Hanzehogeschool Groningen



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hanzehogeschool Groningen

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Teamscan op accreditatiewaardigheid

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

AVANS Hogeschool, Tilburg

Christelijke Hogeschool Windesheim

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hanzehogeschool Groningen

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Avans Hogeschool, Tilburg

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Management & Organisatie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hanzehogeschool Groningen

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Visitatiedatum: 11 september 2007

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Visitatiedatum: 24 april 2007

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Nijmegen Opleiding: Opleidingskunde, hbo bachelor Varianten: Voltijd en deeltijd

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Avans Hogeschool. Fotografie, hbo-master; Visitatiedatum: 18 mei 2006

Fontys Hogeschool, Venlo

Hogeschool Zuyd, Sitard

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool Zeeland te Vlissingen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Hanzehogeschool Groningen, Leeuwarden

Transcriptie:

Hanzehogeschool Groningen Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: 34402 Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Visitatiedatum: 25 april 2007 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, oktober 2007

2/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 10 1.4 Oordeelsvorming 11 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11 1.6 Schematisch overzicht oordelen 13 1.7 Totaaloordeel 13 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 20 Onderwerp 3 Inzet van personeel 30 Onderwerp 4 Voorzieningen 34 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 37 Onderwerp 6 Resultaten 40 Deel C: Bijlagen 45 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 46 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 53 Bijlage 3: Bezoekprogramma 57 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 58 Bijlage 5: Domeinspecifieke competenties 59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 3/59

4/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 5/59

6/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de bacheloropleiding Commerciële Economie van de Hanzehogeschool Groningen heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is gestart in februari 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op woensdag 25 april 2007. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: De heer drs. R.E. de Graaff (domeinpanellid); De heer C.T. Bouman (domeinpanellid); Mevrouw S. van Schaik (studentpanellid); De heer drs. G.J.H. Vermeulen (voorzitter, NQA-auditor); Mevrouw E.J. Stolp (NQA-junior-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hanzehogeschool Groningen (HG) is in 1993 ontstaan door een fusie van de Rijkshogeschool Groningen en de Hanzehogeschool Groningen. De HG biedt ongeveer 70 bacheloropleidingen aan. Er studeren ruim 20.000 studenten. Tot september 2004 had de Hanzehogeschool Groningen een faculteitsstructuur, bestaande uit vier faculteiten: Economie, Techniek, Gamma en Kunsten. In september 2004 zijn de vier faculteiten opgeheven en sindsdien zijn de opleidingen ondergebracht bij Schools, ook wel aangeduid als Instituut of Academie. Een School is een organisatorische, inhoudelijk samenhangende eenheid die bestaat uit één afzonderlijke opleiding of uit verschillende inhoudelijk verwante NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 7/59

opleidingen. Er zijn in totaal 18 Schools. Naast bacheloropleidingen heeft de HG enkele HBO-masteropleidingen en biedt de HG post-hbo-trajecten aan voor afgestudeerden. Ook wordt een keur aan kortere en langere cursussen voor bedrijven en instellingen georganiseerd. In de afgelopen jaren zijn 18 lectoraten ingesteld, welke vanaf 2006 zijn gebundeld in een aantal kenniscentra die zich richten op een breed onderzoeksthema. De HG staat onder leiding van het College van Bestuur (CvB) dat wordt ondersteund door vier stafbureaus. De ambities van de HG zijn samengevat in de missie: De Hanzehogeschool Groningen leidt ondernemende, maatschappelijk verantwoordelijke en internationaal georiënteerde professionals op en draagt bij aan de kenniscirculatie in Noord-Nederland. In het strategische plan Focus 2010 (2005) staan twee omvattende strategische thema s centraal: de kennissamenleving en internationalisering. Deze thema s zijn in lijn met het landelijk Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP, 2004) waarin Nederland steeds meer als een kennissamenleving wordt gezien, de internationale context belangrijker wordt en de complexiteit van de samenleving groeit. De doelstellingen van de HG worden geconcretiseerd in de Schools en krijgen invulling in de afzonderlijke schoolstrategische beleidsplannen. Daarnaast komt in elk schoolstrategisch plan het eigen gezicht van de School en de manier waarop de School in contact staat met de (werk)omgeving naar voren. Aansluitend op de identiteit en de missie van de HG is in december 2004 de HG- Onderwijsvisie beschreven. Deze laat zich samenvatten in de volgende punten: beroepstaken staan centraal, leren is een proces van competentieontwikkeling, studenten leren individueel en samenwerkend, studenten profileren zich, docenten inspireren en zijn samen met de studenten partners in onderwijs en kwaliteitszorg en de HG biedt een effectieve onderwijsomgeving. De HG-kaders hebben betrekking op het onderwijsaanbod, de onderwijsprogrammering, studieloopbaanbegeleiding, onderwijsorganisatie, EVC s, kwaliteitszorg en het toetsbeleid. Samen met de onderwijsvisie geeft dit richting aan ontwikkeling en vernieuwing, volgen de opleidingen hetzelfde stramien bij het ontwikkelen van hun curricula en blijft er voldoende ruimte over voor een eigen gezicht. De opleiding Commerciële Economie (CE) vormt samen met de opleidingen Small Business & Retail Management, International Business and Languages en Food & Business het Instituut voor Marketing en Management (verder te noemen IM&M of het Instituut ). Alle vier de opleidingen leiden tot het diploma Bachelor of Commerce. Het Instituut is een organisatieeenheid met een dean als hoofd. De opleiding CE kent als enige binnen het Instituut een deeltijd en duale variant naast de voltijdopleiding. De docenten zijn per opleiding en variant georganiseerd in docententeams onder leiding van een teamleider. Docenten van de duale variant geven ook les in voltijd en deeltijd en zijn ondergebracht in de betreffende docententeams. De teamleiders van de opleidingen vormen samen met de dean en de teamleider van het ondersteunende personeel het managementteam van het instituut. Het instituut IM&M kent twee expertisecentra: het expertisecentrum Languages & Cultures en het expertisecentrum Ondernemerschap & Markt. Het expertisecentrum Ondernemerschap & 8/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

