Inmiddels zijn er verschillende versies van het casetool, waaronder CaseTalk. Meer informatie vind je op de site van Casetalk.



Vergelijkbare documenten
In dit practicum leer je hoe je met het casetool deze beperkingsregels in een model kunt aanbrengen.

Op de werkbalk staan drie knoppen, die van links naar rechts staan voor de drie genoemde stappen.

Van CaseTalk naar een database in SQLite studio

Etiketten maken en printen (word 2010).

1. Kennismaken met Impress

BASIS TEKSTBEWERKING deel 2

Samenvoegen met Word en Excel 2010

PDF XCHANGE EDITOR Waarom PDF XHCANGE Editor?

Handleiding Joomla! Frontend, content en gallery. september 2014 versie 1.0

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

10. Pagina-instellingen

Tips en Trucs voor gebruik website

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

de Digitale Taalkist Wat is de Digitale Taalkist? Over de Digitale Taalkist

Bijlage bij Kidspiration Getting Started Guide International English Edition Version 3

Maak een fotoverhaal

1 Een presentatie bekijken

Aan de slag met Word 2016? Ontdek de basisfuncties. Maak een nieuw document aan, typ teksten en maak het geheel vervolgens netjes op.

Achtergrond en lettertype Opmaak Achtergrond Opmaak Achtergrond Afbeelding in achtergrond

1. CTRL- en SHIFT-knop gebruiken om meerdere variabelen te selecteren

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding Computertraining voor 50-plussers

INRICHTEN VAN DAXIS CLOUD

HANDLEIDING VOOR GEBRUIKERS

TV DE SCHAKEL CROP ONLINE - PERCEELREGISTRATIE VIA INTERNET

Internet Explorer 7 (IE7)

Handleiding Wordpress CMS

Wiskunde en ICT 1. Met het lettertype wiskunde.ttf kan je onderstaande wiskundige symbolen invoegen.

Het gebruik van Photo Story 3 voor Windows

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

Etiketten maken en Printen.

Ook op internet wordt gebruik gemaakt van databases, zoals bij Marktplaats en Hyves.

Portfolio s in Google Sites

Etiketten printen met OpenOffice

Handleiding. Cv templates. Venbroekstraat AS Nieuwkuijk

Werkinstructie Verzoeken

FAQ (veel gestelde vragen) nieuwe website

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

Stap 1 Je eigen website maken Stap 2 Je template invullen Stap 3 Wat kunnen we met de inhoud?... 19

Welk programma gebruiken we? Om onze foto s te verkleinen gebruiken we het programma IrfanView. Het icoontje van IrfanView ziet er als volgt uit:

Werkinstructie Voorgangsverslag maken

Enquête maken met Enquetemaken.nu

File: M.Peters / Powerpoint 1

Om paint te openen volgen we dezelfde weg als bij de rekenmachine:

Waar pas je een WordPress menu aan?

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in KraamZorgCompleet, zijn een aantal instellingen nodig:

De Kleine WordPress Handleiding

Handleiding Visio

Digitale dossiers. Inhoudsopgave:

Handleiding Facebook Pergamano International Augustus 2012

Stappenplan Presentatie maken - 2

STAP 1- Foto s in het schoolalbum zetten

!!!!!!!!!!!! Handleiding website! VV Den Ham

Handleiding Visio

Handleiding Wordpress

Hoofdstuk 6. Ets-sjabloon

Publiceren basisrooster

Met dit programma kunt u fotoalbums, collages, kalenders, posters en nog veel meer maken. Wij vertellen u graag hoe dat werkt.

1. Etiketten en visitekaartjes

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. InDesign 15. Pagina s PP Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond.

PROGRAMMA Vak: Informatica..

WISKUNDE EN ICT. 1 Wiskundige symbolen N, R, 2 Symbolen

LESBRIEF Aan de slag met Schoolwise

Aan de slag met AdminView

Voorbereidingen voordat je alles in een presentatie zet.

Handleiding Picasa. Inleiding Verwijderen, verplaatsen en hernoemen Opzoeken Importeren Selecties maken Opslaan...

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

ZÉLF JE WORDPRESS WEBSITE MAKEN?

Computer Club Bodegraven

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Afdrukken in Calc Module 7

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld.

De gegevens kunt u vervolgens downloaden via de website van UPO. Daarna kunt u de gegevens importeren in Intramed.

Symbol for Windows BlissEditor

6. Reeksen

Figuren in Word. Vul de Wat weet ik al?-kaart in van les 7. Als je nog niet alles weet en kan, zoek het dan op in les 7.

