Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)



Vergelijkbare documenten
Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Pabo HvA UPvA PRAKTIJKGIDS LIO Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Pabo HvA UPvA PRAKTIJKGIDS LIO Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

PRAKTIJKGIDS LIO

Opleidingsschool Noord

PRAKTIJKGIDS LIO

Pabo HvA UPvA INFORMATIEKATERN. Praktijk voor mentoren. Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Informatie werkplekleren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

LIO-vacatures Pabo HvA en UPvA schooljaar

LIO-vacatures Pabo HvA en UPvA schooljaar

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Lesvoorbereidingsmodel

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

LiO Contract 2 Stageovereenkomst Leraar in Opleiding (onbetaald: met en zonder vergoeding) Pabo HvA, Onderwijs en Opvoeding

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Accent en de opleidingsschool Versie maart ACCENT en de opleidingsschool

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Stage Hogeschool de Kempel Helmond

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

Dossier werkplekleren A1 en A

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Eindassessment HU pabo

Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Allereerst willen wij de stagebegeleiders van harte bedanken voor uw inzet om onze studenten te begeleiden tijdens hun stage in de educatieve minor.

Dossier werkplekleren A

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT onbetaald

Dossier werkplekleren A

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Krammer HE Brielle / BEGELEIDINGSPLAN INHOLLAND STUDENTEN

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Evaluatiedossier LIO (stagevariant)

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Nieuwsbrief December 2018

Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Tilburg School of Catholic Theology

Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Stage map. Keuzevak: Recreatieve Activiteiten Docent: Marc Hollander. Leerjaar: 3

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, tweedegraads lerarenopleidingen Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (versie september 2011)

Hoofdstuk 1 Inleiding 2

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie januari 2016

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Dossier werkplekleren B

Opleidingsprofiel Montessoricollege Nijmegen

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Wegwijzer. werkplekleren

Dossier vrijwillige stage deeltijd

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019)

Werkplekopleidingsschool

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Stagereglement Masteropleiding Theologie Tilburg School of Catholic Theology

De verschillende soorten docentenstages Uitgangspunten Organisatie

projectplan professionaliseringstraject Technisch College Velsen Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen)

INFORMATIEBIJEENKOMST CURRICULUM INSTITUUT HU PABO THEO THIJSSEN. Presentatie t.b.v. opleidingsscholen 14 en 21 september 2016

PRAKTIJK EN STAGE JAAR 2 EN 3

Instemming GMR: Vastgesteld Bestuur: 30 juni Gesprekkencyclus

Afstudeerfase. Jaar 3. Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Deeltijd

Stagebeleid

Opleiden in de school (OidS) Wat is opleiden in de school? De opleiding

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT

Dossier werkplekleren B1 en B

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant I

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Stageconcept en -planning

Eindreflectie. Taakbekwaam bovenbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 21 mei 2014 SLB er: Agnes Hartman

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

Doelstellingen professionaliseringstraject Het SWV heeft als doelstellingen voor het professionaliseringstraject geformuleerd:

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Hand-out Stagebegeleiders

Transcriptie:

Pabo HvA UPvA Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) PRAKTIJKGIDS 2014-2015 Voor praktijkbegeleiders en studenten van: Pabo HvA: Voltijd (jaar 1, 2 & 3) en Deeltijd (jaar 1, 2 & 3) UPvA (jaar 1, 2 & 3)

Inhoud Praktijkgids VOORWOORD... 3 1. COMPETENTIES EN EINDTERMEN... 6 2. LEERDOELEN STAGE... 7 3. ACTIVITEITEN TIJDENS DE STAGE... 9 3.1 RELATIE STAGEACTIVITEITEN MET LEERDOELEN... 9 3.2 STAGEDAGEN... 9 3.3 STAGEMAP... 10 3.4 LESVOORBEREIDINGSFORMULIER... 11 3.5 GEDRAGSCODE... 11 4. STAGEPLAATSING, OPLEIDINGSSCHOLEN EN STAGESCHOLEN...12 4.1 PLAATSING EN KEUZE... 12 4.2 STAGEPLAATS OP EEN OPLEIDINGSSCHOOL... 13 4.3 STAGEPLAATS OP EEN STAGESCHOOL (ALLEEN PABO HVA)... 14 5. TAAK- EN ROLVERDELING BEGELEIDING IN DE PRAKTIJK...15 5.1 OP OPLEIDINGSSCHOLEN... 15 5.2 OP STAGESCHOLEN (= NIET OPLEIDINGSSCHOOL, ALLEEN PABO HVA)... 17 6. BEGELEIDING EN BEOORDELING PRAKTIJK PABO HVA EN UPVA...18 6.1 BEGELEIDING... 18 6.2 BEOORDELINGSPROCEDURE... 19 6.3 BEOORDELINGSCRITERIA... 20 6.4 AFRONDEN PRAKTIJKBEOORDELING... 20 6.5 ONVOLDOENDE PRAKTIJKBEOORDELING... 20 6.6 STAGEDOSSIER... 21 6.7 WAT TE DOEN BIJ PROBLEMEN?... 21 PRAKTIJKGIDS DEEL II: SPECIFIEK VOOR PABO HVA...23 7. SAMENHANG PRAKTIJK EN CURRICULUM PABO HVA VOLTIJD EN DEELTIJD...24 7.1 OVERZICHT CURRICULUM PABO HVA... 24 7.1 BLOKINDELING, STAGE- EN TOETSWEKEN PABO HVA IN 2014-2015... 26 7.2 STUDIEWIJZERS PER BLOK... 27 7.3 SCHOOLGEBONDEN LEERTAKEN IN JAAR 2 VT... 27 PRAKTIJKGIDS DEEL III: SPECIFIEK VOOR UPVA...31 8. UITGANGSPUNTEN EN HET UITSTROOMPROFIEL VAN DE UPVA...31 8.1 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN VOOR UNIVERSITAIRE LERAREN PRAKTIJK (ULP)... 31 8.2 UITSTROOMPROFIEL STUDENT UNIVERSITAIRE PABO VAN AMSTERDAM... 31 Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