Markt is vanuit de landelijke stichting van soortgelijke expertisecentra van hogescholen een van de uitvoerende instituten van het HBO-certificaat Ondernemerschap. Om tegemoet te komen aan de wensen van verschillende doelgroepen van studenten wordt de opleiding CE in drie varianten aangeboden: voltijd, deeltijd en duaal. In het studiejaar 2006/2007 staan bij de opleiding CE in totaal 866 studenten ingeschreven. Hiervan volgen 669 studenten de voltijdopleiding, 134 studenten de deeltijdopleiding en 63 studenten de duale opleidingsvariant. De voltijdopleiding is de grootste opleiding van het instituut. In 1999 is het huidige projectgecentreerde programma ingevoerd, dat thans in afbouw is. De competenties van de Bachelor of Commerce vormen het uitgangspunt voor de huidige onderwijsvernieuwing in de voltijd die vanaf het studiejaar 2006/2007 wordt geïmplementeerd. Op deze wijze wordt de gemeenschappelijkheid van de vier voltijdopleidingen van het instituut vormgegeven en kan een flexibele major-minorstructuur worden gerealiseerd. De majors zijn de huidige opleidingen, de minors vallen onder het keuzeonderwijs en zullen een verbredend of verdiepend karakter hebben. Na een gezamenlijke propedeuse waarin de domeincompetenties centraal staan, kiest de CE-student voor één van de twee CE-majors waarin de beroepscompetenties worden verworven. De majors die CE heeft ontwikkeld zijn Marketing and Sales Management en Marketing and Communication Management. De minors vallen onder keuzeonderwijs en zullen leiden tot verbreding dan wel verdieping. Op het moment van visiteren is het eerste jaar van de nieuwe bachelor gerealiseerd en is het tweede jaar in ontwikkeling. Vanaf 2010 is het vernieuwde programma op basis van de Bachelor of Commerce volledig ontwikkeld. De deeltijdvariant van de opleiding CE - ook wel CE-deeltijd maatwerk genoemd - wordt aangeboden als vierjarige opleiding. Deze deeltijdopleiding is in september 2005 gestart als opvolger van CE-deeltijd oude stijl en CE-compact. In september 2004 was het voor het laatste jaar mogelijk om als student te starten met CE-deeltijd oude stijl en CE-compact. De deeltijdopleiding oude stijl bestaat uit een gemeenschappelijk curriculum van twee jaar, gevolgd door een derde en vierde CE-studiejaar. De opleiding deeltijd oude stijl wordt per september 2008 opgeheven. De deeltijdopleiding CE-compact is in samenwerking met vier andere hogescholen ontwikkeld als driejarige opleiding. Action Learning opdrachten vormen een belangrijk deel van het curriculum. Na het cursusjaar 2004/2005 is de samenwerking tussen de hogescholen beëindigd. De opleiding CE-compact wordt per september 2007 opgeheven. Wanneer in deze rapportage sprake is van de deeltijdopleiding, betreft dit het CE-deeltijd maatwerk programma zoals dat vanaf september 2005 wordt aangeboden. In 1998 is de Hanzehogeschool Groningen gestart met de ontwikkeling van de duale variant Gilde-HBO in samenwerking met vier andere hogescholen. Uitgangspunt is vanaf de start van de vierjarige opleiding werken en leren goed met elkaar te combineren. Behalve dat de werkplek een meer significant onderdeel is van het onderwijs dan bij de deeltijdopleiding, is duaal een dagopleiding en deeltijd een avondopleiding. De betrokken hogescholen waren tot halverwege 2006 verenigd in de Stichting Gilde-HBO; thans is de stichting niet meer actief. Momenteel bekijken de deans van de betrokken duale opleidingen in Groningen hoe deze NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 9/59

opleidingen het best gepositioneerd en ingebed kunnen worden in de structuur van de hogeschool. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft het visitatiepanel zich inhoudelijk voorbereid op het bezoek. De panelleden bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQAauditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het management, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. In het 10/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. De opleiding heeft in juni 2007 een concept van het facetrapport ontvangen voor een check op feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in september 2007. Het visitatierapport is in oktober 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor deeltijd en duaal afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de andere varianten dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien deze varianten inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding De facetten Niveau bachelor en Oriëntatie HBO bachelor zijn gewaardeerd met het oordeel goed. Aan het facet Domeinspecifieke eisen is door het panel het oordeel voldoende toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.2 Programma Het panel heeft het oordeel goed toegekend aan de facetten Relatie doelstellingen en inhoud programma, Samenhang in het opleidingsprogramma, Instroom (deeltijd en duaal) en Afstemming tussen vormgeving en inhoud. De facetten Eisen HBO, Studielast, Instroom (voltijd) en Beoordeling en toetsing zijn gewaardeerd met het oordeel voldoende. Ten aanzien van het facet Duur stelt het panel vast dat de opleiding aan de formele eisen voldoet. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 11/59

