Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Transcriptie

1 Reflectiekaart Dieren uit de hele wereld met elkaar vergelijken en classificeren: ongewervelde dieren (insecten) / gewervelde dieren(vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren). Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen Vooraf: Kinderen kunnen dieren vergelijken Kinderen kunnen dieren ordenen obv criteria Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen Wat moeten ze kunnen: - De meest voorkomende dieren uit de hele wereld vergelijken en classificeren Wat moeten ze kennen: - begrippen en eigenschappen van gewerveld en ongewerveld kennen. ongewervelde dieren hebben geen wervelkolom: insecten: hebben 6 poten geen inwendig skelet kop, borststuk en achterlijf spinnen hebben acht poten de meeste soorten spinnen een web en voeden zich met (vliegende) insecten Slakken naaktslakken en huisjesslakken planteneters gewervelde dieren: zoogdieren : een inwendig skelet ademen door longen huid is bedekt met haren hebben een vaste lichaamstemperatuur tussen 35 C en 40 C brengen levende jongen ter wereld, die met melk worden gevoed. vissen ademen met kieuwen huid is bedekt door slijm en schubben koudbloedig leggen eieren zonder schaal leven in water vogels vleugels en veren warmbloedig ademhaling door longen leggen eieren met schaal Leven op land en in de lucht amfibieën koudbloedig huid is bedekt met slijm leven op het land en in het water ademen eerst met kieuwen en huid later door longen en huid leggen eieren zonder schaal reptielen koudbloedig huid bedekt met schubben ademhaling door longen leggen eieren met leerachtige schaal leven op het land (soms ook in het water)

2 Wat ga je evalueren? Hoe ga je evalueren? Wat ga je hiervoor gebruiken? Wie ga ik laten evalueren? Wanneer ga ik evalueren? Welke leeftijdsgroep ga ik evalueren? Het classificeren van dieren op basis van eigenschappen Dieren vergelijken op basis van kenmerken en ze ordenen volgens gewervelde of ongewervelde dieren Via een werkblad De kinderen Na een periode van oefenen. 3de graad

3 Opdracht 1 Naam:.. Nr.: Datum:.. OPDRACHT: DIEREN ORDENEN 1. Vergelijk de dieren op de kaartjes. Kies telkens 2 dieren die volgens jou bij elkaar horen. Kun je ook uitleggen waarom?

4 zeearend jachtluipaard groene kikker haai vlieg Ik heb vleugels en veren. Ik leg eieren. Ik ben een roofdier. Mijn jongen worden levend geboren. Ik adem m.b.v. longen. Ik moet mijn huid vochtig houden, daarom neem ik geregeld een frisse duik. Ik leg mijn eitjes in het water. Ik leef in de oceanen. Ik adem m.b.v. kieuwen. Ik leg mijn eieren in de zee. Ik heb zes poten. Ik leg eieren, uit die eieren ontstaan larven. Deze verpoppen en daarna krijg ik mijn definitieve uiterlijk. Mijn huid is bedekt met haren. Ik adem met mijn huid, maar ook met mijn longen. Ik adem met mijn kieuwen.

5 dolfijn slang honingbij roodborstje krokodil Ik leef in het water. Ik adem m.b.v. longen. Mijn jongen worden levend geboren. Ik leef op het land. Mijn lichaam is bedekt met schubben. Ik leg eieren. Mijn lichaam bestaat uit: kop, borststuk en achterlijf. Ik heb 6 poten. Ik vlieg van bloem tot bloem en verzamel nectar. Mijn botjes zijn hol, daardoor ben ik heel licht. Ik heb een snavel. Ik maak een nest in spleten van gebouwen en in heggen. Ik verblijf graag in het water, maar kan ook probleemloos urenlang op het land vertoeven. Ik leg mijn eieren op het land. Mijn huid is bedekt met schubben.

6 huisjesslak schildpad kruisspin salamander forel Ik draag mijn skelet op mijn rug. Ik leef van jonge plantjes. Mijn huid is bedekt met schubben. Ik leg eieren. Ik heb 8 poten. Ik voed me met insecten. Ik maak een web. Ik leef in het water en op het land. Ik leg mijn eieren in het water. Ik leef in zoet water. Ik leg eieren. Ik ben koudbloedig.

7 Noteer de namen van de dieren op de juiste plaats in de tabel. Zijn het gewervelde of ongewervelde dieren? GEWERVELD Ik heb een inwendig skelet ZOOGDIEREN VISSEN AMFIBIEËN REPTIELEN VOGELS ONGEWERVELD Ik heb geen inwendig skelet

8 Correctie 1 Naam:.. Nr.: Datum:.. OPDRACHT: DIEREN ORDENEN 1. Vergelijk de dieren op de kaartjes. Kies telkens 2 dieren die volgens jou bij elkaar horen. Kun je ook uitleggen waarom? meerdere oplossingen mogelijk

9 Noteer de namen van de dieren op de juiste plaats in de tabel. Zijn het gewervelde of ongewervelde dieren? GEWERVELD Ik heb een inwendig skelet ONGEWERVELD Ik heb geen inwendig skelet ZOOGDIEREN VISSEN AMFIBIEËN REPTIELEN VOGELS huisjesslak dolfijn forel salamander slang zeearend kruisspin jachtluipaard haai groene kikker krokodil roodborstje honingbij schildpad vlieg huisjesslak