9. VUISTREGELS UPVA...34 10. SAMENHANG PRAKTIJK EN CURRICULUM UPVA...35 10.1 OVERZICHT CURRICULUM UPVA... 35 10.2 STUDIEONDERDELEN EN STAGE... 36 10.3 INHOUDELIJKE ONDERWERPEN PER VAK... 36 BIJLAGEN...38 BIJLAGE A PABO HVA: STAGEDOELEN VT JAAR 1,2 & 3 EN DT JAAR 1 & 2...39 PABO HVA STAGEDOELEN VT JAAR 1... 39 PABO HVA STAGEDOELEN VT JAAR 2... 41 PABO HVA STAGEDOELEN VT JAAR 3... 43 PABO HVA STAGEDOELEN DT JAAR 1... 44 PABO HVA STAGEDOELEN DT JAAR 2... 46 BIJLAGE B PABO HVA: FORMAT SCHOOLGEBONDEN LEERTAAK JAAR 2 VT (BLOK. 2.2 EN 2.4)...48 BIJLAGE C UPVA: ALGEMENE STAGEDOELEN EN STAGEDOELEN VT JAAR 1, 2 & 3...51 UPVA STAGEDOELEN ALGEMEEN... 51 UPVA STAGEDOELEN JAAR 1-1 E SEMESTER... 52 UPVA STAGEDOELEN JAAR 1-2 E SEMESTER... 52 UPVA STAGEDOELEN JAAR 2-1 E SEMESTER... 53 UPVA STAGEDOELEN JAAR 2-2 E SEMESTER... 53 UPVA STAGEDOELEN JAAR 3-1 E SEMESTER... 54 BIJLAGE D UPVA: ACTIVITEITENLIJST...55 BIJLAGE E PABO HVA & UPVA: GEDRAGSPROTOCOL STAGE VOOR STUDENT...56 BIJLAGE F PABO HVA: STAGEACTIVITEITEN VOLTIJD...57 PABO HVA STAGEACTIVITEITEN VT JAAR 1... 57 PABO HVA STAGEACTIVITEITEN VT JAAR 2... 59 PABO HVA STAGEACTIVITEITEN VT JAAR 3 PROFILERING JONGE KIND... 61 PABO HVA STAGEACTIVITEITEN VT JAAR 3 PROFILERING OUDERE KIND... 62 BIJLAGE G PABO HVA: STAGEACTIVITEITEN DEELTIJD...63 PABO HVA STAGEACTIVITEITEN DT JAAR 1... 63 PABO HVA STAGEACTIVITEITEN DT JAAR 2... 64 BIJLAGE H PABO HVA EN UPVA: COMPETENTIEMATRIX LEREN LESGEVEN IN DE GROTE STAD (AMSTERDAM)...66 Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 2

Voorwoord Bij deze presenteren Pabo HvA en UPvA de Praktijkgids voor cursusjaar 2014-2015. Deze Praktijkgids geeft inzicht in het stagebeleid en in de stageuitvoering van beide opleidingen. Pabo HvA en UPvA maken een expliciete keuze voor het opleiden van leerkrachten in de grootstedelijke context. Juist in de grote stad zijn er grote verschillen tussen kinderen en is zichtbaar dat niet ieder kind dezelfde kansen heeft, op dezelfde wijze leert of zich ontwikkelt. Goed onderwijs is cruciaal om een solide fundament te leggen voor de toekomst van kinderen. De Pabo HvA en de UPvA leiden studenten op die kinderen willen stimuleren om alles eruit te halen wat erin zit. Dat doen beide opleidingen in nauwe samenwerking met het werkveld. Heel passend hebben we het curriculum Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) genoemd. Het leren in de praktijk wordt gekenmerkt door gerichtheid op toenemende professionaliteit en handelingsbekwaamheid op het gebied van de beroepscompetenties, met een nadrukkelijke focus op het leren lesgeven in de grote stad. In deze Praktijkgids worden de uitgangspunten voor de praktijkcomponent van Pabo HvA en UPvA beschreven. Deze uitgangspunten vormen de basis voor de organisatie en inhoudelijke sturing van het leren in de beroepspraktijk. De gids is bedoeld voor: - studenten voltijd van jaar 1, 2 en 3 (Pabo HvA en UPvA); - studenten deeltijd jaar 1, 2 en 3 (Pabo HvA); - praktijkbegeleiders (mentoren, opleiders in de school, instituutsopleiders, stagedocenten); - (kern)docenten Pabo HvA en UPvA; - medewerkers van het stagebureau (die o.a. de stageplaatsing van de studenten regelen). De Praktijkgids is in drie delen verdeeld. In deel I worden de doelen en de opzet van de stage, de praktijkbegeleiding op de Pabo HvA en de UPvA uiteengezet. Aan de orde komen: competenties en eindtermen, leerdoelen, stageactiviteiten, stageplaatsing en taak- en rolverdeling tussen de verschillende (praktijk)begeleiders. In deel II staat de concrete, praktische uitwerking van de stagedoelen. Dit deel is uitsluitend van toepassing voor de Pabo HvA, voor studenten van jaar 1, 2 en 3 VT en jaar 1, 2 en 3 DT. In deel III wordt het programma van de UPvA verder uitgelegd. Dit deel is uitsluitend van toepassing voor de UPvA. Ten slotte is in de bijlagen een deel van de benodigde praktijkdocumenten voor Pabo HvA en UPvA opgenomen: de leerdoelen voor de stage, de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad, een overzicht van de stageactiviteiten. Vanwege de omvang van de Praktijkgids zijn de beoordelingsformulieren per blok en de lesvoorbereidingsformulieren van Pabo HvA en UPvA niet meer in deze Praktijkgids opgenomen, maar worden deze apart geplaatst op extranet. Daar is ook een lesbegeleidingsformulier digitaal beschikbaar, evenals deze Praktijkgids. De link naar extranet is: www.hva.nl/pabo-stage Ten slotte Veel scholen vragen van studenten een Verklaring omtrent het gedrag, kortweg VOG (voorheen "verklaring van goed gedrag" genoemd). Wij steunen dit. In ieder geval voor de LIO s (leerkrachten in opleiding, in jaar 4) zijn scholen daar ook toe verplicht. Door veel scholen wordt de VOG echter ook gevraagd van studenten die niet in Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 3

dienst zijn. De student dient in dat geval de VOG aan te vragen in de eigen gemeente. Het aanvraagformulier moet mede ingevuld en ondertekend zijn door de instantie die de VOG verlangt, de school dus. De pabo speelt in de aanvraagprocedure geen rol. Het heeft dus geen zin als student en/of school zich voor de aanvraag tot de opleiding wenden. Meer details over de VOG zijn te vinden op deze website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verklaring-omtrent-het-gedrag We wensen alle betrokkenen bij de stages een goed, inspirerend en leerzaam studiejaar toe! Namens de Pabo HvA, Anneke van der Linde, coördinator curriculum a.j.van.der.linde@hva.nl René Onclin, coördinator voltijd r.onclin@hva.nl Namens de UPvA, Ineke Schaveling, opleidingsmanager UPvA w.schaveling@uva.nl Mieke Roos, stagecoördinator UPvA m.roos2@uva.nl Amsterdam, 25 augustus 2014 Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 4

De praktijkcomponent van Pabo HvA en UPvA De kern van het leren in de praktijk wordt gevormd door de werkzaamheden op de stageschool. Onder het leren in de praktijk verstaan we de activiteiten die uitgevoerd worden op de stageschool. Deze activiteiten bieden de studenten zicht op: - de belangrijkste facetten (taken en rollen) van het leraarschap; - de wijze waarop een schoolorganisatie functioneert; - de wijze waarop leerlingen zich op school manifesteren; - achtergronden, leef- en belevingswereld van kinderen; - de wijze waarop leerlingen leren (niet alleen op school, maar ook daarbuiten); - groepsprocessen in de klas. Daarnaast doen de studenten op de school ervaring op met het: - voorbereiden en uitvoeren van lessen; - leiden en begeleiden van groepsprocessen; - organiseren en plannen van activiteiten binnen en buiten de klas; - samenwerken met collega s en ouders; - participeren in overkoepelende schoolactiviteiten. De student ontwikkelt zich tijdens het leren in de praktijk op het gebied van alle competenties. Pabo HvA en UPvA volgen de competentie-indeling van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Een goede leraar is: pedagogisch competent vak- en didactisch competent interpersoonlijk competent organisatorisch competent competent in het samenwerken met collega s competent in het samenwerken met de omgeving competent in reflectie en ontwikkeling Pabo HvA en UPvA hebben de SBL-competenties specifiek gemaakt voor de grootstedelijke context. Dit heeft geresulteerd in de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Deze matrix sluit aan bij de SBL-competenties en de beroepsstandaard voor het primair onderwijs van de gemeente Amsterdam. Samen opleiden Pabo HvA en UPvA werken intensief samen met opleidingsscholen in de regio die studenten de kans bieden zich in de praktijk te ontwikkelen tot startbekwame leerkrachten. Door deze samenwerking ervaart de student de samenhang tussen theorie en praktijk. Binnen de opleidingsscholen worden studenten intensief begeleid door mentoren, opleiders in de school en instituutsopleiders HvA en/of academische opleiders UPvA. Op Pabo HvA lopen alle studenten een deel of hun gehele studie stage op een opleidingsschool. Echter, een deel loopt daarnaast ook stage op zogenaamde stagescholen, dat zijn reguliere basisscholen waar de student evenals op een opleidingsschool begeleid wordt door een mentor. Op de UPvA lopen alle studenten stage op een opleidingsschool. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 5