1.5.3 Inzet van personeel De facetten Eisen HBO en Kwaliteit personeel zijn door het panel gewaardeerd met het oordeel goed. Het panel heeft aan het facet Kwantiteit personeel het oordeel voldoende toegekend voor de voltijd en het oordeel goed voor de deeltijd en de duale opleiding. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen Aan het facet Materiële voorzieningen is het oordeel goed toegekend. Het facet Studiebegeleiding is gewaardeerd met het oordeel voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Het facet Evaluatie resultaten is gewaardeerd met het oordeel goed. Het panel heeft het oordeel voldoende toegekend aan de facetten Maatregelen tot verbetering en Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.6 Resultaten Aan het facet Gerealiseerd niveau heeft het panel het oordeel voldoende toegekend. Het facet Onderwijsrendement is voor deeltijd en duaal gewaardeerd met het oordeel voldoende. Het facet Onderwijsrendement is in de optiek van het panel voor de voltijdopleiding onvoldoende. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding zich hiervan bewust is en dat er een actief beleid wordt gevoerd om het rendement te verbeteren. Er zijn inmiddels aanwijzingen dat getroffen maatregelen daadwerkelijk een positief effect hebben op het opleidingsrendement. Het panel vindt dit een belangrijke ontwikkeling. Voorts hecht het panel meer belang aan het gerealiseerde niveau van de opleiding dan aan het onderwijsrendement; de kwaliteit van de afgestudeerden is voor het panel doorslaggevend. Op grond van deze afwegingen is het oordeel voor het onderwerp positief. 12/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding Commerciële Economie Hanzehogeschool (voltijd, deeltijd en duaal) 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Totaaloordeel Positief 2.1 Eisen HBO Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Vt: Voldoende Dt en Du: Goed 2.6 Duur Voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Totaaloordeel Positief 3.1 Eisen HBO Goed 3.2 Kwantiteit personeel Vt: Voldoende Dt en Du: Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Totaaloordeel Positief 4.1 Materiële voorzieningen Goed 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Totaaloordeel Positief 5.1 Evaluatie resultaten Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Voldoende 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Totaaloordeel Positief 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Vt: Onvoldoende Dt en Du: Voldoende Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 13/59

14/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 15/59

16/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding Commerciële Economie (CE) hanteert drie competentiesets. Voor de gemeenschappelijke propedeuse van de Bachelor of Commerce zijn de competenties van de Bachelor of Commerce domeincompetenties (2005) richtinggevend. Voor het programma van de voltijd- en deeltijdopleiding wordt het Competentieprofiel 2002 Commerciële Economie gehanteerd. De duale opleiding hanteert de Gilde-competenties uit 1999. De 10 domeincompetenties zijn gevalideerd door het MKB, het werkveld en het landelijk Domeinoverleg Marketing, Business & Commerce (DMBC). De 21 beroepscompetenties zijn opgesteld door zes hogescholen en het werkveld in het Landelijk Opleidingsoverleg (LOO-CE), en zijn bindend voor alle Nederlandse CE opleidingen. Sinds de vorming van de Bachelor of Commerce in 2004 is het LOO-CE ondergebracht bij het DMBC. In 2005 heeft zij de beroepscompetenties uit 2002 herijkt, waardoor het CE-specifieke profiel onder de domeincompetenties valt. CE Groningen heeft binnen het beroepsprofiel eigen accenten aangebracht met instemming van het regionale werkveld (Adviescommissie CIO - Commercieel Internationaal Ondernemen, 2004). Deze accenten zijn marketing en (vooral) verkoop. Dit accent wordt binnen het domeinprofiel verbreed tot marketing/sales management en marketing/communicatie management. Dit worden de twee majorstromen van het nieuwe programma (afgekort: MSM en MCM). De opleiding beschrijft in haar visie dat zij de marketingfunctie zichtbaar in een organisatorische context plaatst. Het panel stelt vast dat dit de beroepsgerichtheid van de eindkwalificaties versterkt. Vanaf 2005 is ook de deeltijdvariant maatwerk gericht op de beide competentiesets. Deeltijd compact en deeltijd oude stijl, varianten die nu in afbouw zijn, hanteren de herijkte beroepscompetenties uit 2002. Duaal heeft in 1999 eigen competenties vastgesteld met het werkveld en vier hogescholen. Deze Gilde-competenties zijn vergeleken met het Competentieprofiel 2002. In de beschrijving van de 14 Gilde-competenties is aangegeven welke koppelingen gemaakt worden met het competentieprofiel. Hieruit blijkt dat alle Gilde-competenties een plek hebben gekregen onder de beroepscompetenties, behalve p4: projectmanagement. De opleiding heeft met instemming van het werkveld gekozen om de competentieset van het Gilde te blijven hanteren. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 17/59