Lesbrief Strip maken. Doel Leerlingen te laten nadenken wat ze op het internet doen en hoe ze hier op een positieve manier mee om kunnen gaan.

Handleiding. Cv templates. Venbroekstraat AS Nieuwkuijk

Foto s plaatsen op de site van Taborschool Sint Maria Aalter

1 1: Algemene informatie

Vergelijkingseditor 2007

HANDLEIDING VERHUUR. Invoeren van toestel (menukeuze 6) Installatie

Gebruik. Wanneer u FreeMind opent, krijgt u het volgende scherm:

Film monteren met Windows Live Moviemaker

Instaleren van PFS Deze les is geschreven op een pc met Windows 7! Houd daar rekening mee en pas aan waar nodig! ********

Grafieken in Word. Soort Leven 4,8 4,9 5,1 5,5 5,6 5,8 6,0 6,2 Annuïteiten 4,9 5,1 5,3 5,7 5,8 6,0 6,2 6,5

Snel een begin maken met Front-Page voor een eigen website. blad 1

WERKEN MET EXCEL. 1 Vooraleer je met de lessen begint

CMS Made Simple eenvoudig uitgelegd CMS MADE SIMPLE- Eenvoudig uitgelegd

Excel: maak een tabel

Screencast-O-Matic HANDLEIDING

Handleiding voor Zotero versie 2.0

WordPress Handleiding

Je website is het centrum van al je online activiteiten. Dat werkt allerlei kanten op.

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

Handleiding voor het toevoegen van eigenschappen aan een product in Woocommerce

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder:

Stappenplan QuickScan NOV - Beheerder

Transcriptie:

pagina 1 van 21 Een informatiemodel maken met CaseTalk In dit digitale practicum leer je werken met het programma CaseTalk. CaseTalk is een zogenaamd Casetool. Met CaseTalk kun je een compleet FCO-IM-model maken. Het tool kan diagrammen tekenen en uiteindelijk maakt het zelfs de structuur van de database aan. De allereerste versie van het casetool is geschreven door studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het heette toen nog het FCO-IM Casetool. Ze begonnen een eigen bedrijf voor de ontwikkeling van een professionele versie van het casetool. Dit wordt inmiddels gebruikt door een aantal grote softwarebedrijven, zoals AtosOrigin. Inmiddels zijn er verschillende versies van het casetool, waaronder CaseTalk. Meer informatie vind je op de site van Casetalk. CaseTalk Installeren De installatiesoftware van CaseTalk vind je op de cdrom van het werkboek, in de map Blok4 \Informatiemodellering\casetool. De installatie is snel en vereist niets bijzonders. Casus: de administratie van de dvd's Als voorbeeld bekijken we de administratie van de dvd's op school. Dit voorbeeld heb je al eerder bekeken, bij de inleiding op informatiemodellering. Het is de bedoeling dat je in dit practicum met het Casetool leert werken. Daarom is het verwoorden van de informatie over de dvd's al gedaan. Een rijtje voorbeelden staat hieronder. Deze zinnen vind je ook in het bestand dvdzinnen.txt op de cdrom. Aardbevingen en vulkanen staat op DVD 2212. Weer en klimaat 1 staat op DVD 2212. De blauwe planeet 1 staat op DVD 2212. Saidja en Adinda staat op DVD 1075. Tropisch regenwoud staat op DVD 2233. Levensloop van een bankbiljet staat op DVD 3111. Termijnmarkten zilver en cacao staat op DVD 3111. WB heeft DVD 2212 geleend. GJB heeft DVD 3111 geleend. DVD 2212 is van aardrijkskunde. DVD 2233 is van aardrijkskunde. DVD 3111 is van economie. DVD 1075 is van nederlands. Aardbevingen en vulkanen heeft plaats 5. Weer en klimaat 1 heeft plaats 1. De blauwe planeet 1 heeft plaats 6. Saidja en Adinda heeft plaats 2. Tropisch regenwoud heeft plaats 2. Levensloop van een bankbiljet heeft plaats 2. Termijnmarkten zilver en cacao heeft plaats 3. Aardbevingen en vulkanen duurt 25 minuten. Weer en klimaat 1 duurt 25 minuten. De blauwe planeet 1 duurt 30 minuten. Saidja en Adinda duurt 50 minuten.