1. Competenties en eindtermen De competentiematrix die Pabo HvA en de UPvA gebruiken bij begeleiding en beoordeling van de praktijkcomponent is opgesteld op basis van de landelijke SBL-competenties en de beschrijving van de competenties uit de Amsterdamse beroepsstandaard leraar basisonderwijs. Ook de visie van Pabo HvA en UPvA op datgene wat nodig is om les te geven in Amsterdam ( Urban Education ) is verwerkt in termen van observeerbaar gedrag. Vervolgens is een vertaling gemaakt naar de diverse fasen van de opleiding. Gedurende de opleiding zijn drie niveaus te onderscheiden: 1. Beginnend (te behalen in jaar 1) 2. In ontwikkeling (realisatie in hoofdfase en toegangseis voor lio-bekwaam). 3. Startbekwaam (na de LIO-periode, afgestudeerden van Pabo HvA en UPvA moeten aan deze eisen voldoen) Daarnaast zijn de twee daarop volgende niveaus opgenomen, bij wijze van ontwikkelingsperspectief voor de student: 4. Vakbekwaam (te bereiken na ongeveer 5 jaar werkervaring) 5. Excellent Omdat iedere student een eigen ontwikkelingscurve heeft, zijn alleen voor de propedeuse en voor de toegang tot de LIO-fase harde minimumeisen geformuleerd. Deze minimumeisen zijn vertaald naar beoordelingscriteria, te vinden op de beoordelingsformulieren. Afgestudeerden van Pabo HvA en UPvA moeten aan het eind van hun opleiding ten minste voldoen aan de kolom startbekwaam. De kwalificaties vakbekwaam en excellent bieden de student aanknopingspunten om zijn ontwikkeling in perspectief te plaatsen van datgene wat er uiteindelijk van hem verwacht wordt als leerkracht basisonderwijs. Tijdens en na afloop van de opleiding kan de student dit document in het kader van een leven lang leren blijven gebruiken voor de verdere ontwikkeling binnen het beroep. De competentiematrix wordt ten minste gebruikt in de gesprekken tussen student en opleider in de school. De matrix geeft zicht op de ontwikkeling van de student en wordt in die gesprekken gebruikt om de ontwikkeling te plaatsen, te duiden en om te anticiperen op de zone van de naaste ontwikkeling. Het geheel geeft alle betrokkenen zicht op de ontwikkelingscurve van de student. De competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) is opgenomen als een van de bijlagen bij deze Praktijkgids. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 6

2. Leerdoelen stage Iedere student loopt vanaf het begin van de opleiding stage. Voor de opleiding en de stage is het van belang dat er continue aandacht is voor een evenwichtige groei in kennis, inzicht en vaardigheden. De student krijgt gedurende de stages steeds meer zicht op de eigen kwaliteiten, de eigen voorkeuren voor bepaalde competentiegebieden en ook op de eigen ontwikkelingsbehoefte. De competentiematrix biedt goede aanknopingspunten om dit proces inzichtelijk te maken doordat de ontwikkeling van de student nauwkeurig in kaart kan worden gebracht en kan worden gevolgd. Om een goede ontwikkeling en gewenste groei te stimuleren zijn er per blok stagedoelen geformuleerd. Deze stagedoelen vormen het uitgangspunt voor de stageperiode. De doelen bieden zowel student als mentor en opleider in de school houvast. Bovendien zijn aan deze stagedoelen beoordelingscriteria gekoppeld, die de mentor en de opleider in de school gebruiken om een uitspraak te doen over de kwaliteit van de activiteiten van de student. Om een goede ontwikkeling en een goed eindniveau als startbekwaam leerkracht te kunnen waarborgen, is er aan het eind van jaar 1 een minimumniveau vereist. Dit minimumniveau geldt als een basis waarop kan worden voortgebouwd en is verwerkt in de beoordelingsformulieren jaar 1. Alle stagedoelen moeten dan zijn behaald. De doelen zijn in de competentiematrix als beginnend aangemerkt. De stagedoelen per blok zijn opgenomen in de bijlagen. De doelen zijn per jaar geformuleerd vanuit de onderstaande ontwikkelingslijn: Pabo HvA Voltijd en UPvA Voltijd Jaar 1 Einde van het eerste jaar kan de student onderwijs uitvoeren en lesovergangen verzorgen. Voltijd Jaar 2 De student zorgt voor een koppeling tussen leeractiviteiten en leerdoelen; hij geeft leiding vanuit overzicht en overwicht en houdt rekening met de individuele behoeftes van kinderen. De student werkt aan zijn visie op onderwijs. Einde eerste semester tweede jaar kan de student een heel dagdeel onderwijs verzorgen. Einde tweede semester kan de student een hele dag aaneengesloten onderwijs verzorgen. Voltijd Jaar 3 Eind eerste semester van het derde jaar kan de student twee hele dagen aaneengesloten onderwijs verzorgen, een vakoverstijgend project opzetten en uitvoeren, verspreid over meerdere dagdelen. Voltijd Jaar 4 Eind van semester 2 kan de student zelfstandig leerprocessen van de leerlingen in de groep regisseren, uitvoeren en evalueren, functioneren in team, communiceren met ouders conform de richtlijnen van de school. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 7

Pabo HvA Deeltijd Deeltijd Jaar 1, semester 1 De student verzorgt verschillende instructies en activiteiten aan de groep, waarbij het accent ligt op leiding geven aan de groep. Deeltijd Jaar 1, semester 2 De student zorgt voor een koppeling tussen leeractiviteiten en leerdoelen; hij geeft leiding vanuit overzicht en overwicht en houdt rekening met de individuele behoeftes van kinderen. De student werkt aan zijn visie op onderwijs. Einde eerste jaar kan de student een hele dag aaneengesloten onderwijs verzorgen. Deeltijd Jaar 2, semester 1 Eind eerste semester van het tweede jaar kan de student twee hele dagen aaneengesloten onderwijs verzorgen, een vakoverstijgend project opzetten en uitvoeren, verspreid over meerdere dagdelen. Deeltijd Jaar 2 en 3, laatste semester Aan het eind van de studie kan de student zelfstandig leerprocessen van de leerlingen in de groep regisseren, uitvoeren en evalueren, functioneren in team, communiceren met ouders conform de richtlijnen van de school. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 8