Om trends en nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk te signaleren heeft de opleiding overleg met een werkveldadviescommissie (WAC). Op het moment van de visitatie werd de nieuw samengestelde WAC ingewerkt. Dankzij diverse samenwerkingsverbanden met bedrijven in Engeland, Frankrijk, Duitsland, maar ook China en Maleisië heeft de opleiding een goed beeld van de eisen die buitenlandse vakgenoten stellen aan afgestudeerden. Ook heeft de opleiding met diverse buitenlandse partnerscholen programmavergelijkingen uitgevoerd. De CEstudenten van de HG worden bij veel van deze soms prestigieuze instituten toegelaten. De opleiding heeft de eindkwalificaties van de opleiding echter niet in internationaal perspectief geplaatst. Het panel heeft geen vergelijking aangetroffen van de eindkwalificaties met die van vergelijkbare opleidingen in het buitenland. Het panel stelt vast dat de competenties die de opleiding hanteert, en de accenten die zij daarin aanbrengt, zijn gevalideerd door het landelijk en regionale beroepenveld. Daarnaast ziet het panel dat de opleiding via diverse gremia op de hoogte blijft en deelneemt aan landelijke en regionale discussies met betrekking tot de eindkwalificaties. Echter op grond van het ontbreken van een internationale vergelijking is het oordeel van het panel voldoende. Het panel is van mening dat dit voor een opleiding CE wel relevant is vanwege het internationale karakter het werkveld. Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding verantwoordt het HBO-niveau aan de hand van zowel de Dublin Descriptoren als de tien generieke HBO-kwalificaties. Met een tabel laat de opleiding zien hoe de Dublin Descriptoren en de criteria van de Commissie Franssen, de tien generieke HBO-kwalificaties, terugkomen in de CE competenties, Gilde-competenties en de domeincompetenties. Uit de tabel blijkt dat de beroepscompetenties uit 2002 drie handelingsniveau's en vier domeinen afdekken. De niveaus worden beschreven als strategisch, tactisch en operationeel. Met domeinen worden de vier kennisdomeinen van het vak Commerciële Economie bedoeld: Marketing, Sales, Organisatie en Communicatie. De domeincompetenties zijn ook uitgewerkt op drie niveau s, en in de tabel inzichtelijk gekoppeld aan de beroepscompetenties. Het eigen accent op algemene marketing en verkoopfuncties is uitgewerkt op startniveau (bijvoorbeeld juniorproductmanager of verkoper buitendienst) alsook op doorgroeiniveau (bijvoorbeeld marketing- of accountmanager). Het panel stelt vast dat de Dublin Descriptoren en de tien generieke HBO-kwalificaties op heldere wijze aan de drie competentiesets zijn gekoppeld. Hieruit concludeert het panel dat de gehanteerde eindkwalificaties aansluiten bij nationaal en internationaal 18/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

geaccepteerde niveaubeschrijvingen voor de Bachelor. Het facet wordt gewaardeerd met goed. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Bij facet 1.1 worden diverse instrumenten en gremia genoemd aan de hand waarvan de opleiding zich oriënteert op het relevante beroepenveld. Ook de uitkomsten van evaluaties onder werkveldvertegenwoordigers en alumni worden hiervoor gebruikt. Zo heeft de opleiding een duidelijk beeld van het beroepenveld waartoe wordt opgeleid, en van het niveau dat van een beginnend beroepsbeoefenaar wordt verwacht. Het panel ziet dit bevestigd in de uitwerking van de competenties op verschillende niveaus (facet 1.2). De CE'er wordt opgeleid tot marketeer. Deze is de brug tussen een bedrijf en zijn externe omgeving, primair gericht op de wensen en behoeften van de afnemers. CE'ers vinden onder meer werk als accountmanager, inkoper, salesmanager, PR manager, marktonderzoeker, marketingmedewerker, commercieel medewerker, productmanager of brandmanager. Door het scala van mogelijke beroepen heeft CE het imago van een brede opleiding. Daarom heeft de opleiding in het oude programma marketing en sales als accenten genomen. De opleiding benoemt in het zelfevaluatierapport een aantal relevante ontwikkelingen. Een belangrijke ontwikkeling in het werkveld is de toenemende verplaatsing van productie naar Azië en de derde wereld en de focus die in het westen komt te liggen op kennisintensieve en hoogwaardige arbeid in een netwerkeconomie. Naast de globalisering van de economie is ook de 24-uurs economie een ontwikkeling die relevant is voor de opleiding. Voor die economie wil de opleiding haar studenten opleiden en voorbereiden. Docenten hebben in het gesprek met het panel aangegeven dat de landelijke domeincompetenties voldoende diepgang bieden, doordat CE met name op marketing dieper ingaat. Het mag dan een brede opleiding zijn, er wordt niet opgeleid tot alleskunners, aldus het management. Het panel stelt vast dat de domeincompetenties zo zijn geformuleerd dat zij voldoende ruimte laten voor vakspecifieke invulling van de opleidingen in het domein (respectievelijk CE, SB&RM, IBL en F&B). In december 2005 is het Globaal Ontwerp voor het vernieuwde programma gepresenteerd aan de werkveldvertegenwoordigers uit de WAC. De reacties waren overwegend positief, zo beschrijft de opleiding, al is er aangedrongen op versteviging van NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 19/59

