*Z073B5B20C6* Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van het bouwen van het wijzigen van het bouwvlak op het perceel Oudelandsedijk 4b te Dirksland Initiatiefnemer: Franzen Landbouw Oudelandsedijk 4b 3247 LJ Dirksland Opgemaakt: 12 oktober 2016 S. Koppenaal Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 1
1. INLEIDING 3 2. BESCHRIJVING VAN HET PROJECT... 5 2.1. Ligging en beschrijving van het project. 5 3. GEMEENTELIJK BELEID. 6 3.1. Planologische situatie.. 6 4. BELEIDSKADERS.. 7 4.1 Rijksbeleid 7 4.2 Provinciaal beleid... 7 4.3 Gemeentelijk beleid 7 5. INTEGRALE AFWEGING. 9 5.1 Stedenbouwkundige randvoorwaarden... 9 5.2 Beeldkwaliteit.. 9 5.3 Ontwikkelingsplanologie. 9 5.4 Archeologie. 9 6. MILIEUASPECTEN 10 6.1 Natuurbeschermingswet..10 6.2 Waterhuishouding. 10 6.3 Geluid 10 6.4 Externe Veiligheid. 10 6.5 Bodem.. 10 7. BELANGEN VAN DERDEN... 11 7.1 Bedrijven van derden.. 11 7.2 Belangen van derden.. 11 8. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID... 12 8.1 Planschade analyse. 12 8.2 planschade overeenkomst. 12 9. PROCEDURE, OVERLEG EN PLANSTUKKEN. 13 9.1 Procedure 13 9.2 Planstukken 13 10. Conclusie 14 Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 2
1. Inleiding De voorliggende onderbouwing is opgesteld in verband met gewenste en noodzakelijke uitbreiding van het landbouwbedrijf. Het bedrijf heeft op dit moment 3 loodsen, een oude schuur en een kantoorpand binnen het bouwvlak. De oude schuur wordt gesloopt en de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen wordt daarna verdubbeld. Het vergroten van de ruimte is nodig omdat het aantal te bebouwen ha. akkerland is toegenomen en daarbij ook de verwerking. De schaalvergroting van het akkerland komt door dat door het bedrijf agrarische bedrijven worden opgekocht waarvan geen opvolgers zijn of geen mogelijkheden meer hebben om te investeren. De hieruit vrijkomende bebouwing wordt veelal ingezet voor Ruimte-Voor-Ruimte-woningen. Het vergroten van de bebouwing is eveneens nodig in verband met hygiëne. Ingevolge strenge milieueisen, moet het gehele proces, van lossen tot inpakken van de agrarische producten plaatsvinden in één ruimte. Daarnaast mag er geen vermenging plaats vinden. Wat inhoudt dat per bedrijfshal één product mag worden opgeslagen en verwerkt. De totale oppervlakte van de bedrijfsgebouwen zal bedraagt na uitbreiding 14.968 m² bedragen, ofwel afgerond 1,5 ha. Voor het overige bevind zich op het perceel nog een kantoorpand en bedrijfswoning. Van toepassing is het bestemmingsplan Buitengebied Dirksland In dit bestemmingsplan dienen gebouwen te worden gebouwd binnen het bouwvlak. Voorts mag een bouwvlak niet groter zijn dan 2 ha. Op de locatie waar twee van de drie loodsen gepland zijn is geen bouwvlak aanwezig. Het bouwvlak heeft daarnaast wel voldoende oppervlak om de gewenste bebouwing toe te staan. Het bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland voorziet niet, zoals in andere bestemmingsplannen dat wel het geval is, dat met omgevingsvergunning de vorm van het bouwvlak kan worden gewijzigd. Om de beoogde bedrijfsuitbreiding toch mogelijk te maken, dient de vorm van het bouwvlak dan ook te worden aangepast. Om reden dat de binnen- en buitenplanse flexibiliteitsbepalingen geen mogelijkheid geeft om medewerking te verlenen, is een procedure noodzakelijk op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingswet artikel 2.12 lid 1 sub a 3. Deze ruimtelijke onderbouwing dient ter motivering van de aanvraag omgevingsvergunning. In deze ruimtelijke onderbouwing komen alle relevante aspecten aan de orde op basis waarvan beoordeeld kan worden of het initiatief voldoet aan de uitgangspunten van een goede ruimtelijke onderbouwing. Doel van deze ruimtelijke onderbouwing is derhalve het inzichtelijk maken van het voorliggende initiatief of dit op die locatie toelaatbaar en aanvaardbaar is. Ruimtelijke onderbouwing Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen en gevolgen van het betreffende project dient in de ruimtelijke onderbouwing aandacht besteed te worden aan de volgende aspecten: 1. Een beschrijving van het projectgebied; 2. De geldende planologische situatie; 3. De toetsing aan Rijks, Provinciaal en gemeentelijk/regionaal beleid; 4. Duurzame stedenbouw/duurzaam bouwen; 5. De ruimtelijke effecten van het project op de omgeving; 6. Een verantwoording van de economische uitvoerbaarheid; 7. Toetsing aan milieuregelgeving; 8. Flora en Fauna wet; 9. Archeologie; 10. Waterparagraaf. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 3
