Craftbieren in Amerika; een indruk. De ontwikkelingen in Craftbier-land gaan razendsnel; we hebben hier al vaker over geschreven. Naast alle exotische ontwikkelingen (brouwen met ananas, hazelnoot, kokos, aardbeien, etc) is er een aantal variaties op het gewone bier, wat blijvend lijkt te zijn. Voorbeelden hiervan zijn brouwen met wilde gisten ( brett ), met rookmout, met houtlagering en met variaties in hop (Amerikaaanse hop, Nieuw Zeelandse hop, Japanse hop, drooghoppen, late hopping, maisch hoppen). De IPA bijvoorbeeld is een blijvertje geworden. Met bovenstaande in het achterhoofd heb ik tijdens mijn recente bezoek in New York mij georiënteerd op deze ontwikkelingen, overigens zonder al te veel pretenties. Allereerst heb ik in gezelschap van mijn zoon, die daar woont een bezoekje gebracht aan Brooklyn Beer and Soda aan de Flatbush Avenue (naam komt van t Vlacke Bosch, we hadden vroeger toch Nieuw Amsterdam niet voor een appel en een ei van de hand moeten doen!) in Brooklyn. Een imposante drankenzaak, waar de gemiddelde Getränkhalle een puntje aan kan zuigen. Honderden biersoorten, tientallen IPA s, alles vooral van Amerikaanse bodem, naast Duitse, Engelse, Belgische en Nederlandse biersoorten. Gekocht en geproefd hebben we de volgende bieren: > Sculpin IPA van Ballast Point brewing Company, San Diego, California; 7% abv; 70 IBU; een in de USA veelgeprezen IPA met een stuk of 30 internationale prijzen op zak. Een IPA zoals die moet wezen: hoppig in de neus, in de dronk én in de afdronk. Dit bier bestaat ook nog in een variant met grapefruit en één met ananas. Deze twee heb ik gelaten voor wat het is. Een sculpin is in het Nederlands overigens een schorpioenvis, een vis met extreem giftige stekels. Kennelijk willen ze suggereren dat het een biertje met een bite is. > Two Hearted Ale, IPA, Bell s Brewery, Comstock, Michigan. 7% abv (start SG 1070); Centennial hop; > Indian Brown; een Brown IPA, Dogfish Head brewery, Milton, Delaware. 7,2% abv; volgens het etiket met aromatic brown malt en organic brown sugar. Een kruising tussen een Scotch Ale, een American Brown Ale en een IPA. Dit bier zit al vanaf 1999 (!) in het assortiment. Een zeer smakelijk donkerbruin bier, met een duidelijke
moutigheid, tikje zoetig, maar ook fors in de hop. De dry-hopping komt er duidelijk in door. Toch overdekken de caramel- en de gebrande mouttonen het hopkarakter enigszins, waardoor het geheel merkwaardig genoeg fraai in balans is. > Hop Savant, van het Crooked Stave Artisan Beer Project te Denver Colorado. Een Brettanomyces IPA, 7% abv. In een eerder artikeltje in dit tijdschrift over de Brettanomyces heb ik al eens gewag gemaakt van de dissertatie door Chad Jakobson, brouwer van de Crooked Stave, met als onderwerp hoofdvergisting van bier met Brettanomyces gisten. Hij weet er dus het nodige van. En die kennis betaalt zich uit. Dat wil zeggen: mijn smaakpapillen waren enthousiast over dit bier. Een fraaie IPA, veel citrus en andere fruitige hopaccenten, en dit alles versterkt door een fruitige brett bijdrage. Prachtig bier, maar wel met een prijskaartje: plm $10 voor een flesje van 375 ml. Ze maken goed bier, maar de PR is matig overigens: een paar jaar geleden was de website van Crooked Stave al bijna niet te vinden en nu staat er wel een homepage, maar under construction. Verdere technische details van het bier kon ik dus niet achterhalen. > Oak Aged Bretta, Logsdon farmhouse Ales, Hood River, Oregon. Een bier met een Certified Organic logo, 750 ml fles, 8,0% abv, 35 IBU, op basis van een Brettanomyces bier van deze brouwerij, gerijpt in eikenhouten vaten, for a period of time, en gebotteld met een aparte bottelgist. Meer informatie liet het etiket niet los (behalve de prijs, ruim $26). Op de website vermelden ze wel een gouden medaille op de
Oregon Beer Awards 2017. Lijkt me een spannend bier; een smaakindruk kan ik nog niet geven, want ik laat hem eerst mooi een beetje bekomen van de vliegreis. Het etiket geeft een THT aan van medio 2021. Dat durf ik dus wel aan. Het hiervoor beschrevene is maar een zeer beperkte blik in de keuken van de Amerikaanse craftbieren. Dit is dan alleen wat er in de winkel te koop is. Daarnaast is er in de horeca een bonte verscheidenheid aan bieren op tap. We zijn een aantal keren uit eten geweest, en steeds waren er wel andere (vooral) IPA s te krijgen, vaak met onuitspreekbare namen (wat te denken van de Montauk Wave Chaser IPA... ). Het is wel een indicatie van wat er aan de overkant van de oceaan leeft aan bierculturen.. Met name de veelheid aan de al genoemde IPA s, maar ook brettbieren en houtgerijpte varianten vond ik overweldigend. Het aantal craftbreweries in de USA is in 2016 tot boven de 5000 gestegen en het eind lijkt nog niet in zicht. Een ontwikkeling die bij ons, zij het op wat bescheidener schaal, exact zo verloopt. De vraag is wel, hoeveel brouwerijen 2020 halen, ook dat geldt zowel voor Europa als voor de USA. We zullen het beleven. Vooralsnog is de USA een luilekkerland voor de speciaalbier liefhebber. Maar dan: de Hollywood Brewing Company, gelegen in Hollywood, Florida. Brouwerij met een brewpub aan de boulevard. (Nee, niet de Hollywood Boulevard, maar de Hollywood Boardwalk in dit geval). Ik