de theoriecomponent en het vasthouden aan een stevige basis naast de toegenomen keuzevrijheid. Het panel heeft vastgesteld dat deze opmerkingen zijn meegenomen in het definitieve ontwerp (facet 2.1). Het panel constateert dat de competentiebeschrijvingen qua complexiteit, breedte, diepte en niveau aansluiten bij de genoemde beroepen. Het panel stelt daarbij vast dat de opleiding dit op verschillende manieren bij betrokken partijen heeft geverifieerd. Het oordeel van het panel is derhalve goed. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opbouw van het huidige voltijdprogramma richt zich op vormen van een theoretische basis in de eerste anderhalf jaar. Vervolgens komen de studenten steeds meer met de beroepspraktijk in aanraking. In het tweede jaar doen studenten een project voor een externe opdrachtgever, als voorbereiding op de stage in het derde jaar. Het afstuderen bestaat uit een opdracht voor een bedrijf. Dit draagt volgens het panel bij aan de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en brengt een verbinding tot stand met de actuele beroepspraktijk. Studenten in het nieuwe voltijdprogramma (vanaf het studiejaar 2006/2007) komen vanaf het eerste studiejaar in aanraking met de beroepspraktijk. Ook binnenschools is de lesstof ontleend aan de beroepspraktijk. Studenten verwerven competenties door te werken aan beroepstaken; per blok werken voltijd studenten binnen een thema aan een integrale projectopdracht. Duale studenten werken binnen de werksituatie aan Action Learning (AL-) opdrachten. Door deze opdrachten wordt de geleerde theorie meteen in praktijk gebracht en komt interactie met de beroepspraktijk tot stand. Voor de werkplek van deze studenten gelden dan ook strenge eisen, beschreven bij facet 2.2. De opdrachten zijn direct aan de werksituatie ontleend, en dragen bij aan de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Deeltijdstudenten moeten gedurende de opleiding werkzaam zijn in een CE-gerichte werkomgeving die zich leent voor het uitvoeren van AL-opdrachten. De omvang van de baan dient minimaal 0,5 fte s te zijn. AL-opdrachten worden niet noodzakelijkerwijs op de werkplek uitgevoerd, zo bleek in gesprek met de studenten. 20/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

Sinds januari 2007 heeft de Werkveldklankbordgroep, bestaande uit alumni, een adviserende rol bij de vernieuwing van het deeltijd-programma. Alumni vertellen de opleiding welke onderwerpen bruikbaar zijn op basis van hun praktijkervaring. Onder andere automatisering en internetmarketing is volgens hen van belang. De opleiding gebruikt deze informatie om de aansluiting van het onderwijs en het programma op de beroepspraktijk te versterken. In het programma wordt aandacht besteed aan internationale praktijkgerichtheid. Het vak Engels is verplicht met daarnaast een tweede vreemde taal zoals Duits, Frans of Spaans. Studenten hebben in het tweede jaar (per september 2007) de keus om een aantal blokken in het Engels te volgen. Zo wordt de opleiding tegelijk toegankelijk voor buitenlandse exchange students. Voor alle studenten geldt voor het vernieuwde blok 7 dat twee belangrijke gesprekken in het kader van het OSM Project in het Engels plaatsvinden (derde periode in het tweede jaar). Ook in de blokken 10 en 14 vindt in de voltijdopleiding integratie met het Engels plaats doordat vergaderingen, presentaties, inkoop- en eindgesprekken en verslagen voor een deel Engelstalig zijn. Inhoudelijk zijn blok 9 en 10 gericht op de internationale context van het beroep (respectievelijk internationale economie en internationaal zakendoen). Daarnaast loopt ongeveer 30% van de studenten stage in het buitenland. Wat betreft deeltijd en duaal zijn er minder of geen stages in het buitenland. Met een extra keuzeblok en een vernieuwde propedeuse wordt de voorbereiding op de internationale arbeidsmarkt verder versterkt voor deze studenten. Wat betreft de tweede vreemde taal bleek tijdens de visitatie dat er discussie gaande is binnen de opleiding en onder de betrokkenen uit het werkveld. Het gaat om de vraag hoezeer deze verplichte taal een toegevoegde waarde heeft. Alumni hebben in dit verband aangegeven dat, wat hun betreft, de mogelijkheid voor een tweede vreemde taal moet blijven bestaan. Docenten zouden liever meer focus op Engels willen. De Engelse spreekvaardigheid bij studenten is van voldoende niveau, zo hebben docenten vernomen van buitenlandse stageverschaffers. Het schrijfniveau Engels blijft echter volgens betrokkenen onder de maat. De integratie van een tweede taal in het programma blijkt bovendien moeilijk te realiseren. Het management zal hierover uiteindelijk een besluit gaan nemen. De blokcoördinator en betreffende docenten zijn per blok verantwoordelijk voor de vakliteratuur. De verplichte literatuur is volgens het panel actueel en heeft voldoende niveau, al wordt niet altijd de laatste druk gebruikt. Het panel heeft echter weinig Engelstalige literatuur aangetroffen. Docenten hebben aangegeven dat zij de beschikbare Engelstalige literatuur vaak ongeschikt vinden, omdat het taalgebruik niet voldoende operationeel is of dat de marktomstandigheden in Nederland en/of Europa (continentaal) anders zijn dan in de US en in sommige gevallen de UK. Het panel heeft geen zicht gekregen op wat de opleiding als aanbevolen literatuur hanteert naast de verplichte lesstof. In de SSA-enquête 2006 blijkt dat 83% van de studenten (80% bij deeltijd) tevreden is over de inhoudelijke kwaliteit van het schriftelijk studiemateriaal. Later in de studie kunnen studenten deelnemen aan de businessclass; een keuze traject voor wie een eigen bedrijf wil starten. Studenten kunnen hiermee het HBO-certificaat Ondernemerschap verdienen. De opleiding biedt begeleiding, faciliteiten en een netwerk NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 21/59

