal een verlaging van de Depositorente met 0,1% tot -0,4% en een uitbreiding van het inkoopprogramma ofwel door een verlenging van het huidig programma ofwel door een verhoging van de maandelijkse inkopen met 10 mld. euro. De financiële markten zullen deze keer niet tevreden zijn met loze beloftes. De inflatie in de Eurozone evolueert negatief en de economie blijft sputteren rond de 1,5 1,7%. De strenge begrotingsdiscipline, opgelegd door Europa, temperen de overheidsinvesteringen. Ook de relatief zwakke kleinhandelsverkopen (zie grafiek 5) en zwakke kredietgroei verantwoorden een forse interventie. Grafiek 8: Economische sentimentsindicator Eurozone: 6

7 In grafiek 4 konden we al een kerninflatie in Duitsland vaststellen rond de 0%. In Europa bedragen de inflatieverwachtingen op 5 jaar zelfs minder dan 1%. Grafiek 9: Verwachte inflatie op 5 jaar (oranje) 7

8 De ECB dient dan ook haar monetaire bazooka boven te halen om banken aan te zetten meer kredieten te verstrekken aan uiterst goedkope tarieven ten einde de investeringen en consumptie aan te zwengelen. 2. Asset Allocatie De beschreven financiële en macro-economische constellatie leidt vrij rechtlijnig tot onze asset allocatiebeslissing. De aandelenpositie blijft op zijn gemiddeld strategisch niveau en zal bij eventuele dalingen telkens terug worden verhoogd tot we dit niveau terug bereiken, hetgeen we in de voorbije periode telkens consequent hebben toegepast. De accenten binnen de aandelenmarkten liggen hoofdzakelijk op Europese en Amerikaanse waarden. Amerikaanse aandelenposities worden beperkt tot de dienstensectoren. Ondanks het prille herstel van de industrie en aantrekkende prijzen in de energie- en grondstoffensectoren wensen we een bevestiging van dit herstel af te wachten. Onze voorkeur sectoren zijn biotechnologie, consumptie, media en technologie. Uit de Groeilanden selecteren we de zeer goedkope en onterecht afgestrafte Chinese consumptie gerelateerde aandelen en anderzijds India. Wat betreft de laatstgenoemde, is het overigens geen toeval dat het IMF haar oorspronkelijke groeiprognose van 7,5% in 2016 in haar outlook van januari bevestigt. Naast een sterke economische groei profiteert India enorm van de lage olie- en grondstoffenprijzen aangezien ze deze voornamelijk invoeren. Grafiek 10: Evolutie koperprijs Dr Copper: 8

9 De correcties op de financiële markten hebben de risicopremies flink doen toenemen: in Europa tot zelfs boven 8%. In een lange termijn perspectief bieden de Europese aandelenmarkten dan ook een mooie risico/opbrengst-verhouding. Grafiek 11: Risicopremie Europa (groen) en V.S. (oranje): 9

10 Ook de verwachte koers/winstverhouding voor de Eurozone ligt op het historisch gemiddelde wat wijst op een neutrale waardering van de huidige aandelenmarkten. Gegeven het gestage economische herstel en de verwachte extra stimulerende maatregelen van de ECB bieden de Europese aandelenmarkten koopopportuniteiten. 10

11 Grafiek 12: Verwachte koers/winstverhouding Eurozone (rood) versus gemiddelde (blauw): Obligaties worden in het algemeen overwogen, maar we beperken ons hierbij grotendeels tot overheidsobligaties en zeer kredietwaardige individuele bedrijfsobligaties. Binnen de Eurozone verkiezen we individuele Italiaanse, Spaanse en Ierse staatsobligaties, aangevuld met enkele Poolse en Amerikaanse staatsleningen. Grafiek 13: Evolutie renteverschil Spanje/Italië/Ierland/Portugal/Polen met Duitsland 11

12 3. Risico-indicatoren De volatiliteit als maatstaf voor marktrisico is recent fors afgenomen. Het herstel van de energiesector en de Amerikaanse industrie gekoppeld aan een afkoeling van de dienstesector lijken de financiële markten te kalmeren. Grafiek 14: Volatiliteit VIX (V.S., oranje) en VStoxx (Europa, groen) Ook de skewness-index, welke een indicator is voor forse en onverwachte marktcorrecties is sterk afgenomen. Grafiek 15: Skewness-index: 12

13 13

14 14