3. Activiteiten tijdens de stage 3.1 Relatie stageactiviteiten met leerdoelen Per blok zijn leerdoelen voor de stage geformuleerd. Deze leerdoelen zijn opgenomen in deze Praktijkgids en hangen nauw samen met het thema van het blok, de inhoud van de lessen de vakonderdelen en voor Pabo HvA de beroepsopdracht en voor de UPvA het ULP-onderzoek. Aan het eind van ieder blok beoordeelt de opleider in de school / stagedocent in samenspraak met de mentor of de student de gestelde doelen heeft behaald. Zo houden alle betrokkenen (student, begeleider in de praktijk, begeleider op de opleiding) goed zicht op de vorderingen van de student en kan er tijdig actie worden ondernomen als er iets niet loopt zoals gepland. Pabo HvA Voor studenten van Pabo HvA staan de stagedoelen, de stageactiviteiten en de beoordelingscriteria beschreven in deze Praktijkgids. Per blok is een aantal stageactiviteiten beschreven die de student uit moet voeren om de doelen te kunnen behalen. De uitvoering is voorwaarde voor de praktijkbeoordeling. De student weet aan het begin van het blok wat er van hem wordt verwacht. De activiteiten die de student moet uitvoeren gelden uitsluitend als stageactiviteit wanneer deze vooraf zijn voorbereid en wanneer er evaluatie plaatsvindt over de kwaliteit en de opbrengst ervan. In een van de bijlagen bij deze Praktijkgids staan de verplichte stageactiviteiten per blok weergegeven. UPvA In de stage oefenen de studenten hun leerkrachtvaardigheden. Studenten moeten hiervoor in elk semester minimaal 15 voorbereide activiteiten uitvoeren. De inspiratie en suggesties voor de activiteiten komen uit de vakken op de opleiding, de thematiek op de stageschool, leervragen van de student en uit de interactie met de mentor. De meeste activiteiten voor de stage die door de opleiding zijn beschreven hebben een facultatief karakter. Als het verplichte opdrachten betreft, omdat ze onderdeel zijn van de toetsing, dan staat dat in de studiegids beschreven. Aan de ULP onderzoeksvaardigheden zijn verschillende activiteiten verbonden die moeten worden uitgevoerd op de stageschool. Dit betreft bijvoorbeeld het interviewen van kinderen, het uitvoeren van een rekenles of OOL activiteit tot het bekijken van het leerlingvolgsysteem. Van de studenten wordt verwacht dat ze elke stagedag actief zijn met les- en begeleidingsactiviteiten en andere schoolactiviteiten. 3.2 Stagedagen De stage is per opleiding en per jaar vastgesteld op stagedagen en stageweken. Studenten Pabo HvA voltijd 1 e, 2 e en 3 e jaar De eerstejaars studenten gaan één dag (dinsdag) per week naar de stage, en per blok één hele week. De tweedejaars studenten gaan één dag per week (dinsdag) naar de stage, en per blok één hele week. De derdejaars studenten gaan in het eerste semester twee dagen per week (maandag en dinsdag) naar de stage, en per blok één hele week. In het tweede semester volgen zij onderwijs in het kader van de minor. Indien de student een pabominor is er altijd sprake van stage in het basisonderwijs. Per blok 1 van 10 weken zijn er twee toetsweken, nl. week 9 en 10. In deze toetsweken wordt er geen stage gelopen. 1 Pabo HvA werkt met blokken van 10 weken. De systematiek is als volgt: Ieder schooljaar heeft 2 semesters. Per semester zijn er 2 blokken van 10 weken. Totaal op jaarbasis dus 4 blokken van 10 weken. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 9

Studenten Pabo HvA deeltijd 1 e en 2 e jaar De eerstejaars studenten lopen één dag per week stage (bij voorkeur de dinsdag). De tweedejaars en derdejaars studenten lopen twee dagen per week stage (bij voorkeur de maandag en de dinsdag). In de deeltijd zijn er geen stageweken. Per blok van 10 weken zijn er twee toetsweken, nl. week 9 en 10. In deze toetsweken wordt er geen stage gelopen. Studenten UPvA 1e, 2e, 3e jaar De eerstejaars studenten lopen 1 dag (dinsdag) per week stage, en in semester 1 één stageweek van 4 dagen. De tweedejaars studenten lopen 1 dag (dinsdag) per week stage en in semester 1 één stageweek van 4 dagen. De derdejaars studenten gaan één dag (dinsdag) per week naar de stage en een stageweek van 4 dagen in semester 1. In semester 2 lopen de derdejaars studenten een keuzestage. Ze lopen dan 15 dagen stage, afhankelijk van hun stageplaats gespreid of geclusterd. N.B. Voor de UPvA studenten kunnen minder stageweken gepland worden, omdat zij colleges volgen voor reguliere UvA vakken. Deze colleges kunnen niet anders geroosterd worden. 3.3 Stagemap De stagemap is een map (al of niet digitaal) waarin de student op ordelijke, systematische en (voor derden) toegankelijke wijze alles archiveert dat belangrijk is voor zijn ontwikkeling in de stage. De stagemap bevat ten minste: een algemeen gedeelte; gegevens van de school en klas, eigen gegevens, gegevens van kinderen, afspraken/ gewoontes in de klas en persoonlijke aantekeningen; de planning per semester (waarin onder andere de verplicht uit te voeren stageactiviteiten zijn opgenomen); het schema van werkzaamheden (urenoverzicht) waarop wordt bijgehouden op welke dagen de student aanwezig is geweest op de stageschool en wat de student heeft gedaan; de door de student gemaakte schriftelijke voorbereidingen van lesactiviteiten. Studenten maken bij hun activiteiten/lesvoorbereidingen gebruik van het daartoe door de opleiding verstrekte voorbereidingsmodel (zie bijlage bij deze Praktijkgids en/of intranet); observaties van kinderen en van het handelen van de mentor; eigen evaluaties; feedback en beoordelingen van de mentor en de opleider in de school /stagedocent; de ondertekende gedragscode. Voorop staat dat de student zich begeleidbaar opstelt; dat wil zeggen dat hij vooraf voorbereidingen communiceert met de mentor en/of de opleider in de school en zich open stelt voor feedback en advies. De student voert tijdens de stage alle stageactiviteiten uit en zorgt ervoor dat de stagemap geordend en geactualiseerd is. De student heeft op de stagedagen de stagemap steeds bij zich en deze moet dan altijd in te zien zijn voor de praktijkbegeleiders. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 10