om studenten te helpen zich te vestigen in de beroepspraktijk. De businessclass is ook toegankelijk voor studenten van andere opleidingen van de HG. Het panel heeft positieve geluiden vernomen voor wat betreft de actualiteit en beroepsgerichtheid van het programma. Studenten bleken met name tevreden over het oefenen van vaardigheden in projectgroepen. Het werkveld heeft aangegeven dat studenten die stage komen lopen steeds actueler zijn onderlegd, en dat zij vaak nieuwe impulsen brengen voor het bedrijf. Kritisch zijn de studenten in het nieuwe propedeusejaar, die in blokenquêtes de praktijkgerichtheid beoordelen met een 5,5 of 6,0. Blokevaluaties laten zien dat dit te maken heeft met zogenoemde kinderziektes in het nieuwe curriculum. De teamactiviteit curriculum voltijd (de bijstelling van het huidige programma) levert meer diepgang op doordat overlap uit het programma wordt gehaald. Studenten van het huidige voltijdprogramma hebben de meeste diepgang gevonden in de afstudeeropdracht, bleek in het gesprek met het panel. Het nieuwe programma biedt mogelijkheden de diepgang verder te versterken. De studenten die in het nieuwe programma studeren konden de verbetering qua diepgang bevestigen. Toch zijn er studenten die het programma nog niet als voldoende uitdagend ervaren. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten de inhoud van het programma waarderen met 6,5 (10-puntsschaal). De keuzeruimte in het programma wordt door de studenten gewaardeerd met 6,7. Het panel concludeert dat de programma s van de verschillende opleidingsvarianten studenten de mogelijk bieden hun kennis verder te ontwikkelen en hun beroepsvaardigheden te versterken. De actualiteit en de relaties met de beroepspraktijk zijn in orde. Het panel plaatst ook enkele kanttekeningen. Bij de voltijdopleiding is er sprake van (onvermijdelijke) kinderziektes in het programma. Voorts vindt het panel dat meer gebruik van internationale literatuur is gewenst. Daarnaast heeft het panel kritische geluiden gehoord die verband houden met de diepgang van het programma. Het panel waardeert het facet daarom met voldoende. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De competentiematrix geeft voor alle varianten de relatie weer tussen de eindkwalificaties en het programma. Het panel stelt vast dat 70% van het programma de landelijke kwalificaties afdekt. De overige 30% bestaat uit keuzeruimte en activiteiten op het gebied van internationalisering. 22/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

De niveau s van de beroepscompetenties (zie facet 1.2) zijn in de vorm van beroepstaken op de vier domeinen marketing, sales, organisatie en communicatie doorgevoerd in het programma. Dit draagt ertoe bij dat studenten de competenties op het beoogde HBOniveau kunnen verwerven. De eindcompetenties zijn vertaald naar leerdoelen, die per blok de beroepssituaties, de waarneembare gedragskenmerken en het niveau van beheersing aangeven. De blokboeken die het panel heeft ingezien noemen de competenties en de leerdoelen. Bij de deeltijdopleiding wordt in de blokboeken vaak niet de relatie van de studieonderdelen en de AL-opdrachten met de eindkwalificaties aangegeven. Deze relatie wordt echter wel aangegeven en toegelicht in de Studiegids. CE duaal hanteert voor de inrichting van het onderwijs eisen en uitgangspunten die gesteld worden door de landelijke Stichting Gilde-HBO. Met het oog op de competenties is geanalyseerd welke functies en taken op de arbeidsmarkt op welk niveau voorkomen. Van hieruit is een overzicht ontstaan welke taken en functies per leerjaar een goede basis vormen voor de AL-opdrachten. In samenspraak met de bedrijfscoach en de student wordt de opdracht dusdanig vormgegeven dat deze de student in staat stelt de betreffende competenties per blok te realiseren. In samenwerking met het Gilde-HBO en de ECABO heeft de HG de werkplekscan ontwikkeld. Met een werkplekscan aan de start van de studie controleert de opleiding of de werkplek van duaal studenten voldoet om de doelstellingen te behalen. Naast domeinspecifieke en vakinhoudelijke eisen zijn ook kwaliteitsbepalingen van de werkplek in de scan opgenomen. Het panel concludeert dat het programma de studenten aantoonbaar in staat stelt de eindkwalificaties te realiseren. Het facet wordt beoordeeld als goed. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het programma van voltijd CE is zo opgebouwd dat thema s uit de propedeuse op een dieper niveau terugkomen in de hoofdfase. Oplopende competentieniveau's en 4 verschillende leerlijnen zorgen voor de verticale samenhang. Per blok werken studenten aan een centrale projectopdracht, waarnaast vakken worden gevolgd die als gereedschap dienen om de opdracht op te lossen. Dit zorgt voor de horizontale samenhang. Studenten zijn hierover zeer tevreden, zo blijkt uit enquêtes en de gesprekken. In het vernieuwde programma vormen integrale opdrachten de kern van een blok. Hier staan competenties rond een bepaalde beroepstaak centraal. Daarbij worden studieonderdelen geboden die met de betreffende beroepstaak te maken hebben. De volgtijdelijke samenhang wordt gerealiseerd door toenemende complexiteit van de opdrachten gedurende de opleiding. Ook in de kennisopbouw zit een opbouw qua NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 23/59