pagina 2 van 21 Tropisch regenwoud duurt 30 minuten. Levensloop van een bankbiljet duurt 35 minuten. Termijnmarkten zilver en cacao duurt 55 minuten. Een nieuw project beginnen in CaseTalk Start het casetool. Het begint met een openingscherm waarbij je een keuze moet maken uit drie mogelijkheden: Een nieuw project Een project openen Het laatst gebruikte project opnieuw openen Kies New Project, vervolgens krijgen we een invulscherm voor gegevens over het nieuwe project. Belangrijke tip Omdat het casetool voor elk project een paar bestanden maakt, is het verstandig ieder project in een aparte map op te bergen. Je kunt dit met het casetool zelf doen. Houd de bestandsnamen kort, het casetool gebruikt nog de oude, korte bestandsnamen van acht plus drie letters, die in MS-DOS de standaard waren. Maak een nieuwe map met de naam dvdproef. Vul bij Name in: dvd1. Automatisch wordt dit ook ingevuld bij File name. Je kunt je eigen naam invullen bij Author en eventueel een beschrijving invullen. Klik

pagina 3 van 21 daarna OK aan. Je krijgt nu drie vensters te zien: Bovenaan vind je het venster van CaseTalk zelf. Dit bevat de menu's en knoppen voor de functies van CaseTalk In het midden staat het venster van je project. In het project zullen verschillende bestanden komen te zitten. Via het projectvenster kun je die bestanden openen of naar voren halen. Na het starten staat er maar één document: new ig, de nieuwe informatiegrammatica, waar de gekwalificeerde zinnen straks in komen. Het laatste venster is voor de nieuwe informatiegrammatica. Zinnen kwalificeren Het maken van een model begint met het invoeren en kwalificeren van zinnen. We beginnen met de zin Aardbevingen en vulkanen staat op DVD 2212

pagina 4 van 21 Hieronder staat stap voor stap beschreven hoe je een zin met het casetool kwalificeert. 1. Een nieuwe zin wordt in het casetool expression genoemd. Klik in de werkbalk op de knop "New Expression". Je kunt ook op F6 drukken. 2. Tik de zin in op het witte veld bovenin: Aardbevingen en vulkanen staat op DVD 2212. Je kunt ook knippen en plakken uit het tekstbestand. 3. De naam van het feittype kun je in het kleine witte veld onderaan het venster invoeren - of kiezen, als je al eerder zinnen van hetzelfde type hebt ingevoerd. Omdat de zin beschrijft op welke dvd een programma is geregistreerd of opgenomen, noemen we deze zin Opname. Klik op dit veld en vul de naam van deze zin in: Opname.

pagina 5 van 21 4. Druk nu op de knop Qualify, kwalificeren. Daarmee wordt de naam van het feittype vastgelegd. De zin wordt nu gecentreerd. 5. De zin begint met de titel van een programma. Dit programma gaan we kwalificeren. Markeer nu de titel Aardbevingen en vulkanen door de tekst te selecteren. Je moet nu aangeven dat dit een programma is. Klik op het invulveld 'Object type/fact type' en vul daar in: Programma. 6. Klik nu weer op Qualify. De titel wordt uit de zin gehaald en in plaats daarvan komt er te staan dat daar een programma kan worden ingevuld. Aan de rechterkant zie een begin van het diagram. Het casetool gaat dit langzaam maar zeker opbouwen, terwijl je het feittype kwalificeert.

pagina 6 van 21 7. In de zin zit nog een invulplek, voor de dvd waar het programma op staat. Ook dit moet je kwalificeren. Selecteer de tekst DVD2212 en vul bij Object type name in: DVD. Klik daarna weer op "Qualify". Ook de DVD wordt nu uit de zin gehaald. 8. Meer invulplaatsen zijn er niet in deze zin. Klik op "Ready" om aan te geven dat we klaar zijn met de invulplaatsen van de zin.

pagina 7 van 21 9. Het casetool gaat nu verder met de teksten die je uit de zin gehaald hebt. Ook hier kun je aangeven wat de tekst precies is. Programma's zijn objecten die worden aangeduid met een label, de titel. Je kunt nu aangeven dat Aardbevingen en vulkanen de titel van een programma is. Selecteer de tekst Aardbevingen en vulkanen en zet in het tekstveld onderin: titel. 10. Klik nu weer op "Qualify". De tekst wordt opnieuw een regel lager geplaatst en je ziet nu een structuur in drie lagen: In de zin Opname moet een Programma worden ingevuld. Een Programma wordt aangeduid met een titel. Dat is in deze zin Aardbevingen en vulkanen. Om het verschil tussen objecttypen en labeltypen goed te kunnen zien, is het gebruikelijk om labeltypen met een kleine letter te schrijven en objecttypen en feittypen met een hoofdletter. Dus: Opname, Programma, titel.

