Samenvatting Biologie Thema 4 - ordening - 1 vmbo kgt

Vergelijkbare documenten
Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Ordening

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4

1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel?

Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken.

Om de organismen in te delen moet je letten op de volgende kenmerken: celwand, celkern en bladgroenkorrels.

Beestige bundel van: 1

Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordening

Systematiek in planten- en dierenrijk

Doelstelling 1: Je moet de organismen kunnen indelen in 4 rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen.

Werkstuk Biologie Dierenrijk

Het ordenen van organismen

Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze

T4. Ordening. EB 10. Soorten en rassen EB 11. Indelen in steeds kleinere groepen EB 12. Beoordelingspracticum de mossel

Ordening BASISSTOF EXTRA STOF AFSLUITING. weet precies hoeveel verschillende soorten er zijn. Biologen ordenen organismen in groepen.

Werkstuk Biologie De ordening van het leven

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

celkenmerken schimmels -eencellig/meercellig -celwand/celmembraan -celkern -eencellig/meercellig - celwand/celmembraan -bladgroenkorrels -celkern

Boekverslag door O. 810 woorden 28 juni keer beoordeeld. Verslag Praktische Opdracht Ordening

*Een Heterotroof wil zeggen dat ze Organische stoffen nodig hebben om te kunnen leven. Deze nemen ze op uit de omgeving.

Ordening Dieren - B 2

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Leerlingenhandleiding

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Het rijk van de dieren

Dieren ademen hv12. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dieren (deel 2) Indeling dierenrijk. Cursus Natuur-in-zicht. 2 hoofdgroepen: GEWERVELDEN. * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden 15/09/2011

Samenvatting Ordening Biologie voor Jou Brugklas 7 e editie. Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk

Boek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie

Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren...

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

BASISSTOF 1 Organismen ordenen Dieren Planten Schimmels Bacteriën 184 Samenhang 192 Mensen en muizen op Texel

Project Dieren. Week 1AB: Algemeen

Houden van dieren 91123a.indd :45

Cellen = de bouwstenen waaruit organismen zijn opgebouwd. Ieder rijk heeft zijn eigen soort cel.

Ordening. Klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

ordenen Lokaalles VO onderbouw

Samenvatting Biologie Thema 1 Ordening

Samenvatting Biologie 1.1 t/m 1.4

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

ordenen van organismen

De indeling van het dierenrijk zie je hieronder in de mindmaps van Brent, Guus en Febe!

Kaartenset ongewervelde dieren

ordenen Doe-het-zelf-les VO onderbouw

6.3. Samenvatting door W woorden 3 december keer beoordeeld. 1. De indeling van de levende natuur. Domeinen

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

8,7. Samenvatting door L. 580 woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie. hoofdstuk 1. biologie. is de leer van het leven

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Thema 2

Het ordenen van organismen

Werkstuk groep 7 Een dier

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Het rijk van de schimmels

Samenvatting Biologie Thema 1 en 2

Organen, Cellen en Ordening

Antwoorden Biologie Thema 5

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

INFOFICHE. HOEK 1: Lichaamssymmetrie. Zie kijkwijzer

Handleiding Soortenlijst. Inhoud. Inleiding. Indeling van de soortenlijst. Sorteren van de soortenlijst. Soortenlijst aanvullen met eigen opmerkingen

Ordening. EXTRA STOF 7 Gewervelden Geleedpotigen 222. ONDERZOEK Leren onderzoeken 230 Practica 242

Cellen aan de basis.

EXTRA STOF 7 Gewervelden Geleedpotigen 228. ONDERZOEK Leren onderzoeken 235 Practica 247. AFSLUITING Samenvatting 258 Diagnostische toets

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt.

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Werkblad slootdiertjes

Galerij van de Evolutie

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

5.7. Werkstuk door een scholier 1676 woorden 3 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Kikkers en giraffes. Inhoud

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

Schimmels.