3.4 Lesvoorbereidingsformulier Een goede voorbereiding is het halve werk. Dat geldt ook voor lesgeven. Onder meer door een goede voorbereiding verwerft de student het vakmanschap van lesgeven. De opleiding verwacht dat studenten vooraf met hun mentor overleggen wat er voorbereid wordt, wanneer feedback op de voorbereiding plaatsvindt en wanneer feedback op de uitgevoerde activiteit gegeven kan worden. Student wordt gevraagd zichzelf op te nemen op video, zodat gereflecteerd kan worden op de uitgevoerde activiteit naar aanleiding van de beelden. De student leert in het begin van het eerste jaar een les voor te bereiden aan de hand van een lesvoorbereidingsformulier. In het begin van het jaar wordt hiermee een start gemaakt, gaandeweg het jaar wordt het ingeoefend en steeds verder uitgebreid. Er is een apart lesvoorbereidingsformulier voor HvA en UPvA studenten. Deze formulieren zijn te vinden op extranet. 3.5 Gedragscode De studenten van Pabo HvA en UPvA tekenen in het eerste jaar op de opleiding een gedragscode voor hun stage. Zij bewaren deze in hun stagemap. Een kopie wordt gearchiveerd op het stagebureau. In de gedragscode wordt omschreven wat er van een student wordt verwacht tijdens de stage. Door deze gedragscode te ondertekenen conformeert de student zich hieraan. De gedragscode zit in een van de bijlagen bij deze praktijkgids en is digitaal beschikbaar op extranet. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 11

4. Stageplaatsing, opleidingsscholen en stagescholen De studenten van Pabo HvA en UPvA lopen stage op een opleidingsschool. Bij de HvA zijn dit soms ook stagescholen. De opleidingsscholen zijn in Amsterdam en omgeving gevestigd. Als een student van Pabo HvA in zijn eerste jaar (nog) niet op een opleidingsschool geplaatst kan worden, gebeurt dat in ieder geval in het tweede en derde jaar van de opleiding. Zo kan hij ervaring op doen met het lesgeven in de grootstedelijke context. Voor de UPvA geldt dat alle studenten stage lopen op een opleidingsschool. Om een optimale aansluiting tussen het onderwijsaanbod op de opleiding en het leren op de werkplek te bewerkstelligen, vraagt Pabo HvA aan de opleidingsscholen c.q. stagescholen de studenten te plaatsen in de bouwen zoals weergegeven in het schema in paragraaf 7.1 van deze Praktijkgids. Eisen aan mentoren, opleiders in school, instituutsopleiders en academische opleiders staan beschreven in de samenwerkingsovereenkomsten die zijn aangegaan met opleidingsscholen of stagescholen. Er is een aanbod van mentorentrainingen door de opleiding, al dan niet op maat of onder regie van de opleidingsscholen zelf. Pabo HvA en UPvA streven ernaar, en zullen op termijn als voorwaarde stellen, dat er een geschoolde mentor op de stageschool beschikbaar is voor de dagelijkse begeleiding van de student. Het stagebureau is verantwoordelijk voor het werven van stageplaatsen, het koppelen van studenten aan deze plaatsen en het informeren van alle betrokkenen. Het stagebureau van Pabo HvA is via e-mail te bereiken (stagepabo@hva.nl) en via telefoon (020-5995628 of 020-5995610). Het e-mailadres van UPvA is UPvA@uva.nl. De coördinator voltijd (Pabo HvA) en de stagecoördinator (UPvA) zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken betreffende de stage. Als er problemen zijn die niet door de mentor, opleider in school en/of stagedocent/ instituutsopleider/academische opleider kunnen worden opgelost, zijn deze coördinatoren degene die om advies of hulp kunnen worden gevraagd. Zie ook paragraaf 6.8. 4.1 Plaatsing en keuze Studenten HvA Voltijd jaar 1, 2 en 3 Studenten van jaar 1 worden aan het begin van het cursusjaar geplaatst door het stagebureau van Pabo HvA. Aan het eind van het cursusjaar kunnen de eerstejaars studenten hun voorkeur voor een opleidingsschool aangeven. De stage vindt per definitie plaats op een andere basisschool dan die waar de student in het eerste jaar is geplaatst. Studenten kunnen dan ook een voorkeur aangeven voor stage op een Montessori-, OGO- of Daltonschool. Vanaf jaar 2 blijven de studenten in principe anderhalf jaar op de opleidingsschool (gedurende het tweede jaar en het eerste semester van jaar 3) tenzij er goede redenen zijn om daarvan af te wijken. Aan het eind van het tweede jaar worden studenten voorgelicht over de mogelijkheid een minor te volgen, waarmee zij bijvoorbeeld kunnen kiezen zich te specialiseren in een specifieke onderwijskundige richting (Montessori, Ogo, Dalton) en daarvoor een certificaat of diploma te behalen. Indien de student aan het einde van het tweede jaar alsnog de keuze maakt voor een specifieke onderwijskundige richting kan hij wisselen van stageschool. Een verzoek tot wijziging van de stageplek wordt door de student bij de coördinerend opleider van de opleidingsschool ingediend met een cc. aan de eigen kerndocent en de instituutsopleider. Studenten HvA Deeltijd jaar 1, 2 en 3 Studenten worden zo veel mogelijk geplaatst op een opleidingsschool. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 12

Studenten UPvA Studenten van de UPvA worden geplaatst op een opleidingsschool. Plaatsing vindt plaats door de stagecoördinator van de UPvA, te bereiken via UPvA@uva.nl De UPvA-studenten krijgen zowel ULP leerkrachtvaardigheden als ULP onderzoeksvaardigheden op de opleidingsschool. Studenten van jaar 1 worden geplaatst door het stagebureau en stagecoördinator UPvA. Studenten van jaar 2 kunnen hun voorkeur voor een opleidingsschool aangeven, voor het eind van het eerste resp. tweede studiejaar. De stage vindt per definitie plaats op een andere basisschool dan die waar de student in het eerste jaar is geplaatst. Studenten kunnen dan ook een voorkeur aangeven voor stage op een Montessori-, OGO- of Daltonschool. De stagecoördinator probeert rekening te houden met alle voorkeuren maar kan niet garanderen dat dit lukt. Vanaf jaar 2 blijven de studenten in principe anderhalf jaar bij een opleidingsschool (gedurende het tweede jaar en het eerste semester van jaar 3) tenzij er goede redenen zijn om daarvan af te wijken. Indien de student aan het einde van het tweede jaar alsnog de keuze maakt voor een specifieke onderwijskundige richting kan hij wisselen van stageschool. Verzoeken tot wijziging van de stageplek worden door de student bij de stagecoördinator UPvA ingediend. Aan het einde van het derde jaar solliciteren de studenten op een LIO-plek. 4.2 Stageplaats op een opleidingsschool Kenmerken van een opleidingsschool zijn: - Opleiden in de school is een onderdeel van het personeelsbeleid van de school/ het schoolbestuur. - Het inductietraject voor startende leerkrachten is onderdeel van dit beleid en is er functioneel mee verbonden. - Het traject Opleiden in de school wordt aangestuurd door een betrokkene van het schoolbestuur, vertegenwoordiging van directie, vertegenwoordiging van opleiders in de school, betrokken stuurgroep. - Onderdeel van de aansturing is regelmatige wederzijdse terugkoppeling en feedback zodat er sprake is van wederzijdse verantwoordelijkheid. - Er zijn voldoende mentoren beschikbaar die in hun professionaliseringstraject een meerjarige planning hebben opgenomen wat betreft deelname aan en afronden van de mentortrainingen die worden aangeboden door de HvA. - Er is een opleider in de school aanwezig die in zijn professionaliseringstraject de mentorentrainingen heeft afgerond, aangevuld door een opleiding op het gebied van coaching (kan ook worden verzorgd door HvA- UPvA). - Opleiders in de school zijn betrokken bij schoolontwikkeling. Stage op een opleidingsschool, specifiek voor de UPvA - De academische opleiders van de UPvA hebben een academische achtergrond en participeren op de UPvA in een intensieve overlegstructuur, die gelijk staat aan scholing op het gebied van vraagarticulatie en onderzoeksvaardigheden. - De academische opleiders verzorgen bijeenkomsten over leerkrachtvaardigheden aan studenten van hun bestuur. - Scholen die samenwerken met de UPvA nemen deel aan workshops rondom vraagarticulatie en onderzoeksvragen in de eigen school / het eigen schoolbestuur. - Instituutsopleiders van de UPvA participeren in schoolplatforms waar onderzoeksvragen worden uitgewerkt. Daar hebben ze een structurele input in uitwerking via vierdejaars UPvA onderzoek en met eigen expertise. Rol en taken van de instituutsopleider zijn per schoolbestuur vastgelegd in het samenwerkingsconvenant, waarin de rol en de taken van de school en de opleiding zijn vastgelegd in de vorm van gezamenlijke afspraken. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 13