pagina 8 van 21 11. Met het programma zijn we nu klaar, klik daarom op "Ready". Het casetool gaat nu verder naar beneden naar de titel. Daar hoeft verder ook niets mee te gebeuren, klik daarom nog een keer op "Ready". Daarna gaat het casetool naar de DVD. De tekst DVD 2212 komt nu in het selectievak. Een dvd is een object dat wordt aangeduid met een dvdnummer. Dat nummer is nu 2212. Selecteer deze tekst en tik in dat dit het dvdnummer is. 12. Klik weer op "Qualify". Ook hier komen nu drie lagen: Opname, DVD, dvdnummer.

pagina 9 van 21 13. Ook nu hoeft er verder niets te gebeuren. Klik op "Ready". Ook met de 2212 hoeft niets meer te gebeuren, klik nog een keer op "Ready". Het feittype Opname is nu helemaal klaar. Je kunt op "Ok" klikken om te bevestigen. Er is een verschil met de handmatige analyse in figuur 8 (pagina 112) in het theorieboek, die we op papier gedaan hadden. Het casetool heeft de labels Jan en Leiden echt uit de zin gehaald, in het boek staan ze nog op de invulplaatsen. De enige reden hiervoor is dat het 'uit de zin halen' op papier niet makkelijk gaat, je moet ervoor gummen of doorhalen.

pagina 10 van 21 Een tweede opname We gaan een tweede opname invoeren: Tropisch regenwoud staat op DVD 2233. Dat gaat een stuk sneller, omdat het casetool nu weet hoe zulke zinnen gekwalificeerd moeten worden. 1. Kies nog een keer "Nieuwe expressie" en tik de zin in. Het casetool kent het feittype Opname al. Je kunt het selecteren in de combobox linksonder.

pagina 11 van 21 2. Het casetool herkent het type zin en biedt aan om zelf de zin te kwalificeren, volgens het patroon dat je het tool de eerste keer "geleerd" hebt. Klik op "Match". 3. Het casetool doet de kwalificatie nu zelf en vraagt om bevestiging. Wanneer je de zinnen steeds op dezelfde manier formuleert, zal de match goed gaan. Je kunt dan op "Ok" klikken.

pagina 12 van 21 De informatiegrammatica Bekijk nu het venster 'New IG'. IG staat voor informatiegrammatica, de regels waaraan de informatie moet voldoen, ofwel de objecttypen, labeltypen en feittypen die we tot nu toe benoemd hebben. Deze staan onder elkaar aan de linkerkant. Naast de titel 'Object types/fact type' staat een pijltje waarmee je de rechterkant van dit venster kunt openklappen en dichtklappen. Door de rechterkant open te klappen kun je de details feittypen te zien krijgen. Selecteer het feittype Opname.

pagina 13 van 21 Onder de tab "Expressions" zie je drie knoppen OTL, LTL en LL. Deze drie knoppen stemmen overeen met de drie lagen, die je ook al zag bij het kwalificeren van feiten: objecttypen, labeltypen en labels. Selecteer de knop "OTL". Dit staat voor Object Type Level. Je ziet nu de details over het feittype op het niveau van de objecttypen: Een programma staat op een DVD. Voor deze beschrijving staat "F1". Dit staat voor "Feittype 1". Het casetool nummert de ingevoerde feittypen, objecttypen en labeltypen. Na het klikken op de knop "LTL", Label Type Level, zie je de betrokken labeltypen: titel en dvdnummer.

pagina 14 van 21 Na het klikken op de knop "LL", Label Level, zie je de betrokken letterlijke zinnen. Dat zijn de twee voorbeeldzinnen die we hebben ingevoerd. Op deze manier kun je alle informatie over de gekwalificeerde zinnen te zien krijgen. Dit zorgt ervoor dat je als vanzelf documentatie bij je model krijgt.

pagina 15 van 21 Het informatiegrammaticadiagram (IGD) Het casetool kan het complete informatiegrammaticadiagram (IGD) voor ons tekenen. Klik op het icoon New IGD op de werkbalk. Sleep nu alle onderdelen uit het venster 'New IG' naar het venster 'New IGD'. Automatisch wordt zo het hele diagram opgebouwd. Meestal komen de rechthoeken en cirkels niet op de mooiste plek terecht. Je kunt de elementen in het diagram selecteren (ze worden dan lichtblauw). Je kunt ze dan verslepen om de tekening wat fraaier te maken. Er zijn een paar verschillen met de getekende diagram in het theorieboek. Ten eerste zet het casetool de voorbeelden van zinnen erbij. Verder wordt er van alles en nog wat genummerd. Die nummering is niet essentieel, het kan helpen bij het bespreken van het diagram: 'Kijk eens bij O1!'. Wanneer je veel feittypen en objecttypen hebt, worden diagrammen groot en onoverzichtelijk. Je kunt daarom bij één IG verscheidene IGD's maken, elk met een deel van het model. Je klikt nog een keer op het ikoon 'New IGD' voor een tweede diagram en kiest uit welke elementen je erin wilt zetten. IGD's kun je eenvoudig afdrukken met de menukeuze 'Print'. Je kunt diagrammen ook als bestand laten wegschrijven. Zorg dat het venster met het IGD actief is kies 'Export' uit het menu IGD. Het casetool kan