complexiteit: in het begin ligt de nadruk op kennis en begrijpen, daarna op toepassen, vervolgens analyseren en synthetiseren en tot slot evalueren en integreren. Het deeltijd-programma compact is minder concentrisch opgebouwd vanwege de gezamenlijke propedeuse met MER en BE; studenten waren minder tevreden over de samenhang vanwege deze gemeenschappelijke onderdelen. Vanaf september 2007 zijn in de opvolger van deeltijd compact (deeltijd maatwerk) deze gemeenschappelijke blokken afgeschaft, zodat de samenhang is versterkt. Per blok staat hier de AL-opdracht centraal zoals beschreven bij facet 2.1. Ook bij deeltijd zorgen leerlijnen en opbouw in complexiteit voor de verticale samenhang. CE duaal is themagericht opgebouwd, met dezelfde principes voor horizontale en verticale samenhang als bij deeltijd (resp. de AL-opdracht en gebruik van leerlijnen). Het bewaken van de leerlijnen is belegd bij de opleidingscoördinator. Blokken worden regelmatig gescreend aan de hand van bevindingen van docenten en studenten. Bij de uitwerking van de blokken zijn steeds drie aspecten toegepast: het speelveld; ofwel het thema van het blok, de processen ofwel de vakinhouden en de rugzak; dat wat in eerdere blokken aan bod is geweest. In gesprek met het panel noemen de studenten de samenhang tussen blokken en binnen de blokken als positief punt van de opleiding. Zij ervaren de opbouw van de opleiding van breed naar specifiek als logisch. Ook gaven zij aan te merken dat de opleiding actief werkt aan verbetering wanneer dit nodig is. In het gesprek met docenten bleek dat door verruiming van keuzemogelijkheden en gemeenschappelijke blokken in de propedeuse de samenhang tussen blokken is verminderd. Hiervoor heeft de opleiding een curriculumcommissie ingesteld, met het bewaken van samenhang als specifieke taak. Het panel stelt vast dat de opleiding voortdurend werkt aan verfijning van de samenhang. Dit komt tevens tot uiting in de manier waarop gezocht wordt naar integratie van de tweede vreemde taal (facet 2.1) en de verbeteringen die zijn doorgevoerd in het nieuwe deeltijd-programma. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten de samenhang in het programma waarderen met 7,0 (10-puntsschaal). Het panel concludeert dat er sprake is van een samenhangend en goed opgebouwd programma. Indien er sprake is van onvolkomenheden worden deze gesignaleerd en er wordt actie ondernomen. Op grond hiervan waardeert het panel het facet met goed. Facet 2.4 Studielast Voldoende Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding wil door het aanbieden van een studeerbaar en uitdagend programma studenten motiveren tot goede prestaties. Voor alle opleidingsvarianten geldt dat het 24/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)