4.3 Stageplaats op een stageschool (alleen Pabo HvA) Individuele scholen, stagescholen die niet zijn aangesloten bij een opleidingsschool, kunnen één of meerdere stageplaatsen aanbieden. De student wordt begeleid door een mentor. Een docent van Pabo HvA (stagedocent) legt per student twee lesbezoeken per semester af. De stagedocent en de mentor spreken elkaar over de begeleiding en het functioneren van de student tijdens de lesbezoeken van de stagedocent. Het is het streven dat alle mentoren een mentorentraining, aangeboden door de HvA, hebben gevolgd met het oog op de stagebeleiding. De stagedocenten op de HvA hebben gezamenlijk overleg over begeleiding en beoordeling. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 14

5. Taak- en rolverdeling begeleiding in de praktijk 5.1 Op opleidingsscholen HvA en UPvA Eerste-, tweede- en derdejaars studenten ontvangen op de opleiding begeleiding bij de activiteiten en ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden en beroepsvaardigheden. De student wordt op Pabo HvA wekelijks begeleid door de kerndocent bij het uitvoeren van de beroepsopdracht. Op de UPvA wordt de student door de instituutsopleider begeleid met de ULP onderzoeksvaardigheden. Daarnaast vindt er begeleiding plaats op het gebied van studievoortgang en de professionele ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs. Deze begeleiding wordt op Pabo HvA eveneens uitgevoerd door de kerndocent, en wel in de rol van studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Op de UPvA wordt deze begeleiding gedaan door de academische opleider. Pabo HvA De kerndocent is indien mogelijk tevens instituutsopleider op een opleidingsschool. Het zal niet mogelijk zijn om studenten en kerndocenten op de opleidingsschool helemaal passend te matchen, maar er is een aantal uitgangspunten geformuleerd dat dit zo veel mogelijk moet borgen: De instituutsopleider is tevens kerndocent; de studenten van een opleidingsschool worden begeleid door een klein groepje kerndocenten; één van de kerndocenten heeft een coördinerende rol. UPvA De academische opleider vertegenwoordigt op de UPvA de rol als kerndocent. Hij verzorgt bijeenkomsten over de leerkrachtvaardigheden en begeleidt de studenten op het gebied van professionele ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs. De academische opleider begeleidt een groep studenten die onder zijn bestuur vallen. De verbinding tussen de opleiding en de praktijk wordt op deze manier optimaal gemaakt. De taak- en rolverdeling bij de praktijkbegeleiding ziet er als volgt uit: Wanneer de taken en rollen afwijkend zijn op de UPvA, is cursief aangegeven hoe deze taken en rollen er uit zien. Taken en rollen Mentor Opleider in de school (Academische) Instituutsopleider Begeleiding student Activiteitenplanning met student doornemen. Begeleiding en feedback op (voorbereiding van) lessen, aan de hand van doelen per blok. Lesbezoek per blok + nagesprek (totaal 4 per jaar) Periodiek studenten doorspreken met instituutsopleider / academische opleider in school. Eerste aanspreekpunt voor student bij vragen en/of calamiteiten op het gebied van praktijk / stage. Professionalisering / Kwaliteitsbewaking Inhoudelijke ontwikkeling op opleidingsschool Studenten begeleiden bij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden. Scholen begeleiden bij vraagarticulatie. Kerndocent (Academische) opleider in school: (A)OiS Overbruggen theorie / praktijk en v.v. Geeft werkcolleges, practica en legt verbindingen met beroepsopdracht. Startgesprek aan de hand van de competentiematrix. Begeleiden studenten met het ontwikkelen van hun portfolio. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 15

Beoordeling student Gebruik competentiematrix Stageactiviteitenlijst Formuleren schoolgebonden leertaken (HvA) Begeleiden schoolgebonden leertaken (HvA) Beoordelen schoolgebonden leertaken (HvA) Communicatie studenten opleidingsschool Communicatie Pabo/UPvA Begeleiding beroepsopdracht (HvA) Begeleiding onderzoek (UPvA) Schriftelijke adviesbeoordeling eind blok 1 en 3. Schriftelijke adviesbeoordeling eind blok 2 en 4 aan de opleider in de school a.d.h.v. matrix. Bespreken qua inhoud en planning. Controleren en aftekenen. Ja Op de stageplek Blok 1 en 3: Beoordelen en studiepunten doorgeven aan instituutsopleider/acade mische opleider in school. Blok 2 en 4: Beoordelen en studiepunten doorgeven aan instituutsopleider/acade mische opleider in school. In nagesprekken volgend op lesbezoeken: koppelen performance student aan competentiematrix Controleren en aftekenen indien akkoord Formuleren voor blok 2 en 4, samen met instituutsopleider Begeleiden (indien van toepassing) Adviesbeoordeling Samen met / in afstemming met instituutsopleider / kerndocent / (academische) opleider in school. De coördinerend opleider neemt deel aan overleg coördinerend opleiders. Ja Op de stageplek Opleider in de school: nee Invoeren resultaten praktijk in SIS Koppelt informatie uit de SLB terug naar opleider in de school en omgekeerd. Contactfunctie / gezicht vd opleiding Beschikbaar voor advies voor opleider in de school. Periodiek studenten doorspreken met opleider in de school. Beoordelen onderzoeksproducten van studenten. Bewaken kwaliteit. Formuleren blok 2 en 4, samen met opleider in de school. Begeleiden Samen met / in afstemming met coördinerend opleider. Eerste aanspreekpunt voor opleidingsschool / stageschool bij vragen en/of calamiteiten op het gebied van praktijk / stage. De instituutsopleider communiceert op de UPvA niet over de praktijk. Coördineert alle info over opleiden in de school aan studenten. De stagecoördinator verzorgt samen met de (A)OiS de communicatie naar studenten. Ja Op de stageplek Begeleiding op de UPvA m.b.t. de onderzoeksvaardigheden Beoordelen Portfolio. Refereert aan matrix, legt begrippen uit, indien relevant. Beoordelen kwaliteit van resultaat student blok 2 en 4 Eindbeoordeling Indien noodzakelijk contact met opleider in de school. Eerste aanspreekpunt voor opleidingsschool / stageschool bij vragen en/of calamiteiten op het gebied van praktijk / stage. De stagecoördinator verzorgt samen met de (A)OiS de communicatie naar studenten. Ja Op de pabo Schakel tussen de praktijk en het onderzoek van studenten. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 16