VMBO. Docenthandleiding. Dierenrijk is onderdeel van

Het ordenen van organismen

Project Dieren. Week 1CD: Algemeen

Museumexpeditie Werkboek jaar

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Het rijk van de planten

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Ordening. Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Werkstuk Biologie Ordening

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Kaartenset gewervelde dieren

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Thema 2 Planten en dieren

1. Geef aan of de onderstaande beschrijvingen dood, levenloos of levend zijn. 2. Wat zijn levenskenmerken of een ander woord levensverschijnselen?

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Transcriptie:

Samenvatting Biologie Thema 4 - ordening - 1 vmbo kgt Samenvatting door een scholier 1533 woorden 7 februari 2012 6,2 162 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zie bijlage voor de complete samenvatting inclusief tabellen en afbeeldingen. Thema 4 Ordening Basisstof 1 Het ordenen van organismen Ordenen = het indelen van een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk Rijken = alle organismen die zijn ingedeeld in vier grote groepen -bacteriën -schimmels -planten -dieren Kenmerken van cellen = celkernen, celwanden, bladgroenkorrels Celkern = onder de microscoop te zien als een donkere vlek in een cel, regelt alles wat er in een cel gebeurt Celwand = stevig laagje om de cel en zorgen voor stevigheid Bladgroenkorrels = geven groene kleur aan de plant Een bacterie heeft alleen een celwand. Een schimmel heeft een celkern en een celwand. Een plant heeft een celkern, een celwand en bladgroenkorrels. Een dier heeft alleen een celkern. Bacteriën Schimmels Planten Dieren Celkern nee ja ja ja Celwand ja ja ja nee Bladgroenkorrels nee nee ja nee Basisstof 2 Het rijk van de bacteriën Bacteriën zijn eencellig (ze bestaan uit één cel). Een bacterie heeft geen celkern en geen bladgroenkorrels in de cel, maar wel een celwand. Bacteriën zijn zo klein dat je ze met een gewone microscoop niet kunt zien. Je moet een speciale microscoop gebruiken. Een bacterie heeft zweepharen om zich mee te bewegen. Pagina 1 van 6

Bacteriën planten zich voort door deling. Elke dertig minuten ontstaan er twee nieuwe bacteriën. Na een uur zijn er 1 -> 2 -> 4 nieuwe bacteriën. Na twee uur zijn er 4 -> 8 -> 16 nieuwe bacteriën. Bacteriën voeden zich met dode resten van organismen. Bacteriën kunnen voedsel bederven. Bacteriën kunnen ziekten veroorzaken bij mensen (bijvoorbeeld longontsteking en oorontsteking). Ziekten die worden veroorzaakt door besmetting kun je goed bestrijden met medicijnen. Bacteriën worden gebruikt bij het maken van yoghurt en zuurkool. Basisstof 3 Het rijk van de schimmels Schimmels hebben een celkern en een celwand. Ze hebben geen bladgroenkorrels. Schimmels bestaan uit lange dunne draden: schimmeldraden. Schimmels planten zich voort door middel van sporen. Van de penseelschimmel wordt penicilline gemaakt, een medicijn. Sporen ontstaan bijvoorbeeld aan het einde van een schimmeldraad (penseelschimmel) of in een speciaal orgaan (paddenstoelen). Schimmels voeden zich met dode resten van organismen. Schimmels kunnen voedsel bederven. Schimmels kunnen een mens ziek maken, bijvoorbeeld zwemmerseczeem. Schimmels worden gebruikt bij het maken van brood, bier, wijn en schimmelkaas. Ook kun je schimmel eten, zoals de champignon. Basisstof 4 Het rijk van de planten Planten hebben een celwand, een celkern en bladgroenkorrels in de cel. Planten hebben wortels, stengels en bladeren. Het rijk van de planten verdelen we in twee groepen, dit noemen we afdelingen. Deze twee afdelingen zijn sporenplanten en zaadplanten. Het kenmerk om de planten in te delen is de manier van voortplanting. Bij sporenplanten vindt de voortplanting plaats door sporen. Sporenplanten hebben geen bloemen. Bijvoorbeeld de mossen en varens. Bij mossen ontstaan de sporen in sporendoosjes die op steeltjes boven de mosplantjes uitsteken. Bij varens ontstaan de sporen in sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren. Bij zaadplanten vindt de voortplanting plaats door zaden. Zaden ontstaan in bloemen! Bijvoorbeeld een madeliefje of een boterbloem. Basisstof 5 Het rijk van de dieren Dieren hebben een celkern, maar geen celwand en geen bladgroenkorrels in de cel. Ook het rijk van de dieren verdelen we in afdelingen. Het kenmerk om de dieren in te delen is symmetrie en het skelet. Symmetrie is als een voorwerp twee gelijke helften heeft. De hoofdletter H is bijvoorbeeld symmetrisch, maar de hoofdletter L niet. Veel organismen hebben een symmetrische lichaamsbouw. Kijk maar naar jezelf (bijvoorbeeld een arm links en een arm rechts). Onze organen zijn niet symmetrisch. Toch zijn wij in de biologie wel symmetrisch. Pagina 2 van 6