was nog zó van plan om geen brouwerijen te bezoeken, maar als je er bijna over struikelt, tja, dan is het moeilijk om niet even binnen te wippen. Geproefd: Bushka stout, 9,4% abv, 51 ibu; een mooie vriendelijke versie van een RIS, gebrande mout, caramel in de smaak, bijna stroperig, akcoholwarmend. Niet overdreven maar wel duidelijk bitter in de afdronk. Toen de leidinggevende die ik sprak ( ene Irene) mij vroeg wat ik ervan vond, kon ik alleen maar zeggen: good! Dat leverde mij een high-five op. We raakten even in gesprek op het terras van de brewpub, en, hoewel er geen officiële rondleidingen meer waren in de korte periode van ons verblijf, was er misschien toch de mogelijkheid om even in de potten en pannen te kunnen kijken, en een paar foto s te maken. Ze zou me mailen. Nooit meer iets van gehoord, dus. Dan maar zonder uitnodiging. Op maandagochtend op de bonnefooi naar de brouwerij aan de rand van Hollywood getogen, en alhoewel de zaak donker en dicht leek, werd ik alleraardigst ontvangen door een Oekraïense mijnheer, kennelijk de brouwer (of één van de brouwers), maar: Irene? Nee, nooit van gehoord. En wat later in ons gesprek: Oh, yeah, she s from Distribution, I believe. Hij had in ieder geval wel degelijk kennis van zaken, en geduld, want hij liet me in alle rust rondkijken en foto s maken, ondertussen mijn nieuwsgierige vragen beantwoordend. Het Brouwhuis
Ze hebben een 2000 liter installatie, bestaande uit een maisch- annex kookketel, een filterkuip, en een losse whirlpool. Vandaar gaan de brouwsels via een deugdelijke platenkoeler naar de vergistingstanks, 4000 liter ieder en in totaal 15 stuks (meen ik tenminste). Alles met Duitse technologie, maar van Hongaarse makelij, want dat was nogal wat goedkoper. Ik meen dat hij zei dat ze 100.000 liter per jaar brouwen; dat zou dus één keer per week zijn. Ze zitten dan dus nog niet aan hun max. In hun brewpub aan de strandboulevard hebben ze een kleine installatie met kleinere fermenters. Ik heb het niet helemaal meegekregen, maar ik geloof, dat wat in hun pub wordt getapt ook daadwerkelijk ter plekke wordt gebrouwen. De fermenters (boven) en de blikmachine (onder
De mouten worden vooral in Europa gekocht, waarbij Weyermann favoriet is, maar ook Belgische en Engelse mouten worden veel gebruikt (Dus geen mout uit de USA? Als Trump dit hoort... ) Als gist werden de verschillende gisten van Lallemand gebruikt, soms WhiteLabs. Geen speciale eigen gist en geen Wyeast dus. De hop werd van over de hele wereld betrokken, Europees, Nieuw Zeelands, Amerikaans, Australisch. Noem maar op. Los van de hiervoor genoemde RIS heb ik natuurlijk de kans gegrepen om nog wat meer van hun bieren te proeven, en wel: Roadhead Session IPA, 6,3% abv, 65 IBU, Citra hop, een toegankelijke IPA, citrus in aroma en smaak, iets minder hopbitterheid dan de 65 IBU doen vermoeden. Prima bier, maar in de aanprijzing slaan ze toch de plank wat mis: met 6,3% zit je ruim boven de grens voor een session bier. Belgian Ale, een dubbel, 7,8% abv, 14 IBU, Donker koperkleurig bier met caramel in de smaak, weinig hopbitterheid, vooral een beetje zoetig, tikje alcoholwarmend en een afdronk waarbij het zoetig-moutige mooi blijft hangen. Kan wedijveren met de beste Belgische dubbels. Verder ben ik trouwens ook niet gekomen, dus hun tarwebier, pilsener (late hopping met Citra en Saaz), mango IPA (met mango puree!), Limon Lager (een lagerbier met limoendestillaat), en nog zo het één en ander, bewaar ik voor een volgende keer. Verder heb ik in een plaatselijk winkeltje nog wel wat aparts gescoord: Nitro IPA, van Guinness, in blik. Gebrouwen in Dublin (maar gekocht dus in Florida), 5,8% abv, 44 IBU. Een merkwaardig bier. In hoparoma s en hopbitterheid valt dit bier precies binnen de typeomschrijving van de Engelse IPA, maar vergeleken met de keur aan Amerikaanse IPA s die uiteraard wat opdringeriger zijn, is het allemaal net wat weinig. De floating widget met stikstof, de bekende Guinness gimmick maakt er weer net iets aparts van. Een in bitterheid en smaak bescheiden IPA, met een mooie stikstofschuimlaag. Is toch wel weer aardig. Zoiets hadden we nog niet. Jan Sikkens Bronnen: The Island at the Center of the World, ISBN 1-4000-7867-9, door Russell Shorto