5.2 Op stagescholen (= niet opleidingsschool, alleen Pabo HvA) Op de stageschool wordt de begeleiding en de beoordeling van de student door de mentor en de stagedocent van de opleiding uitgevoerd. Daarmee behoren de taken die op een opleidingsschool verdeeld zijn over instituutsopleider en opleider in de school (zie schema paragraaf 5.1) op een stageschool volledig tot het takenpakket van de stagedocent. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 17

6. Begeleiding en beoordeling praktijk Pabo HvA en UPvA 2 6.1 Begeleiding De student wordt in de stage begeleid door: De mentor (de leerkracht op de stageschool) De opleider in de school / stagedocent (Pabo HvA) / academische opleider in de school (UPvA) De mentor De mentor geeft praktijkbegeleiding in de vorm van voorbeeldlessen/activiteiten, adviezen, tips en suggesties. De mentor op de school is verantwoordelijk voor de begeleiding van de student en voor de adviesbeoordeling van de student op de werkplek. De mentor geeft aan het eind van ieder blok een advies stagebeoordeling met behulp van het beoordelingsformulier van de opleiding. De mentor bespreekt de adviesbeoordeling met de student en deze neemt zo nodig aspecten op bij de actiepunten voor het volgende blok. De opleider in de school / stagedocent (Pabo HvA) De opleider in de school / stagedocent bezoekt de student ieder blok, dus twee keer per semester. Totaal vier maal per jaar. De opleider in de school / stagedocent geeft schriftelijke feedback. De opleider in de school is tevens de examinator en geeft het uiteindelijke oordeel over de stage, mede op basis van de schriftelijke adviesbeoordeling van de mentor. De beoordelingsformulieren zijn te vinden op het extranet van Pabo HvA. In het evaluatiegesprek na het lesbezoek brengt de opleider in de school / stagedocent bij de student een proces op gang: terugkijken, analyseren, leervragen formuleren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de competentiematrix. Op basis van dit gesprek stelt de student leer- en actiepunten op voor het volgende blok. Opleiden in de school Op een opleidingsschool werkt de student ook samen met een opleider in de school. De opleider in de school heeft een sleutelrol. Hij begeleidt de student, evenals de mentor. De opleider in de school is degene die uiteindelijk het leren in de praktijk beoordeelt. De mentor, de groepsleerkracht van de klas waar de student stage loopt, is de vaste begeleider. Zowel de mentor als de opleider in de school heeft een training op het gebied van begeleiden en coachen gevolgd. Ze zijn vertrouwd met het concept Opleiden in de School en hebben ervaring met het begeleiden van pabostudenten. Verder heeft de student die stage loopt op een opleidingsschool, een instituutsopleider HvA of academische opleider UPvA. De instituutsopleider/academische opleider is de contactpersoon vanuit de opleiding met de opleidingsschool en vice versa. Als de opleidingsschool problemen ervaart in de stage(s), dan is de instituutsopleider/academische opleider voor hen het eerste aanspreekpunt. Als de student problemen ervaart op de stage, dan is na de mentor de opleider in de school het eerste aanspreekpunt en als het dan nog niet kan worden opgelost, de instituutsopleider/academische opleider. De student wordt in totaal begeleid door drie personen: de opleider in de school, de mentor (beiden medewerkers van de opleidingsschool) en de kerndocent (van de HvA) / academische opleider (UPvA). De opleider in de school is met de mentor verantwoordelijk voor het leren in de praktijk (de stage), de kerndocent/academische opleider voor de studieloopbaanbegeleiding. Op de HvA is de kerndocent ook verantwoordelijk voor de begeleiding van de beroepsopdracht. Op de HvA valt de kerndocent zo veel mogelijk samen met de instituutsopleider, maar dat zal praktisch gezien niet altijd mogelijk zijn. De instituutsopleider vanuit de UPvA begeleidt de studenten op de onderzoeksvaardigheden. 2 Alle beoordelingsformulieren van Pabo HvA en UPvA staan op extranet, te bereiken via deze link: www.hva.nl/pabo-stage Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 18

6.2 Beoordelingsprocedure De beoordeling van de stage vindt plaats op vier momenten in het jaar. De examenvorm is een beoordeling op basis van het beoordelingsformulier. De beoordelingsprocedure op een opleidingsschool verschilt enigszins van die op een gewone stageschool. Op een opleidingsschool is de opleider in de school de examinator, dat wil zeggen degene die het cijfer geeft en de studiepunten voor de praktijk toekent. Op gewone stagescholen (alleen Pabo HvA) gebeurt dit door de stagedocent. Na elk blok geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te vullen met onvoldoende, voldoende, goed of excellent. Op de UPvA vult ook de student het beoordelingsformulier in als zelfevaluatie. De mentor stuurt de adviesbeoordeling (en de zelfevaluatie bij UPvA-studenten) naar de opleider in school. De opleider in school geeft het uiteindelijke cijfer op het beoordelingsformulier. De opleider in de school / stagedocent komt op basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is toegelicht), het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met de student tot een beoordeling, vult het beoordelingsformulier in en geeft een cijfer. De opleider in de school / stagedocent stuurt het ondertekende formulier naar de instituutsopleider (HvA) / academische opleider (UPvA). De HvA maakt een scan van het formulier en mailt die naar de student. De student neemt de zelfevaluatie (alleen UPvA-student), de adviesbeoordeling van de mentor en de eindbeoordeling van de opleider in de school / stagedocent op in het portfolio. Het stagebureau archiveert de beoordelingsformulieren. De instituutsopleider/de stagedocent/stagecoördinator verwerkt de resultaten in SIS (cijferadministratie). Uit de beoordelingsprocedure blijkt dat de stagementor en de opleider / stagedocent in school beiden het functioneren van de student beoordelen, maar de opleider in school /stagedocent is de examinator en dus eindverantwoordelijk voor de inhoudelijke beoordeling. De instituutsopleider/stagedocent of stagecoördinator (UPvA) is verantwoordelijk voor het invoeren van de beoordelingen in de resultatenadministratie. Ook een negatieve beoordeling (een onvoldoende) moet worden ingevoerd. Afronding praktijk UPvA Op de UPvA krijgen de studenten twee keer per jaar punten voor de praktijk toegekend. Aan het einde van semester 1 en 2 worden deze punten ingevoerd. De student wordt twee keer per semester bezocht door een (academische) opleider in school. Na elk blok van ongeveer tien weken geeft de opleider een beoordeling (cijfer) op basis van adviesbeoordeling mentor, zelfevaluatie student, het eigen klassenbezoek en het daarop aansluitende gesprek een cijfer. Het gemiddelde cijfer van de beide bezoeken vormt het uiteindelijke cijfer van de praktijk dat aan het eind van het semester wordt toegekend. Beide bezoeken van de opleider in school moeten met een voldoende (5,5) afgerond worden om de praktijk aan het eind van een semester met een voldoende af te kunnen ronden. Wanneer een bezoek met een onvoldoende wordt beoordeeld, zijn er verschillende routes mogelijk. Deze staan beschreven in paragraaf 6.5 Onvoldoende praktijkbeoordeling. Bij een onvoldoende beoordeling (van een blok van ongeveer tien weken) vult de student samen met de opleider in de school een overeenkomst stageverlenging in. De opleider in school beslist samen met de mentor welke van de drie routes het beste bij de ontwikkeling van de student past. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 19