onderwijs aansluit bij de criteria van het HG-onderwijskader wat betreft onderwijsaanbod, programmering en organisatie. Voor de studeerbaarheid betekent dit onder meer dat de studielast structureel wordt bijgesteld op grond van evaluaties. Ieder studiejaar is conform het HG-onderwijskader ingedeeld in vier onderwijsperioden. Per periode worden maximaal 6 programmaonderdelen aangeboden en maximaal 7 toetsen afgenomen. De herkansing van een onderwijsperiode is standaard geprogrammeerd in week 8 van de volgende onderwijsperiode. Binnen een studiejaar heeft de student recht op minimaal een herkansing. Verder is bepaald dat studenten binnen 15 werkdagen vanaf het toetsmoment moeten beschikken over het toetsresultaat. Studenten kunnen hun studieresultaten opvragen in het registratiesysteem ProRESS. Van elk ingebracht studieresultaat krijgt de student automatisch een mailbericht. Het vernieuwde programma biedt studenten door gemeenschappelijke blokken in de eerste twee jaar de mogelijkheid om zonder veel verlies van studietijd en studiepunten over te stappen van de ene naar een van de drie andere opleidingen binnen het domein Commerce. Zo wordt studievertraging voorkomen. Bij de duale Gilde-opleidingen is het eerste jaar gemeenschappelijk. Tot anderhalf jaar is de overstap naar een andere Gilde-opleiding zonder vertraging mogelijk. De feitelijke studielast bij de voltijdopleiding varieert per blok. Evaluaties laten zien dat de studielast varieert van 25 tot 40 uur per week. Naar aanleiding hiervan zijn enkele onderwijsblokken aangepast en verzwaard. Nieuwe blokevaluaties tonen aan dat de feitelijke studielast is gestegen door uitbreiding van het aantal contacturen en door andere stof aan te bieden. Ook in het gesprek met het panel hebben studenten de wisselende belasting per blok als een aandachtspunt benoemd. Echter, de wisselende studielast is door de studenten ook gekoppeld aan verschil in persoonlijke inzet en interesse per studieonderdeel. Wel zijn er een paar zwaardere programmaonderdelen zoals Statistiek en Bedrijfseconomie, die een grotere inzet vragen dan andere onderdelen. Uit evaluaties blijkt dat tentamenuitslagen bij de voltijdopleiding niet altijd op tijd beschikbaar zijn en dat de informatie over de studievoortgang voor verbetering vatbaar is. Naar aanleiding hiervan hebben de teamleiders gesproken met docenten en de STAD (studentenadministratie). De administratie signaleert thans tijdens de verwerking wanneer een cijfer nog niet is doorgegeven, waarop zij een e-mail sturen aan de teamleider. Het programma van de deeltijdopleiding omvat 20 uur studie per week. Studenten komen één avond per week samen op de opleiding, daarnaast werken zij zelfstandig of op de werkplek aan opdrachten. Studenten geven in evaluaties aan zeer tevreden te zijn over de studielast en de studeerbaarheid. Duale studenten werken één dag per week op de opleiding en andere dagen op de werkplek. Studenten van de duale opleiding zijn wisselend tevreden over de studeerbaarheid. Blokenquêtes wijzen uit dat de feitelijke studielast van de ALopdrachten in voldoende mate overeenkomt met de beoogde studielast. Ook over de moeilijkheidsgraad zijn de studenten tevreden. Studenten zijn echter minder tevreden over zaken als roostering, planning en het nakomen van afspraken. De studenten die het panel heeft gesproken zijn wel van mening dat knelpunten snel worden opgelost. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du) 25/59

De afgelopen twee jaar heeft de opleiding te maken gehad met een forse groei van het aantal aanmeldingen. Bovendien melden studenten zich steeds later aan. Dit heeft geleid tot knelpunten, in het bijzonder ten aanzien van de planning en het formeren van klassen. Voor het komend studiejaar ontwikkelt de opleiding een draaiboek: tot de zomer worden de klassen voor het volgende jaar niet vol gepland, waardoor er ruimte blijft voor studenten die zich later aanmelden. Voor het oplossen van overige problemen rond planning en roostering heeft de opleiding een planner aangesteld. Studenten gaven bijvoorbeeld aan dat zij veel tussenuren hebben en dat de organisatie beter kan. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten de studeerbaarheid van het programma waarderen met 7,0 (10-puntsschaal). Het panel concludeert dat het HG-kader een goede basis biedt voor een studeerbaar programma. Het programma van de opleiding is studeerbaar, hoewel zich bij alle drie de opleidingsvarianten soms knelpunten voordoen, bijvoorbeeld met betrekking tot de wisselende studielast en de beschikbaarheid van tentamenuitslagen. Deze knelpunten blijken de studievoortgang van de studenten echter niet echt te belemmeren. Bovendien worden ze door de opleiding onderkend en wordt gewerkt aan verbeteringen. Op grond hiervan komt het panel tot het oordeel voldoende. Facet 2.5 Instroom Vt: Voldoende Dt en Du: Goed Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding hanteert de wettelijke instroomeisen: voor alle varianten een mbo-4, havo, of vwo diploma met het vak Economie 1. Voor studenten die hieraan niet voldoen, biedt de opleiding in juni de zomercursus Elementaire Economie aan. Het succesvol afronden van deze cursus vervangt het eindexamenvak Economie 1. Voor studenten van 21 jaar en ouder die niet aan de wettelijke instroomeisen voldoen, is er de mogelijkheid deel te nemen aan een 21+ toelatingsonderzoek. Er worden uiteenlopende activiteiten ondernomen om aspirant-studenten voor te lichten over de opleiding. Op het niveau van de hogeschool kunnen studenten terecht bij het Hanze Informatiecentrum voor vragen en brochures. Ook de website van de HG wordt veelvuldig bezocht. Daarnaast wordt gerichte voorlichting voor havo-4 leerlingen en mbostudenten georganiseerd in de vorm van workshops onder de noemer HanzeXperience. Voorts organiseert het Instituut IM&M scholenbezoeken en open dagen (drie maal per jaar). Bovendien worden door de opleiding jaarlijks twee meeloopdagen georganiseerd: havo-5 leerlingen worden in de gelegenheid gesteld een dagprogramma te volgen. Voor 26/59 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen - Commerciële Economie hbo bachelor (vt/dt/du)