Tweezijdig symmetrisch = dieren die maar op één manier in twee gelijke helften zijn te verdelen. Veelzijdig symmetrisch = dieren die op meerdere manieren in twee ongeveer gelijke helften zijn te verdelen, bijvoorbeeld een zeester. Skelet = de stevige delen in het lichaam die de dieren stevigheid en bescherming geven. Uitwendig skelet = het skelet zit aan de buitenkant van het lichaam (bv. bij een slak en een kever) Inwendig skelet = het skelet zit in het lichaam (bv. bij de mens) Geen skelet = dieren zonder skelet (bv. een kwal) Het rijk van de dieren verdelen we in zes groepen, dit noemen we afdelingen. Deze zes afdelingen zijn: holtedieren, wormen, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen en gewervelden. Holtedieren (kwal, zeeanemoon) -veelzijdig symmetrisch -meestal geen skelet -leven in het water -vangen hun prooi met tentakels (vangarmen) Wormen (lintworm, spoelworm, regenworm) -tweezijdig symmetrisch -geen skelet -het lichaam is lang en dun Weekdieren (inktvis, mossel, slak) -tweezijdig symmetrisch -meestal een schelp of huisje als skelet Geleedpotigen (duizendpoot, krab, spin, vlieg) -tweezijdig symmetrisch -het skelet is een pantser Stekelhuidigen (zeester, zee-egel) -veelzijdig symmetrisch -inwendig skelet van kalk -de huid is bedekt met stekels of knobbels -leven op de bodem van de zee Gewervelden (snoek, kikker, slang, zwaluw, wolf) -tweezijdig symmetrisch -inwendig skelet Een afdeling kunnen we ook weer in groepen verdelen, je krijgt dan klassen. Van de afdeling gewervelden bestaan vijf klassen: vissen, amfibiën, reptielen, vogels en zoogdieren. Rijk = dieren Afdeling = gewervelden Klasse = zoogdieren Soort = mens Basisstof 6 Gewervelden Gewervelden hebben een inwendig skelet. Een onderdeel is de wervelkolom, die is opgebouwd uit wervels. De afdeling gewervelden kunnen we ook weer in groepen verdelen, je krijgt dan klassen. De afdeling Pagina 3 van 6

gewervelden bestaat uit vijf klassen: vissen, amfibiën, reptielen, vogels en zoogdieren. De groepen kan je uit elkaar houden door de volgende kenmerken: 1. Huid: schubben, slijm, veren of haren 2. Lichaamstemperatuur: bij warmbloedige dieren is de lichaamstemperatuur altijd even hoog (constant), bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur gelijk aan die van de omgeving (niet constant). 3. Ademhalingsorganen: kieuwen, longen, door de huid 4. Manier van voortplanten: eieren zonder schaal, eieren met leerachtige schaal, eieren met harde kalkschaal, levendbarend 5. Milieu (omgeving): in het water, op het land, in de lucht Vissen (forel, haring, kabeljauw, schol, snoek) -huid bedekt met schubben en slijm -koudbloedig -ademhaling met kieuwen -voorplanting: eieren zonder schaal -milieu: in het water Amfibieën (pad, kikker, salamander) -huid bedekt met slijm -koudbloedig -ademhaling eerst met kieuwen en huid, later met longen en huid -voorplanting: eieren zonder schaal -milieu: in het water en op het land Reptielen (hagedis, krokodil, ringslang, schildpad) -huid bedekt met droge schubben -koudbloedig -ademhaling met longen -voorplanting: eieren met leerachtige schaal -milieu: in de lucht Vogels (buizerd, fuut, meeuw, uil, zwaluw) -huid bedekt met veren -warmbloedig -ademhaling met longen -voorplanting: eieren met kalkschaal -milieu: in de lucht Zoogdieren (hond, olifant, walvis, hond, zeehond) -huid bedekt met haren -warmbloedig -ademhaling met longen -voorplanting: levendbarend -milieu: op het land Basisstof 7 Het indelen van organismen Vertakkingsschema een manier van indelen Pagina 4 van 6