6.3 Beoordelingscriteria Per blok staat beschreven welke aspecten in de stage moeten worden geoefend en welke leerdoelen moeten worden behaald. Enerzijds geven deze doelen richting, anderzijds zijn ze zodanig geformuleerd dat er voldoende ruimte blijft bestaan voor de student om de activiteiten aan te passen aan de specifieke situatie op de (opleidings)school en/of om eigen accenten te leggen. De leerdoelen zijn ieder op zich geconcretiseerd naar beoordelingscriteria. Op het beoordelingsformulier zijn bij elk beoordelingscriterium voorbeelden van concreet waarneembaar gedrag opgenomen. Deze zijn bedoeld om aan te geven welk type gedrag zichtbaar moet zijn in de praktijk van het lesgeven. Extra toelichting beoordeling blok 1 In blok 1 begint de student, in verband met de start van het cursusjaar, later met de stage. Dat betekent dat er aan het eind van het blok een beoordeling gegeven moet worden over een korte periode en bovendien nog in de beginfase van het cursusjaar / de studie. Daarmee is rekening gehouden in de beoordelingscriteria. De beoordelingscriteria voor blok 1 zijn zeer concreet, SMART 3 geformuleerd en zijn met name gericht op een goede start en een goede basishouding als stagiair(e). Voor een student in het eerste jaar wordt een oordeel gevraagd of de student goed van start is gegaan, afspraken nakomt, belangstelling toont voor de kinderen en voor het vak leerkracht basisonderwijs en of hij de eerste onderwijsactiviteiten op voldoende niveau uitvoert. 6.4 Afronden praktijkbeoordeling De instituutsopleider/de stagedocent en stagecoördinator verwerken de resultaten in SIS (de cijferadministratie). De student neemt alle stagebeoordelingen in pdf-vorm op in het portfolio. Op de UPvA verzamelt de student videofragmenten, de competentiematrix en gespreksverslagen in het portfolio. Tweemaal per jaar voert de kerndocent (HvA) en de academische opleider (UPvA) een reflectiegesprek met de student over zijn ontwikkeling tot leerkracht. Het portfolio en de competentiematrix fungeren daarbij als reflectieinstrumenten. 6.5 Onvoldoende praktijkbeoordeling Bij een onvoldoende beoordeling moet de student via een herkansing alsnog de leerdoelen voor het betreffende blok zien te behalen. Er zijn drie mogelijkheden tot herkansing, afhankelijk van de ernst van de onvoldoende. Let op: in alle gevallen is er sprake van een formele herkansing en moet er een overeenkomst stageverlenging worden ingevuld. Hierin wordt aangegeven om welke vorm van herkansing het gaat. Een overeenkomst stageverlenging is te vinden op het extranet. De student en de opleider in de school / stagedocent vullen samen de overeenkomst in en geven een kopie aan het stagebureau (HvA). De overeenkomst wordt gearchiveerd in het studentdossier. 1. Een inhoudelijke herkansing in het volgende blok, zonder extra stagedagen: De student voldoet in het volgende blok alsnog aan de eisen. In dit geval maakt de student in overleg met de mentor en opleider in de school / stagedocent concrete afspraken die worden vastgelegd in de planning voor het nieuwe blok. Aan het eind van het blok beoordeelt de opleider in de school / stagedocent dan dus twee blokken: het blok dat wordt herkanst en het dan geldende blok. De opleider in de school / stagedocent vult in dat geval twee afzonderlijke beoordelingsformulieren in. Deze vorm van herkansing kan worden gecombineerd met herkansingsvorm 2. Let op: deze vorm van herkansing kan niet worden toegekend als het Praktijk VT 1.4 betreft. 3 Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 20

2. Extra stagedagen: De student heeft meer tijd in de vorm van extra stagedagen nodig om alsnog aan de eisen voor het betreffende blok te voldoen. De student moet in dat geval 4 8 dagen extra stage lopen. De opleider in de school / stagedocent bepaalt het precieze aantal dagen. Concrete afspraken worden vastgelegd en opgenomen in de planning voor het volgende blok onder het kopje herkansing blok x. De student zorgt ervoor dat opleider in de school / stagedocent, de instituutsopleider / academische opleider en de mentor een kopie ontvangen van de herkansingsafspraken. Na afronding van de extra stagedagen beoordeelt de opleider in de school / stagedocent het blok dat is herkanst. Deze vorm van herkansing hoeft niet per se tot studievertraging te leiden. 3. Opnieuw volgen van het gehele stageblok: De student heeft een dusdanige achterstand / stilstand in de ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs dat hij een extra stageperiode (afhankelijk van het blok 9 tot 14 dagen) nodig heeft om alsnog aan de eisen van het betreffende blok te kunnen voldoen. In dit geval vindt er een gesprek plaats tussen de student, de opleider in de school / stagedocent en de instituutsopleider HvA of de academische opleider UPvA. Na afronding van de extra stageperiode beoordeelt de opleider in de school / stagedocent het blok dat is herkanst. Deze vorm van herkansing leidt tot studievertraging. 6.6 Stagedossier Van elke student wordt op het stagebureau een stagedossier bijgehouden. In dit dossier worden de volgende formulieren opgenomen: - de stagebeoordelingsformulieren; - de herkansingafspraken en overeenkomsten stageverlenging (indien van toepassing); - overige correspondentie over de stage. De stagedossiers zijn alleen toegankelijk voor medewerkers van de HvA en UPvA, voor zover dit voor de uitoefening van hun functie noodzakelijk is. Het is de medewerkers van de HvA en UPvA niet toegestaan om gegevens uit de stagedossiers aan onbevoegden te geven en de beheerder van de stagedossiers draagt er zorg voor dat onbevoegden niet de gelegenheid krijgen van de inhoud van de dossiers kennis te nemen. De student heeft recht op inzage in het eigen dossier en kan documenten opvragen. Hiervoor moet een afspraak worden gemaakt met het stagebureau. 6.7 Wat te doen bij problemen? De student heeft een probleem met de stage Bij stage op een opleidingsschool: Er is een probleem: Bespreken met stagementor of opleider in school. Het probleem is niet opgelost: Bespreken met de instituutsopleider/academische opleider van de opleidingsschool. De instituutsopleider/academische opleider bespreekt de klacht te allen tijde met de coördinerend opleider. Er is nog steeds geen oplossing: Bespreken met de coördinator (Pabo HvA) van voltijd 4 of deeltijd 5 of (stage)coördinator UPvA 6. De (stage)coördinator bespreekt de klacht te allen tijde met de instituutsopleider/academische opleider. 4 Coördinator Voltijd: René Onclin, r.onclin@hva.nl tel. 06 2115 5644. 5 Coördinator Deeltijd: Welmoet Damsma, w.l.damsma@hva.nl tel. 06 2115 5373. 6 Stagecoördinator UPvA: Mieke Roos, m.roos2@uva.nl tel. 020 525 4145. Praktijkgids Pabo HvA en UPvA 2014-2015 DEFINITIEVE VERSIE pagina 21