Afhankelijk van de aard en omvang van het project, de mate van ingrijpendheid, de actualiteit van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en de relevantie voor het ruimtelijk beleid van de andere overheden, zal de onderbouwing van de verschillende aspecten uitgebreid of minder uitgebreid zijn. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 4
2. Beschrijving van het project 2.1 Ligging en beschrijving van het project Het project wordt gerealiseerd op de locatie Oudelandsedijk 4b 3247 LJ te Dirksland, kadastraal bekend gemeente Dirksland sectie G nummers 920 en 921. Gegevens initiatiefnemer: Naam: Franzen Landbouw Adres: Oudelandsedijk 4 Postcode: 3247 LJ Woonplaats: Dirksland Telefoon: 0187-484840 Bestaande (wit) en (groen) nieuwe uitbreiding. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 5
3 Gemeentelijk Beleid 3.1 Planologische situatie Bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland De locatie is gelegen Oudelandsedijk 4b Dirksland. Het perceel is gelegen in polder De Oude Plaet. Dit betreft een aanwaspolder gelegen tussen de ringpolders van Dirksland, Middelharnis en Nieuwe-Tonge. Het betref een volledig agrarisch gebied met een vrij open akkerbouw en agrarische bedrijven. Het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland. Het perceel heeft in dit bestemmingsplan de bestemming Agrarisch. Deze gronden zijn bestemd voor agrarische bedrijven, waarbij gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde alleen worden opgericht binnen een bouwvlak. Om reden dat het bouwvlak voldoende ruimte biedt, maar op de locatie waar de beoogde nieuwbouw gewenst is geen bouwvlak is, is aanpassing van het bouwvlak noodzakelijk. Er is bereidheid om medewerking te verlenen aan het wijzigen van het bouwvlak. De binnen- en buitenplanse flexibiliteitsbepalingen bieden echter geen mogelijkheid. Om de beoogde uitbreiding toch mogelijk te maken dient op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning een uitgebreide procedure te worden gevolgd. Het college van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft medewerking toegezegd aan het realiseren van de gewenste uitbreiding. Het niet verlenen van medewerking leidt tot stagnatie in de groei van het bedrijf en garantie voor de werkgelegenheid van eigen personeel. Samengevat De gewenste ontwikkeling kan mogelijk gemaakt worden door het voeren van een procedure op grond van de Wabo. Middels deze procedure kan het bouwvlak van het perceel zodanig worden vervormd dat de beoogde nieuwbouw kan worden gerealiseerd binnen het bouwvlak. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 6
4 Beleidskaders 4.1 Rijksbeleid Nota Ruimte De nota ruime (2004) bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen: een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol zal spelen. Voor het buitengebied kiest het rijk voor een algemene kwaliteitsaanpak, gericht op ruimte voor dynamiek en ontwikkeling transformatie- en bescherming van waarden. om de verschillende ruimtebehoeften in het buitengebied te kunnen accommoderen zal zuinig omgegaan moeten worden met de beschikbare ruimte en zullen functies met elkaar gecombineerd moeten worden. De waarden op het gebied van landschap, natuur en cultuurhistorie zijn uitgangspunt bij de invulling van deze strategie. De nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkelingen waarin alle betrokkenen participeren. Het accent verschuift van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie. het realiseren van onderhavig initiatief past binnen geen beleid. 