Determineren een organisme op basis van kenmerken in een rijk, afdeling of klasse plaatsen. Dit kun je doen met hulp van een determineertabel Dit werkt als volgt: 1. Je hebt een organisme, bijvoorbeeld jezelf. 2. Je kijkt naar vraag 1 en beantwoord de vraag het organisme heeft wel/geen bladgroenkorrels 3. Heeft het organisme bladgroenkorrels, dan ga je naar vraag 4. Heeft het organisme geen bladgroenkorrels, dan ga je naar vraag 2. 4. Ga zo verder totdat je het organisme gedetermineerd hebt. Dan heb je het organisme een plaats gegeven in bijvoorbeeld de klasse zoogdieren. 5. Schrijf op welke stappen je hebt gemaakt. In dit geval 1b (mens heeft geen bladgroenkorrels) -> 2b (mens heeft geen celwand) -> 5b (mens is tweezijdig symmetrisch) -> 7b (mens heeft een skelet) -> 8b (mens heeft geen huisje of schelp) -> 9b (mens heeft een inwendig skelet) -> 10b (mens heeft geen schubben) -> 12b (mens heeft geen slijmerige huid) -> 13b (mens heeft haren) -> zoogdieren. Basisstof 8 Een werkstuk maken - Basisstof 9 Geleedpotigen Rijk: Dieren Afdeling: geleedpotigen Klasse: -duizendpoten -kreeftachtigen -spinachtigen -insecten De poten van geleedpotigen zijn geleed. Dat betekent dat één poot bestaat uit meerdere delen. Een deel noemen we een lid. De poot bestaat dus uit meerdere leden. Het lichaam van geleedpotigen is gesegmenteerd. Dat betekent dat het lichaam uit allemaal kleine stukjes bestaat: de segmenten. Bij insecten bestaat het lichaam uit een kop, een borststuk en een achterlijf. Basisstof 10 Eencellige dieren Je hebt geleerd dat het rijk van de dieren uit zes afdelingen bestaat. Er zijn meer dan zes afdelingen. Een van de afdelingen die je nog niet kent is die van de eencellige dieren. Bij eencellige dieren vertoont één cel alle levensverschijnselen (ademhalen, voeden, uitscheiden, bewegen, waarnemen, groeien, voortplanten). Twee soorten eencellige dieren zijn de amoebe en het pantoffeldiertje. Ze leven allebei in water. Amoebe Een amoebe kan steeds van vorm veranderen. Het cytoplasma gaat dan een kant op en vormt een uitsteeksel. Dit heet een schijnvoetje. Zo kan een amoebe zich voortbewegen. Met het schijnvoetje kan een amoebe ook voedsel (zoals bacteriën) insluiten. In de cel krijg je dan een blaasje met voedsel: een voedingsvacuole. Pagina 5 van 6

Pantoffeldiertje Een pantoffeldiertje heeft fijne trilhaartjes. Daardoor kan het diertje bewegen. Door de trilhaartjes komt er ook voedsel in de celmond. Ook daar gaat het voedsel in een voedingsvacuole. Hierin wordt het voedsel verteerd. Onverteerde resten gaan via de celanus weer naar buiten. Pagina 6 van 6