pagina 16 van 21 alleen bestanden in BMP-formaat maken. Met een tekenprogramma of met Irfanview kun je de bestanden met diagrammen omzetten naar andere formaten. Soms komt het voor dat lijnen elkaar kruisen bij een feittype. Het diagram kan dan mooier gemaakt worden door de twee rollen van plaats te verwisselen. Met CONTROL-klik kun je een enkele rol selecteren, die wordt dan groen. Houdt daarna ALT ingedrukt en sleep de rol naar de plaats ernaast. Je kunt allerlei tekenopties voor het diagram zelf instellen. Je kunt aangeven wat je wel en niet wil zien, bijvoorbeeld de nummering of het aantal voorbeelden. Verder kun je van alle onderdelen apart het lettertype en de kleur instellen. Kies de optie "Diagram Designer" uit het menu "Options". Je krijgt dan een venster met vier tabs, waarin je de instellingen kunt opgeven. De twee belangrijkste tabbladen zie je hieronder. Het project opslaan Het model bestaat uit een aantal bestanden. Er zijn aparte bestanden voor het project zelf, voor de IG en voor het IGD. Je slaat al deze bestanden op door in het menu "File" te kiezen voor "Save All".

pagina 17 van 21 Je krijgt nu aparte dialogen voor het opslaan van het IG en het IGD. Bij de laatste moet je even opletten, omdat CaseTalk niet zelf een naam invult. Dat is omdat je bij één model verschillende IGD's kunt maken, elk voor een deel van het model. Bij de IG neemt CaseTalk standaard dezelfde naam als het model. De andere feittypen invoeren Je moet nu nog de andere feittypen kwalificeren. Dat gaat grotendeels op dezelfde manier als het eerste feittype. Soms zijn er stukjes van die het casetool al kent. Dan kun je weer een match uitvoeren. We beginnen met het uitlenen van dvd's. Dit feittype noemen we Uitlening, DVDUitlening kan ook. Een voorbeeldzin is: WB heeft DVD 2212 geleend. In deze zin staat "WB" voor een docent, die wordt aangeduid met een docentcode. In deze zin komt het objecttype DVD weer voor. Je kunt dit door het casetool laten kwalificeren:

pagina 18 van 21 Zorg dat je het feittype Uitlening zo kwalificeert: Het derde feittype gaat over het eigendom van dvd's. Een voorbeeld is: DVD 2233 is van aardrijkskunde.

pagina 19 van 21 Noem dit feittype daarom Eigendom en zorg dat je het zo kwalificeert: Het vierde feittype geeft het plaatsnummer van een programma op een dvd. Een voorbeeld is: Aardbevingen en vulkanen heeft plaats 5. Een naam voor dit feittype is wat lastiger te bedenken. "Plaats" is niet zo'n goede naam, dit zou van alles kunnen betekenen. In dit voorbeeld is gekozen voor ProgrammaPlaats, maar iets als "ProgrammaVolgnummer" zou ook kunnen. De plaats van een programma wordt aangeduid met een volgnummer. Dit is niet een duidelijk object, als DVD, programma of vak. Het is eigenlijk alleen maar een label dat de plaats aangeeft. Daarom kun je dit kwalificeren zonder objecttype, het volgnummer wordt direct een labeltype. De kwalificatie wordt dan:

pagina 20 van 21 Het laatste feittype gaat over de duur van programma's. Een voorbeeld is: Aardbevingen en vulkanen duurt 25 minuten. Noem dit feittype ProgrammaDuur en zorg dat je het zo kwalificeert:

pagina 21 van 21 Waanneer al deze feittypen, objecttypen en labeltypen op het IGD sleept, kun je het onderstaande IGD maken. Je kunt de elementen natuurlijk ook anders neerzetten. Om dit diagram te maken, zijn er nog wat extra voorbeelden ingevoerd. Daardoor staan er steeds een aantal voorbeelden. Sla het complete model nu op met behulp van de menukeuze "Save All".