4.2 Provinciaal beleid 4.2.1.1 Verordening Ruimte Het perceel is gelegen buiten bestaand stads- en dorpsgebied. Het plan betreft het uitbreiding van bedrijf met drie loodsen. Op de gewenste locatie van 2 loodsen is geen bouwvlak gesitueerd. Ingevolge de verordening Ruimte paragraaf 2.3 artikel 2.3.1, is nieuwe agrarische bebouwing mogelijk als deze noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven. De groei van de omzet en daarbij het proces dat de landbouwproducten worden gelost, bewerkt en verwerkt in één ruimte geeft aan dat de beoogde uitbreiding voldoet aan de gestelde voorwaarde van de verordening Ruimte. 4.3 Gemeentelijk beleid 4.3.1 bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland Van toepassing is het bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland van de voormalige gemeente Dirksland, vastgesteld d.d. 27 juni 2013. In dit bestemmingsplan, heeft het perceel Oudelandsedijk 4b de bestemming Agrarisch. Ingevolge het bestemmingsplan artikel 3 lid 3.2 worden gebouwen en bouwwerken gebouwd binnen het bouwvlak. Het bouwvlak heeft afdoende oppervlak om de beoogde nieuwbouw op te situeren. Echter op de locatie van de beoogde uitbreiding is geen bouwvlak gesitueerd. Binnen de gemeente Goeree-Overflakkee voorzien enkele bestemmingsplan in de mogelijkheden om binnen de planregels van het bestemmingsplan met omgevingsvergunning de vorm van het bestemmingsplan te wijzigen. Het bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland voorziet niet in deze binnenplanse flexibiliteitsbepaling. Daarnaast voorzien de buitenplanse flexibiliteitsbepalingen van Bijlage II Besluit omgevingsrecht, ook niet in de mogelijkheid om medewerking te kunnen verlenen. Dit houdt in dat alleen medewerking kan worden verleend op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingswet artikel 2.12 lid 1 sub a 3. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 7
Bij herziening van alle bestemmingsplannen van het buitengebied zal harmonisering van regelgeving plaatsvinden. Dit houdt naar alle waarschijnlijkheid in dat ook voor dit plangebied bij omgevingsvergunning het bouwvlak kan worden vervormd. Dit is echter nu nog niet aan de orde. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 8
5 INTEGRALE AFWEGING 5.1 Stedenbouwkundige randvoorwaarden Bij onderhavig initiatief is sprake van het toevoegen van 3 nieuw landbouwloodsen. De nieuwe loodsen zijn gezien uitstraling, gevel aanzichten en materiaalgebruik identiek aan de bestaande loodsen. De afmetingen van de loodsen voor wat betreft oppervlakte gooten bouwhoogte is in overeenstemming met de planregels van het bestemmingsplan. In dit geval is dan ook het opstellen van stedenbouwkundige randvoorwaarden niet van toepassing. 5.2 beeldkwaliteit De beoogde loodsen hebben de identiek uitstraling als de bestaande loodsen. Voor dit beeld zijn de loodsen dan ook passend in het landschap. Het volume verdubbeld. Hiermee geven de bedrijfsgebouwen wel enigszins een impact in het open landschap. 5.3 Ontwikkelingsplanologie De beoogde ontwikkeling past niet binnen de binnen- en buitenplanse flexibiliteitsbepalingen van het bestemmingsplan. Deze ontwikkeling dient om die reden te worden gerealiseerd middels een ruimtelijke procedure op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a 3 van de Wabo. Onderhavige ruimtelijke onderbouwing dient dan ook ter motivering van deze procedure. 5.4 Archeologie Het beoogde plan heeft betrekking op uitbreiden van de bedrijfsgebouwen. Ingevolge het bestemmingsplan heeft het perceel een geen archeologische verwachtingswaarde. Een archeologisch onderzoek is dan ook niet nodig. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 9
6 MILIEUASPECTEN 6.1 Natuurbeschermingswet Het projectgebied is gelegen in een open polder onder de aan de Oudelandsedijk van Dirksland naar Nieuwe-Tonge. De ontwikkeling heeft geen gevolgen voor de flora en fauna in het gebied. Derhalve zijn er ook geen fysieke gevolgen voor de natuurbescherming. De voorgenomen ontwikkeling zal geen afbreuk doen aan de gunstige staat van instandhouding van aanwezige diersoorten. Voor wat betreft de fauna, de gronden zijn thans in gebruik als akkerbouwland. 6.2 Waterhuishouding Met de voorgenomen ontwikkeling, vind verharding plaats van het aanwezige oppervlak. Er is een toename van oppervlakte verharding. Hemelwaterafvoer kan worden geloosd in de sloot welke aan de voorzijde grenst aan het perceel. 6.3 Geluid De naastgelegen percelen bevinden zich op ruimte afstand. Deze afstanden variëren van ca. 315 m tot 706 m. Deze afstanden zijn afdoende om aan de normen te kunnen voldoen. 6.4 Externe veiligheid Het gebruik van de loodsen is bedoeld voor de opslag, verwerking en bewerking, van diverse landbouwproducten. Voor het productieproces worden geen stoffen gebruikt, waarvoor een veiligheidszone van toepassing is. 6.5 Bodem Het beoogde project betreft het bouwen van loodsen op voormalige agrarische gronden. Gelet hierop is een bodemverontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming niet aan de orde en is de bodem geschikt voor het voorgenomen gebruik. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 10
7 BELANGEN VAN DERDEN 7.1 Bedrijven van derden Door het vergroten van de bedrijfsactiviteiten zullen de verkeersbewegingen toenemen. Het betreft dan de aanvoer van de geoogste landbouwproducten, wat plaats vind over een periode van een aantal weken. Transporten van de verwerkte producten vinden het gehele jaar door plaats. De belangen van bedrijven zullen door het beoogde bouwplan niet worden geschaad. 7.2 Belangen van derden Door onderhavig initiatief worden vermoedelijk geen belangen van derden geschaad. In het kader van de te volgen procedure zullen de stukken ter inzage worden gelegd en zullen derden de mogelijkheid hebben om hun zienswijze in te dienen. deze zullen door de gemeente beoordeeld en in overleg met initiatiefnemer afgewogen worden. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 11
8 ECONMISCHE UITVOERBAARHEID 8.1 Planschade analyse Zoals uit deze onderbouwing blijkt, wordt geen conflict verwacht met andere partijen. Gezien de afstand tussen onderhavig en naast gelegen percelen, ligt het niet in de verwachting dat een verzoek om planschade zal worden ingediend. 8.2 planschade overeenkomst De mogelijkheid tot het indienen van een planschade door derden kan niet worden uitgesloten. Toch zal de gemeente veelal vragen om een planschade overeenkomst af te sluiten tussen gemeente en initiatiefnemer. Eventuele planschade komt als gevolg daarvan deels of geheel voor rekening van de aanvrager. Op grond van afdeling 6.1 Wro is een planschade-overeenkomst afgesloten. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 12
9 PROCEDURE, OVERLEG EN PLANSTUKKEN 9.1 Procedure Om de voorgenomen bouw van de gewenste loodsen definitief te maken, is door initiatiefnemer een omgevingsvergunning ingediend. Om reden dat het bouwen van twee van de drie loodsen niet te realiseren is binnen de binnen- en buitenplanse flexibiliteitsbepalingen van het bestemmingsplan, is een procedure noodzakelijke op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning artikel 2.12 lid 1 sub a 3. Een omgevingsvergunning kan alleen worden verleend wanneer deze wordt gemotiveerd door middel van een ruimtelijke onderbouwing. De aanvraag omgevingsvergunning, alsmede de ruimtelijke onderbouwing met daarnaast de zakelijke beschrijving zullen overeenkomstig artikel 3:8 Awb, voor een periode van zes weken ter inzage worden gelegd, voor het door belanghebbenden naar voren kunnen brengen van zienswijzen. 9.2 Planstukken Tot de planstukken behoren: - de aanvraag omgevingsvergunning; - de onderhavige ruimtelijke onderbouwing; - de zakelijke beschrijving. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 13
10 Conclusie Dit onderdeel is bedoeld om het bouwen van de loodsen mogelijk te maken. Een en ander door het verstrekken van een omgevingsvergunning met daarbij een besluit om van het bestemmingsplan af te wijken op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning artikel 2.12 lid 1 sub a 3. Ten behoeve van dit besluit is de ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Het plan is niet in strijd met rijksbeleid en voldoet aan de eisen welke gesteld zijn opgenomen in het provinciaal planologisch- en gemeentelijk beleid. Bovendien heeft het project geen nadelige gevolgen voor de directe omgeving en ondervindt het project geen hinder van en voor in de omgeving voorkomende activiteiten. Er is derhalve ruimte voor de gemeente Goeree-Overflakkee om mee te werken aan het onderhavige initiatief. Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van vergroten bedrijfsgebouwen Pagina 14